Categorieën
Mike's notities

New York & NL: Jetlag en een koffer vol inspiratie

Ken je dat gevoel: je bent net terug van vakantie en je hoofd zit vol met ideeën – vanaf nu moet alles anders, denk je… Dat gevoel had ik ook toen ik na een vlucht van 7½ uur weer vaste voet op de Nederlandse bodem zette. Het was een nachtvlucht vol met slapeloze momenten, huilende baby’s en enige turbulentie geweest. Desondanks had ik net zo lief weer in het volgende vliegtuig richting New York gesprongen.

Het vrijheidsbeeld is een inspiratiebron op zichzelf. Wel ironisch natuurlijk dat dit symbool voor de vrijheid tegenwoordig niet meer vrij toegankeljk is. Je kunt aan haar voeten staan en je eer bewijzen, maar naar binnen mag niemand meer uit angst voor terroristische acties.

Nieuw en toch vertrouwd
Ook al was het bijna dertien jaar geleden dat ik voor het laatst voet op de straten van Manhattan zette; het voelde goed om weer terug te zijn. New York een bruisende stad noemen is een onvergeeflijk cliché uit de la trekken, maar toch is het waar. Iedere stoeptegel zindert haast van een oncontroleerbare energie, de belofte van een nieuw avontuur schuilt achter iedere straathoek. Natuurlijk hadden L. en ik ook mindere momenten meegemaakt in die week vakantie. (Daar later meer over.) Maar over het algemeen smaakte de ervaring naar meer.

Terug op Schiphol leken onze avonturen alweer op een droom die snel zou vervagen. Nog geen halfuur nadat we geland waren, stonden we al op de trein te wachten tussen de Hollanders. Ik bladerde een krant door, er al snel achterkomend dat er niets, helemaal niets veranderd was hier. Wij hadden een weekje doorgebracht in New York, hier stond Geert Wilders gewoon nog steeds in de krant.

Geert, Peter en domme voetballers
Bah, Geert Wilders. Bah, Balkenende. Bah, gezeur over de crisis, over voetbaltransfers, over hoge bonussen en weet ik nog niet wat. Ik had geen zin in die poldervetes, in luidruchtige iPod-dragers in de trein. In dit neder land…

Mijn voeten neerzetten op Nederlandse bodem voelde alsof ik ze in oude, versleten schoenen liet glijden. Iedere stap richting het centrum van Amsterdam en weg van de poort naar een andere wereld, deed pijn.

Thuisgekomen plofte ik in bed, om wat jetlag weg te slapen voordat ik die avond een schrijfopdracht zou afmaken. Ik werd wakker met het neigende gevoel dat dingen anders moesten kunnen. Dat er een frisse start mogelijk was. Sterker nog: dat de wereld maakbaar is, dat je controle hebt over je eigen lot en zegeningen. Ik overdrijf nu een beetje natuurlijk (en nee, ik heb niet onderweg in The Secret zitten lezen!), maar het is toch iedere keer weer verbazend hoe je kijk op de situatie veranderd kan op het moment dat je er een tijdje tussenuit bent geweest. Uit de context zijn biedt nieuwe perspectieven op de situatie.

Het is echter heel lastig om dat gevoel van verandering vast te houden. Dat bleek een paar dagen later al, toen ik jetlagvrij in mijn oude leventje dwaalde en vertrouwde gewoontes weer oppakte. Blogjes lezen, twitteren, DWDD kijken… ik had het allemaal niet gemist, maar toch deed ik het weer. Dit keer besefte ik echter dat ik bepaalde zaken niet gemist had en dat er dingen zijn die zeker anders kunnen. De behoefte voor een ander, een wijder perspectief, was geboren. De reis naar New York was inspirerend geweest. Ik kwam met een koffer vol nieuwe ideeën terug. De kunst is om dat gevoel van inspiratie vast te houden. Nee, je kunt niet je hele leven in één keer omgooien natuurlijk, maar het besef dat het anders kán, dat je anders wilt, is een goede eerste stap. Op naar de volgende…

Meer NYC
De komende tijd zal ik op Mike’s Webs tussen de dagelijkse dingen door een stukje posten over New York. Gepland staan in ieder geval een artikel over de beste stripwinkels van The Big Apple en een artikel/video over mijn speurtocht naar de (voet)sporen van Peter Parker.

Categorieën
Boeken Strips

The Marvel Comics Guide to New York

New York, New York. Daar wonen Spider-Man en alle andere superhelden van Marvel. Niet echt natuurlijk, het zijn maar stripfiguren!

Binnenkort bezoek ik de Grote Appel van de Verenigde Staten. Ik was er al in 1996 – ver voor 911. Ben erg benieuwd hoe ik de stad nu zal ervaren.

Een tijdje geleden trof ik The Marvel Comics Guide to New York City aan in de boekwinkel. Het boekje lag verstopt tussen allerlei graphic novels. Peter Sanderson beschrijft de rijke geschiedenis van het Marvel Universum per locatie in New York en geeft aan in welke comic de betreffende gebeurtenis plaatsvond. Van The Brooklyn Bridge waar Peter Parkers grote liefde Gwen Stacy door de Green Goblin werd vermoord, tot de locatie van koffiehuis The Coffee Bean waar Parker & co. in de vroege jaren zeventig rondhingen. Harry Osborn is tegenwoordig de eigenaar van deze tent. Mocht je trek krijgen in een bak koffie, het staat in Greenwich Village. Ook locaties waar The Fantastic Four robbertjes knokten tegen Dr. Doom staan erin en Fogwell’s Gym in Hell’s Kitchen, de wijk waarin Daredevil huishoudt.
De schrijvers en tekenaars van Marvel gebruikten voor het eerst New York als woonplaats voor hun superhelden. Daarvoor werden er altijd fictieve Amerikaanse steden bedacht zoals Metropolis en Gotham City – fictieve versies van New York die je nooit kunt bezoeken. Maar in New York kun je rondlopen in Forest Hills te Queens, waar Peter Parker opgroeide of een bezoekje brengen aan Coney Island waar onder andere Daredevil slaags raakte met Bullseye en Galactus een heel amusementspark vernietigde in een gevecht tegen de Silver Surfer en The Fantastic Four.

Het leuke aan het boekje is dat Sanderson feiten vermengt met gebeurtenissen uit de Marvel-strips. Hierdoor leer je niet alleen op terloopse wijze iets over de geschiedenis van New York; door de vermenging van feit en fictie wordt de geschiedenis van de Marvel-helden haast echt. Kortom: de perfecte reisgids voor een nerd als ik.
De dood van Gwen Stacy: het moment dat Amerikaanse comics hun onschuld verloren.

Sanderson, Peter. The Marvel Comics Guide To New York City.
Pocket Books, Simon & Schuster, 2007.

Lees ook:

Categorieën
Media Mike's notities

De weg naar onheil…

Bron: Muhka.

Bovenstaande maquette werd gemaakt door de Vlaamse kunstenaar Hans Op de Beeck. Ik zag het werk laatst staan in het Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen.

De maquette uit 1998 heeft de fantasieloze titel ‘Location 1’ meegekregen. Hij sprak evengoed tot mijn verbeelding.Het desolate kruispunt deed me in eerste instantie denken aan de weg naar Twin Peaks. Dat bizarre houthakkersdorp vlakbij de Amerikaans-Canadese grens waar niets is wat het lijkt. Nou ja, behalve de taarten van Norma Jennings in The Double R Diner dan. Die smaken net zo lekker als dat ze eruit zien. Als we Dale Cooper mogen geloven tenminste. Maar ik dwaal af. Onderweg naar Twin Peaks dus. Gehuld in duisternis, rijdend door een ijzige kou op de weg naar onheil. De pikzwarte nacht is een eerste teken van de helse rampspoed die zich schuilhoudt in de bossen. BOB, die het kwaad in de mens belichaamt, wacht ons op in Twin Peaks…

Horror-road
Het kruispunt zou ook goed passen in een horrorfilm. Stel je voor: het is de koudste nacht van je leven. Je rijdt in je eentje naar een onbekende bestemming, op de vlucht voor jezelf. Met iedere kilometer laat je je verleden verder achter je. Je staat er alleen voor. Slechts een countryzender op de radio houdt je gezelschap.

Dan begint de motor van je gezinsauto te roken. Een paar seconden later geeft deze voorgoed de geest. Daar sta je dan, bij een kruispunt op de weg waar niemand langskomt. Je telefoon heeft al uren geen bereik. Dan laat de accu van je auto je ook in de steek. Geen heater meer. Zelfs geen foute countrysentimenten om je aan te verwarmen. Er zit niets anders op dan de kou te trotseren. Je stapt uit en loopt richting de stoplichten. Er valt nergens een teken van leven te bekennen. Totdat een gil de stilte verscheurt….Gek genoeg roept het kunstwerk bij mij geen fantasieën op van het door de nacht naar huis rijden om samen met je gezin kerstfeest te vieren. Driving home for Christmas… Dat zou natuurlijk ook nog kunnen… Hoewel, dan was het vast drukker op de weg geweest vermoed ik.

Zo kan het ook natuurlijk
De omschrijving van ‘Location 1’ op de site van Op de Beeck is vooral feitelijk:

The specator enters a darkened space, in which a large model of a crossroads can be viewed at chest height. The work represents an icy, nocturnal intersection in winter. The crossroads are deserted, the trees are bare, and the canals are frozen over. The only activity comes from the traffic lights: the coloured lights switching on and off. The entire scene is bathed in a soft blue moonlight.

In een ander licht
Onderstaande foto’s maakte ik met flits. Ze werpen weer een heel ander licht op ‘Location 1’. Het blauwe licht is door de witte flits weg gefilterd, hierdoor gaat veel van de sfeer verloren. Ook is nu duidelijk te zien dat het een maquette is. Door de constructie ietwat bloot te leggen, wordt een glimp van het vakmanschap van de maker getoond. Toch gaat mijn voorkeur uit naar bovenstaande foto. Je kan daar zo lekker bij wegdromen…
Deze post verscheen ook op EeuwigWeekend.nl.

Lees alle posts over Twin Peaks.

Categorieën
Mike's notities

Avonturen in Antwerpen (2): No karaoke

Zaterdagavond staan L. en ik voor de Bonaparte. Dé karaokebar van Antwerpen. Hoewel de Grote Markt er meerdere telt, schijnt dit de meest bekende te zijn. In mij huist een diep verlangen om eens een karaokebar te bezoeken. Dit vreemde verlangen begon enkele jaren geleden toen ik Antwerpen met vriend P. bezocht. We slenterden toen wat door de stad en stuitten op zo’n zinggelegenheid. We hielden halt voor de deur.Een groep jonge, aantrekkelijke meiden liep langs. De meisjes giechelden dat ze altijd al eens karaoke wilden doen. Nu waren P. en ik allebei vrijgezel op dat moment, dus ik dacht dat we met het bezoeken van de bar meerdere vliegen in een klap konden slaan. Ik kon niet wachten tot ik een paar aangeschoten zakenmannen zou horen kraaien. En als we tegelijkertijd kennis konden maken met wat vrouwelijk schoon, wat was daar op tegen? Maar nee, P. was niet te vermurwen. Hij brandde nog liever in de hel dan ooit een karaokebar te betreden.Blije Japanners
Toen L. opperde naar Antwerpen te gaan, zag de potentiële karaokeliefhebber in mij zijn kans. Ik denk dat ze kleine podiumpjes hebben waarop mensen in de spotlight een liedje ten gehore brengen, zoals ik eerder heb gezien in films en Amerikaanse tv-series. Ik verwacht groepjes blije Japanners die met een dik accent Amerikaanse hits zingen. Hier en daar een romantische ziel die met een valse noot de liefde aan zijn vriendin verklaart. Dat soort zaken.Hoewel L. zacht gezegd niet heel enthousiast werd van het woord karaoke, weet ik haar toch over te halen om een kijkje te nemen. Die avond lopen we rond een uurtje of tien de Grote Markt op. Vol verwachting klopt mijn hart. Daar is de Bonaparte. Après-ski
De deur zwaait open en een stel tieners huppelt naar buiten. Het geluid vanuit de bar is duidelijk te horen. Alle aanwezigen zingen mee met ‘Een Eigen Huis’ van René Froger. We stappen angstvallig het vertrek binnen. De liedtekst is vanaf televisies te lezen, de gehele groep aanwezigen staat te schreeuwen naar de beeldbuis. Achter de bar wordt flink getapt. ‘Shit,’ denk ik, ‘het lijkt wel een après-skitent.’ Een infantiele vertoning is het. Daar wil ik geen deel van uitmaken. L. en ik lopen dan ook heel snel weer naar buiten. Van mijn karaokedrift ben ik volledig genezen. Daar was slechts een bezoek van drie minuten voor nodig.
Lees ook:

Categorieën
Fotoblog Mike's notities

Avonturen in Antwerpen (1): Veel façades en facetten

L. en ik vinden allebei dat we een paar dagen vakantie hebben verdiend. Op naar Antwerpen met de trein van tien voor vijf. Onderweg lees ik Maus van Art Spiegelman en eet ik een broodje brie.

Antwerpen CS.

Het is niet mijn eerste keer in Antwerpen, toch zie ik bij ieder bezoek weer een ander facet van deze Vlaamse prachtstad. Van de tot nu toe bezochte Belgische steden – waaronder Brussel, Gent en Brugge – zou ik er geen bezwaar tegen hebben hier een woning te betrekken, mocht dat ooit te combineren zijn met mijn carrière. Sowieso staat België veel vriendelijker tegenover het beeldverhaal dan Nederland. Zo telt Antwerpen zes beschilderde stripmuren en vindt tweejaarlijks de beurs Strip Turnhout plaats waar ik vorig jaar was met Nieuw Gehoer. Een positiever ontvangst kwam zelden voor.

Detail van een van de stripmuren.

Schril contrast
We komen iets na zevenen aan op centraal station en besluiten naar het hotel te lopen. Van de Frankrijk Lei, naar de Britse tot de Amerika Lei. Daar staat het Hotel Rubenshof te wachten. De hal en receptieruimte van het hotel zijn indrukwekkend. In neo-art nouveau stijl. Maar de receptieruimte is een façade. Achter de deuren van de kamers gaat een sjofele inrichting schuil die nog het meest doen denken aan het interieurdesign van het voormalig Oostblok. Het tapijt zit vol vlekken, de muren zijn okergeel gekleurd en het geheel maakt een onafgemaakte indruk. Geeft niets, we gaan toch meteen de stad in. De paffende paffer
Het valt me meteen op dat er flink gepaft wordt in de cafés. Een ober legt mij uit dat er gerookt wordt in de tenten waar er niet gegeten wordt. Na een paar maanden rookverbod is het even wennen om weer in andermans kankerzucht te zitten. L. en ik mijden de komende twee dagen dat soort drinkgelegenheden dan ook zoveel mogelijk. Die avond nuttig ik een voortreffelijke lasagne in Canal; L. smult van de tapas. Koud hè?
De volgende ochtend begint met de nare ontdekking dat de douche alleen koud water biedt. Bij nader bibberend onderzoek blijkt dat de thermostaatkraan niet goed werkt. Als deze geheel open wordt gezet, geeft de douchekop sporadisch een zuchtje lauw water. De hotelmanager vindt het vervelend om te horen en zal proberen er iets aan te doen. Een andere kamer is helaas niet beschikbaar. Als we die avond weer terugkomen in de kamer ligt er een doosje zeebanket voor ons op bed. En een briefje met excuses. Er is niets aan te doen totdat de loodgieter maandag zijn gezicht laat zien. Er ziet niets anders op dan bibberend te douchen. Deconstructivisme in het ModeMuseum
Op zaterdag bezoeken we in het Modemuseum. Bij binnenkomst worden we aangesproken door een promotieteam van Nescafé. De twee dames en heer zijn gekleed in strakke zwarte t-shirts waarop Nescafé in witte letters staat geschreven. Het drietal lijkt net een stel modebewuste modellen. Niet geheel ontoepasselijk in een modemuseum. Ze bieden ons een kopje koffie aan. Het bezoek begint dus al goed, al geven mijn smaakpapillen de voorkeur aan cappuccino. Met de koffie in de slokdarm begeven we ons naar het eigenlijke doel van het museumbezoek: de expositie over Maison Martin Margiela. Kenmerkend aan deze modekunstenaar is dat hij nooit in de openbaarheid verschijnt en weigert interviews te geven. Een paar designs in de tentoonstelling spreken me aan. Hij heeft een collectie gemaakt op basis van kleertjes voor Barbie- en Kenpoppen. De uitvergrootte, scheefzittende jasjes werken op de lachspieren. Een serie silhouetten steken mooi strak af tegen de witte achtergrond. Het deconstructivisme wat de maker aanhangt spreekt mij in het bijzonder aan. Een gedachtegoed dat ook terug te vinden is in filmtheorie. Maison Martin Margiela past dit toe door de constructie van kledingontwerpen bloot te leggen. Margiela toont de binnenkant van een kledingstuk, legt de constructie ervan bloot en focust op datgene wat de mode doorgaans angstvallig verborgen wil houden. Mij zie je er niet in lopen, maar het idee erachter is wel prikkelend. Ik ben zo’n type dat graag wil weten hoe iets in elkaar steekt.

Antwerpen. Foto: L.

De sporen van het verleden
Tot slot bekijk ik nog eens de tweedehands kleding die Margiela heeft overgespoten met zilververf. Tijdens modeshows breekt de verf, waardoor de onderlaag langzaam te voorschijn komt. Daarmee wil hij aangeven dat we het verleden niet verborgen kunnen houden. Hij heeft een punt: als ik later door het centrum van Antwerpen loop, denk ik automatisch terug aan de keren dat ik er eerder was. Specifieke voorvallen schieten me te binnen terwijl ik tegelijkertijd nieuwe herinneringen aanmaak.Wordt vervolgd…

Categorieën
Film Filmrecensie Mike's notities

Een kunstminnend weekend in Arnhem

L. en ik besloten dat een weekendje Arnhem in een rustiek hotel precies was wat we nodig hadden. Dus togen we op vrijdagavond, net na de spits, met de auto naar de hoofdstad van Gelderland.We kwamen ’s avonds laat in het centrum van Arnhem aan. We parkeerden bij Hotel Molendal, gelegen aan de rand van het Sonsbeekpark, op een steenworp afstand van de binnenstad. Er stond een prettige tweepersoonskamer op ons te wachten op de derde verdieping. Hotel Molendal is het voormalige woonhuis van André de la Porte. Deze villa in Jugendstilstijl werd in 1904 als eerste in de omgeving gebouwd.

Uitzicht vanuit de hotelkamer.

Zaterdag brachten we een paar uur door in het Sonsbeekpark, waar veel beelden geëxposeerd staan, een hertenkamp is en twee watervallen. Het viel me hier op hoe heuvelachtig Arnhem en omgeving eigenlijk zijn. Heel anders dan de platte randstad. Stadspark
Het Sonsbeekpark is ’s lands eerste monumentale stadspark. Een belangrijk onderdeel van het park is de St Jansbeek. Vroeger stonden hier zeven molens langs de St Jansbeek. Tegenwoordig staat er daarvan nog één. De Witte molen heet ie. L. en ik bezochten ook even het bezoekerscentrum dat naast de molen staat. Het was die dag open monumentendag. In het park en bezoekerscentrum waren dan ook een hoop bezoekende bejaarden te vinden.

De Witte Molen.

L. en ik zochten weer snel de buitenlucht op en vonden rust bij de waterval.Door het gehele park hingen allerlei installaties en kunstwerken als onderdeel van een expositie van het Museum voor Moderne Kunst. Het was erg verrassend om dergelijke beelden tussen de bomen te ontdekken.Processies
Later die middag bezochten we het Museum voor Moderne Kunst Arnhem (MMKA) waar de tentoonstelling Carried Away/Procession Art werd gehouden. De tentoonstelling bestaat uit het werk van internationale en Nederlandse kunstenaars die processies organiseerden, of zich hebben laten inspireren door processies, politieke parades, carnavalsoptochten, marsen of begrafenisstoeten. Sommige moderne sculpturen konden mij wel bekoren, zoals het werk van Stephen Wilks die levensgrote varkens naar George Orwells boek Animal Farm maakte.Magisch realisme
Het meest onder de indruk was ik echter van de tentoonstelling over het magisch realisme, waar werk hing van de oude meesters Pyke Koch, Edgar Fernhout, Carel Willink, Dick Ket, Wim Schumacher en Charley Toorop.

Detail van het zelfportret van Edgar Fernhout (1912-1974).

Mocht je ooit een bezoekje brengen aan het MMKA, dan raad ik je bij deze de aspergequiche in het restaurant af. Die had dezelfde nare smaak als de olieverf schilderijen die in het museum hingen.

De beeldentuin rondom het museum kan ik je echter wel aanraden. Daar is onder andere deze prachtige deur te aanschouwen.

Een – wat mij betreft – grappig uithangbord in het centrum van Arnhem.

Factory Girl
In de avond besloten we deze kunstgerichte dag af te sluiten met een voorstelling van Factory Girl. Deze film uit 2006 van George Hickenlooper vertelt over het leven van Edie Sedgwick. Deze schoonheid verliet de kunstacademie om het te gaan maken in New York en raakte verstrikt in het web van de wereld van Andy Warhol. Het is een film die vooral de negatieve kanten van haar leven belicht en waarin alle personages heel zielig worden voorgesteld. Op het moment dat acteur Hayden Christensen (Skywalker in de nieuwe Star Wars-trilogie) in de film verscheen en een belabberde poging deed om Bob Dylan te imiteren, had Factory Girl voor mij volledig afgedaan. Hoe een regisseur deze non-acteur kon casten om iemand met de statuur van Dylan neer te zetten, was mij een compleet raadsel. In I Am Not There waren daar nog zes acteurs voor nodig. Allemaal met meer ervaring en veel meer talent dan Anakin Skywalker. Christensen probeert op krampachtige wijze de stem van Bob Dylan na te doen, maar lijkt eerder een monotone voice-over van een derderangs film noir detective op te roepen. Nee, Factory Girl zou wat mij betreft nooit op de lijst van beste film verschijnen. Mocht je de flick toch per se willen zien: ga de bioscoop dan niet in zonder wat prozac-pilletjes.
Een pluspunt aan de voorstelling was dat ik ter promotie van de film een blik Campbell Tomato Soup kreeg van de caissière. De Warhol-fan in mij maakte een klein huppeltje bij de aanblik van dit soepblik.Veluwe
De zondag stond vooral in het teken van de Nederlandse prairie: de veluwe. We pakten twee Witte Fietsen waarmee we het gebied doorkruisten. Bij het Kröller-Müller Museum parkeerden we de stalen rossen om daar een paar uurtjes heerlijk te dwalen door de beeldentuin.
‘Kijk uit attention’ van Krijn Giezen (1939) is sinds een ongeval helaas afgesloten voor het publiek.
Paviljoen voor de 5de Internationale Beeldententoonstelling in het Park Sonsbeek te Arnhem, 1966; herbouwd in de beeldentuin van het museum, 2005-2006.Net als ET
Toen het museum ging sluiten, liepen we naar de fietsenrekken waar normaliter de Witte Fietsen staan. Die waren echter allemaal al meegenomen, of hadden een lekke band. Er zat niets anders op dan de 2,5 kilometer terug te lopen naar de auto. Toen we echter stuitten op een hek en een bordje met ‘verboden toegang’ moesten we van het aangewezen pad afwijken. Al snel liepen we niet meer in de goede richting. Een aardige man en een kaart bood uitkomst. We waren inderdaad een stukje verkeerd gelopen. De avond viel en het zou weldra donker worden. Heel toevallig stonden er twee witte kinderfietsen op ons te wachten in de berm. Niet veel later raceten we door het Veluwse landschap op veel te kleine fietsjes. In mijn hoofd hoorde ik de melodie van de film ET, want het deed me denken aan de fietstocht van Elliot en co. Goed, Elliot had een crossfiets en een alien in het mandje aan het stuur die de fietsen door de lucht liet vliegen, maar voor de rest voelde het precies hetzelfde. 🙂 Een aardige melige afsluiter van een weekend vol kunst – in Arnhem.
Lees ook:

Categorieën
Fotoblog

Foto: Het Huis Verloren

Op bovenstaande foto staat, als ware het een ondoordringbare vesting, Het Huis Verloren. Ik nam de foto op een koude avond tijdens het terloops passeren. Het Huis Verloren staat in het centrum van de stad tussen allerlei historische panden die veelal mooier zijn. Het staat er al sinds 1430, toen Philips de Goede het liet bouwen. Tegenwoordig biedt Het Huis Verloren onderdak aan allerlei culturele activiteiten, zoals concerten, cabaretvoorstellingen en high tea’s. Ik ben er slechts een paar keer binnengeweest. Een keer voor een feestje en een keer om appeltaart te eten met een toenmalig vriendinnetje. Gewenning
Ik loop er geregeld langs, op weg naar de kroeg. Maar net als zoveel historische panden in mijn omgeving, loop ik er dagelijks aan voorbij zonder er aandacht aan te schenken. Het decor waarin we leven wordt op den duur gewoon. Hoe bijzonder het ontwerp ook kan zijn, je went eraan. Gewenning kan gevaarlijk zijn, als het bijzondere gewoon wordt. Als je je geliefde als vanzelfsprekend gaat beschouwen bijvoorbeeld. Of vriendschap, een goede gezondheid of een fijne woning. Alles vergt onderhoud.
Als nieuw
Zo nu en dan loop ik door een straat waar al duizenden voetstappen van me liggen en valt mijn oog opeens op een pand, of een detail van een gebouw, dat ik niet eerder zag. Het is alsof ik de dingen voor het eerst zie. Een hernieuwde kennismaking met een oud gegeven.
Het avontuur ligt om de hoek.

Categorieën
Daily Webhead Mike's notities Video

Berlijn (5): Video-impressie

Tijdens mijn verblijf in Berlijn heb ik een aantal foto’s geschoten van de street art aldaar. (Lang leve de Sony Ericsson met cybershot.) Hieronder een video-impressie van wat L. en ik in Berlijn gezien hebben.

Voor een versie van betere kwaliteit (Pal DV – quicktime), klik hier.

Street Art Berlin from Michael Minneboo on Vimeo.

Het hele Berlijn-reisverslag op een rij:

Categorieën
Mike's notities

Berlijn (4): Ich bin kein Berliner…

Hoewel de meeste Berlijners die we spreken goed Engels spreken (beter dan mijn Duits in ieder geval), loopt de communicatie niet geheel vlekkeloos.L. en ik verblijven in een bescheiden hotel in de wijk Prenzlauern Berg. De eerste avond maak ik een ‘goede indruk’ bij onze Duitsche receptioniste, als zij al kauwend onze sleutel aanneemt en ik haar ‘gesundenes fressen’ toewens. Ze schrikt hier duidelijk van en kijkt me verbaasd aan. Ik stamel in het Duits dat we dit in Holland tegen elkaar zeggen als we gaan eten. ‘Wij zeggen dat alleen als dieren eten,’ zegt de receptionist. ‘In Duitsland zeggen we Bon appetit!’ Oh. Ik zal wel te veel Jiskefet gekeken hebben. Lost in translation
Misschien moet ik het vanaf nu maar bij Engels laten, want van die vier verplichte jaren Duitse les op het vwo is verdammt wenig overgebleven. Koffie bestellen gaat nog, maar complexe zinnen met meer dan vier woorden, spreek ik vooral in onverstaanbaar gestamel uit. Wat dat betreft was mijn omgang met de locale bevolking in Edinburgh indertijd een stuk makkelijker. ‘Ich bin kein Berliner…’Duidelijke taal
Op de tweede dag gaan we in een eetgelegenheid zitten voor de lunch. Het restaurant zit vast aan een creatief centrum dat veel weg heeft van het Westergasfabriek-terrein in Amsterdam. De ober met Egyptisch voorkomen ploft de menukaarten op tafel en blaft ons in snelgesproken Duits af, alsof het hem irriteert dat we de taal niet goed spreken. Tegen een stel jonge Duitse meiden doet hij even later poeslief. We staan op en besluiten onze lunch ergens anders te eten. Dat doen we in een gezellig (selfservice) bakkerijtje in een van de straten die in het Franse kwartier liggen. Het is dat er om ons heen Duits wordt gesproken anders zouden we ons in Parijs wanen. Dikke vrouw
Berlijn lijkt op iedere straathoek wel een verrassing in petto te hebben. Zo staat in dezelfde Franse buurt een boekenboom. Wie zich aanmeldt bij de betreffende stichting kan mag daar een boek uithalen mits je er een boek voor teruglegt. Niet ver van de boekenboom zien we een verontrustende polaroid op straat liggen van een naakte dikke vrouw die met haar kruis richting de cameralens, op bed ligt. De polaroid ligt op de stoep en lijkt welhaast met opzet zo neergelegd. Het schokkende beeld blijft nog lang op mijn netvlies plakken. Wat we ook geregeld tegenkomen is een ouderwetse kauwgomautomaat. De kauwgomballen lijken niet meer ververst te zijn sinds het vallen van de muur. Waarschijnlijk worden ze niet meer als zodanig gebruikt, maar doen ze dienst als object trouvé. Gezellige emo-bar
Ook kent Berlijn veel gezellige drinkgelegenheden. Om de hoek van ons hotel is een smal, maar diep café waar muziek uit de jaren zestig, zeventig en tachtig wordt gedraaid. Het tafelblad is een elektronisch mens-erger-je-niet-spel. De muren zijn behangen met gekleurde doeken, een poppenmeisje met een bloem in haar hand zit op de kast en knikt ons mechanisch toe. Het publiek is van alle leeftijden in dit café. L. en ik vinden het er gezellig en drinken rondje met ze mee. Opvallend detail is dat de mensen hier roken. Dat is weer even wennen. Als L. haar cola op heeft doemt de barman bij ons tafeltje op. Hij is lang, draagt een zwart t-shirt en heeft emo-haar. Of we nog iets willen drinken. Hij kijkt zo indringend dat we haast niet durven te weigeren, maar het is mooi geweest voor vanavond. Als we een paar minuten later het pand uit lopen, staat de barman plotseling achter mij. Hij wenst me vriendelijk een prettige avond. De lange weg naar huis
Ik moet weer aan het café denken als L. en ik op woensdag weer in de trein naar Nederland zitten. De leukste plek om uit te puffen was duidelijk het binnenplaatsje met die mechanische muppet.
Echt kennis maken met de Duitsers is niet gelukt – de ervaringen met bar- en hotelpersoneel waren wisselend. Verder hebben we niet veel mensen op straat gesproken. Daarvoor waren we ook te kort in de stad. Gelukkig hebben we samen veel lol gehad. Wat ik vooral meeneem uit Berlijn is een goede indruk van de straatkunst aldaar. De street art alleen is al een goede reden om nog eens terug te komen. Overigens hebben we natuurlijk ook de nodige toeristenclichés bewandeld. Bekende monumenten als de Reichstag en de televisietoren op Alexanderplatz hebben we wel gezien, maar we zijn er niet binnen geweest. De rijen met toeristen voor de gebouwen waren daarvoor veel te lang. Ook de volgende keer dan maar.
Tot mijn verbazing ontdekte ik bij mezelf een fascinatie voor de geschiedenis van de Muur. Je kunt er immers niet omheen als je in Berlijn bent. Thuis zal ik eens flink gaan googlen. En die Spider-Man-strip erop naslaan.Het reisverslag over Berlijn wordt besloten met een video-impressie.
Het hele Berlijn-reisverslag op een rij:

Categorieën
Mike's notities

Berlijn (3): Street art

Kunst ligt op straat in Berlijn, of liever gezegd: het staat op de muur geschreven. Berlijn is een van de steden waar je veel street art kunt zien. Vele muren staan vol geschreven met graffiti en afbeeldingen. Vooral in Oost-Berlijn is het lastig een maagdelijke muur te vinden. L. en ik nemen een lange wandeling langs dit open atelier. East Side Gallery
De stukken van de Berlijnse muur die bewaard zijn gebleven zijn ook vol getekend. Zoals het 1,3 kilometer lange stuk muur in de wijk Friedrichshain – deze zogenoemde East Side Gallery bevat ruim 106 (politieke) muurschilderingen met daaroverheen verse graffiti.

Politieke prent in de East Side Gallery.

Street art
Street art is veel meer dan simpel graffiti. Het omvat in principe alles wat op muren staat, van stickers, sjablonen en posters, maar ook zonder toestemming geplaatste beelden en schilderingen. De oorsprong van graffiti in Berlijn ligt in het westelijke gedeelte van de stad. In de vroege jaren tachtig was de Amerikaanse sector een smeltkroes van anarchistische punkers, Turkse immigranten en West-Duitse dienstweigeraars. Vooral in Kreuzberg, een buurt die van drie kanten ommuurt was, kwam de scene goed tot bloei. Ze hadden immers genoeg muuroppervlak om op los te gaan.
Verboten!
In Oost-Berlijn was het bekladden van de muur streng verboden. De Stasi, de inlichtingendienst in de DDR, zorgde ervoor dat de muur schoon bleef. Wie betrapt werd op het schrijven van graffiti kon de bak indraaien – of erger. Dat veranderde allemaal na het vallen van de Muur. Kustenaars, muzikanten en jongeren gingen toen juist wonen in Oost-Berlijn en al snel waren de grijze buurten van de stad onder geschilderd in fel gekleurde afbeeldingen. Begin jaren negentig werd er een speciaal taskforce in het leven geroepen om de graffiti te bestrijden, maar deze organisatie werkt niet heel snel en kan de groei van straatkunst moeilijk tegenhouden. Ze arresteren zo nu en dan wat mensen en delen boetes uit die op kunnen lopen tot duizenden euro’s. Kunst met de B van Berlijn
L. is specifiek geïnteresseerd in de straatkunst in Berlijn. Ik associeer volgeschreven muren in eerste instantie met verpaupering, al kunnen de muurschilderingen en gespoten sjablonen mij zeker bekoren. Gelokt door een oud cinemabord komen we bij toeval op een binnenplaatsje terecht in de wijk Mitte. De bioscoop vertoont ook films in de oorspronkelijke taal. We willen naar de film Be Kind Rewind, maar deze draait pas laat op de avond. We nemen wat te drinken en kijken eens goed rond op het binnenplaatsje.Er staat een mechanische muppet die met zijn vleugels begint te bewegen en met zijn ogen draait als je wat geld in de sleuf gooit. (Zie foto.) Het café waar we op terras zitten, is van binnen erg donker en lijkt een oud krakerscafé te zijn. Erboven zitten een winkeltje van kunst- en stripboeken en een expositieruimte. We hebben een creatieve ader van Berlijn gevonden en nemen de tijd om eens goed tussen de boeken te struinen. Gekke bekken
Op de laatste dag bezoeken we nog het Hamburger Bahnhof-Museum fur Gegenwart Berlin. Daar hangen een paar originele Warhols (daar is ie weer) en Lichtensteins. De expositie van het werk van Anna & Bernhard Blume: Pure Reason kan mij minder bekoren. Ik zie een serie vervreemdende zwart-witfoto’s waarin de twee kunstenaars zelf de hoofdrolspelen en gekke gezichten trekken. In sommige foto’s gaan ze de strijd aan met abstracte vormen die hen proberen te omsluiten. Wat dat betreft heb ik aansprekender werk in de straten van Berlijn gezien. Hoewel:

L. en ik vragen ons af of bovenstaande spam nog stamt uit de tijd dat er geen interpret was in Duitsland.

Lees ook:

Categorieën
Mike's notities

Berlijn (2): Muurbloempjes en oorlogsmonumenten

Ook al is de Muur in november 1989 omgegaan, de overgebleven delen zijn een grote toeristische attractie in Berlijn.Als kind maakte ik voor het eerst kennis met de Berlijnse muur in een Spider-Man comic. De superhelden Wolverine en Spidey namen het op tegen de KGB waarbij het webhoofd illegaal de muur over moest, naar de Sovjetsector van de stad. Die Spinne in Berlin die een robbertje knokt met de geheime politie én Wolverine op een mistroostig Russisch kerkhof. (Wie durft nog te beweren dat je niets leert van strips?)

Muurbloempjes.


Koude oorlog
Tijdens geschiedenisles leerde ik dat Berlijn analoog aan heel Duitsland na de Tweede Wereldoorlog door de geallieerden werd verdeeld in verschillende sectoren: een Britse, Franse, Amerikaanse en een Russisch gedeelte. Omdat Berlijn geheel in de Duitse Democratische Republiek lag, zagen veel Sovjetonderdanen de stad als vrijplaats om te vluchten naar het westen. Daarom besloten Walter Ulbricht en de Sovjetleider Nikita Chroesjtsjov een einde te maken aan de leegloop. In de nacht van 12 op 13 augustus 1961 werd begonnen met de bouw van de Berlijnse Muur. De scheiding tussen Oost- en West-Berlijn zou tot november 1989 duren. Leven in angst
Slenterend door Berlijn verbaast het mij dat Berlijners helemaal niet bezig zijn met het verleden, met de Muur. Waarom zouden ze ook? Het is alweer lang geleden. De jonge generatie weet niet hoe het was toen het Oosten en Westen van elkaar gescheiden waren. Hoe het was om in de DDR in angst te leven: je eigen buren konden immers agenten van de geheime dienst zijn. Wie kritiek uitte over het politbureau kon makkelijk verraden worden. Die situatie is voor ons als toeristen moeilijk voor te stellen, al lopen L. en ik gefascineerd langs enkele kenmerkende overblijfselen van dat verleden. Op verschillende plekken in de stad staan stukken muur opgesteld, al geven deze kleine stukken niet echt een goed beeld van hoe de situatie vroeger was.

Uitzicht op de Muur bij Bernauer Strasse.

De Muur in Bernauer Strasse vanaf het Oosten gezien.

De beste plek om een beetje een indruk te krijgen van de Muur is aan de Bernauer strasse. Daar staat een groot origineel stuk van de muur. In het documentatiecentrum zijn filmopnames te zien uit de tijd van de Muur. Ook van mensen die ontsnappen van het Oosten. Mensen die in het Oosten woonden aan de Bernauer strasse hadden uitzicht op het vrije westen. Volendam
L. en ik besluiten een kijkje te nemen bij Checkpoint Charlie, waar vroeger de overgang tussen het Amerikaanse gedeelte van West-Berlijn naar de Russische sector was. Ik verwacht het bekende wachterhuisje te zien, maar ben hevig teleurgesteld als we, na een lange wandeling langs de route waar de muur liep, aankomen bij dit historische punt.

‘Smile swcheinhund!’
Twee modellen voor Checkpoint Charlie.

Voor het checkpoint staan twee acteurs verkleed als een Amerikaanse en een Franse soldaat. Toeristen kunnen voor één euro met ze op de foto. ‘De soldaten’ leggen gebroederlijk hun arm op de schouders van de toerist. Leuk voor thuis en net zo authentiek als de mensen die klederdracht dragen in Volendam.Betonnen abstractie
Veel indrukwekkender is het holocaustmonument dat een serene schoonheid uitstraalt. Het monument is ontworpen door Peter Eisenmann en werd na jaren bakkeleien in 2005 eindelijk neergezet.

Dankmal für die ermordeten Juden Europas.

Eisenman wilde met zijn ontwerp een fysieke ervaring bij de bezoekers teweegbrengen. De eindeloze doolhof moet de bezoeker het gevoel geven de oriëntatie te verliezen. De 2711 zuilen verschillen in hoogte van straatniveau tot vier en een halve meter; ze zijn allemaal licht gekanteld. De gangen zijn te smal om naast elkaar te lopen. Iedereen moet daarom het monument alleen ervaren.Verstoppertje
Ik loop door de gangen langs de grote betonnen blokken – een labyrint van figuurlijke graven. Op een van de blokken zit een jongen gitaar te spelen. Verderop spelen mensen verstoppertje tussen de zuilen. Het is bijzonder om te zien hoe dit monument op verschillende manieren wordt gebruikt door de bewoners en bezoekers van de stad. Het monument is meer dan alleen een plek waar je stil kunt staan bij het verleden. Mensen kunnen het monument op eigen wijze een plaats geven in hun leven. Dat maakt het holocaustmonument in Berlijn vele malen nuttiger dan die stenen penis op de Dam in Amsterdam. Wordt vervolgd…Lees ook:

Tot slot: Klein Orkest met ‘Over de Muur’. Omdat het een mooi nummer is. Filmpje is gemaakt door Limbo 1342.

Categorieën
Mike's notities

Berlijn (1): Street art, nazi’s en Hasselhoff

Zes uur op je kont zitten terwijl je met hoge snelheid door het landschap reist heeft iets onnatuurlijks. Samen met L. in een overvolle treincoupé met Nederlanders, Duitsers, Fransen, Belgen en andere nationaliteiten. Op weg naar Berlijn. Voor het eerst naar de hoofdstad van Germanië.L. is goed gezelschap en het laatste James Bond-boek Devil May Care valt niet tegen. Jengelende kinderen en de hitte negeer ik zoveel mogelijk. Aan het einde van de middag speelt een van de medereizigers een dvd af op zijn laptop. Een drama over racisme met Pierce Brosnan – zo te zien aan de Duitse filmtitels is de dvd nagesynchroniseerd. Vreemde gewoonte is dat, het inspreken van films in de eigen taal. Typisch iets wat ik associeer met Duitsland.

Of je wurst lust. Let op de sms-smiley boven het stalletje :-).

Vooroordelen
Je merkt dat je de grens over bent op het moment dat de conducteur alleen nog in het Duits de stations omroept. Tot aan de Nederlands-Duitse grens gebeurt dat in meerdere talen – service van de zaak. Hierin zie ik mijn tweede vooroordeel jegens de Duitsers bevestigd. Het eerste wat je over Germanië leert op de basisschool, tenminste in mijn tijd, is de holocaust. Een eerste indruk blijft je altijd bij, het is de basis waarop alle andere indrukken geplaatst worden. De associatie tussen Duitsers en nazi’s werd dus vroeg gelegd. Tijdens de studie filmwetenschap bestond Duitse cinema uit drie perioden: het expressionisme in de jaren twintig van de vorige eeuw, Weimar-films en – daar heb je ze weer – de nazi-propaganda van Leni Riefenstahl. En niet te vergeten de derderangs nazi-schurken uit de vele Hollywood-films.

No-nazi’s dus.

Euh, Saunahaus ‘ss’?!

Natuurlijk weet ik ook wel dat dergelijke stereotyperingen de waarheid niet benaderen; toch is het is moeilijk je blik niet te laten beïnvloeden door dat soort beeldvorming. David Hasselhoff als door zichzelf uitgeroepen nationale held van de Oosterburen helpt daar ook niet tegen. Hasselhoff
David Hasselhoff, wat heeft die nu weer met Berlijn te maken, vraag je je wellicht af. The Knight Rocker stond op 31 december 1989 op de restanten van de Berlijnse muur het nummer ‘Looking for Freedom’ te zingen. Sommige Amerikanen denken nog steeds dat de acteur/zanger verantwoordelijk was voor het omvallen van de muur. Muziek
De muur in Berlijn was het symbool van de Koude Oorlog , symbool voor de verdeling tussen Oost- en West-Duitsland. Berlijn is echter meer dan dat. In de dagen voor de reis heb ik naar Lou Reeds album Berlin geluisterd. Ook Low van David Bowie – het eerste van drie albums die de muzikale duizendpoot maakte in het Berlijn van de Muur – draaide menig rondje in de player. Twee grote muzikanten voelden zich geïnspireerd door deze stad en leverden albums af die tot hun beste werk gerekend kunnen worden. Gek genoeg spookt het mindere werk, namelijk het nummer ‘Looking For Freedom’, Hasselhoffs vertaling van het Duitse nummer ‘Auf Der Strasse Nach Suden’, door mijn hoofd als we aankomen op Hauptbahnhof.

Filmgrootheid David Lynch op een muurposter die toch wat doet denken aan het duistere Germaanse verleden.

Aankomst
Misschien heeft iedereen zijn eigen Berlijn. Hoe je de stad ziet is een keuze. Laat je je beïnvloeden door gegevens uit het verleden of stap je anno nu het hotel uit, de stad in. Ik streef naar het laatste. De ontdekking van ‘mijn’ Berlijn kan beginnen. Wordt vervolgd…Lees ook: