Categorieën
Bloggen

Vijf jaar bloggen

Illustratie: Emma Ringelberg

Vandaag is het vijf jaar geleden dat ik mijn eerste blogpost schreef.

Ik schrijf al mijn hele leven. Vroeger op de oude typemachine van mijn opa. Het was iedere keer weer een feest als ik een nieuw pak wit papier opende en het eerste blaadje in de machine schoof. Een wit pak papier gold als een spannende belofte van wat komen ging.

Vanaf mijn tienerjaren hield ik een dagboek bij. Daarin schreef ik over alles wat ik meemaakte en wat me bezighield. Goed, het stond dan wel niet online, maar lifeloggers zijn dagboekschrijvers 2.0, nietwaar. Overigens ben ik met het dagboek een paar jaar voor mijn eerste blog gestopt. Hoewel ik vaak met bewondering de posts van bloggers lees die heel openhartig over hun eigen leven schrijven, vind ik het toch fijner om het bij mijn interesses te houden en mijn privé-leven enigszins af te schermen van de digitale wereld.

Begin 2006 begon ik striprecensies te schrijven voor sites als Clickburg en Comicbase.nl. Eerder was ik al begonnen met het rondmailen van columns naar een select groepje vrienden. Niet lang daarna leek het me een goed idee om mijn eigen plek op het web te claimen. Mike’s Webs was geboren.

Ik kom nog wel eens op mijn oude blog. Het voelt een beetje alsof je je oude huis bezoekt. Los van enkele zijprojecten als Eeuwigweekend.nl, waar ik een tijdje samen met Menno Kooistra de hoofdredactie van heb gedaan en enkele andere blogs, heb ik mijn publicaties zoveel mogelijk op een blog gezet. Michael Minneboo centraal.

Foto: Linda Delis

In de afgelopen vijf jaar heb ik me in het bloggen laten inspireren door verschillende bloggers. Hieronder een blogroll, in alfabetische volgorde, van de meest prominente bloggers die een rol hebben gespeeld in mijn blogleven.

Dank!:


Vind jij dat je ook in deze blogroll thuishoort omdat je een onuitwisbare indruk hebt gemaakt op mij en mijn blog? Of vind je dat je onterecht bent opgenomen in dit overzicht? Laat van je horen in het reactieformulier!

Categorieën
Mike's notities

Tijdelijke zwarte gaten

Zondagmiddag stond ik te struinen door de aanbiedingenkast van The American Book Center. Er hing een ontspannen sfeer in de winkel, mensen schuifelden nieuwsgierig langs de boekenkasten, over de speakers was de evergreen ‘American Pie‘ te horen. Tot mijn vreugde vond ik al snel een paar titels die ik niet kon laten liggen zonder een dief te zijn van mijn eigen culturele verrijking.
Een thematische bloemlezing van Robert Crumb-strips, My troubles with women geheten, twee Hellboys van Mike Mignola die prima dienden als researchmateriaal voor mijn aanstaande interview met de stripmaker en een analyse over Visual Storytelling dat altijd van pas kon komen bij het schrijven over beeldcultuur.
Met vreugde in mijn hoofd liep ik naar de kassa alwaar ik de pinpas van mijn zakelijke rekening uit mijn portemonnee trok. (Het voordeel van een stripjournalist zijn.) Terwijl ik mijn pincode intikte, bedacht ik me dat er iets mis was. Inderdaad: het was de verkeerde pincode. Wel een geldende, maar behorende tot een van de andere twee rekeningen die ik tegenwoordig in bezit had. Verdomd, wat was de pincode van deze pas ook alweer? En wat waren de pincodes van de andere rekeningen?
Ik kon er even niet opkomen. Het was alsof het laatje in mijn hoofd waarin ik de pincodes en tientallen wachtwoorden bewaar, geheel leeg was. Er dwarrelde bij het opendoen alleen wat stof uit.
Ik verontschuldigde me bij de caissière die vol begrip zei dat ze dat ook wel eens had. ‘Het kan iedereen gebeuren,’ zei ze troostend. Ik had dit anders nooit en voelde mij een impotente consument, niet in staat om betaalkrachtig op te treden. Ik vroeg haar de boeken even voor me apart te leggen terwijl ik probeerde weer de gegevens uit mijn verwarde brein op te halen.
Zittend op een krukje in de winkel spookten allerlei cijfers door mijn hoofd. Sommige kwamen me bekend voor, maar geen van de nummers leek uit de juiste combinatie te bestaan. Moest ik me gewonnen geven en de kleinoden maar laten liggen?
Terwijl ik verstard om me heen keek, bleek de gemoedelijke sfeer in de winkel niet veel veranderd: niemand stoorde zich aan de man die aan de afgrond van dementie leek te staan en op een krukje in het hoekje zijn grijze cellen overuren deed draaien.
Opeens kwam uit de schaduw van mijn geheugen een cijfercombinatie naar voren die me enigszins bekend voorkwam. Één cijfer, daar was ik nog niet zeker van. Ik besloot het erop te wagen, ondanks het gevaar dat bij drie foute pogingen de pas geblokkeerd zou worden en ik minstens een week zou moeten wachten voordat ik een nieuwe pincode kreeg.
Weer bij de kassa gekomen, zei ik de caissière dat ik het nog eens wilde proberen. Eerst werd mijn pas volledig geweigerd. Ik haalde hem er nog eens doorheen totdat het meisje zei dat hij andersom langs de magneetstrip moest.
Het apparaat vroeg om mijn pincode. Met knikkende knieën toetste ik de cijfercombinatie zo snel mogelijk in de pinautomaat. Stel je voor dat de pincode mij weer zou ontschieten. Ik staarde naar het scherm.
Het apparaat leek te wikken en te wegen, en ieder cijfer tegen het licht te houden om deze op echtheid te controleren. Tot mijn opluchting gaf het apparaat uiteindelijk groen licht.
Monter nam ik mijn boeken in ontvangst en liep ik de winkel uit. Thuis schreef ik voor de zekerheid mijn pincode maar weer eens op een papiertje en stopte deze op een veilige plek. Je weet maar nooit wanneer het volgende tijdelijke zwarte gat de kennis in mijn hoofd opslokt.
Dat risico loop je kennelijk boven de dertig.

Categorieën
Strips

Mike’s Webisodes 7: Lekker nerden in Londen

Samen met long time friend Paul vloog ik in oktober naar Londen, de prachtige hoofdstad van de UK om een paar dagen even lekker te nerden. (Ik schreef er hier al eens over onze avonturen.) In dit videoverslag de beelden van waarover eerder nog niet gerept is, het avontuur van de 311 treden en het wel of niet houden van fish&chips. Kortom: een beetje andere webisode dan je wellicht gewend bent.

Volgende week een nadere blik op Abbey Road en de Duitse huisvader die zijn gezin meerdere malen over het wereldberoemde zebrapad laat marcheren. Mis hem niet: online op maandag 7 december.

Zie hier de eerdere webisodes.

Categorieën
Mike's notities

Lekker nerden in Londen

Wat doen een stel vroeg-dertigers met een voorkeur voor films en strips in een van de bruisendste steden in Europa? Precies: een bezoek aan Forbidden Planet brengen en een Q&A van Kevin Smith bezoeken. En zich verder te buiten gaan aan een oncontroleerbare koopzucht betreffende strips, cd’s en verwante artikelen. Cultuur snuiven noemen we dat. Starbucks, echte Engelse koffie
Samen met compadre Paul, die ik al langer ken dan dat ik mijn naam weet te spellen, vloog ik maandagochtend vroeg met de makkelijke luchtvaartmaatschappij naar de hoofdstad van de UK, waar we snel energie opdeden in een van de vele Starbuckstenten die de stad telt. Starbucks betekent Amerikaans imperialisme, dus daar is weinig Engels aan, maar de reiziger die een opkikkertje kan gebruiken zal dat een worst wezen. Ons dus ook. We zouden de komende dagen nog vaker in dit walhalla van koffieconsumptie aan ons cafeïne gerief komen.Holmes, echte Engelse replica’s
Al was de toerist uithangen niet meteen ons doel van de reis, die maandagmiddag liepen we nog over de Tower Bridge, later over Leicester Square en de volgende dag deden we het Sherlock Holmes museum aan. (Over het bezoek aan Abbey Road verschijnt binnenkort een Mike’s Webisode. Zie hoe de Duitse huisvader zijn gezin over het zebrapad dirigeert voor een foto.) Het Sherlock Holmes museum in Baker Street is een replica van het oude huis en kantoor van de beroemde fictieve speurneus waar ook beelden staan van personages uit de boeken, als evenals acteurs die Watson en Holmes spelen.

Een beeld van Prof Moriaty, de aardsvijand van Sherlock Holmes.


Verboden planeet

Die week bezochten we tweemaal Forbidden Planet waar ik een alleraardigste buste van Jack Skellington van The Nightmare before Christmas aanschafte. Ook nam ik een exemplaar van gebundelde Spiderman krantenstrips en American Splendor: Our Movie Year mee. Een bescheiden hoeveelheid, vooral als je je bedenkt dat Forbidden planet een paradijs is voor een stripliefhebber als ik. Er is zoveel moois te vinden, dat het daarom moeilijk kiezen is. Dankzij het internet is het merendeel echter ook gewoon online te bestellen, dus wie weet wat ik de komende maanden nog binnenhaal. (Hoewel, de stapel nog te lezen cultuur is van zodanige omvang dat ik mezelf een koopstop heb opgelegd.) Later kwamen daar overigens nog een prachtig artbook van Tim Burton, de autobiografie van Roger Moore en The Death of Bunny Munro van Nick Cave bij. Dorian Gray, echte Engelse cultuur
In de avond bekeken wij de film District 9 van regisseur Neill Blomkamp. Een van de originelere sciencefiction flicks die ik de laatste tijd gezien heb. (Hier een kritische recensie van Floortje Smit op cinema.nl). Woensdagavond zagen wij Dorian Gray, een kersverse verfilming van het klassieke boek van Oscar Wilde. The Picture of Dorian Gray, een prachtig boek vind ik dat. Een inspirerend verhaal met een origineel idee als basis. Deze verfilming was in handen van Oliver Parker en hij maakte een onderhoudende film waarin de jonge Dorian Gray na aankomst in Londen zich al snel overgeeft aan de geneugten des levens. Ondanks zijn wilde levensstijl lijkt hij geen dag ouder te worden, wat alles te maken heeft met een schilderij dat langzaamaan steeds meer van zijn zondige ziel blootgeeft. Leuk aan de film vond ik, behalve zeer geloofwaardige acteerprestaties van hoofdpersoon Ben Barnes (Prins Caspian) en Colin Firth, de mise-en-scène. De opnames zijn soms vaak duidelijk in een studio opgenomen en tegelijkertijd hebben ze daardoor een perfecte theatrale uitstraling. Het was helemaal passend om een bezoekje te brengen aan een fictief Victoriaans Londen te brengen terwijl ik me in de hedendaagse versie van die stad bevond. Lees ook: Lekker nerden in Londen met Kevin Smith.

Categorieën
Mike's notities

Huur opgezegd

Maandag heb ik mijn huur opgezegd. Het appartement dat ruim 12 jaar onderdak bood, zal binnenkort mijn huis niet meer zijn. Een prettig idee, al koester ik ook enige nostalgische herinneringen.12 jaar (nou ja, als ik mijn sleutel inlever spreken we inmiddels al van 12½) is een hele tijd. Ik heb in mijn appartementje liefdes beleefd en verbroken, uren zitten studeren en een vuistdikke scriptie geschreven, diverse verhalen, scripts en blogjes gepend, ruzies gemaakt en weer bijgelegd, mooie filmschatten ontdekt, zomers lang op het schuurdak zitten dromen, ontelbare liters koffie gedronken, meters boeken en strips verslonden. En ik ben er natuurlijk ouder geworden.De laatste tijd voelde het pand echter niet meer als een thuis. Sterker nog, ik was er nog zelden en zat meestal bij lief in Amsterdam. Thuis deed ik de was en werkte ik aan projecten. Geregeld waren er nare opstootjes in de gangen en rondom het complex. Details zal ik de lezer besparen, maar toen een paar maanden geleden een Marokkaanse knokploeg probeerde een deur van de buren in te trappen, leek het mij geen onaardig idee om elders te gaan wonen. Ook voelde ik ook steeds minder binding met de andere bewoners in het pand. En met hun muzieksmaak die duidelijk door de muren was te horen evenmin. Ik zal het gehorige pand in het centrum niet missen.Een mens moet ook niet te lang op dezelfde plek blijven hangen. Herinneringen stapelen zich op en voordat je het weet woon je in het decor van vergaande gebeurtenissen en raakt je blik op de toekomst troebel door al die oude scènes op je netvlies. Een nieuwe start betekent een nieuwe plek. Ik was dat VOC-dorp aan het IJsselmeer ook meer dan zat. Alle paden, lanen en wegen aldaar heb ik reeds een miljoen keer bewandeld.Tijd om ergens anders voetsporen te gaan maken. Samen wandelen is ook zoveel leuker dan soloreizen.Wordt vervolgd…
Lees ook:

Categorieën
Mike's notities

Vijf dagen in flashback

Het was een opmerkenswaardige week, met vage projecties, een literaire ‘ontdekking’, goede maaltijden en dansende schijnsims.
Maandag zat ik in de bioscoopzaal van Warner Bros waar ik de film X-Men Origins: Wolverine zag. Stiekem had ik best naar dit soloavontuur van Wolverine uitgekeken, want van alle X-Men is Logan mij het dierbaarst. Ik mag die opvliegende en getormenteerde rauwdouwer wel en heb dan ook erg genoten van Hugh Jackmans vertolking in de X-Men films. Jackman ging in de afgelopen weken de wereld over om de film, die hij ook produceerde, te promoten. Zijn lotgevallen waren te volgen op twitter. Ongetwijfeld begon de Australische acteur een account op dit hippe netwerk om de film extra onder de aandacht te brengen.Vage film
Maar wat een teleurstelling trof mij in de zaal van Warner. Geen diepgaand relaas over het verleden van Wolverine, maar een haastig en oppervlakkig verhaal dat schetsmatig de geschiedenis van deze X-Man aanstipte. Daarbij was de projectie tijdens de persvoorstelling meermalen onscherp. Dat mag de mening van een recensent natuurlijk niet vertekenen, maar het leidde wel af. Opvallend ook hoe de vertaler niet de moeite had genomen om zich in het bronmateriaal te verdiepen. Zo werd steevast het woordje ‘bub’, wat Logan altijd gebruikt in de strips, vertaald met ‘Bob’. Ook jammer dat Jackman niet zijn pruikje op had. De manen die het gelaat van Logan zo kenmerken zijn vervangen voor een nonchalante coupe. Het is betreurenswaardig dat de film zo kon mislukken ondanks alle goede bedoelingen van mensen als Jackman – dat hij het goed kan vinden met het personage mag na vier films duidelijk zijn. Ik koester een stille hoop dat hij zich met een volgende en boeiende aflevering revancheert.
Dinsdagochtend stond ik op met een zwaar gemoed: er moest nog een recensie over Wolverine aan het web worden toevertrouwd. De ochtend ging dan ook op aan het woordelijk uitdrukken van mijn particuliere mening. Eenmaal aan het schrijven, kwamen de woorden als vanzelf.
In de avond kreeg ik alvast een voorschot op mijn verjaardag, toen mijn ouders in Amsterdam waren en we met z’n vieren een naburig restaurant bezochten om bij te praten, te klinken en van een niet zo’n eenvoudige doch voedzame maaltijd te genieten.De houdgreep
Woensdag deed ik een interessante ontdekking in de boekenkast van L. Daarin stond een boek half uit de rij, alsof hij me stond op te wachten. Een zwoel kijkende jonge vrouw op het omslag maakte mij nieuwsgierig. De houdgreep van Joost Zwagerman, waar de auteur in 1986 mee debuteerde, gaat over Adriënne en Ingmar die samen hun eerste liefde beleven. Fijn dat Zwagerman ons daar ooit deelgenoot van maakte en deze liefde beschreef zoals alleen hij dat kan. Mooi verwoord, inleefbaar en levendig.Wat heerlijk om na zo’n lange tijd weer eens de zinnen te verzetten met een goed literair werk; om te proeven van de Nederlandse taal waarin de geestesbeelden van een ander op vakkundige wijze worden uitgedrukt.Prinsheerlijk
In de avond maakte Amsterdam zich op voor Koninginnedag. De stad gonsde van verwachting. Donderdag begon met de geur van versgebakken appeltaart die mijn neusgaten streelde. Ik kreeg niet veel mee van de dag van Bea, en bracht mijn verjaardag deels door op het balkon, las wat strips en dommelde halverwege de dag weg in een oppervlakkige, surrealistische ervaring en werd pas weer wakker bij het nieuws dat er een aanslag op het Koningshuis was gepoogd. Een nare gebeurtenis die mooi in woorden werd gevat door Nico Dijkshoorn:
(Wat kan ik daar nog over zeggen, wat al niet uitentreuren is gedaan? Treurige gebeurtenis die door de media in overdosis is herhaald. Telkens maar weer dezelfde beelden, alsof dat het begrip voor wat we zien vergroot. Alsof dat iets verandert aan wat er gebeurd is. Volgende week weer een nieuwe ramp en gaan we weer door met de dagelijkse beslommeringen.)
Die avond at ik samen met L in een restaurant waar tot mijn genoegen oude hits van Prince werden gedraaid. Het was een verfrissende herinnering aan oud plezier; ik verbaasde mezelf dat ik nog zoveel songteksten kon herinneren en betreurde het feit dat de vlam van deze geniale muzikant al jaren op een laag pitje brandde.Vrijdagmiddag balanceerde ik onwennig op een wippende stoel op het terras van De Molengang, waar de mannelijke bediening traag en allesbehalve klantvriendelijk was en waar ik samen met de Schone Schrijfster over het schrijven van fictie converseerde tot het tijd was om nog even Lambiek in de Kerkstraat te bezoeken, te bedrinken en te bedanken voor de gastvrijheid.Funky in het Frans
Vrijdagavond was ik met L en Jeroen in De Nieuwe Anita om de Jet Set Party bij te wonen en ons te verbazen over de funky Franse deuntjes van DJ Natasha en de uit Frankrijk ingevlogen deejay/remixer Minimatic. Terwijl Jeroen zijn toekomst in Tarottaal kreeg uitgelegd, keken L en ik naar de dansende jongens en meisjes op het feest. Anachronistische bewegingen, swingende heupen die niet zouden misstaan in een tienerfilm uit de jaren zestig. Hier en daar een houterige kantoorclerk die zijn best deed te mengen met de menigte. Van boven gezien deden deze ritmisch voortbewegende lijven me nog het meeste denken aan die van geautomatiseerd bewegende Sims.
Doch, dat de dames en heren hun dagelijkse zorgen even wegswingden op eigenaardige Franse muziek leek mij een toepasselijke daad aan het einde van deze markante week en een prachtig begin van de nieuwe maand.

Categorieën
Mike's notities Video

Voorwaarts

‘No matter. Try again. Fail again. Fail better.’
-Samuel Beckett

De laatste tijd heb ik het gevoel dat ik eindelijk op weg ben. Op weg naar wat ik wil, wat ik moet. Moet? Ja, móet. Een niet te bedwingen drang in mij die ik lang heb genegeerd. Te lang eigenlijk.
Vorig jaar brandde de drang diep in me, hield me ’s nachts wakker en deed me wegdromen op de meest dooie momenten van de dag. En die waren er genoeg op de plek waar ik niet hoorde, maar toch iedere dag weer verscheen.Dus vertrokken, in alle haast en bruggen verbrandend. Voor mezelf begonnen, los van zekerheid. Al zoekende vinden: terloops ergens op stuiten, soms doelgericht en toch missen. Zo hoort het.
Ik ben begonnen met de eerste stapjes. Babysteps. Prima, ik ga vooruit. Wie zich haast haalt de eindstreep sneller of vliegt halverwege de race uit de bocht. En dan is het bekeken.
Toch, de tijd dringt. Er is haast bij. Je zou het haast denken.
Vandaag niet. Vandaag verkeer ik in de luwte. Vandaag kijk ik in de spiegel en snap ik wie ik zie. Misschien voor de eerste keer besef ik dat hij op mij begint te lijken. En dat geeft een comfortabel gevoel.

Een mooi streven.

American Pie van Don McLean. Een van de beste popsongs ooit gemaakt. Blijft een prachtige inspiratiebron.

Lees ook:

  1. Nog niet dood

 

 

Categorieën
Fotoblog Mike's notities

New York notities #3

PlaatjespraatjesOp de eerste verdieping van ons hotel, het Gershwin in Manhattan, is een klein keukentje met een cola-automaat. Door de deuropening starend lijkt het tafereel veel op een fotorealistisch schilderij. Het is er ook altijd muisstil. Nooit iemand gezien.
In de lobby bij de liften speelt constant deze voorstelling van iemand die schijnbaar via de liftkabels omhoog klimt. Gerswhin is een artyfarty hotel waar veel schilderijen en foto’s van beroemde kunstenaars hangen. Ik vond het een pittoreske hotelletje. Parkje vlakbij Tudor City. Opvallend bordje vind ik dit. Net als al die bordjes in toiletten van restaurants en cafés: ‘employees must wash hands.’ Dat je mensen daar nog op moet wijzen… brrrr.
Hij is echt, maar had net zo goed een rekwisiet van een film of televisieserie kunnen zijn. Wie door New York wandelt waant zich in een filmdecor.Typisch Hollands gebruiksvoorwerp in New York. Misschien achtergelaten door een van de Nederlandse stichters van de stad. Hoewel, te nieuw model.

Pleintje in The Village.

Categorieën
Film Fotoblog Mike's notities

New York notities #2

Sinds die scène in de film Ghostbusters (Ivan Reitman, 1984) is het altijd al een wens van me geweest om de New York Public Library te bezoeken. Niet dat ik er iets spookachtigs verwacht natuurlijk, maar de plek bewandelen waar Peter Venkman en zijn collega’s hun eerste ontmoeting met het hiernamaals beleefden lijkt me toch bijzonder. De dag dat we het gebouw bezoeken, zijn we iets te vroeg. De bibliotheek gaat pas om 11 uur open. Voor New Yorkers is 11 uur vroeg genoeg om te lezen. We hebben dus genoeg tijd om de leeuwen te fotograferen die dit instituut der kennis bewaken.Even later gaan we het gebouw binnen. De bibliotheek bevat prachtige leeszalen vol gedrukte kennis. Tussen alle lezende New Yorkers had ik moeite om niet heel hard ‘Hey, has anyone seen a ghost?’ te roepen. Gelukkig kon ik me inhouden. Ik ben immers Bill Murray niet. Bovendien werd deze zin door Pete Venkman in een heel andere scène uitgesproken.

Doodeng en doodleuk vond ik Ghostbusters de eerste keer dat ik de film zag. Ik was een jaar of zeven denk ik. Als de bibliotheekmedewerker aan het begin van de film door de zaal met boeken loopt, begint ze langzaam te vermoeden dat er iets niet pluis is. Rondzwevende boeken en later een heel kaartenregister dat de lucht in vliegt zijn daar duidelijke aanwijzingen voor. Dan schijnt er een spookachtig wit licht op de bibliothecaresse. Ze ziet een verschijning en slaakt een ijzige angstkreet! Het is een wonder dat ik na het zien van deze scène ooit nog een bibliotheek in durfde.Nu ik door de muisstille zalen van de New York Public Library loop, is een dergelijke doodsangst moeilijk voor te stellen. Maar ja, je weet nooit wat er in de kelders van het gebouw schuilgaat…
Columbia University
Enkele dagen later bezoek ik in mijn eentje een plek die ook op de achtergrond van Ghostbusters een rol speelt: de campus van de Columbia University. Hier op de trap zitten Pete en Ray zich te bezatten. Ze zijn zojuist door het universiteitsbestuur ontslagen. Venkman ziet hierin echter een gouden kans: ze moeten voor zichzelf gaan beginnen. Overigens studeerde Peter Parker hier ook in de Spider-Man-films van Sam Raimi. In Spider-Man 2 krijgt Parker hier menig tas tegen zijn hoofd als hij zijn spullen van de grond afraapt. Ook krijgt hij een berisping van Dr. Curt Connors naar zijn hoofd geslingerd wanneer hij voor de zoveelste keer te laat komt opdagen voor college. Het werk van een superheld is nu eenmaal moeilijk te coördineren met het studentenleven.
Wie op de campus van Columbia vertoeft snapt waarom dit een geliefde filmlocatie is. De classicistische gebouwen zijn imposant. Tegelijkertijd straalt het geheel een rustige sfeer uit. De campus van de New York University is een stuk minder schilderachtig dan die van Columbia – het sociale gebeuren speelt zich daar vooral af op Washington Square Park, maar voelt veel minder als een eenheid dan dit centrum der kennisuitwisseling.

Vleugje nostalgie
Een mild windje is het staartje van een regenbui eerder die middag. Ik ga op de trap voor de universiteitsbibliotheek zitten. Ik observeer de paar studenten die op de campus zijn. Het merendeel loopt van het ene naar het andere gebouw. Het is zondag dus erg rustig. Nergens zie ik een leuk tentje om wat koffie te drinken. Daar had ik wel op gehoopt, want dit zijn doorgaans de beste plekken om wat van de studentensfeer mee te krijgen.Ik rondde mijn studie af in de zomer van 2003 en ofschoon ik daarna nog een jaar heb lesgegeven op de universiteit, is het alweer vijf jaar geleden sinds ik het studieleven achter me liet. Soms mis ik het wel. Het discussiëren over theorieën, samen boeiende nieuwe films ontdekken, kennis gevoerd krijgen, kennis opdoen in dat ene verrassende boek dat door zijn vreemdsoortige cover opvalt in de boekenkast en natuurlijk heel veel gezellig toeven in het studentencafé. Ik mis het soms. Net als de zeeën van tijd die je tussen het studeren door lijkt te hebben…

Ach, wat zeur ik nou. Ik deel als freelancer nu ook mijn eigen tijd in, kennis doe ik nog steeds dagelijks op via het web en ik sla zelfs nog wel eens een boek open. Toch voel ik mij wat weemoedig wanneer ik op de campus van Columbia rondloop. Dat komt vooral omdat ik bezichtiger ben van een wereld waar ik geen deel van uit maak. Dit is niet mijn wereld, dit is niet mijn universiteit. Sterker nog: dit is niet eens mijn stad. Stranger in a strange, but familiair land…

Wordt vervolgd…Lees ook:

Categorieën
Fotoblog Mike's notities

New York notities #1

Het is alweer bijna een maand geleden dat ik samen met Linda New York bezocht. De drukte van het dagelijks leven maakt dat ik er nog niet aan toekwam om een reisverslag te posten. Daarom zo nu en dan wat aantekeningen uit mijn notitieboekje die ik optekende tijdens mijn ontdekkingstocht door The Big Apple.Naar de grote Appel
We vliegen via Philadelphia met US Airlines. Bij het instappen en later bij het opstappen verkeer ik in een euforische stemming. Alsof het kind binnenin weer is ontwaakt. Nou ja kind, eerder de nerdy tiener die blij is dat hij de stad van zijn helden gaat opzoeken: John Lennon, Spider-Man en andere popiconen die zo veelbetekenend zijn geweest voor mijn jeugd en waar ik maar geen afscheid van wil nemen. En waarom zou ik ook? Het koesteren van mijn jeugddromen maakt dat ik even vergeet dat het leven eindig is, dat alles slechts een momentopname is die snel in de tijd zal vervagen.New York we komen eraan!

Als wittebroodsweken
De eerste dag in New York vergaap ik mij letterlijk aan de architectuur van Manhattan en ben ik in de ban van de energie die door de stad zindert. Ik voel me thuis in deze betonnen jungle. Sterker nog, het liefste ga ik hier wonen en werken, bedenk ik mij al snel. Terwijl we de stad ontdekken fantaseren Linda en ik hoe het zou zijn om hier een apartementje te betrekken. Daar ik al eens een jaar in de Verenigde Staten heb doorgebracht met als doel mezelf uiteindelijk te naturaliseren, wakkert er diep in mij een oude droom aan.

Een paar dagen later denk ik daar alweer anders over. In de dagen dat ik in New York ben doorloop ik wat in wezen het klassieke patroon van een relatie genoemd kan worden. In de eerste fase is alles spannend en nieuw wat ze doet. Ik bewonder al haar vreemde en bijzondere eigenschappen. In de tweede fase worden die bijzondere dingen normaal en welbekend. Een negatieve ervaring hier en daar maakt dat ik mijn mening bijstel. (Zo gaat in Manhattan alles sneller dan bij ons. Het voordeel is dat lange rijen in de lunchroom snel worden weggewerkt, het nadeel is dat het personeel soms weinig geduld heeft met de toerist die alles nog even moet uitzoeken. Zo krijg ik op de tweede ochtend toegesnauwd dat ik een bepaald broodje niet mag bestellen omdat het op de lunchkaart staat. De jongen wijst een bord aan met alleen ontbijt broodjes, terwijl ik even later iemand anders mijn broodje zie bestellen en hij deze ook gewoon krijgt.)

Een paar dagen later teken ik de volgende overpeinzing op in mijn notitieboekje:
De eerste crush op Manhattan is wel een beetje over. Plannen om hier te gaan wonen schuif ik daarom diep weg in mijn onderbewuste. Want wat moet ik hier dan gaan doen? In dienst van Marvel stripalbums gaan promoten in een Spider-Man-pak? Dat betekent eerst een jaar zweten in de sportschool om vervolgens iedere dag geschopt te worden door irritante koters. Nee, bedankt. Een optie zou kunnen zijn dat ik voor een Nederlandse publicatie over New York ga schrijven en daarnaast als vuilnisman of receptionist in een hotel de kost bijverdien. Uiteindelijk ben ik na de vakantie blij dat ik de stad weer kan verlaten. Afgemat van de indrukken en de vele kilometers die ik in een paar dagen heb afgelegd. Om na het afscheid weer vurig naar haar te verlangen, vol met nostalgische gevoelens en een koffer vol inspiratie.

Wordt vervolgd…

Lees ook:

Categorieën
Mike's notities

Booker T. & The MG’s in de Melkweg: Funky krasse knarren

Donderdagavond 19 maart speelde Booker T. & The MG’s in de Melkweg te Amsterdam. De krasse knarren van de funk speelden het dak eraf. Booker T. & the MG’s is een instrumentale soulband, vooral populair in de zestiger en zeventiger jaren. Booker T. Jones, Steve Cropper , Lewie Steinberg en wijlen Al Jackson Jr. waren van oorsprong sessiemuzikanten voor het Stax platenlabel. Ze zijn te horen op meer dan 500 platen, waaronder albums van Otis Redding en Sam & Dave. In 1965 verliet Steinberg de band en kwam Donald ‘Duck’ Dunn erbij. Dunn en Cropper speelden later ook met The Blues Brothers samen, maar dat even terzijde. In de huidige opstelling speelt drummer Steve Potts mee. Hij is de neef van Al Jackson die in 1975 vermoord werd.
De bekendste hit van Booker T & The MG’s is het nummer ‘Melting Pot’, wat ze gisteravond natuurlijk trouw speelden. Een optreden dat met luid gejuich ontvangen werd in de zaal The Max.
Ik was een van de gefortuneerden die het uitverkochte concert kon bijwonen. Leuk aan Booker T. & The M.G.’s is dat ze een heel divers publiek aantrekken: jong en oud stonden mee te swingen op de overbekende deuntjes die de band speelde. En ze hadden er zelf zichtbaar ook zin in. Krasse knarren die nog steeds strakke funk en soul in je lijf weten te pompen. Het applaus na het concert duurde dan ook ruim tien minuten. Nederlanders willen immers altijd meer, hoe goed of slecht de show ook was.

Maar
Booker T. en zijn MG’s
kwamen
niet
meer
het
podium
op.

Het was al een prima show geweest, waarom nog een toegift geven?Online vond ik een registratie van de hit ‘Green Unions’, gespeeld tijdens dit concert:

Hoe ik Booker T. ontdekte…
Ik hou erg van de muziek van Booker T. & The MG’s. Mijn liefde voor het hammondorgel is met deze band begonnen daar Booker T. Jones himself erop speelt. Stop alle synthesizers maar in je hol, als je soul uit een stel toetsen moet duwen, dan moet je op een hammondorgel spelen. Punt.

Vroeger had mijn vader een cassettetape waar ze op stonden. Of eigenlijk, een tape waarop in mijn ogen een groovy band op stond zonder dat ik wist wie het waren. (Dankzij de film Austin Powers, was het woord ‘groovy’ toen weer in de mode – weet je nog?) Ook The Shadows stonden op dat tapeje dat ergens in de jaren zeventig opgenomen moet zijn. Omdat ik dat bandje zo goed vond heb ik het ooit van hem gekregen. Toen ik op de kunstacademie zat draaide ik het wel eens. Ik word namelijk erg vrolijk van de instrumentale liedjes van Booker T. – een paar tracks van deze band en je hebt geen prozac meer nodig. Eén nummer trok mij in het bijzonder aan. Ik kreeg dankzij het nummer allerlei verhaalideeën (ik raak wel vaker geïnspireerd door muziek) en een ervan werkte ik uit tot een korte film – een detectiveverhaal dat De Schilder heette.Ik wilde het betreffende nummer graag in de film verwerken, maar had geen idee van wie het was. Ik had echter een cd-versie van het liedje nodig, want de tape klonk niet goed genoeg meer. Een maandenlange speurtocht volgde. Mijn vader wist niet meer welk tapeje ik bedoelde. Samen met mijn toenmalige buurman zocht ik zijn uitgebreide muziekcollectie, maar dat mocht niet baten. Als er toen YouTube had bestaan, was het een koud kunstje geweest om de band te achterhalen. Uiteindelijk bleek de oplossing dichterbij dan verwacht. Nog eens goed naar het cassettedoosje kijkend, bleek dat er tussen een stel doorgekraste namen in vage letters ‘The Shadows & Booker T.’ stond geschreven. Ik besloot dit spoor te volgen en liet in de platenzaak een verzamelalbum van Booker T. voor me draaien. En verdomd, het nummer, dat ‘Melting Pot‘ bleek te zijn, stond erop. Mysterie opgelost. Daar moest ik gisteravond even aandenken toen de vier muzikanten met zichtbaar veel plezier hun set deden.

Categorieën
Fotoblog Mike's notities

Avonturen in Antwerpen (3): Geheugenplaatjes

Wat blijft erover van onze avonturen en de dagelijkse gebeurtenissen? Herinneren we ons wat er is gebeurd, wellicht ietwat gekleurd, uitvergroot en dus gedramatiseerd? Of herinneren we ons op het laatst alleen nog maar de foto’s die we van de gebeurtenissen hebben genomen?

Onder de Schelde.

New Burton.

Een musical over Edward Scissorhands. Heiligschennis! Kijk gewoon de film zou ik zeggen.

Heilige boontjes in kathedraalcafé Het Elfde Gebod.


Wat herinner ik me over een paar jaar nog van mijn weekend in Antwerpen. Het voorval in de Karoakebar? Het bezoek aan het ModeMuseum, de koude douche, het tapijt vol vlekken? Deze blogposts zullen als geheugensteun fungeren en herinneringen oproepen. (Als de site dan nog online staat tenminste…)


Zondagavond zitten we in een overvolle trein terug naar Amsterdam. We gaan in de Eerste Klas zitten, omdat we geen zin hebben om ruim twee uur te gaan staan. Moet de NS maar eens inzien dat de eerste klas archaïsch is en dat het tijd wordt dat ze genoeg stoelen voor iedere betalende reiziger regelen. Ik lees de eerste bladzijden van de graphic novel Freddie & Me. L. begint in Maus.Lees ook: