Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Heeft Spider-Man nut?

Zou de wereld beter af zijn met superhelden als Spider-Man?

Als we schrijvers als Alan Moore mogen geloven, die de klassieker Watchmen schreef, is het antwoord waarschijnlijk nee. Moore toont in deze strip dat die superhelden toch maar een stel geperverteerde en getroebleerde personages zijn en dat wie almachtig is, een grote kans heeft om als dictator door het leven te gaan. Toch, als een vijandig buitenaards ras op het punt staat om de wereld te veroveren of verorberen, heb ik maar wat graag een team als Avengers aan onze kant staan. Iets wat de gelijknamige film van Joss Whedon uit 2012 nog maar eens duidelijk maakte.

Maar hoe zit het met superhelden als Daredevil en Spider-Man, helden die zich dikwijls bezighouden met kleine criminelen die de straten onveilig maken: drugsdealers, pooiers en overvallers? Je zou denken dat het inrekenen van dit soort misdadigers, waar de gewone burger het meeste last van heeft, van groot nut zou zijn.

Toch zit het ingewikkelder dan het lijkt.

Burgerwacht
In wezen is Spider-Man wat we noemen een ‘vigilante’, iemand die op eigen autoriteit handelt en zonder mandaat de misdaad bestrijdt. Hij overtreedt dus eigenlijk de wet om anderen te beschermen.

De slachtoffers
De slachtoffers

In het verhaal ‘The System’ van Brian Patrick Walsh en Alberto Dose wordt duidelijk wat dat voor gevolgen heeft. Twee schoften overvallen ’s avonds een deli van een oud echtpaar. De zestigjarige man wordt door een van de overvallers met een honkbalknuppel in coma geslagen. De daders slaan op de vlucht. De overval wordt gemeld bij twee patrouillerende agenten die naar het plaats delict snellen. Daar aangekomen blijft een agent bij de slachtoffers om een ambulance te bellen, zijn collega rijdt in de richting waarin de overvallers wegrenden. Ze hoeft niet ver te rijden, want om de hoek vindt ze de twee boosdoeners opgesloten in een webnet van Spider-Man.

De muurkruiper heeft het werk voor de politie gedaan en de daders voor ze gevangen genomen. Procederen en opsluiten maar? Zo simpel is het niet helaas.

Rechercheurs Harrison en Donavan hebben de taak de verdachten te verhoren. Ze werden vijf huizenblokken van de plaats delict gevonden in het webnet, de honkbalknuppel waar de oude man mee geslagen is lag een straat verder. Op het wapen zitten alleen vingerafdrukken van het slachtoffer, de dader droeg handschoenen. Omdat de daders minstens vijf minuten in het webnet zaten voordat de agent ze vond, hadden ze genoeg tijd om met elkaar te overleggen en een verhaal te verzinnen.

Gebrek aan bewijs
spider-man-tangled-web-22De zaak wordt nog lastiger omdat er geen getuigen zijn die hen daadwerkelijk de overval heeft zien plegen. Goed, de vrouw van het slachtoffer was getuige, maar haar zicht is zo slecht dat ze in de line-up een van de rechercheurs heeft aangewezen. En aangezien Spider-Man niet in de buurt is om verslag te doen, is een bekentenis van een van de daders de enige manier om hen achter de tralies te krijgen.

Maar zo makkelijk laten Terry Dunn en Walter Bunkowski zich niet pakken. Dunn is een gehaaide rat die al veel narigheid op zijn kerfstok heeft staan. Volgens zijn strafblad begon hij met het stelen van auto’s op zijn veertiende, op zijn achttiende dealde hij drugs, op zijn drieëntwintigste werd hij veroordeeld voor zware mishandeling. ‘En vandaag promoveerde je naar het echte werk, poging tot moord in de uitvoering van een overval,’ zegt rechercheur Harrison. Dunn ontkent in alle toonaarden en beweert dat hij en zijn vriend aan het wandelen waren toen er twee kerels hun richting uitliepen, achtervolgd door Spider-Man. Dunn beweert dat het Webhoofd de verkeerde mannen heeft vastgewebt. ‘Spider-Man viel ons aan. Jullie zouden achter hem aan moeten gaan.’

De andere verdachte is een stuk zenuwachtiger dan zijn collega. En hoewel Bunkowski wat fouten maakt in zijn versie van het verhaal, hij beweert dat de echte daders van achteren kwamen aangerent terwijl Dunn zegt dat ze van voren aankwamen, ziet het er slecht uit voor het recht. Ieder moment kan Bunkowski’s advocaat ook binnenkomen en dan is het gedaan met een mogelijke bekentenis.

De Spider-Man-verdediging
Terwijl de rechercheurs Bunkowksi overhoren, overleggen hun superieuren over de zaak. ‘Ik hoop dat Spider-Man de krant leest’, moppert de Chef (police captain). Zijn collega die een dikke snor onder zijn neus draagt, valt hem bij. (Ik vermoed dat dit de commissaris is, al wordt dit nergens duidelijk gemaakt.) ‘Ik vrees dat de advocaten Spider-Man eindelijk hebben ingehaald. De “Spider-Man verdediging” is tegenwoordig populairder dan claimen dat de dader tijdelijk ontoerekeningsvatbaar was.’

spider-man-tangled-web-verhoor

De chef vertelt dat de laatste drie kruimeldieven die Spider-Man afleverde allemaal vrijuit gingen. De gepensioneerde politieagent Ed Lawrence, werd tijdens zijn werk als bankbewaker doodgeschoten. Spidey kreeg de daders te pakken, maar juist door zijn toedoen gingen de daders dus vrijuit. ‘Die freak realiseert zich niet dat wij zijn troep moeten opruimen,’ bromt de Chef.

With great power…
Walsh kaart met ‘The System’ dus een interessant gegeven aan. Peter Parker mag dan door de dood van zijn oom vinden dat hij zijn speciale kracht moet inzetten om de mensheid een handje te helpen, wat deze agenten betreft helpt hij hen van de regen in de drup en doet hij meer kwaad dan goed.

Even lijkt het erop dat de rechercheurs hun zin krijgen. Ze weten tijdens het verhoor Bunkowski zo te bespelen dat hij op het punt staat te bekennen, maar dan komt zijn advocaat binnen en die heeft zijn verhaal al klaar. Snorremans brengt in dat de verdachte bij de plaatsdelict was met het gestolen geld in zijn bezit. De advocaat werpt tegen dat hij vijf huizenblokken verder gevonden werd en erin is geluisd door de echte daders en dat zijn cliënt is aangevallen door Spider-Man. Snorremans roept dat de verdachte niet eens Spider-Man gezien heeft en dat hij beweert per ongeluk in het web terecht zijn gekomen. Dit is een belangrijk detail, want als het bestaan van Spider-Man niet bewezen kan worden, snijdt de Spider-Man verdediging geen hout.

‘Nu doe je alsof Spider-Man niet bestaat. Dat geloof je toch zelf niet? Je hebt geen vingerafdrukken, geen getuigen. Ik ken wc-papier dat sterker is dan jullie zaak,’ beweert de advocaat. Omdat de agenten de verdachten officieel niets ten laste kunnen leggen, gaan ze vrijuit. Dankzij Spider-Man.

Of toch niet? Als de twee rechercheurs met hangende hoofden het pand verlaten om te gaan ontbijten en het voornemen de volgende dag toch nog maar eens met de kippige getuige te gaan praten, krijgt de politiechef de post van gisteren en de printverse Daily Bugle onder ogen. Op de voorpagina van de krant staat een grote foto waarin Spider-Man de twee verdachten inrekent. Niet alleen dat: we zien dat Bunkowski de honkbalknuppel waar de oude man meegeslagen is vasthoudt om naar Spidey uit te halen. Al het bewijs dat de politie nodig heeft wordt in een mooie foto van Peter Parker aangeleverd.

spider-man-tangled-web-22-b

Liever The Punisher?
Nu heb ik zeer beperkte kennis van het strafrecht, maar dat schrijver Walsh iets als de ‘Spider-Man defense’ bedenkt waarmee advocaten ervoor zorgen dat hun criminele cliënten vrijuit gaan, lijkt mij een prachtige vondst. Ik kan me voorstellen dat iets dergelijks ook in onze wereld toegepast zou worden als Spider-Man echt zou bestaan. Ik hoop dat de foto van Parker in dat geval ook genoeg bewijs zou zijn om de daders uiteindelijk te kunnen veroordelen.

Anders zou je denken dat we in de echte wereld meer hebben aan iemand als The Punisher om de gewone burgers tegen misdadige klootzakken te beschermen, want die schiet ze immers gewoon overhoop. The Punisher doet niet aan papierwerk of juridisch touwtrekken.

‘The System’ uit Spider-Man’s Tangled Web Vol.1 #22 (maart 2003)
Tekst: Brian Patrick Walsh, tekeningen: Alberto Dose.

Categorieën
Minneboo leest Strips

Minneboo leest: Marvels Original Sin

Sinds gisteren lees ik Original Sin van Marvel Comics. De stripblockbuster van deze zomer is verbazingwekkend goed leesvoer.

Aan het begin van de limited serie Original Sin wordt the Watcher in zijn verblijf op de maan vermoord. The Watcher, ook wel bekend als Uatu, was een buitenaards wezen dat sinds het begin der tijden alle belangrijke gebeurtenissen op aarde en alle alternatieve versies daarvan in parallelle universa in de gaten hield. Na de moord heeft de moordenaar de ogen van Uatu meegenomen. In deze ogen zit alles wat hij zag opgeslagen. Ook nare geheimen.

Uiteraard gaan de superhelden van het Marvel Universum op onderzoek om de dader of daders te achterhalen. Tijdens een gevecht met de helden laat het wezen Orb (die zelf een groot oog als hoofd heeft) de geheimen vrij die in een van de ogen bewaard worden. Zo ontdekt Spider-Man dat er nog iemand anders is gebeten door het radioactieve spinnetje dat hem zijn krachten gaf. Thor ontdekt dat hij nog een zus heeft, en zo maar door.
Meer wil ik niet over de plot zeggen, want de grootste lol in Original Sin zit hem in de ontrafeling van het mysterie. Een whodunit in een superheldenjasje met een speciale rol voor Nick Fury.

Original-Sin-watcher-dead

Blockbusters
Het verhaal is de grote event comic van Marvel dit jaar. Sinds 1982 met de korte serie Contest of Champions geeft Marvel comics bijna ieder jaar een verhaal uit dat als mega-event fungeert. In de andere titels zijn er allerlei spin-off verhalen te lezen die met dit grote verhaal te maken hebben. De eventcomics zijn vergelijkbaar met een blockbuster: veel spektakel & amusement en vaak weinig karakterontwikkeling.

Secret Wars
Lang niet alle eerdere events konden mij bekoren. Ik vond des tijds Secret Wars (1984) erg leuk. Met dit verhaal is Marvel pas echt goed begonnen met grote eventcomics. (Lees hier het ontstaan ervan opgetekend door bedenker Jim Shooter.) Een hoogtepunt in het genre was Civil War uit 2006, maar Secret Invasion twee jaar later vond ik veel minder boeiend.

Wat mij betreft mogen ze wel wat minder events produceren. Ieder jaar is erg veel. Vaak worden lopende verhaallijnen opgeschort om het even in lopende series op te nemen. Maar goed, eventcomics leveren een dikke piek in de verkoopcijfers op en zolang dat het geval zal zijn, gaat Marvel ermee door.

Original Sin is gezegend met een fantastische tekenaar, namelijk Mike Deodato. Zijn stijl is bijna fotorealistisch en zeer gedetailleerd. Schrijver Jason Aaron levert een aardige rollercoaster af met spannende plotwendingen. Inmiddels zijn zes van de acht delen verschenen. In afwachting van deel zeven ben ik ook maar begonnen met het lezen van sommige bijverhalen, zoals die van Daredevil. Marvel zorgt er overigens wel voor dat je de andere series niet per se hoeft aan te schaffen. Je kunt ook gewoon het hoofdverhaal volgen.

Nick Fury heeft een coole auto en speelt een belangrijke rol in Original Sin.
Nick Fury heeft een coole auto en speelt een belangrijke rol in Original Sin.

Veranderingen maar tijdelijk
The Watcher heb ik altijd een erg boeiend personage gevonden. Een mythisch wezen dat de geschiedenis van de mensheid nauwgezet observeert en noteert. Ik vermoed dat zijn dood slechts tijdelijk is. Vaak schudden deze events de boel flink op in het Marvel Universum maar later worden dingen weer teruggebracht naar de huidige status-quo. In Civil War ontmaskerde Spider-Man zichzelf in het openbaar. Dat leverde een flinke klopjacht op Peter Parker en zijn naasten op. Later werd deze gebeurtenis weer ongedaan gemaakt in Brand New Day: dankzij de deal met Mephisto, waarmee Peter het leven van Tante May redde, zijn mensen vergeten wie onder het masker van Spider-Man zit. Daarom vermoed ik dat ook the Watcher weer zal terugkeren in het Marvel Universum. Maar lezen hoe dat gebeurt, is part of the fun.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Spider-Mans nachtmerrie

Een verhaaltechniek die geregeld in de Spider-Man-strips wordt gebruikt, is de droomsequentie. Een mooie manier om de lezer te laten zien wat er in het hoofd van een personage speelt.

Vorige week schreef ik al iets over het huwelijk tussen Peter Parker en Mary Jane Watson, Maar daar valt nog veel meer over te vertellen, zoals over de twijfel waar Peter mee worstelt voordat hij met Mary Jane gaat trouwen.

In Amazing Spider-Man annual #21 (1987) lezen we dat voordat het verliefde paar het ja-woord uitroept, er heel wat twijfel speelt bij Peter en Mary Jane. Een van de rijke vrienden van MJ, Bruce, probeert haar zelf te schakelen en over te halen niet met Peter te trouwen. Peter moet erg veel aan Gwen denken en hoe zij om het leven kwam doordat hij Spider-Man is. Kan hij Mary Jane wel genoeg beschermen? Moet hij haar wel aan een dergelijk gevaarlijk leven blootstellen?

ASMan_Ann_021_gwenDie angst haar te verliezen leidt tot een nachtmerrie op de avond voor de ceremonie. In de kerk waar ze trouwen zijn het niet Peters vrienden die getuige zijn, maar de collega superhelden en de schurken waar Spidey vaak mee te maken krijgt. Doctor Octopus speelt, als een soort maniakale versie van Elton John, op het kerkorgel. Ook Oom Ben én Gwen Stacy komen langs. Want tja, dat kan nu eenmaal in dromen.

De ceremonie loopt spaak op het moment dat de dominee vraagt of er nog iemand bezwaar heeft tegen dit huwelijk. Prompt komen de schurken in actie en schakelen de superhelden uit. Dan richten ze zich op Mary Jane. Spider-Man doet zijn best, maar zijn geliefde beschermen tegen al zijn tegenstanders is te veel gevraagd. Zelfs in een droom.

Spider-man_nachtmerrie1 Spider-man_nachtmerrie2 Spider-man_nachtmerrie3Amazing Spider-Man annual #21. Plot: Jim Shooter. Tekst: David Michelinie. Tekeningen: Paul Ryan. Inkt: Vince Colletta.

Categorieën
Minneboo leest Strips

Minneboo leest: Woedende burgers in Daredevil

Daredevil241_McFarlane
Uit DD#241. Illustratie: Todd McFarlane.

Na mijn interview met John Romita Jr. vorig jaar wilde ik al beginnen aan de Daredevil-verhalen die Ann Nocenti schreef. Ze hebben samen namelijk heel wat comics gemaakt, al heeft Nocenti ook met andere tekenaars samengewerkt. Dinsdag ben ik eindelijk begonnen met het lezen van haar Daredevil-reeks en ik moet zeggen: tot nu toe stelt ze niet teleur.

Nocenti stopt haar politieke visies niet onder stoelen of banken en maakt ze een integraal onderdeel van de verhalen die ze vertelt. Ze becommentarieert de rol van vrouwen in de maatschappij en is zeer kritisch naar de Amerikaanse regering toe. Ook onderzoekt ze ’the American Dream’.

In het verhaal ‘Caviar Killer’ (DD #242) vraagt een werknemer aan de volgevreten baas of er voor hem en zijn collega’s misschien loonsverhoging in zit. Let bij deze scène goed op de dialogen en hoe Nocenti de ongelijkheid in de Amerikaanse samenleving aankaart:
Daredevil242_01
Daredevil242_02Daredevil242_03Na deze moord belt Joe met de politie om zichzelf aan te geven, maar die hebben even geen tijd voor hem, dus belt hij met de krant om zijn verhaal te vertellen. De journalist komt naar Joe toe en praat hem aan dat hij een soort moderne Robin Hood is. Joe besluit om meer rijke stinkerds te vermoorden en krijgt dankzij de aandacht die de krant aan hem geeft, een grote schare fans. Toen ik deze strip las, moest ik meteen aan de Occupybeweging denken en hoeveel woede de gewone burger tegenwoordig voelt ten opzichte van de aandeelhouders, bankdirecteuren en andere uitvreters die in welstand leven terwijl er genoeg mensen het met een inkomen moeten doen dat onder de armoedegrens ligt. Burgers die zich uit de naad werken en toch nauwelijks rond kunnen komen. Mensen zijn boos over de ongelijkheid en deze strip uit 1987 gaat daar al over. De ongelijkheid in de samenleving is immers van alle tijden.

Wanneer Joe samen met een groep van zijn aanhangers voor televisie geïnterviewd wordt, probeert Daredevll de boel te stoppen. Dat wordt een gevecht tussen de held en de gewone burger terwijl hij deze mensen eigenlijk geen kwaad wil doen.

Daredevil242_17Hij begrijpt hun woede heel goed, ook al is het uitmoorden van rijken mensen geen oplossing. Uiteindelijk weet Daredevil tot Joe door te dringen zodat de moordenaar zich laat arresteren.

Dit verhaal lijkt extreem in zijn uitwerking, maar eerlijk gezegd zou het me weinig verbazen als we binnenkort vernemen dat een normale burger een bankdirecteur of politicus heeft aangevallen. De gewone burger is sinds de economische crisis net zo woendend als de personages in deze strip en die woede zal uiteindelijk tot nare acties leiden als er niet snel iets veranderd aan de sociale situatie.

In een interview werd Ann gevraagd naar de politieke statements in haar stripverhalen:

Kuljit Mithra: Issue 236, your first issue on Daredevil, was with artist Barry Windsor-Smith. Here we were introduced to Jack Hazzard, a victim of the ‘American Dream’. How was your collaboration with Mr. Windsor-Smith? Also, the theme of the ‘American Dream’ runs through many of your issues of Daredevil, and I was wondering what the ‘Dream’ means to you?

Ann Nocenti: Barry Windsor-Smith is an awesome talent. He added dignity, pathos, and tenderness to my story. He’s one of the best I’ve ever worked with. As for the phrase “american dream,” I meant it ironically, and it has to do with my love/hate relationship with living in this liberating/oppressive, humanitarian/imperialistic, sweet/rotten apple pie country.

Bill Koenig: To what degree should comics be used as a vehicle to express a point of view? Your stories included animal rights (personally I think in a heavy handed way) and other issues.

Ann Nocenti: Comics are great because they’re all things. Sometimes just plain fun, sometimes they have deadly intent. Anything goes. Yes, I’ve been known to rant like a boozyheaded drunk in a bar about something I believe in too passionately. And as the drunk says in the morning, I did that? I said that? I’m really sorry… And then the drunk lies: I’ll never do it again. But on the other hand, I got a score of “I’ll never eat meat again” letters after those animal rights stories. I did a story about alcoholism once and got a “My family sat down and read your comic together and my dad has promised to stop drinking” letter. Those letters made me feel delusionally good for a few seconds. But… on the other hand, life is tuff and where can you escape from this all this shit if you can’t escape in a comic? So I agree and disagree with my own ranting comics. I probably should have written more that were just wild roller coaster rides.

Nocenti heeft ook een paar Spider-Man-verhalen geschreven. Misschien kun je mijn artikel over het opmerkelijke avontuur in de gekkenzaal nog herinneren.

Nocenti is overigens niet de enige die zijn of haar kritiek in stripvorm tot uiting brengt. Schrijver John Harkness schreef Daredevil #237 (December 1986) en introduceert in deze scène een interessant concept, namelijk superhelden die ingezet worden in een overheidscampagne tegen drugs. Let vooral op DD’s reactie, een reactie die ook nu nog zeer relevant is aangezien de overheid haar burgers nauwgezet in de gaten houdt, onze privacy schendt en uit angst voor terrorisme al snel iedereen als verdachte ziet:

Daredevil_237Daredevil237_2Een paar nummers later, in Daredevil #239, wel weer geschreven door Nocenti, blijkt die campagne volledig mislukt te zijn. Mensen geloven niet meer in superhelden. Sommigen vinden zelfs dat zij juist gekostumeerde superschurken aantrekken.  Met andere woorden: de aanwezigheid van superhelden maakt de situatie alleen maar erger, niet beter.

Daredevil239_blackwidowDat zijn interessante thema’s die in de loop van de comicgeschiedenis wel vaker de kop op steken, maar in de jaren tachtig helemaal. Vergeet niet dat rond die tijd ook Watchmen en The Dark Knight Returns verschenen. Beide strips waarin het fenomeen superheld kritisch onder de loep wordt genomen. In Batman-strips kwam geregeld terug dat door de aanwezigheid van Batman veel gekostumeerde gekken naar Gotham City trekken.

Ook interessant: Nocenti nam het schrijversstokje over vlak nadat Frank Miller Daredevil weer op de kaart had gezet. Een paar maanden voordat ze met Daredevil begon liep de inmiddels klassiek verklaarde Born Again-saga.

Ann Nocenti: Miller’s work on Daredevil was delicious and captivating and so yes, it was daunting to take over after him. I just assumed everyone would hate everything I did and they’d throw my ass right off the book, so that mindset actually liberated me to do whatever I wanted and have fun for the short party I thought it would be. I wrote with a “last meal on death row” mentality. Beyond that, DD’s character is so interesting, he himself suggested the paths I would take. And beyond that, I imagine my brain is very different from Miller’s, so the stories just naturally veered off on a different path than his.

Ik ben erg benieuwd naar de rest van de stapel van Nocenti’s Daredevil. Vooralsnog stelt ze niet teleur. Integendeel.

Nocenti schreef: Daredevil #236, 238–245, 247–257, 259-291, 500 (1986–1991, 2009).

Categorieën
Stripplaatjes onder de loep Strips

Stripplaatje onder de loep: Een held zonder angst

Voor wie weet dat Matt Murdock in werkelijkheid de misdaadbestrijder Daredevil is, is dit stripplaatje een vreemde gewaarwording: zien we immers niet hoe Murdock zijn alter ego er flink van langst geeft? Dat doet hij, maar de man in het rode kostuum is niet Daredevil maar een gevaarlijke psychopaat verkleed als de superheld.

daredevil_born_againHet plaatje is afkomstig uit het verhaal Born Again, geschreven door Frank Miller en getekend door David Mazzucchelli, dat in 1986 werd gepubliceerd in Daredevil #227 tot en met 233. Het is een van de klassieke Daredevil-verhalen.

Wraakzuchtige duivel
Daredevil is een creatie uit 1964 van Stan Lee en tekenaar Bill Everett. Overdag is hij de blinde advocaat Matt Murdock, ’s nachts de misdaadbestrijder Daredevil die misdadigers aanpakt die in de rechtbank aan hun straf weten te ontsnappen. Een advocaat die als een verklede duivel wraak neemt op de misdaad is al een prachtig tegenstrijdig beeld, het plaatje wordt nog mooier als je beseft dat Murdock van huis uit katholiek is.

Toen Matt Murdock als tiener zag hoe een blinde man bij het oversteken aangereden zou worden door een grote vrachtwagen, duwde hij zonder aarzelen de man uit de weg en redde zijn leven. De vrachtwagen vervoer echter radioactief materiaal dat van de wagen afviel en Murdock voorgoed verblindde. Hulpeloos is hij niet, want door de radioactiviteit is de werking van zijn overige zintuigen versterkt. Matts oren zijn nu zo gevoelig dat hij aan iemands hartslag kan horen of hij liegt, ook heeft hij een soort radarzintuig waarmee hij het geluid in zijn omgeving gebruikt om deze in kaart te brengen. Daarnaast is hij, net als Batman, atletisch gebouwd en goed getraind in verschillende vechttechnieken. Frank Miller vatte zijn verwondering voor het personage ooit in een interview samen: ‘Hoeveel superhelden staan bekend om wat ze niet kunnen? Superman kan vliegen en hele gebouwen optillen. Batman is belachelijk intelligent en heeft alle technologie in de wereld. Maar Daredevil is blind! Hij ziet niks. Dát is zijn onderscheidende eigenschap. Ik was verliefd! Deze gast was perfect. Hij kon de perfecte hardboiled superheld zijn.’ En in handen van Miller werd hij dat ook.

Misdaadverhalen
daredevil_bornagain_coverSuperheldencomics waren in de jaren tachtig grimmiger dan ooit en de verhalen van Miller zijn daar een mooi voorbeeld van. Hij mengde zijn liefde voor film noir en misdaadverhalen zoals die van Raymond Chandler met de wereld van Daredevil. Toen hij de comic schreef en tekende werd Daredevil erg populair. Met het verhaal Born Again maakte Miller een prachtige karakterstudie van Murdock. Wat blijft er van de held over als je hem alles afpakt? Zodra Kingpin, de grote misdaadbaas in New York, achter de geheime identiteit van Daredevil komt, neemt hij de advocaat alles af: zijn huis, zijn werk, zijn reputatie en zijn vrienden. Toch blijft de vechter in Murdock bestaan, de held in hem krabbelt overeind en vecht terug. Wat heeft hij immers nog te verliezen? Zoals Kingpin in de strip verzucht: ‘Ik heb hem laten zien dat een man zonder hoop, een man zonder angst is.’

In de scène waar bovenstaand plaatje van afkomstig is, laat Kingpin een psychopaat in het Daredevil-pak een levensgevaarlijke parodie van de held neerzetten. De psychopaat heeft de opdracht Murdocks vriend en ex-vriendin om het leven te brengen, waardoor de superheld verdacht zal worden van moord. Wat dit plaatje laat zien is dat Murdock een held is, dat hij Daredevil is ook als hij zijn kostuum niet draagt. Matt weigert zijn laatste stukje waardigheid, de rechtvaardigheid waar Daredevil symbool voor staat, te laten bezoedelen door Kingpin. En daarmee redt hij ook het leven van zijn ex-vriendin (de blonde vrouw in de insert), die verslaafd aan de drugs, zijn geheime identiteit verkocht voor een shot, waardoor alle problemen begonnen. Ook een Duivel is soms in staat te vergeven.

Frank Miller & David David Mazzucchelli. Daredevil #227-233 (Ook als bundel uitgegeven onder de titel Born Again.)
Uitgeverij: Marvel Comics

Dit artikel is eerder gepubliceerd in Eppo #2 (2014).

 

Categorieën
Strips

Interview John Romita Jr.: Van Spider-Man tot Kick-Ass

In Kick-Ass 2, sinds afgelopen zomer in de bioscopen en vanaf 11 december uit op DVD en Blu-ray, maken we opnieuw kennis met de reallife superheld die zijn naam aan de film gaf. De film is gebaseerd op de gelijknamige strips getekend door John Romita Jr. Al sinds 1976 tekent hij voor Marvel Comics, de uitgeverij waar ook zijn vader, John Romita Sr.carrière maakte. ‘Na 37 jaar heb ik nog steeds een brandend verlangen om de beste tekenaar in de comicsindustrie te zijn.’ 

John Romita Jr. geportretteerd door zijn vader.
John Romita Jr. geportretteerd door zijn vader.

‘Het mooiste aan mijn vak vind ik dat ik thuis kan werken. Zo was ik in staat om mijn zoon op te zien groeien en meer tijd te spenderen met mijn vrouw,’ zegt de Amerikaanse stripmaker John Romita Jr. lachend vanuit zijn huis in Long Island. ‘Maar zonder gekheid, het mooie aan strips maken vind ik zowel de verhalen die we vertellen als het tekenen zelf. Het is bijzonder om jezelf zo in je werk te kunnen verliezen en tegelijkertijd controle over het proces te houden. Strip is een groots medium dat al zover is ontwikkeld dat iedereen in de industrie eigenlijk trots moet zijn op waar we zijn op dit moment.’

John Romita Jr. (New York, 1956) is een van de beste tekenaars werkzaam binnen de Amerikaanse strip. Hij tekent gemiddeld twee comics per maand. Zijn werk is een schoolvoorbeeld van hoe je de grammatica van het medium moet gebruiken om duidelijk een verhaal te vertellen. Hij is een visuele verteller: de camera staat altijd op de juiste plek en hij laat zijn personages overtuigend acteren. Romita: ‘Kijk, er zijn tekenaars die een betere of mooiere stijl hebben dan ik, daarom blijf ik hard werken. Na 37 jaar heb ik nog steeds een brandend verlangen om de beste tekenaar in de comicsindustrie te zijn.’

Zijn gehele professionele leven werkt Romita voor Marvel Comics. Hij heeft zo’n beetje alle belangrijke helden van de uitgever getekend, zoals Captain America, Iron Man, Daredevil, Thor, the X-Men, the Punisher en the Avengers. Gedurende zijn carrière heeft hij ook veel Spider-Man-verhalen gemaakt. Daarmee trad hij in de voetsporen van zijn vader, John Romita Sr., die na Steve Ditko in de jaren zestig zijn eigen stempel op het Webhoofd drukte. Sr.’s elegante en toegankelijke tekenstijl zorgde ervoor dat het personage nog populairder werd.

De eerste comics die ik als achtjarige onder ogen kreeg, waren Romita Jr.’s Spider-Man-verhalen. Dankzij de intrigerende plots van Roger Stern en Romita’s fantastische tekenwerk, begon mijn fascinatie met de stripheld die tot vandaag de dag voortduurt. Nu ik hem jaren later voor het eerst over zijn werk en carrière spreek, kan de fanboy in mij een gelukzalige grijns niet onderdrukken. Men spreekt immers niet iedere dag met zijn held. Dat tijdens het gesprek een storm rond het huis van John de telefoonverbinding geregeld verbreekt, mag de pret niet drukken.

Een Spider-Man illustratie uit de vroege dagen van Romita's carrière uit AMS #227.
Een Spider-Man illustratie uit de vroege dagen van Romita’s carrière uit ASM #227.

Kick-Ass
Aanleiding voor ons gesprek is de film Kick-Ass 2 van regisseur Jeff Wadlow, die nu in de bioscoop draait. Zoals zo veel superheldenfilms begonnen de avonturen van Kick-Ass op de strippagina van een Amerikaanse comic. Samen met de Schotse stripschrijver Mark Millar creëerde Romita Jr. de populaire en ultra gewelddadige strip waarin middelbare scholier Dave Lizewski zich serieus afvraagt waarom niemand in het echte leven ooit een superheld is geworden en besluit het eens uit te proberen. Zonder noemenswaardige training gaat hij in een groen pak, skimasker en wapenstokken de misdaad te lijf. Ondanks dat hij harde klappen oploopt, is zijn optreden als Kick-Ass al snel zo populair dat er meer reallife superheroes opduiken, waaronder Big Daddy en zijn dochter Hit-Girl. In tegenstelling tot de andere ‘superhelden’, die vooral in hun outfit paraderen en dekens aan daklozen uitdelen, weet dit duo echt van wanten. Vooral de jonge tiener Hit-Girl hakt zonder met haar ogen te knipperen gangsters in stukken. Samen met Kick-Ass berokkenen ze de maffia veel schade.

De tweede film is gebaseerd op de strips Hit-Girl en Kick-Ass 2. Na de dood van Big Daddy in deel 1, heeft Hit-Girl haar voogd moeten beloven nooit meer voor held te spelen en probeert als normaal meisje door te gaan op de middelbare school. Ondertussen sluit Kick-Ass zich aan bij het eerste superheldenteam Justice Forever. Het zoontje van de maffiabaas wil wraak op Hit-Girl en Kick-Ass omdat ze verantwoordelijk zijn voor de dood van zijn vader. Hij heeft de ambitie de grootste superschurk aller tijden te worden, noemt zichzelf The Motherfucker en huurt enkele nare huurmoordenaars in, waaronder Mother Russia: een ex-KGB agente die qua moordlust niet onder doet voor The Terminator.

Justice Forever.
Justice Forever.

Vrijheid
Kick-Ass is een zogenoemd creator-owned project van Millar en Romita Jr., dat wil zeggen dat zij de rechten van de personages behouden. Romita: ‘Je hebt als maker de volledige vrijheid bij dit soort projecten. Het zijn onze creaties, daarom voel ik me meer verankerd in het verhaal en geniet ik meer van deze personages dan wanneer ik stripfiguren van anderen krijg aangereikt. Gedurende mijn carrière heb ik Spider-Man heel wat jaren getekend en toch voel ik me meer verbonden met het Kick-Ass-personage dan met Spidey. Overigens moet je bij de vrijheid die je als maker hebt wel oppassen dat je niet te ver gaat. Ik heb creator-owned projecten gezien die onnodig pornografisch of gewelddadig zijn.’

The Motherfucker.
The Motherfucker.

Nu zijn de Kick-Ass-verhalen ook niet bepaald zachtzinnig. In de strip Kick-Ass 2 gaat The Motherfucker flink tekeer: in een scène schiet hij zonder reden een stel kinderen en buurtbewoners dood. Even later verkrachtten hij en zijn handlangers een vriendin van Kick-Ass. Wat wilden de stripmakers hier eigenlijk mee uitdragen?
‘De verkrachtingsscène hebben we redelijk tactvol in beeld gebracht, vind ik. We suggereren de daad, maar je ziet haar niet, want we snijden er vlak voor weg. Wat het doodschieten van de kinderen betreft: we wilden daarmee de extreme psychotische aard van de schurk tonen. Ik ben het niet per se eens met dit kleine vignet, maar ik heb het wel uitgevoerd voor Mark. In al het werk dat ik ooit samen met Mark heb gedaan, was dat de enige scène waar ik niet heel blij mee was. Als vader had ik er moeite mee om dit te laten zien. Het geweld is explicieter dan ik zou willen.’

In de filmversie zit de scène met de kinderen overigens niet. Wel het begin van de verkrachtingsscène, maar die loopt met een sisser af omdat The Motherfucker zich er niet hard voor kan maken. Sowieso is het geweld in de filmversies meer afgezwakt dan in de strip. Desondanks distantieerde acteur Jim Carrey, die de leider van Justice Forever gestalte geeft, zich van zijn rol omdat hij de film te gewelddadig vond en hij dit niet kon verkroppen na de bloederige shooting die december vorig jaar op de Sandy Hook basisschool in Connecticut plaatsvond. Romita, die net als Millar als adviseur aan de films verbonden is, geeft aan Carreys visie te respecteren maar voegt toe: ‘Interessant genoeg speelt hij een personage dat juist zijn antigeweldstandpunt uitdraagt, want Colonel Stars and Stripes is een hervormde huurmoordenaar die niet meer in wapens gelooft. Nu Carrey afstand doet van de rol, mist hij de kans daar gebruik van te maken.’

Hit-Girl in actie.
Hit-Girl in actie.

Op dit moment zijn de heren druk met de stripreeks Kick-Ass 3. Samen met Millar maakte Romita Jr. al eerder het Wolverine-verhaal Enemy of the State, waarin de gebrainwashte superheld het tegen al zijn collega’s opneemt. Kennelijk beviel de samenwerking goed, want toen Millar een nieuw idee had benaderde hij Romita om er samen aan te werken.
‘Mark kwam met het oorspronkelijke idee voor Kick-Ass, al ging het verhaal toen meer over de vader en het dochtertje, Big Daddy en Hit-Girl. Toen we er aan werkten verschoof de focus naar het personage Kick-Ass. Ik heb karakterontwerpen, modelsheets en schetsen gemaakt en daar zijn we mee aan de slag gegaan.’

Millar schrijft volgens Romita een mengvorm van plot en volledige scriptbeschrijvingen: ‘Mark is zo’n goede schrijver dat hij me alleen het strikt noodzakelijke geeft en daar ga ik dan mee aan de slag. Co-schrijver is misschien te veel gezegd, maar ik vind mezelf wel een co-storyteller. Met mij is het anders dan bij de meeste tekenaars, want storytelling is voor mij het allerbelangrijkste element van het strip maken. Op dat vlak voeg ik meer aan het verhaal toe dan de gemiddelde tekenaar. Mark is heel genereus met zijn complimenten en zegt dat ik 80% van het werk verricht, maar daar ben ik het niet helemaal mee eens. Volgens mij is het een 50-50 deal.’

Romita werkt normaliter in wat de Marvel-methode wordt genoemd: de auteur schrijft het verhaal op als een synopsis of plotbeschrijving en niet als een volledig uitgeschreven script. Wanneer de strip is getekend worden de teksten toegevoegd. Zodoende heeft Romita als verhalenverteller een dikke vinger in de pap. Vaak plaatst hij buiten de stripkaders ook suggesties voor dialogen.

Thor in potlood.
Thor in potlood.

Verhalenverteller
Wanneer John een plot of script krijgt, maakt hij aantekeningen van wat hij wil gaan tekenen. Die fase heet thumbnailing, maar in plaats van kleine schetsen te maken schrijft John korte aantekeningen van wat hij wil gaan tekenen. ‘Op deze manier weet ik hoeveel pagina’s ik kwijt ben en dat het allemaal zal passen binnen de hoeveelheid die we hebben. Zo kan ik het vertelritme, de vorm en de grootte van de plaatjes bepalen en weet ik waar ik bijvoorbeeld een dubbele pagina kan plaatsen. Daarna ga ik meteen met het tekenwerk aan de slag. Ik teken direct op het artboard.’

Hier spreekt een man met ervaring, toch maakt de stripmaker met grote staat van dienst een zeer bescheiden indruk. Romita wordt alom geprezen vanwege de manier waarop hij verhalen visualiseert. Daar is hij ook trots op maar hij blijft kritisch op zijn tekenwerk.

‘Mijn verteltechniek heeft als uitgangspunt het vermijden van gaten in de vertelling. Ik wil dat de tekeningen zo duidelijk zijn voor de lezer dat de dialoog bijna een fijn extraatje is die het geheel mooi afmaakt, als de slagroom op de taart. Duidelijkheid gaat vóór mooi tekenwerk. Ik vind het belangrijker dat een striplezer kan zeggen dat hij erg genoten heeft van het verhaal dan dat hij zegt erg genoten te hebben van het tekenwerk. Mijn verteltechniek komt eigenlijk voort uit het feit dat ik in het begin niet zo’n goede tekenaar was en dit wilde compenseren door goed te letten op hetgeen waar ik wel controle over had, namelijk de storytelling. Die heb ik ontwikkeld door het werk te lezen dat mijn vader met Stan Lee maakte toen ik nog jong was. Ik heb ook veel geleerd door veel naar films te kijken, en er waren redacteuren bij Marvel die storytelling erg belangrijk vonden. Mensen als Jim Shooter (jarenlang de hoofdredacteur bij Marvel) gaven veel aanwijzingen. Bijvoorbeeld dat je telkens helder moet laten zien waar iets zich afspeelt, door geregeld een establishing shot te gebruiken.’

Voor referentiemateriaal in zijn strips gebruikt John vaak de interieurs van de huizen en bedrijven waar hij over de vloer komt. Hij vist veel observaties op uit zijn geheugen, en neemt ook foto’s. ‘Als mijn vrouw bijvoorbeeld haar dokter in de stad bezoekt, dan gebruik ik mijn telefoon om foto’s te nemen voor referentieshots van ziekenhuizen, gangen, en dat soort dingen. Dat is vooral handig omdat ik dit soort plekken van een bepaald gezichtspunt nodig heb of omdat ik specifieke voorwerpen nodig heb die ik niet altijd online kan vinden.’ Romita modelleert ook stripfiguren naar mensen uit zijn omgeving. Een berucht voorbeeld is Typhoid Mary, een zeer kwaadaardige vrouw uit Daredevil, die Romita baseerde op zijn ex-vrouw. Wellicht was dit een reactie op een vervelende scheiding? ‘Het was een moeilijke relatie en daarom was de scheiding fijn, want een bevrijding. De pen is machtiger dan het zwaard, zeg maar. Ik heb mijn wraak gekregen.’

Tuphoid Mary.
Tuphoid Mary.

De zoon van
Romita volgde een tweejarige opleiding reclametekenen aan Farmingdale University. De eerste stappen op het pad van striptekenaar waren bescheiden. Hoewel Sr. als artdirector bij Marvel werkte en Johns moeder Virginia daar trafficmanager was, is JRJR zonder de hulp van zijn ouders in 1976 bij de uitgeverij begonnen. Ze wilden zo beschuldigingen van nepotisme vermijden. Romita Jr. maakte als vakantiemedewerker schetsen en pin-ups op de redactie, en toen men zijn talent herkende, mocht hij voor de Britse afdeling van Marvel, Marvel UK tekenen. Amerikaanse comics werden in twee delen in zwart-wit tijdschriften uitgegeven en Romita JR maakte daarvoor een extra cover en de splashpage: de openingspagina die meestal bestaat uit een grote plaat. Daarna werkte hij een tijdje als productie-assistent op het kantoor van Marvel. Zijn eerste echte klus was een zespagina lange Spider-Man-verhaal in annual #11 (1977): ‘Chaos at the Coffee Bean’, geschreven door Scott Edelman. Die was ook de redacteur van de serie Iron Man en vroeg JRJR deze serie te tekenen.

Het was voor John moeilijk om onder de schaduw van zijn vader vandaan te komen: ‘Doordat mijn vader ook voor Marvel werkte dachten veel mensen dat ik door nepotisme aan de bak was gekomen. Daarom moest ik extra hard werken om mezelf te bewijzen, aan mezelf en ook aan mijn vader. Gelukkig had ik een sociaal leven buiten de stripwereld met fantastische vrienden en een fijne familie waar ik me bij kon ontspannen. Het was in het begin geen pretje en ik weet nog dat ik in die dagen veel woede voelde. Als ruwe bolster uit New York heb ik menigmaal mijn handen strak in mijn zakken moeten houden. Je zou kunnen zeggen dat ik genoeg mensen ben tegengekomen die een flinke klap hadden verdiend. Daarom fitness ik nog steeds, om me mentaal en fysiek sterk te houden. Het is interessant hoe fitness zo intrinsiek verbonden is aan strips, want om het menselijk lichaam te kunnen tekenen, moet je fysiek fit genoeg zijn om lange uren achter elkaar te kunnen werken. En daarom moet je mentaal ook fit zijn. Mijn vader zei al: “Er is altijd iemand die beter is dan jij, iemand die slimmer is, sterker en er beter uitziet. Dus raak gewend aan wie en wat je bent, deal daarmee en bewijs jezelf daarna zo goed mogelijk.” Wat mij betreft is dat het meest diepzinnige wat je een kind kunt meegeven. Mijn vader is een briljante tekenaar en hij is nooit arrogant geworden. En als hij zo goed kan zijn en toch bescheiden, mag ik van mezelf niet minder verwachten.’

Spider-Man
spidey_webslinger_RomitaRedelijk vroeg in zijn carrière kreeg Romita de kans om Amazing Spider-Man te tekenen. Eerst verhalen van Denny O’Neil, daarna die van Roger Stern. Deze samenwerking leverde comics op die nu nog steeds als een huis staan. Omdat veel ervan verbonden zijn aan Peter Parkers werk bij the Daily Bugle, zijn de fantastische avonturen van het Webhoofd geaard in de realiteit. Hoe bereidde Romita zich voor op het tekenen van Spider-Man?

‘Ik ben uitgegaan van wat mijn vader daarvoor had gedaan. Ik was toen nog geen vaardige tekenaar dus probeerde ik na te doen wat hij had gedaan. Uiteraard faalde ik daar in, maar ik kon alleen doen wat op dat moment in mijn mogelijkheden lag. Ik weet nog dat ik me compleet overweldigd en geïntimideerd voelde, maar het is me gelukt om er doorheen te komen. Uiteindelijk werd mijn werk steeds beter,’ zegt hij lachend. De werkrelatie met Stern noemt Romita fantastisch. ‘We waren allebei erg jong en beginnelingen. We wisten wat ons aansprak. Roger was toen meer een redacteur dan een schrijver. We werkten samen op de redactie van Marvel dus we spraken elkaar veel.’

In de loop van zijn carrière kwam Romita telkens weer terug bij Spider-Man. ‘Ik teken Spider-Man het liefste, want ik voel me erg vertrouwd met hem. Natuurlijk omdat mijn vader hem tekende toen ik nog jong was, maar ook omdat Peter Parker woonde in Forest Hills en dat is vlakbij waar ik ben opgegroeid. Spider-Man is een tiener uit Queens en dat maakte hem reëel genoeg om als kind uit Queens over hem te fantaseren. Toen ik de kans kreeg om hem te tekenen, heb ik geprobeerd door te zetten wat mensen juist zo aanspreekt in het personage en dat is zijn realisme. Hij is de anti-Superman, want hij woont in een bestaande stad terwijl Superman een complete fantasiefiguur is. Met Kick-Ass hebben we hetzelfde gedaan als met Peter. Kick-Ass woont ook in de buurt waarin ik ben opgegroeid. Die vertrouwdheid spreekt mij aan en maakt het voor mij echter. Eigenlijk is Kick-Ass nog realistischer dan Spider-Man, want er zitten geen superhelden in. Het zijn echte mensen die superhelden proberen te zijn.’

 

In de loop der jaren is Romita’s relatie tot Peter Parker wel veranderd. Tegenwoordig wordt Spidey geschreven door Dan Slott, en is hij niet eens meer Peter Parker, maar zit de geest van Doctor Octopus in zijn lijf. ‘Dat valt me wel tegen, maar je weet dat Peter uiteindelijk weer terug zal komen,’ zegt de stripmaker. ‘Peter heeft zich langzaam ontwikkeld en is in de loop der jaren veranderd. Dit betekent niet dat het per se slechter of beter is, maar omdat ik er nu niet aan werk, voel ik me minder met Peter verbonden. Ik heb het gevoel dat de Peter Parker uit mijn tijd meer hart en ziel had dan de andere interpretaties, maar dat komt vast omdat ik er toen aan werkte. Net als de versie van Stan Lee en mijn vader, was mijn Peter Parker een fan van Tante May, hij voelde zich verbonden met haar en zijn familie.’ Dat John dit zo aanspreekt is niet zo gek, want hij komt over als een echte familieman. Liefdevol spreekt hij over zijn kinderen, vrouw en familie. ‘Ik zou uiteindelijk graag weer met Spider-Man aan de slag gaan, want ik geniet echt van hem.’

spider-man-911

11 september
In de begin jaren van deze eeuw tekende Romita de Spider-Man-verhalen geschreven door J. Michael Straczynski. De aflevering over de terroristische aanslagen op 11 september 2001 (Amazing Spider-Man, vol. 2 #36) beschouwt hij als een hoogtepunt uit zijn carrière. Zelfs de superhelden van Marvel konden de aanslagen niet voorkomen en Spider-Man en zijn collega’s helpen de brandweermannen met het zoeken en bergen van slachtoffers.

Op New Yorker Romita maakten de aanslagen een enorme indruk: ‘Verhalen die inspelen op de actualiteit zijn altijd een onderdeel geweest van comics. Stan Lee schreef al over rassenstrijd en drugsproblemen. Ik heb het over alcoholisme gehad in Iron Man en kindermishandeling in de verhalen van Peter Parker en Daredevil. Toch, de laffe aanvallen en brute moorden op 11 september 2001, veranderden ieders leven en visie. Voor mij werd bevestigd dat vrijheid nooit veilig is. Ik wil niet te veel ingaan op politiek, maar jarenlang voelde ik me erg ontstemd, verpletterd, vol haat en woede vanwege deze aanvallen op Amerika. We zijn een vrije natie waar iedereen zijn zegje kan en mag doen, en er is een bepaalde groep mensen die het land haten waar ze wonen. Ik realiseerde me door 11 september dat, ondanks het feit dat het merendeel van de Amerikanen goedhartige mensen zijn, we gehaat worden vanwege onze vrijheid. Dit besef verankerde in mijn geest het idee dat ik me niet meer kan ontspannen, dat ik overal moet letten op wat ik doe, waar ik me ook begeef. Overal loert het gevaar om de hoek. Dat stelde me erg teleur, maar je moet dit idee wel omarmen. Het spreekt voor zich dat je niet zomaar een gevaarlijke weg of wijk in Los Angeles of New York kan inlopen, want misdaad is in elke grote stad. Maar nu is dat gevoel van onveiligheid overal: op vliegvelden, in iedere stad ter wereld, en dat brak mijn hart.’

spider-man-911-2
Gevraagd naar waar Romita nog meer trots op is, antwoordt hij: ‘Er zijn verschillende redenen waarom ik trots ben op bepaald werk. Op emotioneel niveau ben ik trots op het 11 September-verhaal, wat ouderwetse storytelling betreft ben ik trots op Man without Fear, een geüpdatet origin story van Daredevil. Met dit verhaal lukte het me om alles goed te doen: alles wat ik leuk vond om te doen kon ik kwijt in de storytelling. En Frank Miller is een briljant schrijver. Wat betreft moderne verteltechnieken en commercieel succes, ben ik erg blij met Kick-Ass.’

Een pagina uit Daredevil: Man without Fear.
Een pagina uit Daredevil: Man without Fear.

Impressionisme
In de toekomst hoopt John weer te gaan schilderen, iets wat hij sinds de kunstacademie niet meer gedaan heeft. ‘Zodra ik stop met mijn deadlinewerk wil ik dat weer oppikken. Ik weet ook precies wat ik wil gaan maken en in welke stijl. Ik vind de menselijke anatomie fascinerend, daarom vind ik het heerlijk om het menselijk lichaam te illustreren. Tegelijkertijd vind ik jammer dat ik dit de afgelopen 37 jaar alleen in een realistische stijl heb kunnen doen. Daarom wil ik graag een impressionistische stijl met een realistische combineren in portretschilderen. Ik wil het realisme niet volledig elimineren, maar ik wil graag ruimte voor fantasie in de beelden laten en daarom gaat het impressionisme een rol spelen. Ik heb al zoveel zin om eraan te beginnen dat ik het bijna kan proeven!’

Dit interview is gepubliceerd in Stripgids #36 (2013).

Categorieën
Bloggen Strips

Stripblog: Alleen maar Daredevil

De liefde van mensen voor een bepaald strippersonage gaat soms ver, al levert dat anderen weer fijn leesvoer op. Zoals het blog van ene Robert die zichzelf heeft voorgenomen om de 500+ comics over Daredevil te lezen en over ieder deeltje te bloggen. Een echt waagstukje als je het mij vraagt.

Daredevil. Illustratie: David Mazzucchelli

Daredevil is een van de superhelden bedacht door Stan Lee (met medewerking van stripmaker Bill Everett). In het Marvel Universum is deze durfal een vreemde eend in de bijt: een blinde superheld wiens overige zintuigen extra versterkt zijn nadat hij een onbekende radioactieve lading over zich heen kreeg. Matt Murdock is overdag advocaat en ’s avonds vecht hij tegen de misdaad als de vigilante Daredevil. Tenminste, zo is het ooit begonnen. In de bijna vijftig jaar na zijn debuut heeft Murdock van alles meegemaakt.

Wil je precies weten wat? Dan is het blog van Robert de aangewezen plek om kennis te maken met ieder avontuur van deze held. In ieder geval tot nummer 338 dat hij als laatste beschreven heeft. Deze gedreven blogger heeft er dus nog heel wat te gaan.

Check The Matt Murdock Chronicles.

Categorieën
Fotoblog

Matt Murdock versus Kingpin

Een plaatje uit de fantastische strip: ‘Daredevil: Born Again’ die ik nu aan het herlezen ben. Tekst is van Frank Miller, tekening door David Mazzucchelli. Dit is een van de beste Daredevil-strips ooit. Ik kocht een exemplaar op de Stripdagen Haarlem. Ik heb al jaren een Nederlandse uitgave, maar het taalgebruik van Miller – die erg goed is in accenten schrijven – komt toch het beste in de oorspronkelijke versie tot zijn recht.

Categorieën
Striprecensie Strips

Marvel 1602: Marvelhelden in een historisch jasje

In Marvel 1602 verplaatst Neil Gaiman bekende iconen van het Marvel universum naar het titeljaar, de tijd waarin koningin Elizabeth heerst over Engeland en waar magie, bijgeloof en wetenschap hand in hand gaan.

De oerknal van het Marvel universum zoals de superheldenliefhebber dat nu kent, vond in 1961 plaats toen Stan Lee en Jack Kirby The Fantastic Four creëerden. Dit viertal superhelden moest een antwoord zijn op The Justice League of America van concurrent DC en bood bovendien een nieuwe invalshoek op het genre: Lee bedacht helden van vlees en bloed die net zo goed met dagelijkse problemen te kampen hebben als boze buitenaardse krachten en criminelen. Al snel volgde een succesvol arsenaal aan superhelden met hetzelfde achterliggende idee.
Het einde
In Marvel 1602 verplaatst de gerenommeerde auteur Neil Gaiman bekende iconen van het Marvel universum als Spider-Man, de X-Men, Daredevil, en Dr. Doom naar het titeljaar, de tijd waarin koningin Elizabeth heerst over Engeland en waar magie, bijgeloof en wetenschap hand in hand gaan. Het einde der tijden lijkt nabij: er heersen vreemde weersomstandigheden en steeds vaker duiken er jongeren op met bovenmenselijke gaven die als duivelsgebroed verketterd worden. Als het leven van de koningin wordt bedreigd door gevleugelde handlangers van de gestoorde tiran Von Doom, is het aan inlichtingenofficieel Sir Nicholas Fury, hofmagiër Stephen Strange en hun bondgenoten om de mysterieuze oorzaak van deze gebeurtenissen te ontrafelen en het einde van de wereld te voorkomen.

Gaiman is niet de eerste de beste: zijn Sandman-reeks mag tot de klassiekers onder de comics genoemd worden; als romancier van boeken als American Gods en kinderboeken als Coraline en The Graveyard book heeft hij een stevige reputatie als het gaat om het schrijven van boeiende sciencefictionverhalen. Toch vertilt de Engelse schrijver zich aan 1602, dat door de vele dialoogscènes een log verhaal is geworden en maar langzaam op stoom komt. Gaiman zet een boeiende sfeer neer, maar voor een superheldencomic zijn de actiemomenten schaars en kortstondig.

Het idee om de overbekende iconen in een zeventiende-eeuws jasje te steken roept in beginsel nieuwsgierigheid op: hoe zien de superhelden er in deze setting uit en wat is hun rol in het geheel? Soms weet Gaiman met simpele doch leuke alternatieven te komen: The Fantastic Four hebben hun space-shuttle ingeruild voor een zeewaardig schip en zijn verder redelijk hetzelfde gebleven. Daredevil is een blinde, Ierse troubadour. Peter Parker is het hulpje van Fury, maar is in de versie van Gaiman inwisselbaar met ieder ander personage. Niets van wat Peter uniek maakt zie je in deze strip terug. Een gemiste kans.

Streepjes
Het tekenwerk van Andy Kubert werd niet geïnkt maar direct door Richard Isanove digitaal ingekleurd. Het effect hiervan is dat de lijnen veel zachter zijn. In combinatie met het gekozen kleurenpalet wordt het romantische beeld van de verhaalsetting hierdoor versterkt. Net als bij de comic Origin, waarin boeiend de oorsprong van Wolverine uit de doeken wordt gedaan, gebruikt Isanove diagonale streepjes door alle tekeningen heen om zo ‘een schilderachtig effect’ te creëren. Deze techniek wekt echter vooral irritatie op.

Marvel 1602 werd in 2003 gepubliceerd als achtdelige reeks en kreeg later enkele vervolgen. Nona Arte publiceerde dit jaar de Nederlandstalige trade paperback.

Neil Gaiman, Andy Kubert – Marvel 1602
(Nona Arte, €19,90)

Categorieën
Juniorpress Strips

Marvel Comics wederom vertaald naar Nederlands

Na de zomer verschijnen er tien bundels vertaalde Marvel Comics. De Italiaanse uitgeverij Panini Comics, die de licentie beheert voor Marvelstrips in Europa, heeft een oud-medewerker Andrea Rivi toestemming gegeven voor een aantal vertaalde uitgaven. Hij zal de strips in Nederland uitgeven onder de vlag Nano Arte – wat ‘negende kunst’ betekent.

Dat hebben de vertalers, Peter de Bruin en Olav Beemer, zondag bekendgemaakt aan NRC Handelsblad. Marvel superhelden worden al jaren in het Nederlands uitgegeven. Vroeger onder de vlag van Hip Comics en Classics. In 1979 begon uitgeverij Juniorpress met het uitgeven van Marvel comics.

Nostalgie
Ik koester nostalgische gevoelens wat betreft de uitgaven van Juniorpress. Ik las ze in de tijd toen ik geïnteresseerd raakte in strips en superhelden. De brievenrubriek en redactionele teksten van Ger Apeldoorn, die de X-Men vertaalde, zijn legendarisch. Ook leek de redactie van Juniorpress zeer betrokken bij de strips en haar lezers. Juniorpress stopte drie jaar geleden met het uitbrengen van Marvel Comics. Toen werden de licenties te duur en de opbrengst te laag. Zelfs tijdens de hoogtijdagen in de jaren negentig verkocht Juniorpress zo’n 5000 exemplaren per uitgebracht deeltje.

Z-press nam het over, maar ook dat was geen succes. Vorig jaar november verschenen de laatste deeltjes van Spider-Man en X-men bij Z-press. Gemiddeld verkochten ze 1000 exemplaren per nummer per maand. Geen vetpot dus.

Het is lastig om een nieuwe lezer in de wereld van Marvel te introduceren. Het universum is in de vroege jaren zestig bedacht en nieuwe verhalen bouwen voort op wat eraan voorafging. ‘De drempel is erg hoog voor een nieuwe lezer,’ vertelt Ger Apeldoorn, ‘daarom zijn ze bij Marvel tien jaar geleden begonnen met het Ultimate universum, om mensen een nieuwe ingang te bieden.’ In het ultimate universum wordt de oorsprong van de helden op een nieuwe manier verteld en geüpdatet naar de moderne tijd.

Zombies
De aankomende uitgaven zijn vertaalde tradepaperbacks, waarin min of meer complete verhalen samengebundeld zijn. De selectie van de eerste tien bundels is opmerkelijk te noemen. Het spits wordt in september afgebeten door Marvel zombies, een smakeloos verhaal waarin de Marvel-helden veranderd zijn in levende doden. De NRC meldt verder de volgende titels die verspreid tot eind volgend jaar zullen verschijnen:

  • House of M, een groot avontuur waarin alle belangrijke Marvel- helden voorkomen;
  • Thor, over een held gebaseerd op de god uit de Noorse mythologie, een personage dat in 2011 zijn eigen film krijgt, geregisseerd door Kenneth Branagh;

Daarnaast worden klassieke verhalen als Kraven’s Last Hunt uitgegeven. In dit verhaal neemt de schurk Kraven op sublieme wijze wraak op Spiderman. Het verscheen in 1987 door de drie Spiderman-series heen. Born Again, een Daredevil-verhaal geschreven door Frank Miller en getekend door David Mazzucchelli, komt ook uit in Nederlandse vertaling. Dat ze Thor uitgeven is op zich niet verwonderlijk, want er zit een film aan te komen van deze held. Net als de Avengers.

House of M.

De Vliegende Hollander
Een Nederlandse uitgeverij die zich sinds een tijdje bezighoudt met het uitgeven van vertaalde comics is De Vliegende Hollander. Daar verschijnen trades van onder meer Hellboy en Sin City. Ook is daar net het eerste deel van From Hell en twee delen van Y:The last man verschenen. Allemaal geen Marvel Comics, maar misschien dat de mensen van Nano Arte het kunstje van De Vliegende Hollander hebben afgekeken.

Of de verkoop van Nederlandse Marvel Comics nu wel een succes gaat worden, moet nog blijken. Aan de vertalingen van Peter de Bruin en Olav Beemer zal het niet liggen. Die zitten goed in de materie. Maar ik vraag me af of de superheldenliefhebbers zitten te wachten op Nederlandse versies van strips die ze waarschijnlijk al in huis hebben, of die in de Engelse versie nog overal te koop zijn. ‘Ik denk dat je de fans alleen kunt paaien als je met mooie uitgaven op de proppen komt,’ zegt Apeldoorn. ‘Ik heb zelf mijn oude versie van Watchmen weggedaan toen de nieuwe versie uitkwam.’ Of de comics van Nano Arte inderdaad bijzonder mooi zullen worden, gaan we vanaf september zien.

Dit bericht staat ook op het stripblog van Zone 5300.

Categorieën
Film Filmrecensie Frames Strips

Filmframes: Zinnenprikkelende Elektra

Eigenlijk is Jennifer Garner niet de ster van Elektra, maar de cameraman.

Sommige films kijk je niet om het verhaal. Het verhaal van Elektra (Rob Bowman, 2004) is die van de bekende martial-arts variëteit. Al moet ik zeggen dat de plot voor een actiefilm een mooie kop en staart heeft en dat het duidelijk is dat de makers Elektra een psychologische subtekst hebben willen geven (Elektra is een gekwelde ziel die in de loop van het verhaal haar menselijkheid terugvindt door een getalenteerd meisje en haar vader te beschermen.)

Toch is Elektra een film die je vooral kijkt voor het visuele spektakel. De actie is mooi in beeld gebracht en de gevechten zien er spannend uit. Jennifer Garner heeft haar strepen als vechtvrouw al ruimschoots verdient in de televisieserie Alias en als Elektra in Daredevil (Mark Stephen Johnson, 2003). Jennifer is mooi, goed getraind en overtuigt met iedere stoot die ze uitdeelt. De echte sterren van de film zijn wat mij betreft de cinematograaf Bill Roe, art director Eric Norlin en production designer Graeme Murray. Bill Roe heeft vooral veel ervaring opgedaan in televisieland, evenals regisseur Rob Bowman (The X-Files) en Graeme Murray. The X-Files was natuurlijk een serie die al een echte film feel had: gedraaid in druilerig British Columbia, met spookachtige belichting en prikkelende plots.

Licht en donker contrasteren in Elektra.

In Elektra zijn de meeste scènes gedraaid in sfeervolle chiaroscuro belichting: het licht komt voornamelijk van één overheersende lichtbron, waardoor het beeld getekend wordt door een sterk licht-donkercontrast en veel scherpe schaduwpartijen bevat. We kennen dit soort belichting van grootmeesters als Rembrandt en Caravaggio. In Film Noir (Hollywood, jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw) werd het ook veelvoudig gebruikt. Frank Miller, de geestelijk vader van Elektra, gebruikt in zijn strips Sin City een extreme vorm van dit licht-donkercontrast. In Elektra is de lichtbron vaak goudkleurig, wat goed combineert met andere warme kleuren als bruin en het half felle rood van Elektra’s kostuum.

De composities van de shots lijken opvallend veel op stripplaatjes: de cameraman haalde zijn inspiratie duidelijk uit de comics waarin Elektra eerder tot leven kwam.

Een interessante compositie waarbij het beeld in twee vlakken is ingedeeld. In het rechtervlak had de tekstballon gestaan als dit een stripplaatje was geweest.

De weerspiegeling van Elektra in het glas is pure stripesthetiek.

Dat geldt ook voor het kleurgebruik: soms zijn scènes bijna volledig monochroom, waardoor ze echo’s uit de strips van Frank Miller en inkter Klaus Janson lijken. Miller en Janson maakten de Daredevil-strip begin jaren tachtig, in een grimmige en duidelijk herkenbare stijl.

Sfeervolle bruine tinten in het kantoor van De Hand.

Elektra bijna geheel in silhouet – iets wat we veel zien in strips en animaties, waarin de personages meestal geheel zwart gekleurd zijn. Dit beeld benadert die techniek.

Stripverfilmingen als 300 en Sin City zijn heel duidelijk grafisch geïnspireerd door hun bronnen. De resultaten zijn vaak een lust voor het oog. Door de vormgeving hebben deze films heel duidelijk een comicbook ‘feel’, wat ze doet opvallen ten opzichte van andere Hollywood-films. Elektra bewijst dat het allemaal ook subtieler kan. Dit maakt de film wat mij betreft alleen al het bekijken waard.