In Avengers #183 David Michelinie adresses affirmative action.
I thought it was an interesting scène to share with you. What are your thoughs on this topic?
I thought it was an interesting scène to share with you. What are your thoughs on this topic?
In tegenstelling tot andere superhelden is Iron Man niet Iron Man als hij zijn kostuum niet aanheeft. Peter Parker heeft nog steeds zijn spinnenkrachten als hij zijn kostuum niet aanheeft, maar Stark heeft dat geavanceerde harnas nodig om Iron Man te worden. Maar dat is niet de enige reden waarom ik dit zo’n coole held vind. In deze vlog vertel ik waarom Iron Man een van de leukste superhelden is en hoe ik hem voor het eerst ontmoette.
Hier staat mijn aflevering van Stripplaatje onder de loep over Iron Man.
Eerder dit jaar publiceerde ik een vlog over mijn eerste ontmoeting met Doctor Strange.
In de vlog leg ik uit waarom en ga ik dieper in op het probleem van dit soort adaptaties. Ook blik ik terug naar mijn eerste spectaculaire kennismaking met deze vijand van Spider-Man. En vertel ik wat Venom nu zo’n bijzonder personage maakt.
Hoe dat allemaal precies gegaan is vertel ik in Mijn vriend Spider-Man, en in deze vlog toon ik de betreffende comic. Nog een goede ook, want Spektakukaire Spiderman #119 bevat een tof verhaal van David Michelinie en Todd McFarlane over Venom.
Om zijn verjaardag te vieren kun je rekenen op een flinke overkill bij Marvel de komende maanden, wanneer Venom opeens in heel veel comics opduikt. Om over het grote Venom-event maar te zwijgen. Jammer, want Venom werkt mondjesmaat het beste. Wel enthousiast word ik van de Venom Variant Covers die Marvel binnenkort uitbrengt.
De variant van All New Wolverine #33 is waarschijnlijk de mooiste van het stel.
Op zijn blog legt tekenaar Dustin Weaver uit hoe hij tot deze keuze kwam:
The idea was to draw a classic Venom scene and I chose this scene from Amazing Spider-Man #300 drawn by the great Todd McFarlane. I thought the idea of Venom creating priest’s robes just for this moment was really fun.
Die scène kunnen we ons natuurlijk allemaal herinneren. Of niet soms?
De variant cover van Terry en Rachel Dodson verdient wat mij betreft tweede prijs. Het is nog een Spidey-comic geschreven door Dan Slott, dus je kunt hem mooi inlijsten want die hoef je dus toch niet te lezen.
Deze trade bevat Iron Man #215-224, en dat zijn inderdaad de comics vlak voor het eerste Armor Wars-avontuur. Verder hebben deze verhalen niet zo heel veel met Armor Wars te maken, maar dat boeit mij niet.
Ik vind deze run geschreven door David Michelinie en deels getekend door Bob Layton en later ook door John Romita Jr. een hele fijne, dus iedere comic extra ervan is mooi meegenomen. En nu heb ik dus weer een hele bundel.
Deze splash page uit Iron Man #219 (Juni 1987) vind ik erg tof en, dankzij Tony’s outfit, heerlijk jaren tachtig:
Tony Stark is een player zelfs als hij het niet doorheeft: terwijl hij lekker aan het joggen is, geven de dames hun ogen de kost.
Overigens laat dit plaatje waar eens zien wat voor visionair Stark is. Een sensor in zijn schoenen die allerlei metingen doet terwijl hij hardloopt… Hm, zou Steve Jobs ook Iron Man gelezen hebben vroeger? (Ik weet eigenlijk niet wie dat soort gezondheid-apps heeft ontwikkeld, maar feit is dat veel ideeën uit verhalen nu werkelijkheid zijn geworden. Kan me dus goed voorstellen dat een ingenieur of app-bouwer zijn of haar ideeën uit comics haalt. Weer een goede reden om strips te blijven lezen.)
Dit is ook een fantastisch stripplaatje waarin duidelijk wordt dat Iron Man niet van deuren houdt:
Hoefde ik maar nooit meer te werken, dan kon ik de hele dag van dit soort strips lezen.
Erg fijn dat vrienden mijn debuut steunen. Uiteraard zette ik een krabbel in het boek. Menno maakte daar deze foto van:
Het blijft nieuw voor me, dat signeren. Zo in ’t wild is heel ontspannen. De signeersessie in de bioscoop bij Spider-Man: Homecoming was ook erg gezellig. Maar veel signeersessies doe ik eigenlijk niet. Dat maakt ze ook speciaal. En de krabbels wellicht ook een beetje.
Het is natuurlijk niet zo dat ik op straat herkend word en mensen een handtekening willen. Ik zit immers niet in een boyband van veertigplussers.
Aanstaande weekend hoop ik veel boeken te signeren tijdens de Amsterdam Comic Con. Het is een beetje gokken hoeveel exemplaren ik mee moet nemen. We hebben er in totaal 45 besteld. Geen idee hoe het loopt. In ieder geval vind ik het leuk om daar te zijn. En Linda gaat mee, dus dat is ook fijn.
Peter Parker heeft overigens ook ooit een toer gedaan toen zijn boek Webs uitkwam: een koffietafelboek vol met zijn Spider-Man-foto’s. Die signeersessies verliepen niet allemaal even vlekkeloos.
Amazing Spider-Man #307.
Tekst: David Michelinie. Tekeningen: Todd McFarlane.
De Green Goblin, Harry Osborn in dit geval, vliegt erop uit om zijn gezin te beschermen nu New York wordt overspoeld met allerlei demonen. Deze scène speelt namelijk tijdens het grote Inferno-verhaal uit 1989. Al maanden denk ik eraan om deze verhaallijn uit X-Men nog eens te gaan lezen, maar de Nederlandse uitgaven zijn niet compleet. Er missen wat deeltjes in de X-Mannen van Juniorpress.
Hoe dan ook, het ziet er tof uit, zoals Osborn over New York vliegt op zijn Batglider, vind ik. Ik zou dat ook wel een handig vervoersmiddel vinden. Nooit file. En je bent overal lekker snel.
Illustratie afkomstig uit Amazing Spider-Man #312 (februari 1989)
Tekst: David Michelinie.
Tekeningen: Todd McFarlane
Marvel bracht toentertijd in de zomermaanden twee Amazing Spider-Man-comics per maand uit in plaats van één. Leuk voor de lezers, maar dubbel zoveel werk voor tekenaar Todd McFarlane die een van de delen door Erik Larsen liet tekenen.
In ‘Het moordcomplot’ of ‘The Assassin Nation Plot’ gaan Spider-Man, Silver Sable en Paladin naar Symkaria, het land waar Sable vandaan komt, om de koning te beschermen. Een internationaal complot probeert Amerika en Symkaria tegen elkaar op te zetten. Uiteindelijk blijkt Red Skull hierachter te zitten. Die wil ervoor zorgen dat de Amerikaanse economie tot wankelen wordt gebracht zodat hij uiteindelijk de macht kan overnemen. Zoiets.
Missende pagina’s en covers
Omdat Juniorpress niet wilde dat de serie Spektakulaire Spider-Man achter ging lopen op de Amerikaanse series, plaatsten ze anderhalve comic in de Nederlandse uitgaven. Hierdoor misten de lezers niet alleen de covers van sommige deeltjes, maar moesten er ook enkele bladzijden sneuvelen. Dat laatste geldt zeker voor de Special waarin de laatste drie delen van het verhaal zijn opgenomen. Die waren namelijk maar 64 pagina’s, terwijl drie comics gemiddeld 66 strippagina’s bevatten.
Door slim te selecteren miste je als Nederlandse lezer die pagina’s eigenlijk niet. Zeker niet als het om een cliffhanger gaat die op de splash page van het volgende nummer nog eens herhaald wordt.
Het is echter altijd een leuke verrassing als je later de Amerikaanse versies leest en die pagina’s dan opeens tegenkomt. In de begindagen van Spektakulaire Spider-Man bestonden alle Nederlandse uitgaven uit anderhalve comics, dus miste je om de haverklap zo’n pagina.
Hier is een van die missende pagina’s:
Het is de splash page van Amazing Spider-Man #232 en die is niet opgenomen in Spektakulaire Spider-Man #43.
Eerder schreef ik al over wat McFarlanes tekenstijl nu zo revolutionair maakte en welke impact hij op de look van Spider-Man en op mij als jonge lezer had. Vandaag beperk ik me tot het tonen van enkele plaatjes die er voor mij extra uitspringen.
Uiteraard heeft McFarlane het Webhoofd ontelbare keren webslingerend getekend. Dit stripplaatje staat op dit moment op de desktop van mijn smartphone omdat ik het zo’n toffe illustratie vind. Zonder dat de tekenaar snelheidslijnen gebruikt, is duidelijk dat Spidey met flinke vaart door New York slingert, de ene weblijn na de andere afschietend. Er zit ook lekker veel dieptewerking in het beeld. Dit komt niet alleen doordat McFarlane met de draden op de voor- en achtergrond meerdere lagen heeft aangebracht, maar ook door het dwingende perspectief van de gebouwen op de achtergrond. (Amazing Spider-Man #306)
Voordat Spidey trouwens wegslingerde in datzelfde nummer, maakte hij een stel reporters duidelijk dat hij niet gediend is van een videocamera in zijn gezicht. Met dit shot opent Amazing Spider-Man #306. Het plaatje geeft een nieuwe betekenis aan het woord webcam:
Impressionisme
Spidey wederom aan een webdraad, maar dan zeer impressionistisch getekend. Waarschijnlijk had McFarlane haast om het nummer af te krijgen, want in het plaatje er boven op dezelfde pagina, slingert Spidey helemaal zonder achtergrond rond.
Toch vind ik dit een mooi plaatje, juist door het silhouet van New York. McFarlane zet de contouren neer, je mag de rest als lezer zelf invullen. Je zou je kunnen voorstellen dat een pop-artschilder deze illustratie gebruikt als basis voor een schilderij. De scan is van de Nederlandse versie: het rood is slordig buiten de lijntjes afgedrukt. Dat kwam toen nogal eens voor.
Deze kwam al in eerdere posts voorbij, maar moet toch wel een van de grappigste momenten uit de reeks verhalen van David Michelinie en McFarlane zijn: Spider-Man deelt handtekeningen uit tijdens Parkers signeertoer voor zijn boek Webs.
Dit is de versie zonder tekst, maar uit de oorspronkelijke dialoog wordt duidelijk dat Spider-Man hier een handtekening uitdeelt aan Hollywoodactrice Glenn Close: ‘You’d like that signed, “With Love, Spidey”? Certainly Ms. Close, and by the way I thought you were terrific in Fatal Attraction!’ Tegenwoordig is Spider-Man zelf zo’n bankable Hollywoodster (met vijf films met zijn naam in de titel en recent een indrukwekkend optreden in Captain America: Civil War) dat een signeersessie eigenlijk niet zo gek meer lijkt.
Romantisch
Uiteraard mag een illustratie van Peter en Mary Jane niet ontbreken. Nu tekende McFarlane Mary Jane geregeld in sexy poses tijdens fotoshoots, maar dit huiselijke plaatje is wel een van de meest romantische uit die periode. Peter heeft MJ net laten weten dat hij de baan als researcher in Kansas niet zal aannemen, ze hoeven dus niet te verhuizen. MJ had net besloten dat ze niet wil dat haar carrière als fotomodel Peters loopbaan als wetenschapper in de weg gaat zitten en heeft de hele avond koffers ingepakt. Daarom faket ze hier dat ze flauw valt van het nieuws. Peter draagt haar naar de slaapkamer en wat daar gebeurt laten de mensen van Marvel natuurlijk niet zien, anders zouden ze ruzie krijgen met de Comics Code Authority. (Toevallig ook Amazing Spider-Man #303)
Venom
Tot slot, de superschurk die David Michelinie en McFarlane creëerden en die een van de meest gedenkwaardige tegenstanders is in het Spidey-universum: Venom. Ik weet niet zeker of ik dit nu de mooiste illustratie van Venom vind, maar hij ziet er hier wel heel dreigend op uit. Ook vind ik dat niemand Venom zo tof tekende als McFarlane. Hij had deze schurk echt goed in de vingers en liet hem eruit zien als menace waar je niet omheen kunt.
Er zijn nog wel meer mooie McFarlanes te vinden in zijn Spider-Man-oeuvre, maar vandaag laat ik het hier even bij.
Amazing Spider-Man #-1 (coverdatum juli 1997) speelt zich drie jaar af voordat Peter zijn spinnenkrachten krijgt. Samen met Ben en May ruimt hij de zolder op. Peter vindt een doos met oude comics die van Ben zijn: Marvel Mystery, All Winners, Young Allies, Captain America en The Sub-Mariner. Allemaal Marvel Comics uit begin jaren veertig (toen Marvel nog Timely heette).
‘They’re filled with honest to gosh heroes in colorful costumes,’ zegt Ben. ‘True CHAMPIONS OF JUSTICE who also served as role models for HONOR, INTEGRITY and RESPONSIBILITY!’
Stan Lee had het niet beter kunnen zeggen, maar May vindt dat Ben overdrijft. Peter is echter zeer geïnteresseerd in de superhelden van weleer. Als hij de comics op bed ligt te lezen, droomt Peter ervan zelf ook een superheld te zijn. Zijn kostuum lijkt erg op die van Captain America. ‘It must feel great to be ADMIRED by the police and the press. To be IDOLIZED by the public!’ De toekomstige Spider-Man moest eens weten.
Zijn dagdromen worden onderbroken door Ben, die een met Peter wil honkballen. Het is zijn bedoeling dat door sporten Peters zelfvertrouwen een boost krijgt, maar als Ben de bal gooit slaat Peter die letterlijk mis met de honkbalknuppel en valt op zijn kont. Peter heeft geen aanleg voor sport. Ook dat hebben hij en ik helaas met elkaar gemeen.
Webschieters
Als de familie Parker later met oude kleren van zolder richting het Leger des Heils loopt, wordt May omver gereden door een jongen op een skateboard en verstuikt haar enkel. Peter voelt zich hulpeloos. ‘Some super hero I’d make. I just stood there… while that punk ran down my Aunt! If only there were some way to STOP him.. If only I could reach out… and snag him!’ denkt Peter, terwijl in zijn brillenglazen de skateboarder steeds kleiner wordt. Dit voorval en de superheldenverhalen geven Peter het idee voor zijn webschieters. Het basisidee hiervoor ontwerpt hij dus een paar jaar voordat hij Spider-Man wordt. Tenminste, volgens dit verhaal van Tom DeFalco en tekenaar Joe Bennett. Peter tekent de webschieters als Ben opmerkt dat hij zijn comics aan een stel buurtkinderen heeft weggegeven. Met andere woorden: zijn interesse in wetenschap heeft die in strips vervangen.
Oude liefde roest echter niet.
Supergirl
Als Peter met Mary Jane jaren later in Cleveland zijn om zijn boek Webs te promoten, een koffietafelboek waarin de beste van zijn Spider-Man foto’s verzameld zijn, laat een fan zijn stapel vintage comics vallen die hij op een naburige stripbeurs wil verkopen. Een van die strips is Action Comics #285, waar Supergirl en Superman gezamenlijk op de cover staan omdat Superman haar aan de wereld voorstelt. Peter herkent de comic meteen, want die had hij ook als kind. ‘I had a crush on the girl in the mini-skirt’, bekent hij. Als Peter even later achter de signeertafel zit, wordt de betreffende comic onder zijn neus geschoven. Mary Jane heeft dit dure cadeautje voor Peter gekocht: ‘Just wanted to show you I wasn’t jealous of the “other woman” tiger!’ zegt ze terwijl ze Peter omhelst en op zijn wang kust. (Te lezen in Amazing Spider-Man #306)