Categorieën
Bloggen

Een half jaar niet bloggen

Afgelopen vrijdag zaten Frits Jonker en ik gezellig in de Balie bij te praten en koffie te drinken. ‘We moeten niks!’ riep Frits toen we het over bloggen hadden.

jonker_balloon

Frits heeft al jaren een tof blog onder de naam ShowCase – waar een paar jaar geleden zelfs een bundeling van is verschenen bij uitgeverij Xtra. Ik opperde dat ik me soms wel eens schuldig voel als ik niet toekom om het bespreken van de grote stapel strips die ik door uitgeverijen krijg toegestuurd.
‘Je moet niks, Michael, je bent niemand iets verplicht’ zei Frits. ‘Sterker nog: je mag ook best eens een halfjaar vrij nemen van het bloggen.’

Een interessante gedachte. Wat zou ik dat half jaar gaan doen, als ik niet zoveel tijd aan het online publiceren kwijt zou zijn? Een nog belangrijker vraag: zou ik wel zo lang zonder bloggen kunnen? Ik voel een enorme drive om te schrijven, om mezelf te uiten. Ook als ik als freelancer geen opdrachtwerk te doen heb of zelfs gewoon als iets ernaast. Ik ben nu al een tijdje met een groot schrijfproject bezig, maar ondertussen blog ik nog steeds.

Er is een soort stemmetje in mijn hoofd dat me telkens aan het werk zet en mijn brein bedenkt constant nieuwe blogposts – meer dan ik schrijf en publiceer. Bloggen is voor mij als ademen; een methode om mijn gedachten op een rij te zetten, een poging om de wereld te begrijpen en om zingeving aan mijn leven te geven. En daarnaast natuurlijk ook een manier om strips onder de aandacht te brengen. Maargoed, dat is nu juist een verplichting die ik volgens Frits niet heb en ik ben geneigd om het met hem daarover eens te zijn.

Sinds mijn tienerjaren schrijf ik dagboeken. Daar ben ik mee gestopt toen ik begon te bloggen, dus misschien zou ik dat weer oppakken als ik een tijd niet zo bloggen. Misschien word ik de eerste week gek van al die ideeën die ik heb, maar ebt te neiging om te schrijven langzaam weg en komt er iets moois voor in de plaats.

Zou jij een half jaar zonder bloggen kunnen?

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Koffieleuten in the Coffee Bean

Klik op plaatje voor de grotere versie.
Klik op plaatje voor de grotere versie.

Deze prent van Larry Lieber uit Amazing Spider-Man Annual #4 (november, 1967) geeft een aardig beeld van the Coffee Bean. Dit is het koffiehuis waar Peter Parker en zijn medestudenten na collega’s graag rondhingen om te socializen.

Lang voordat New York volstond met ketens als Starbucks, hingen tieners en studenten graag rond in de vele koffiehuizen die Greenwich Village in de jaren vijftig en zestig rijk was. Vooral de cultuur van de Beatniks bloeide daar op, want in veel van de koffiehuizen traden volkzangers op en lazen poëten hun werk voor.

The Coffee Bean werd door Stan Lee en John Romita Sr. geïntroduceerd in Amazing Spider-Man #53 (Oktober 1967). Het was de hangplek in de East Village voor studenten van de Empire State University, waar Parker, Harry Osborn, Flash Thompson, Mary Jane en Gwen Stacy toen studeerden.

In bovenstaande afbeelding zitten Anna Watson en May Parker voor hun doen zeer modern taalgebruik uit te slaan. Zij kwamen overigens ook wel eens een kopje koffie in the Coffee Bean drinken. In ASM #53 komen ze langs om Peter te vertellen dat May kamers gaat verhuren. Peter waarschuwt haar nog dat ze wel moet oppassen aan wie ze de kamer verhuurd. ‘Maak je geen zorgen, ik vraag natuurlijk om goede referenties’, stelt ze naar neef gerust. Niet veel later is Otto Octavius, ook wel bekend als superschurk Doctor Octopus, haar eerste huurder. Toen Peter daar achterkwam heeft hij zich vast in z’n koffie verslikt.

Spidey neemt er nog eentje.
Spidey neemt er nog eentje.

Saillant detail: Thompson draagt een uniform omdat hij toentertijd in het leger diende. Hij heeft gevochten in Vietnam. Omdat de doorlopende tijd een probleem is in het Marvel Universum en de personages in principe niet veel ouder worden, diende Thompson later in de Irak-oorlog. De dingen veranderen, maar ergens ook weer niet.

Zo zullen studenten nu gewoon rondhangen in de Starbucks. Overigens was Harry Osborn (in in het plaatje draagt hij een bruin pak en groene strik) na Brand New Day een tijdje de eigenaar van een koffieketen genaamd the Coffee Bean die is gebaseerd op hun oude hangplek.

In mijn studententijd zat ik graag in het Crea Café van de UvA. Een fijne plek bij de Oudemanhuispoort om met medestudenten te praten, koffie te drinken en te studeren. Tegenwoordig zit Crea in de Roetersstraat. Maar goed, in studentenkoffiehuizen kom ik eigenlijk niet meer tegenwoordig. Mijn favoriete hangplekken zijn nu: De Balie aan het Leidseplein, het Ketelhuis op het Westergasfabriekterrein en soms zit ik met Linda in de Smoeshaan.

En heb jij nog een favoriet koffietent? Zo ja, welke en waarom deze?

Categorieën
Fotoblog

Bad van Mikko Kuiper

Dit werk hangt in De Balie. Bad triptych heet het, gemaakt door Mikko Kuiper. Ik zag het van de week hangen toen ik met Phil van Tongeren een kopje koffie dronk en notities over het freelancen aan het uitwisselen was. 

Categorieën
Fotoblog

Groene nagels met koffie verkeerd

Vanmorgen gezellig aan de koffie gezeten met Liselotte op onze vaste stek De Balie. Ze is een dierbare vriendin die ik tijdens mijn studie Filmwetenschap heb leren kennen en eigenlijk een van de weinige studiegenoten die ik tegenwoordig nog zie. Liselotte gaat de komende dagen bloggen voor Sonic Acts en heeft plannen voor een boeiend project – waar ik verder nog even niets over mag vertellen. Hou haar in de gaten zou ik zeggen. Dat kan heel makkelijk, ze blogt namelijk hier.

Categorieën
Bloggen

Tweede editie Blogbal komt eraan

Illustratie: Emma Ringelberg

Vorig jaar was daar opeens Het Blogbal: een paar honderd meter van de Stadschouwburg waar het Boekenbal plaatsvond, was er een feestje speciaal voor bloggers: Het blogbal. ‘Dit jaar moet het ‘echt rock-‘n-roll worden,’ aldus de organisatie.

Ik heb er zin in! Het Blogbal is een speciale ontmoetings- en feestavond voor bloggers. In 2011 stak een groep bloggers haar nek uit om het Blogbal voor de eerste keer te organiseren. Bedoeld als een dwars antwoord op het Boekenbal, waar de literaire waarde van de Nederlandse schrijverswereld geëtaleerd wordt, terwijl het bloggen levendiger is dan ooit en soms toch ook literaire hoogstandjes bevat.

Laat ze maar kletsen
Een tijdje geleden zat ik samen met bloggers Oudzeikwijf, MrsvanP, René van Densen en Jeroen Mirck in De Balie om te toosten op het bloggen en te brainstormen over het blogbal. Er kwam vorig jaar wat kritiek op het Blogbal. Ook van mijn kant overigens. Net als de meeste collega’s wilde ik vooral andere bloggers ontmoeten en gezellig bijpraten. Door het muzikale programma waarin soms zware nummers werden opgevoerd, was dat praten niet altijd mogelijk. Deze kritiek heeft de organisatie geïnventariseerd en daarom is besloten om de tweede editie eenvoudiger van opzet te laten zijn. ‘De mensen willen samenkomen, wat met elkaar praten, een biertje of een wijntje drinken, en wat dansen. Een exorbitant feest als het boekenbal is voor de bloggers niet zo nodig, blijkbaar.’

Kalebas

De Kalebas.

De Kalebas is de mascotte van deze tweede editie. De Kalebas is een dwaze uitvinding van het absurdistische weblog KutBinnenlanders, en dit jaar verkozen door de Blogbalorganisatie als thema. ‘Iedere editie willen we met iets bijzonders uit het afgelopen “blogseizoen” uitpakken, en De Kalebas sprong er voor ons echt uit,” aldus de Blogbal-organisatie. ‘Voor ons staat De Kalebas juist voor deze aanpak: loslaten en concentreren op de essenties. Alles wat niet nodig is eruit, en concentreren op wat Het Blogbal gewoon moet zijn: een feest voor en door bloggers, waar ze met
hun fans kunnen bier drinken en dansen.’

Dat dansen kunnen mensen op de muziek die DJ Hallie Lama, niet onbekend in de stripwereld zou ik zeggen, zal draaien die avond.

Blogparel
Net als vorig jaar wordt er een Blogparel uitgereikt voor ‘de best geschreven blogpost van het afgelopen jaar.’ Mensen die mij kennen weten dat ik een broertje dood heb aan blogprijzen. Ik vind bloggen een prachtig medium, dat vooral in alle vrijheid moet plaatsvinden. Het feit dat een elitegroepje gaat bepalen wat goed of slecht bloggen is, staat me dan ook tegen.

Ik heb de uitslag van de Dutch Bloggies altijd arbitrair gevonden, daarom heb ik bij wijze als grapje samen met Marco Raaphorst en Karin Ramaker twee jaar geleden opgeroepen tot een alternatief bloglijstje, simpelweg samengesteld door iedereen die reageerde.

Ik snap ook wel dat de organisatie van de Blogparels het goed bedoeld en dat prijzen ook een positief effect kunnen hebben. (Ik heb zelf ook wel eens in stripjury’s gezeten omdat het media-aandacht voor het beeldverhaal genereert.) Maar over het algemeen denk ik dat Nederland een overschot aan wedstrijden heeft en hou ik me daar graag verre van. Dus ook wat de Blogparel betreft. Maar als mensen het wel leuk vinden, wie ben ik dan om ze tegen te houden? Ik ga wel even koffiedrinken tijdens de uitreiking.

Los van de parel heb ik zin in Het Blogbal en het bijpraten met collega-bloggers.

Het Blogbal, tweede editie
De Balie, Kleine Gartmanplantsoen 10, 1017 RR Amsterdam
Dinsdagavond 13 Maart 2012, 19:30

Meer info: http://www.blogbal.nl/

Categorieën
Strips

De keerzijde van de graphic novel

Woensdagavond werd in de Balie een onderhoudende avond over de graphic novel gehouden, georganiseerd door de SLAA (stichting Literaire Activiteiten Amsterdam). Graphic novel staat voor strips voor volwassenen, romans in beeldvorm. Maar het is ook een modieus label dat lukraak op strips van uiteenlopende kwaliteit wordt geplakt. ‘Graphic novel op de cover staat garant voor succes.’

Chris Bajema, programmamaker en recensent, leidt ‘Was getekend… Een avond over de graphic novel’ in met een reeks zelfgetekende PowerPoint dia’s. Als ware stripevangelist bekent hij vaak een stapeltje favoriete graphic novels bij zich te hebben waarmee hij mensen voor het beeldverhaal hoopt te winnen. Vanavond hoeft Bajema niemand te overtuigen, in de zaal zitten stripmakers, geïnteresseerde lezers en een enkele uitgever. Tijdens het programma tekent Michiel van de Pol gestaag illustraties waarin hij sleutelmomenten met een humorvolle knipoog vastlegt. De tekeningen passen prima bij de luchtige sfeer die in de Grote zaal van de Balie heerst.

Tonio van Vugt door Michiel van de Pol

Crimineel
De eerste spreker is Yasco Horsman, docent literatuur wetenschap, die in een stief kwartier probeert te duiden waarom het medium strip tegenwoordig minder verguisd wordt dan voorheen. In de jaren vijftig werden strips neerbuigend behandeld, mede dankzij kinderpsycholoog Frederic Wertham die beweerde dat kinderen crimineel werden van strips. ‘Hoera!’ roepen enkele stripmakers vrolijk in de zaal. Met de vormexperimenten van enkele Amerikaanse stripmakers in de jaren tachtig en later vond er verandering in de perceptie plaats. Toch stelt Horsman dat ‘de kracht van het medium juist schuilt in de gehechtheid aan de infantiliteit van de strip, al zal de grafische roman hier nooit volledig door opgroeien.’

Tonio van Vugt, stripmaker en hoofdredacteur van het magazine Zone 5300, beklaagt zich in zijn betoog over het feit dat veel uitgevers lukraak het label ‘graphic novel’ op goede en slechte strips plakken. Hierdoor devalueert de term enorm. Van Vugt illustreert zijn verhaal met een pagina uit de stripbewerking van Charles Darwins Over het ontstaan van de soorten, die duidelijk maakt dat de makers weinig kennis hebben van hoe je een leesbare strip in elkaar hoort te zetten. ‘Ook al is de stripmaker een blinde mond- en klauwschilder zonder enig inzicht in het vak, als het onderwerp een literaire uitstraling heeft en er met een koeienletters “graphic novel” op de cover staat, verkoopt het,’ zegt Van Vugt.

Na de lezingen treden Sonja van Hamel en band op. Van Hamels illustraties bij de liedjes worden live door een cameraman in beeld gebracht en op het scherm getoond.

Tijdens het interview met stripmaker Hanco Kolk en redacteur Erik Noomen komt de rol van de redacteur ter sprake, geen onbekend verschijnsel in graphicnovel-land. Noomen begeleidde Kolk bij het verstrippen van een serie artikelen van Arnon Grunberg voor het album Van Istanbul naar Bagdad. ‘Ik wilde vaak meer dialoog, omdat de lezer dan meer literatuur voor zijn geld kreeg,’ bekent Noomen. ‘In mijn ogen moet een graphic novel veel woordjes bevatten. Hanco maakte me duidelijk dat je na veel tekst rust moet scheppen door het beeld voor zichzelf te laten spreken.’

De drie stripmaaksters die tot slot worden geïnterviewd – Maaike Hartjes, Margreet de Heer en Edith Kuyvenhoven – hebben de opmerkelijke neiging om hun strips voor te lezen terwijl ze geprojecteerd worden. Ze maken alle drie autobiografische strips, waardoor Bajema ze gekscherend voor navelstaarders uitmaakt. ‘Er is niets mis met navelstaren,’ werpt Hartjes tegen, die vooral bekend werd met luchtige strips over haar leven, maar tegenwoordig ook reisverslagen verstript. ‘Ik schijn opeens graphic novels te maken, maar ik voel me nog gewoon striptekenaar. Door die term wordt er wel anders naar mijn werk gekeken.’

Na afloop worden er nog snel wat strips – pardon, graphic novels, aangeschaft die het personeel van stripwinkel Lambiek in het café heeft uitgestald. Want hoe je ze ook wilt noemen, uiteindelijk moeten strips gewoon gelezen worden.

Dit artikel is in Het Parool van donderdag 11 november gepubliceerd.