De winnaar van de VPRO gids coverontwerpwedstrijd is een prachtige illustratie van Roel Seidell die vragen oproept:
Ieder jaar vraagt de redactie van de VPRO gids aan de lezers om een cover te ontwerpen voor de eerste gids van het jaar. Dit keer was het thema ‘doe het zelf’. Hoofdredacteur Hugo Blom, met Angelique Viester en Beate Wegloop de jury, licht toe: ‘Uiteindelijk zagen we het meest in de Pinokkio van Roel Seidell. Want wat is hier aan de hand? Is Gepetto even weggelopen en besluit het houten ventje het werk zelf af te maken? Of zijn we al verder heen in het verhaal? Waarom is zijn neus zo lang en probeert hij die met beitel en hamer in te korten? Is Pinokkio de verbeelding van de hedendaagse bankier die zichzelf probeert bij te snijden en in te perken? U merkt, we sloegen volledig op hol, altijd een goed teken. Naar deze intrigerende cover willen we wel een week kijken.’
Intrigerende beelden roepen vragen op. En dat is met Seidells illustratie het geval. Daarnaast is het ook nog eens een heel mooi beeld.
Benieuwd naar de andere inzendingen? Die kun je hier zien.
Overigens vind ik het een mooi thema: Doe het zelf. Of in het geval van de telkens falende overheid: ga maar naar huis politici en ambtenaren (en natuurlijk zonder wachtgeld), we doen het zelf wel weer. Burgers nemen steeds meer het heft in eigen handen. We beginnen steeds meer zelf dingen te organiseren. Zoals een wijkblog beginnen om buurtdemocratie uit te dragen. Zelf weer aan de slag gaan en je niet afhankelijk opstellen van die zogenaamde officiële instanties lijkt me een goed uitgangspunt voor 2014.
Bij het lezen van deze blogpost van Edwin Mijnsbergen, moet ik even denken aan de paar honderd videobanden die ik vroeger in de kast had staan. Dat waren gekopieerde films en afleveringen van series. Let wel: dit was voor het dvd-tijdperk en voordat series makkelijk te koop aangeboden werden.
Van de Batman-serie uit de jaren zestig met Adam West in de hoofdrol, had ik zo’n tien VHS tapes vol. Dat waren bijna alle 120 afleveringen. Iedere zaterdag- en zondagmorgen werd bij Telekids een aflevering uitgezonden. En daar zat ik dan gespannen op te wachten om precies op het juiste moment op de record-knop te drukken, zodat je niets van Telekids zou zien. Dat betekende halverwege wederom in actie komen om bij het reclameblok op pauze te drukken. Op die manier maakte ik van een aflevering weer één geheel dat je in een keer kon uitkijken.
Niet dat ik dat deed overigens. Ik keek die tapes zelden terug. Wel ontwierp ik er speciale hoezen voor, zodat de serie mooi eenvormig in de kast stond, alsof het koopvideo’s waren. Dat was nog voor Photoshop, dus kopieerde ik plaatjes van Batman-strips en plakte deze bij een logo en handgeschreven teksten op het omslag. Met de typemachine tikte ik de titels van de afleveringen op de achterkant. Soms tekende ik zelf een Batman & Robin op de cover. Uiteraard passen de stripplaatjes allerminst bij de sfeer van de campy Batman-serie, maar goed.
Heel wat uurtjes gingen in dat soort kunstwerkjes op.
Het merendeel van mijn VHS-collectie ligt tegenwoordig ergens op de vuilnisbelt, maar die Batman-tapes liggen nog ergens op zolder in een doos. Nee, ik kan geen afstand doen van de omslagen. Noem het jeugdsentiment, want VHS afspelen doe ik tegenwoordig niet meer. Als ik afleveringen van Batman wil zien, download ik die wel.
Je eigen boek uitgeven. Het is dé oplossing voor schrijvers die geen uitgever kunnen vinden, maar toch hun woorden op papier willen aanbieden. Het kan binnenkort op Manuscripta.
Volgens het CPNB hebben ruim een miljoen mensen in Nederland de wens een boek te schrijven en er staan heel wat teksten op computers of usb-sticks. Wie zijn manuscript zondag 4 september meeneemt naar Manuscripta kan het laten uitgeven als paperback en/of e-book en krijgt via het Centraal Boekhuis een gratis exemplaar thuisgestuurd.
Het publiceren van je eigen boek kan via de nieuwe publicatieplatformen van de boekhandels Paagman, Plantage Benissimo en Plantage Vermeer. Het boek is na publicatie verkoopbaar via alle boekwinkels van Nederland. Op www.mijnbestseller.nl/manuscripta staat precies beschreven hoe manuscripten kunnen worden aangeleverd. Voor alle aspirant-schrijvers die nog niet zover zijn dat ze hun boek kunnen laten uitgeven, zijn er op Manuscripta diverse workshops, waaronder ‘korte verhalen schrijven’.
Manuscripta is de jaarlijkse opening van het boekenseizoen en vindt plaats op zaterdag 3, zondag 4 en maandag 5 september op het terrein van de Westergasfabriek in Amsterdam.
Wie niet tot Manuscripta kan wachten maar wel graag een exemplaar van zijn eigen boek wil vasthouden, kan ook terecht bij The American Book Center in Amsterdam. Daar hebben ze een machine die boeken print en bindt. Oorspronkelijk was het de bedoeling om boeken te laten maken die je moeilijk fysiek kunt krijgen, maar ook veel aspirant-schrijvers schijnen er gebruik van te maken. Ze laten hun eigen schrijfwerk verboeken.
Flooding with Love for the Kid is een van de meest vreemde films die ik ooit heb gezien. Maar het is ook een pleidooi om buiten vastgestelde kaders te denken.
Zachery Oberzan was zo onder de indruk van de roman First Blood van David Morrell, dat hij besloot deze zo getrouw mogelijk te verfilmen. De film met Silvester Stallone, de eerste in een reeks Rambo-films, wijkt namelijk nogal af van het boek. Oberzan wilde zien of het mogelijk was om alle dialogen uit het boek in de film te stoppen.
Dat is op zich niet zo’n gek idee. Wat Flooding with Love for the Kid zo’n vreemde film maakt is dat Oberzan de productie geheel in zijn New Yorkse appartement opnam en zelf alle rollen speelt. Budget: 96 dollar. Resultaat: 100 minuten experimentele film vol passie, hilariteit en een voorbeeld van wat je bereikt als je verder kijkt dan standaardconventies.
Wie zien Oberzan door de woonkamer rennen met een geweer, maar dat moet eigenlijk John Rambo in het bos voorstellen die op de vlucht is voor de politie. Een paar digitaal gemonteerde takjes en dennentakjes in de kamer moeten een bos suggereren. En weet je, het werkt!
Oberzans film is een ode aan de fantasie. Vroeger toen je met je vriendjes speelde, waren twee stoelen die naast elkaar stonden en een ronde schijf in je handen ook een auto. Bij Oberzan werkt het net zo. Een badkuip kan ook prima dienstdoen als rivier zo blijkt. Hij projecteert soms heel knullig wat beelden op de muur om de scène van een decor te voorzien, maar dat helpt wel bij het bepalen van de locatie. Ook maakt hij handig gebruik van de soundtrack: omgevingsgeluiden suggereren een bos of een drukbezochte diner. Je hoeft de andere eters ook niet te zien, het geluid zegt genoeg.
Heel slim geeft hij ieder van de 26 personages (!) een eigen accent en uiterlijk, zodat de kijker ze uit elkaar kan halen. Een groot acteur is Oberzan niet, maar zijn enthousiasme en passie komen zeker over en werken aanstekelijk.
Het resultaat is nogal vervreemdend, maar toch overtuigend genoeg om er in mee te gaan. Oberzans gekkigheid, maar vooral zijn doorzettingsvermogen zijn wat mij betreft een inspirerend voorbeeld voor een ieder die creatief bezig is en heel graag een bepaald project of idee wilt uitvoeren. Alleen daarom al drie sterren voor deze film!
Na de filmvoorstelling was er tijd voor een Q&A.
Hoe lang ben je met deze film bezig geweest?
Ik dacht dat het gehele proces ongeveer een jaar zou duren, maar ik had er zoveel lol van, dat de film binnen die tijd klaar was. Van de adaptatie van het boek in scriptvorm tot en met de postproductie was ik zo’n acht maanden bezig. Ik werkte als secretaresse overdag, ’s avonds repeteerde ik voor theatervoorstellingen, dus het meeste werk aan de film deed ik ’s nachts of op zondag. Al mijn vrije tijd stopte ik erin.
Wat vond je zo goed aan het boek dat je geïnspireerd werd om deze film te maken?
Toen ik negen of tien jaar oud was, zag ik de Stallone-versie voor het eerst. We hadden een weekend gratis HBO en daardoor kon ik op die leeftijd een R-rated film zien. De film raakte me echt toen. Kort daarna zag ik het boek liggen in een kruidenierswinkel. Het was een aangrijpend moment voor me waarin ik besefte dat een boek en een verfilming erg van elkaar kunnen verschillen. Toen ik het boek las verbaasde me dat de roman zoveel méér details en diepte bevatte dan de filmversie. Het verhaal van sheriff Wilfred Teasle is in principe uit de film gelaten. Het boek gaat over hem én Rambo, terwijl de film alleen over Rambo gaat.
Als tienjarige was ik dus erg onder de indruk van de verschillen tussen het boek en de film. Zeker aan het einde van het boek waar Rambo sterft. Ik begreep dat toen niet en heb dat hoofdstuk wel drie keer gelezen. Ik had immers de film gezien en daarin sterft hij niet! Dat was voor mij echt een keerpunt, net zoals het moment waarop je ontdekt dat de kerstman niet bestaat. Ik hoop niet dat ik nu mensen laat schrikken,’ grapt de regisseur.
De zaal lacht.
Oberzan vervolgt: ‘Dus sinds dat moment heb ik altijd al een trouwe adaptatie willen maken van het boek. Een adaptatie die uitdrukking gaf aan het boek zoals de tekst mij geraakt had. Ik kwam in de theaterwereld terecht en begon met acteren. Op een gegeven moment verhuisde ik naar New York, maar ik kon geen werk krijgen als acteur of filmmaker. Ik probeerde de traditionele route te volgen om een filmmaker en acteur te worden, maar dat lukte zo niet. Ik voelde dat ik geen greep had op de situatie.
Uiteindelijk heb ik het idee opgegeven dat ik van iemand anders toestemming moet hebben om een filmmaker te zijn. Ik besefte dat ik het zelf kon doen, zolang als ik maar de idee van wat een film hoort te zijn losliet en anders benaderde. Als je vanuit een ander perspectief kijkt naar wat acteren hoort te zijn of wat een film hoort te zijn, dan kan je ook een film maken.
In mijn ogen heb ik een big budget Hollywood movie gemaakt waarin ik zelf de hoofdrol speel. Wat mij betreft zijn het Oscarwaardige optredens en is het een Oscarwaardige montage. Vooral over de montage ben ik erg tevreden. Dat de rest van de wereld en de Oscarcommissie dat niet zo ziet, vind ik prima. Het maakt me niet uit, omdat ik me realiseer dat ik deze film gemaakt heb.
Heeft de auteur van het boek, David Morrell, de film gezien?
Ja. Ik wilde hem laten weten dat ik dit gedaan had omdat ik dacht dat hij het ontroerend zou vinden dat iemand zich zo verbonden zou voelen met zijn werk. Maar ik maakte me wel zorgen over copyrights en dat soort zaken. Uiteindelijk kwam hij achter het bestaan van de film, want hij werd opgepikt en is al op verschillende plekken te zien geweest.
Ik zocht contact met hem op. Gelukkig is hij een vrijgevig man en was hij er enthousiast over. Ik weet niet of hij helemaal begrijpt wat ik probeerde te doen, hij is immers van een andere generatie en nu in de zestig, maar hij waardeert de film en vindt het een fantastische ervaring. Hij staat er honderd procent achter. Als ik ooit problemen krijg met de copyrights, kan hij met helaas niet helpen, want hij heeft de rechten aan de filmmaatschappij verkocht.
Hoe heb je de rollen opgenomen. Iedere rol in zijn geheel?
Ja, ik heb als eerste alle shots van Rambo opgenomen en zo de hele film gespeeld. Je kunt zien dat ik steeds beter word met de techniek, want die shots van Rambo waren eigenlijk niet zo goed. Vaak valt zijn hoofd deels buiten het kader van het frame. Dat is dus geen artistieke keuze, ik was mijn manier van opnemen nog aan het perfectioneren.
Ik wilde ook zoveel mogelijk het toeval de ruimte geven aangezien ik de beperkingen die ik had ook omarmde. Dus toen ik bij het terugkijken zag dat ik Rambo deels buiten beeld is, vond ik dat het zo moest zijn. En het is prachtig om te zien hoe dingen uiteindelijk samenvallen. In een van de einddialogen zegt Captain Sam Trautman: ‘I took the top of his head off with this shotgun!’. Dus dat verwijst terug naar het feit dat de bovenkant van Rambo’s hoofd in het begin van de film is afgesneden.