Categorieën
Film Filmrecensie Mike's notities

Dagboek van een Geek #15: Apollo 11

Donderdag 25 juli
Deze week samen met mijn vriendin Linda naar Apollo 11 geweest. De documentaire van Todd Douglas Miller over de missie naar de maan van Apollo 11 en de eerste mannen op de maan: Neil Armstrong en Edwin ‘Buzz’ Aldrin. Astronaut Mike Collins bleef in het ruimtevaartuig Columbia in een baan rond de maan om zijn collega’s na hun verblijf op te pikken.

Ik ben benieuwd hoe ze bij NASA hebben bepaald wie wel voet op de maan ging zetten en in welke volgorde, en wie de achterblijver zou zijn. Naar wat ik later deze week online las vond Aldrin het eigenlijk niet leuk dat hij de tweede man was op de maan en heeft hij daarom bewust geen foto’s van Armstrong gemaakt. Ik denk dan: gast, een of tweede, je bent op de fucking maan geweest, dus wat zeur je nou?!

Op 20 juli 2019 was het precies 50 jaar geleden dat de astronauten van de Apollo 11-missie de maan bereikten. Een paar uur later, op 21 juli zetten de eerste mensen een voet op van wat ook wel de natuurlijke satelliet wordt genoemd (als ik wikipedia mag geloven. Ik vond de documentaire erg indrukkend en nu al mijn een na leukste filmervaring van dit jaar. De leukste zal Avengers: Endgame blijven – je bent immers Marvel-fan of niet.

Apollo 11 bevat recent ontdekt, nog niet eerder vertoond 70mm beeldmateriaal en meer dan 11.000 uur aan geluidsopnamen. De beelden zijn haarscherp en de kleuren prachtig, alsof alles gisteren is opgenomen. Opnames vanuit de ruimte worden afgewisseld met beelden van de mensen van Mission Control van NASA. Ook zien we hoe het publiek zich rondom de lanceersite verzamelde op de opstijging bij te wonen. Dat geeft een prachtig tijdsbeeld van wat mensen toen droegen en de hardware die ze hadden om historische momenten vast te leggen.

Schematische, maar doeltreffende animaties maken de verschillende onderdelen van de missie duidelijk aan de toeschouwer. Erg indrukwekkend vond ik het shot vanuit de lift, wanneer de astronauten naar de raket gaan vlak voordat ze opstijgen. De camera gaat langzaam omhoog en biedt een mooi zicht op de Apollo-raket. Je ziet alle details van de raket en de hele constructie er omheen. Ook de close-ups van het opstijgen, en de enorme vuurkracht die daarvoor nodig was om het gevaarte in de lucht te krijgen, gaven me kippenvel. En de opnames op het maanoppervlak zijn natuurlijk erg bijzonder.

Er zitten overigens een paar opnames bij waarvan ik vermoed dat ze in een studio zijn nagemaakt. Het gaat hier niet om shots van de maan, maar stukjes uit de ruimte. Die shots moeten het verhaal duidelijk maken, maar ik betwijfel of ze er toen aan dachten om die op te nemen. En hier en daar voegen ze geluid in de ruimte toe, wanneer twee ruimtevaartuigen aan elkaar gekoppeld worden. In de ruimte kan niemand je horen gillen weten we van de Alien-filmposter, dus zo’n koppelgeluid is in een vacuüm ook niet te horen.

Er zit natuurlijk wel een patriottistisch sausje over de documentaire heen: de wedloop om wie als eerste mensen op de maan had, de Sovjetunie of de Verenigde Staten, maakte dat ze toen zo’n haast hadden. Het is een prestatie van jewelste voor de mensheid, maar toch vooral een heldhaftige daad van de Amerikanen. Dat maakt het telefoongesprek tussen Nixon en Armstrong terwijl hij op de maan staat, nog even extra duidelijk. Maar weet je, die propaganda vind ik niet zo’n probleem. Het waren immers de Amerikanen die deze historische missie hebben volbracht. En op de maan staat niet een wereldvlag, maar de Amerikaanse.

Toen ik na de film nog even de winkel in Eye bezocht, heb ik enkele geeky kaarten gekocht. Ze verkopen allerlei film gerelateerde postkaarten daar. Vaak portretten van acteurs in character, maar ook afbeeldingen van filmaffiches. Niet toevallig kocht ik een foto van Christopher Reeve als Superman, Julie Newmar als Catwoman en Yvonne Craig als Batgirl. Er waren geen foto’s van Amerikaanse astronauten, maar deze Amerikaanse helden voldoen prima. Om het patriottisme wat te compenseren kocht ik ook een portret van Terence Hill die Italiaan is en eigenlijk Mario Girotti heet, en een afbeelding van het filmaffiche van Octopussy met Roger Moore als James Bond en de Zweedse Maud Adams als het titelpersonage. Ik wilde nog wat kaarten van Batman van Tim Burton kopen, maar die hadden ze niet meer. Kennelijk veranderen ze het assortiment geregeld. Slim, want zo blijf je terugkomen.

Terwijl we in de avondlucht langs het IJ naar huis liepen, moest ik toch vooral nog aan de Apollo-11 missie denken. Fijn dat zo’n documentaire je bijna het gevoel kan geven alsof je er 50 jaar geleden bij was.

Categorieën
Film Filmrecensie

Filmrecensie: The Man Who Stole Banksy

De documentaire The Man Who Stole Banksy stelt enkele interessante vragen over street art.

De anonieme Britse street artist Banksy schilderde in 2007 een kunstwerk op een muur in Bethlehem waarop een Israëlische soldaat de papieren van een ezel controleert. De muurschildering riep verschillende reacties bij de stadsbewoners op. Veel Palestijnen zagen dit als een belediging: zij vinden dat ze voor ezel worden uitgemaakt, aangezien de locatie van het kunstwerk met de ezel alleen maar een Palestijn kan worden bedoeld. De burgemeester van Bethlehem vond het echter een prachtig kunstwerk: ‘Banksy geeft de onderdrukte Palestijnen een stem.’

Street art is inderdaad een van de middelen waarop kunstenaars en ook locale kunstenaars zich uit kunnen drukken in een mediawereld die gecontroleerd wordt door anderen.

Een taxichauffeur nam het initiatief om de muurschildering uit te zagen en op eBay te koop te zetten. De documentaire van Marco Proserpio laat zien hoe dat is gegaan en hoe het stuk muur van vier ton verscheept is en gebracht naar gerenommeerde musea, naar kunstverzamelaars en hoe dit stuk street art uiteindelijk te koop wordt aangeboden op een kunstveiling. Spoiler: tegenwoordig staat het ergens in een duur winkelcentrum volledig uit de oorspronkelijke context.

Eigendomsrecht
Wat ik interessant aan The Man Who Stole Banksy vind, zijn de vragen die de documentaire oproept. Van wie is street art eigenlijk? Vaak worden deze kunstwerken ongevraagd door anonieme kunstenaars gemaakt. Dus is de kunstenaar nog wel de eigenaar of is dat degene die de muur bezit, oftewel de eigenaar van het pand? Of is straatkunst van ons allemaal? En zo ja, mag iemand dat dan zomaar uitzagen en verkopen? Hoort straatkunst, misschien nog wel veel meer dan andere soorten kunst, alleen te hangen op de unieke plek waar Banksy het geplaats heeft?

Ook interessant vind ik dat hetzelfde werk verschillend geïnterpreteerd kan worden. De een ziet het als een belediging van het Palestijnse volk, de ander juist als een beeld dat eindelijk aan de wereld laat zien hoe het Palestijnse gebied bezet is door de Israëliërs.

Conserveren
En dan zijn er nog mensen die juist vinden dat street art bewaard moet worden door het nageslacht. Die halen de kunstwerken van straat om deze tentoon te stellen en te bewaren. Het is nog maar de vraag of de oorspronkelijke kunstenaars daar blij mee zijn, want het werk wordt nu uit zijn oorspronkelijke context gehaald. En is het mooie van street art niet juist dat het werk vergankelijk is? De afbeelding wordt in de loop der tijd uitgebleekt door zonlicht, waardoor ze uiteindelijk verdwijnt. Panden worden uiteindelijk gesloopt. Het kunstwerk leeft op die manier mee met de buurt. Het verandert langzaam, net als de bewoners die er dagelijks langskomen.

Marco Proserpio interviewde bewoners uit Bethlehem, advocaten, kunstliefhebbers en kunsthandelaren. In het uiteindelijke resultaat worden bovenstaande boeiende vragen door de partijen verschillend beantwoord. Met andere woorden: de kijker mag zijn eigen conclusies trekken. Iggy Pop praat de boel vakkundig bij elkaar. Het segment over Keith Haring in de jaren tachtig had wat mij betreft uit de film gelaten mogen worden, zodat de film wat korter en meer to the point was geweest.

The Man Who Stole Banksy draait vanaf 2 mei in de bioscoop.

Categorieën
Film Frames Media

Ouderwets radio maken

Op YouTube kwam ik fragmenten tegen van een documentaire over een radiostation in New York getiteld On Air. De film is uit 1982.

Fascinerend om te zien hoe men vroeger radio maakte. Het station WNEW FM was ooit legendarisch. John Lennon kwam wel eens langs om favoriete platen te draaien of zijn nieuwe album te laten horen.

Ik heb weinig informatie over de documentaire zelf kunnen vinden, maar dat maakt eigenlijk niet uit. De film is een stukje direct cinema, waarbij de camera als een ‘fly on the wall’ aanwezig is en dus geen aandacht naar zichzelf toetrekt. De scènes in de radiostudio zijn verfraaid met sfeervolle beelden uit New York.

De fragmenten staan online voor zolang het duurt. Kijk vooral zelf naar de twee clips en laat je terugvoeren naar het begin van de jaren tachtig. Het prachtige, analoge tijdperk dat nooit meer terugkomt.

 


Waarom de rubriek Frames?
De verhalen die we lezen en zien maken net zo goed deel uit van onze levensloop als de gebeurtenissen die we in reallife meemaken. In de rubriek Frames verzamel ik stills uit de films (en soms tv-series) die ik heb gezien om zo die herinneringen te kunnen bewaren en koesteren.

Categorieën
Film Filmrecensie

Imagine 2018: King Cohen

King Cohen, de documentaire over cultregisseur Larry Cohen, is te zien tijdens het Imagine Filmfestival.

King Cohen werd gepresenteerd door Schokkend Nieuws. Bij aanvang gaf Vincent Hoberg, de kersverse nieuwe hoofdredacteur van het filmblad, een korte inleiding. Ook deelde hij exemplaren uit van het nieuwste nummer, waarop wederom een prachtige cover van Erik Kriek te zien is.

Films over maverick filmmakers, dat is een van de redenen waarom ik graag Schokkend Nieuws lees en naar Imagine ga. Ieder jaar zit er minstens een zo’n flick in het programma en Larry Cohen past goed thuis in het rijtje eigenzinnige, gedreven filmmakers die vaak met lage budgetten prachtig entertainment brengen.

B-films
Larry Cohen (New York, 1941) begon al jong als scenarist en bedenker van televisieseries. Omdat hij vond dat de meeste regisseurs zijn schrijfwerk verknalden, besloot hij om maar zelf zijn eigen scripts te regisseren en te produceren. Hij maakte succesvolle genrefilms, waaronder blaxploitation en horror. Van demonische baby’s, draken die nesten in het Crystler Building, tot een biopic over J. Edgar Hoover en een film over godsdienstwaanzinnigen. De meeste films spelen zich af in New York.

Vliegende draak
Cohen maakte zijn films dikwijls voor weinig geld, altijd inventief en vaak zonder vergunningen. Tegenwoordig zou niemand meer zo gek zijn om een taxi over een overvolle stoep in New York te laten rijden. De mensen die in beeld wegrennen zijn New Yorkers die geen idee hebben dat er een film wordt geschoten. Door op een guerrilla-wijze te werken kon Cohen mooie locaties en situaties gebruiken zonder dat het hem een cent kostte.

Dacht je dat de taxi’s in Amsterdam levensgevaarlijk rijden? Check dan deze scène in Black Caesar maar.

En je mag dan kunnen zien dat de vliegende draak boven New York in Q: The Winged Serpent (1982) een special effect is, dat handwerk maakt het plaatje eigenlijk alleen maar mooier.

Q: The Winged Serpent.

King Cohen is echter minder origineel dan het werk van de filmmaker die geportretteerd wordt, en volgt voorspelbaar op chronologische wijze Cohens carrière. Leden van de cast en crew komen veelvuldig aan het woord, evenals Cohen, diens ex en huidige vrouw. Ook bekende filmmakers als Joe Dante, Martin Scorsese en John Landis passeren de revue. Toch mag de voorspelbaarheid de pret niet drukken, want de talking heads lepelen sappige anekdotes op.

Het wordt helemaal leuk als Cohen beweert alle stunts voor Black Caesar (1973) zelf eerst heeft voorgedaan terwijl ster Fred Williamson, relaxt poserend voor de camera met een sigaar in zijn hand, dat in alle toonaarden ontkent: ‘Cohen is echt niet zelf uit een rijdende taxi gesprongen. Geloof me. Als hij dat beweert, dan liegt hij!’

Larry Cohen himself.

Toupet
Ook terugkerend acteur Michael Moriarty kan zich niet herinneren dat hij voor iedere nieuwe rol eiste dat hij een nieuw haarstukje kreeg. ‘Als Cohen dat beweert, dan liegt hij!’

Wel is iedereen vol lof over het samenwerken met de regisseur. Een paar keer doen ze een rondje loftuitingen in King Cohen. Dat hadden wel een paar rondjes minder asskissing mogen zijn, want op den duur begint dat te vervelen.

Dat neemt niet weg dat je na het zien van King Cohen meteen zin krijgt om alle films van Larry Cohen te gaan zien. En daarmee is regisseur Steve Mitchell in zijn opzet geslaagd.

Categorieën
Film Filmrecensie

Film: The Beatles – Eight Days a Week

Ron Howard regisseerde een nieuwe documentaire over de toerjaren van The Beatles.

Er is weinig wat we niet al over The Beatles weten. Er zijn denk ik meer boeken over de band verschenen dat over Hitler en Jezus, al kun je met al deze drie onderwerpen een flinke boekenkast vullen. De documentaire The Beatles: Eight Days a Week – The Touring Years heeft dan ook weinig nieuws te vertellen voor verstokte fans, toch is het een mooi document van de toerjaren van The Beatles geworden. Dit komt met name door de opgepoetste beelden en de vele amateuropnames die in de film zijn opgenomen.

Al sinds mijn twaalfde ben ik Beatles-fan. Hun muziek spreekt nog steeds tot mijn verbeelding en ik vond het daarom een groot plezier om dit interessante tijdsdocument te zien. De film wekt een warm nostalgisch gevoel op naar een tijd die lang achter ons ligt. Een tijd ver voor mijn tijd, maar waarvan de muziek al bijna mijn hele leven de soundtrack is. De film biedt een goede introductie op wie de Beatles waren en op wat voor gekte ze toentertijd losmaakten. Behalve mensen die daar bij waren, is de documentaire dus ook geschikt voor bijvoorbeeld de millennials – mensen die zijn opgegroeid met ipods en gestreamde muziek. Niet alleen mensen dus die geboren zijn lang nadat the Beatles in 1970 uit elkaar gingen, ook nog eens luisteraars die wellicht niet bekend zijn met albums.

beatles-docuMuzikale helden
The Beatles waren pioniers op verschillende vlakken. Begonnen als podiumband die urenlang muziek speelde, werden ze een enorme sensatie over de hele wereld. Paul McCartney, John Lennon, George Harrison en Ringo Starr de eerste boyband noemen is accuraat, maar doet hun muzikale erfenis erg te kort. Niet alleen schreven ze hun eigen materiaal, veel van hun nummers zijn klassiekers geworden en behoren tot de beste popmuziek ooit gemaakt. Ze waren ook de eerste band die in stadions optraden, omdat er teveel mensen een kaartje wilden hebben.

Nadat ze jaren getoerd hadden, gaven ze daar in 1966 de brui aan. Niet zonder reden, want ze konden zichzelf niet horen spelen: daarvoor gilde het publiek veel te hard. Dit wordt mooi geïllustreerd door de film heen maar vooral in het 30-minuten durende segment na de aftiteling waarin we The Beatles tijdens hun optreden in Shea Stadium zien.

Minder gegil
De geluid – en beeldrestoratie is goed gelukt en eigenlijk voor het eerst kunnen we in die live-opnames de band goed horen. Ze slagen er wonderwel in goede muziek te maken zonder dat ze monitors hadden en het eigenlijk de vraag was of het publiek überhaupt wel kon horen wat ze zeiden en zongen. Tegelijkertijd maken de Fab Four tijdens het optreden in Shea Stadium ook een enigszins knullige indruk op dat podium. Zeker als je hun show vergelijkt met de gelikte optredens van grote popsterren nu. Niet alleen lijkt het alsof ze ter plekke bedenken wat ze zullen gaan spelen, de tussentekstjes zijn bijna knullig en vooral George staat er wat verloren bij. Let wel: dit is misschien wel de belangrijkste band uit de geschiedenis van de popmuziek.

beatles

Na hun podiumperiode pionierden The Beatles door in de studio, waarin ze experimenteerden met muziek en prachtige albums maakten. Dit is de periode van The Beatles die ik muzikaal het interessantst vind en de albums die ik het vaakst luister. Neemt niet weg dat zelfs in de periode dat ze hap-snap albums opnamen tussen de optredens door, ook prachtige nummers zitten.

Behalve Paul en Ringo komen George en John aan het woord via archiefbeelden. Ook worden er enkele bekende Britten en Amerikanen aan het woord gelaten. Sigourney Weaver was aanwezig bij een van de concerten. Ze had zich extra netjes aangekleed omdat ze hoopte dat de bandleden haar zouden opmerken. Net als alle andere bakvissen in het publiek natuurlijk.

Zwart-wit
Wat de film mijns inziens typisch Amerikaans maakt is de opmerking van Woopi Goldberg die iets zegt in de trant van dat ze zich door The Beatles geaccepteerd voelde als zwarte vrouw. ‘Ik zag The Beatles nooit als vier witte mannen, maar gewoon als mannen’. Interessanter is het concert in Jacksonville waar de vier Beatles weigerden op te treden als blank en zwart inderdaad gesegregeerd in de zaal zou zitten. Toen maakten ze dus al politieke statements. Ze kregen hun zin en traden op voor een gemengde zaal. Een vrouw die aanwezig was bij het concert vertelt hoe bijzonder het voor haar was om zo tussen blanke mensen te kunnen zitten bij een concert. We zijn vijftig jaar later inmiddels, maar dit soort politieke issues zijn nog steeds zeer actueel in de Verenigde Staten.

https://www.youtube.com/watch?v=T5GtkQoT5_g

The Beatles: Eight Days A Week – The Touring Years is vanaf 20 oktober te zien in de bioscoop en wordt uitgebracht door September Film.

Categorieën
Film Strips

Theo van den Boogaard laat de winter achter zich

Op dit moment ben ik nog een beetje aan het bijkomen van het eerste weekend van de Stripdagen Haarlem 2016. Het was leuk werken.

Eigenlijk begon voor mij het stripfestijn al op woensdag 1 juni. Ik interviewde stripmaker Theo van den Boogaard na de vertoning van de documentaire De vier winters van Theo van den Boogaard, geregisseerd door Nathalie Crum. Deze film gaat onder andere over het maakproces van ‘Four Winters in a Row’. Dit liedje schreef Theo als 27-jarige. Nu neemt hij het eindelijk op en maakt er illustraties bij. Het nummer geeft goed de gemoedstoestand weer waarin Theo toen in verkeerde, en nu nog wel eens, in verkeert. Al vertelde hij woensdag dat hij de winter inmiddels achter zich heeft gelaten.

Ondanks het feit dat die film de volgende dag ook gewoon op de buis te zien was, waren er toch een kleine veertig mensen in de zaal van de Filmschuur in Haarlem.

Die werden ook nog eens getrakteerd op een optreden van Theo die een nummer van Bob Dylan vol overgave ter gehore bracht. Hij werd op piano begeleid door Wim Veenhof. Op het scherm waren Theo’s illustraties bij dit nummer te zien.

Theo zingt. Foto: Michael Minneboo.
Theo zingt. Foto: Michael Minneboo.

Zo treedt de stripmaker al een tijdje op en dat is een leuke combinatie. Na Theo’s optreden interviewde ik hem over hoe de documentaire tot stand is gekomen en of hij het niet vervelend vond om op zijn vingers gekeken te worden tijdens het tekenen. Ook kwamen er nog wat vragen uit de zaal. Dat is altijd leuk, want je weet van tevoren nooit wat mensen gaan vragen. Ik spreek stripmakers geregeld, maar voor veel fans is dat bij uitstek de kans om hun helden eens een vraag te stellen. Dat is een van gave dingen van een stripfestival.

Minneboo & Van den Boogaard. Foto: Atelier Schmit. (@glasinloodotcom op Twitter)
Minneboo & Van den Boogaard. Foto: Atelier Schmit. (@glasinloodotcom op Twitter)

Overigens was het tof om de documentaire nog eens op een groot scherm te zien, want je ziet dan gewoon veel meer dan op je monitor of televisie. De tekeningen van Van den Boogaard waren mooi in beeld gebracht, maar je kon op het grote scherm ook goed zien welke boeken hij in zijn kast had staan. Ik ben altijd nieuwsgierig naar wat mensen allemaal voor strips en boeken lezen, dus dat soort details vind ik erg leuk.

Benieuwd naar hoe het nummer ‘Four winters in a row’ klinkt? Check hier de youtube versie:

https://www.youtube.com/watch?v=IK93xn443Uw

Ik beveel je de documentaire trouwens van harte aan als je van Theo’s werk houdt. Het laat veel van de man en zijn geschiedenis zien. En je ziet hem in actie aan de tekentafel.

Tijdens mijn research voor het gesprel stuitte ik op deze illustratie uit Bob Dylan Illustrated. Een prachtige pop-art mash-up.

van-den-boogaard-popeye

Categorieën
Film Strips

Docu: De vier winters van Theo van den Boogaard

De documentaire De vier winters van Theo van den Boogaard is woensdag 1 juni te zien in De Filmschuur in Haarlem. Donderdag 2 juni 2016 wordt deze in het kader van Het uur van de Wolf uitgezonden om 22.55 uur op NPO 2.

De speciale voorstelling in De Filmschuur is in het kader van de Stripdagen Haarlem. Zoals je weet gaan die volgende week beginnen. (Yay!). Na afloop van de voorvertoning zullen Theo van den Boogaard en regisseur Nathalie Crum geïntreviewd worden door ondergetekende. Het publiek krijgt ook gelegenheid vragen te stellen, dus kom vooral kijken om je tekenheld te ontmoeten en vragen te stellen.

De vier winters van Theo van den Boogaard van regisseur Nathalie Crum gaat over de verwezelijking van Van den Boogaards jongensdroom: het illustreren en zingen van de eigen geschreven songtekst ‘Four winters in a row’. Het lied dat Theo schreef toen hij zevenentwintig jaar oud was, over een man in zijn eindeloze zoektocht naar geluk, blijkt nog steeds actueel.

theo van den boogaard docuSjef van Oekel
Theo van den Boogaard is vooral bekend van de Sjef van Oekel-strips, die hij samen met Wim T. Schippers maakte. Een reeks met groot nationaal en zelfs internationaal succes waarin Theo zich bewijst als een meester van de Klare Lijn, de door Hergé bedachte tekenstijl waarin de kunst van het vereenvoudigen voorop staat.

Ans en Hans krijgen de kans
Met zijn taboedoorbrekende serie Ans en Hans krijgen de kans stond Theo aan de wieg van de seksuele revolutie. Onderwerpen als vrije seks, popmuziek, drugsgebruik en homoseksualiteit heeft hij jarenlang op humoristische wijze en in veel verschillende stijlen getekend. Door zenuwpijn in zijn hand gaat het tekenen van de klare lijn echter steeds moeizamer en moet Theo zich bezinnen op zijn creatieve toekomst. Hoewel hij het tekenen met de kroontjespen niet kan laten – ‘Het is gewoon te leuk!’ – gebruikt hij steeds vaker ook lossere stijlen, zoals in Bob Dylan Illustrated. De nummers van Dylan die hij daarin van tekeningen voorzag, nam hij ook op, want eigenlijk zou hij net zo lief zanger zijn. En nu zingt hij voor het eerst zijn eigen tekst. Zal dit dan wellicht zijn creatieve toekomst worden of dient de volgende winter zich aan in het huis aan de Amsterdamse gracht?

Toen ik hem in 2010 interviewde voor de VPRO Gids over de heruitgaven van de Van Oekel-strips waren er voorzichtige plannen om de reeks voort te zetten. Hoe zou het daarmee gesteld zijn? Het is een van de vragen die ik hem aanstaande woensdag wil gaan stellen. Kom je ook?

De vier winters van Theo van den Boogaard werd geproduceerd door Bureau Voorlichting.

Waar:
De Filmschuur

Wanneer:
woensdag 1 juni

Aanvangstijd:
19.15u

Adres:
Lange Begijnestraat 9

Kaarten:
€5

Kaartverkoop:
via De Filmschuur

Categorieën
Film

Documentaires over onconventionele kunstenaars

Cracking the Frame Presents organiseert 5 t/m 26 mei een oogstrelend programma met documentaires over het leven en werk van onconventionele kunstenaars als David Hockney, Andrew Sachs, Chantal Akerman en Ida Applebroog. Verder zijn er speelfilms gemaakt door hedendaagse kunstenaars als Phil Collins en Ben Rivers, en workshops en presentaties.

cracking-the-frameAl sinds 2011 presenteert Cracking the Frame een maandelijks programma in Rialto met een internationale selectie van veelgeprezen kunstfilms en films over hedendaagse kunstenaars, filmmakers en schrijvers. In het kader van het vijfjarig jubileum presenteert Cracking the Frame in mei een uitgebreid programma in Amsterdam onder de naam Cracking the Frame Presents, met films, kunstenaarspresentaties, internationale gasten, workshops, en speciale programma’s.

Het openingsweekend van 5 tot en met 8 mei in Rialto biedt een programma van 11 internationale kunstdocumentaires en speelfilms van kunstenaars. Nog onder de radar van Nederlandse filmtheaters en filmfestivals beleven de meeste van deze films bij Cracking the Frame Presents hun Nederlandse première. De films worden ingeleid door de makers, deskundigen uit het vak en andere bijzondere gasten. Filmmakers als Phil Collins, Lonnie van Brummelen en Siebren de Haan, en Francesco Clerici zijn aanwezig voor een Q&A.

Zelf ben ik erg benieuwd naar deze documentaire over schrijver William S. Burroughs van wijlen Howard Brookner:

Zie voor meer informatie de website CrackingtheFrame.org.

Categorieën
Film Frames

Hitchcock/Truffaut: Praten met je held

Psycho janet leighDe arme Janet Leigh ligt een beetje dood te zijn op de badkamervloer van een gruizig motel. Zojuist heeft Norman Bates, verkleed als zijn moeder, hard zijn best gedaan haar in stukken te snijden. Met Psycho creëerde Alfred Hitchcock de slasher-film. En de rest was filmgeschiedenis.

De laatste dagen denk ik veel aan Alfred Hitchcock en zijn films. Tijdens mijn studie aan de Universiteit van Amsterdam kregen we een semester lang lessen over Hitchcock: zijn oeuvre is een filmschool op zichzelf. Dat besefte de Franse regisseur en criticus François Truffaut ook.

Truffaut was een van de vaders van de Nouvelle Vague en een groot bewonderaar van Alfred Hitchcock. In 1962 zaten de twee heren acht dagen lang aan een tafel te praten over filmkunst en de films van Hitchcock. Die gesprekken werden gepubliceerd in het boek Hitchcock/Truffaut. Nog steeds een belangrijk naslagwerk voor iedereen die films wil maken.

Ook een goed boek voor stripmakers trouwens, want veel van de technieken die Hitchcock bespreekt, zijn leerzaam voor mensen die op visuele wijze verhalen willen vertellen. Of dat nu op film is of met een tablet en stripkaders, maakt niet zoveel verschil. Beide media hebben immers veel overeenkomsten.

hitchcock truffautAfgelopen zondag zag ik in Eye de documentaire Hitchcock/Truffaut (Kent Jones, 2015) die weer gebaseerd is op dit prachtige boek. Aan het woord komen regisseurs als Martin Scorsese, Wes Anderson, David Fincher en Olivier Assyas. Allemaal zijn ze wel op een bepaalde manier beïnvloed door de master of suspense, zoals Hitch ook wel genoemd werd.

Ook zitten er enkele audiofragmenten van de gesprekken tussen Hitchcock en Truffaut in de film. Het verbaasde me enigszins dat er aan tafel ook een vertaalster zat. Truffaut stelde zijn vragen in het Frans, en Hitchcocks antwoorden werden weer aan hem terug vertaald. Gek, want de Franse regisseur sprak Engels en regisseerde zelfs een Engelstalige films. Misschien was hij desondanks toch erg onzeker over zijn kennis van de Engelse taal.

Het idee van Truffaut die zijn grote held en voorbeeld interviewt, spreekt mij erg aan. Ik interview zelf namelijk ook graag mijn helden. Handtekeningenjagen doe ik niet, maar antwoorden verzamelen en conversaties met mijn helden starten des te grager. Een van die helden zal altijd tekenaar John Romita Jr. blijven. Vroeger was Steven Spielberg de regisseur waar ik het meest tegenop keek. Volgens mij kun je met hem ook goede gesprekken over filmtechniek voeren, want de filmkunst beheerst hij tot in zijn vingertoppen.

Door Hitchcock/Truffaut ben ik ook nieuwsgierig geworden naar de films van Truffaut. Ik geloof dat ik daar vroeger wel een paar van gezien heb. In ieder geval kwamen die ook tijdens mijn studie filmwetenschap ter sprake, want Truffaut (1932-1984) was ook een goede filmmaker. Om mijn geheugen op te frissen zag ik deze week Fahrenheit 451 en zijn debuut Les Quatre Cents Coups uit 1959. Zijn eerste film is meteen een van zijn meest persoonlijke. Over hoe een tiener maar niet begrepen wordt door de volwassenen in zijn leven en daardoor langzaam afdwaalt naar een nihilistisch bestaan. Er wordt de hele tijd over de jongen gepraat maar eigenlijk niet met de jongen. De jonge acteur Jean-Pierre Léaud speelt de tiener Antoine Doinel die min of meer gebaseerd is op Truffaut zelf. Ze maakten samen nog vier andere films waarin verschillende stadia van Doinels leven verhaald worden.

Les Quatre Cents Coups
Het beroemde laatste shot, een freeze-frame uit Les Quatre Cents Coups.

Voor de aanvang van de documentaire Hitchcock/Truffaut zat een vrouw in een boek te lezen. Dat bleek de biografie van Vladimir Vladimirovitsj Nabokov te zijn: haar literaire held. ‘Ik hoop dat de documentaire een beetje goed is,’ zei de stijlvol geklede, Belgische vrouw met een licht Fransaccent, ‘want anders blijf ik liever dit boek lezen.’ Ze vertelde me dat Nabokov op een gegeven moment in de Verenigde Staten ging wonen en ook in het Engels boeken schreef. Hoewel zijn taalgebruik grammaticaal correct was, had hij een bepaalde manier van dingen zeggen, een sensibiliteit die ongewoon was in het Engels. Interessant wat mensen over hun helden weten te vertellen.

Categorieën
Bloggen Media Video

Ik ben fan van Justin Hall

Justin Hall is een pionier van het web en van bloggen.

Justin Hall in 2009. Foto: Joi Ito. Creative commons.
Justin Hall in 2009. Foto: Joi Ito. Creative commons.

In de vroege jaren negentig begon hij een webpagina waarin hij interessante linkjes deelde: links.net genaamd. Als een van de eersten begon hij online over zijn leven te vertellen en daarin ging Hall heel ver: hij gaf zichzelf letterlijk en figuurlijk bloot. Hij deelde intieme details van zijn leven en dat van anderen, totdat hij een meisje ontmoette die daar niet van gediend was. In een emotionele vlog legde Justin uit dat hij niet langer online kun publiceren en hoeveel pijn hem dat deed.

Hall heeft altijd gelooft in de mogelijkheden van het web en werkte onder andere voor Wired. Ook reisde hij Amerika door om mensen bekend te maken met online publiceren zodat bijvoorbeeld ook geestelijk gehandicapten hun stem konden laten horen. Dit was allemaal in de jaren negentig, toen er nog geen blogsoftware bestond.

Ik bewonder Hall voor wat hij in die tijd heeft gedaan. Dat hij anderen enthousiast wist te maken voor het bloggen, maar ook dat hij zonder schroom zo openhartig online publiceerde. Daarin ging Hall veel verder dan ik ooit zou gaan.

Nu heeft hij een documentaire over zijn leven online gemaakt en die heb ik geboeid zitten kijken.

Categorieën
Film

Imagine 2015 in de achteruitkijkspiegel

Robots, cyborgs en artificiële intelligentie. Dat was zo’n beetje de rode draad van Imagine 2015. Hoewel ik door drukte weinig van de filmprogramma’s heb kunnen zien, pakte ik toch genoeg van het festival mee om er tevreden op terug te kunnen kijken.

Alles over Imagine 2015
Alles over Imagine 2015

Voor mij vond het hoogtepunt van het festival nog voor de openingsavond plaats, namelijk het interviewen van editor Bob Murawski. Het was een genot om een uur met deze prof uit Hollywood te mogen spreken over zijn liefde voor de genrefilm, zijn samenwerking met Sam Raimi en de Spider-Man-films. Zijn masterclass op vrijdag 10 april was ook zeer vermakelijk:

Met Ex Machina opende het festival. Daarin verblijft twintiger Caleb een week in het afgelegen futuristische onderkomen van zijn baas Nathan, de oprichter van internetzoekmachine Bluebook. Nathan blijkt zijn eigen robot te hebben gebouwd, de beeldschone Ava, en vraagt Caleb mee te werken aan een experiment om te testen in hoeverre haar kunstmatige intelligentie zich nog laat onderscheiden van dat van menselijke. Al snel blijken de relaties veel ingewikkelder in elkaar te zitten dan verwacht. Ik vond het een boeiende openingsfilm met een seksistisch tintje. Actrice Alicia Vikander deed me erg denken aan Sean Young uit Blade Runner en dat is vast niet per ongeluk.

http://youtu.be/XYGzRB4Pnq8

Er waren veel interessante lezingen dit jaar. De lezing van Prof.dr. Anneke Smelik over Robots en hartstocht woonde ik bij op zondag. Helaas scheen de zon fel op de muur waarop de filmfragmenten geprojecteerd werden, waardoor die nagenoeg niet te zien waren. Gelukkig kende we de meeste fragmenten al. Wie heeft immers niet The Terminator of The Matrix gezien?

De avond over H.R. Giger vond ik boeiend. Ik ken het werk van Giger vooral uit de eerste Alien-film – hij deed daar de ontwerpen voor – en daarom was het leuk om meer van zijn boeiende werk te zien en om anecdotes van mensen te horen die Giger persoonlijk gekend hebben. Marco Witzig, sinds 2000 Gigers assistent, en de Nederlandse kunstenaar André Lassen, die met Giger samenwerkte, werden door Barend de Voogd geïnterviewd. De documentaire over Giger die erna werd vertoond moest ik helaas skippen: de volgende dag moest ik vroeg mijn bed uit om stripmaker Scott McCloud te interviewen.

De documentaire Lost Soul, The Doomed Journey of Richard Stanley’s Island of Dr. Moreau heb ik gelukkig wel gezien. Prachtig verhaal over hoe Stanley van zijn eigen filmset werd verjaagd door beroepseikels Marlon Brando en Val Kilmer. Goed, Stanley gedroeg zich ook niet helemaal als een regisseur tijdens het project en eenmaal op locatie in Australië weigerde hij praktisch zijn huis uit te komen om met de crew te overleggen. De documentaire is niet heel opzienbarend in elkaar gezet, maar het verhaal dat er verteld wordt is meer dan de moeite waard. Het was een voorstelling geregeld door filmblad Schokkend Nieuws en dat leverde gelukkig meteen wat nieuwe abonnees op. Dat doet mij, als medewerker van dat prachtige tijdschrift, natuurlijk erg goed. Collega Hedwig van Driel leidde de film vakkundig en onderhoudend in.

Verder zag ik nog de film Spring, waarin de Californische Evan in Italie de liefde van zijn leven tegen het ranke lijf loopt. Uiteraard blijkt deze schone veel meer te zijn dan ze lijkt en draagt ze een duister geheim met zich mee. Ware liefde overwint zelfs enge transformaties, blijkt uit Spring.

Het korte filmprogramma Shorts 4: Outrageous, Outlandish, Out of This World kon mij goed bekoren. Vooral de films The Stomach en Dinner for Few waren erg goed, terwijl The Fly erg luchtig en goed uitgevoerd was.

De slotfilm Big Game vond ik vermakelijk en was een fijne en vooral makkelijke afsluiter van het festival. Samuel L. Jackson casten als angsthazige president van de Verenigde Staten was een mooie vondst. Toch vond ik Rare Exports, ook van schrijver en regisseur Jalmari Helander, wel beter.

De leuke reportages over het festival zijn gemaakt door de snelle jongens Lazlo en Dylan Tonk van Dyzlofilm.

Categorieën
Strips

De tekenblokkade van Martin Lodewijk

Stripmaker Martin Lodewijk deed ruim tien jaar over het nieuwe avontuur van Agent 327. De documentaire Martin Lodewijk en de laatste pagina vertelt waarom.

Stiil uit de documentaire.
Still uit de documentaire.

De Daddy Vinci Code, het nieuwste avontuur van stripheld Agent 327, heeft nu al een legendarische status. De fans van stripmaker Martin Lodewijk (Rotterdam, 1939) hebben er namelijk ruim tien jaar op moeten wachten. De publicatie van het album werd al eens aangekondigd, ook in de VPRO gids, maar de strip kwam maar niet af: door persoonlijke omstandigheden kampte Lodewijk met een writer’s block. Regisseur Koert Davidse vond het hoog tijd dat een van de godfathers van de Nederlandse strip in een documentaire werd geportretteerd: ‘Martin Lodewijk is een bijzonder fenomeen. Ik wil laten zien dat hij een geweldige tekenaar is met veel gevoel voor humor en detail. En dat hij anderen inspireert. Toen ik hem voor het project benaderde wist ik niet dat hij al zo lang bezig was met het laatste album, maar tijdens de research en voorgesprekken kwam dat al snel ter sprake. Een spannend gegeven dat de rode draad in de documentaire is geworden. Het opzetten van een project als dit duurt vrij lang, ook de financiering ervan. In de documentaire komt ook naar voren dat Lodewijk nogal berucht is om zijn het soms niet halen van zijn deadlines. Op den duur was ik ook een van zijn deadlines. Veel productiedagen werden opgeschoven omdat Lodewijk ook andere belangrijke dingen te doen had. Hij heeft natuurlijk ook zijn eigen agenda. Lodewijk werkte ook aan de strip en had tussendoor nog andere opdrachten. Hierdoor heeft het veel langer geduurd voordat de film klaar was. In totaal hebben we de opnames in anderhalf jaar gemaakt.’

Lodewijk-Agent-20-Daddy-VinIn Het uur van de wolf: Martin Lodewijk en de laatste pagina zien we de stripmaker letterlijk aan die beruchte laatste pagina werken. ‘Lodewijk had het liever niet over het waarom van zijn writer’s block. Dat komt deels omdat hij er de man niet naar is om erover te praten. Hij vindt de strip belangrijker dan de maker. Hij stipt het wel aan en met de aanvullingen van collega’s als Dick Matena, Jan Kruis en Eric Heuvel wordt wel duidelijk wat er in zijn privé-leven is gebeurd. Op een gegeven moment werd de drempel om weer te beginnen steeds hoger.’

Mooi gevisualiseerd
Lodewijks creatieve blokkade wordt in de documentaire prachtig gevisualiseerd: de stripmaker zit peinzend aan zijn tekentafel in een volledig donkere ruimte, het enige licht komt van zijn bureaulamp. Als het licht der inspiratie gedoofd is, tast de maker in het duister. ‘Die opnames hebben we in de studio gemaakt. Martins werkkamer is namelijk erg klein en staat ook nog eens bomvol met boeken en spullen. We hebben zijn tekentafel naar de studio verplaatst om deze opnames te kunnen maken. De opnames waarin we zien dat Lodewijk aan de laatste pagina werkt, zijn ook in verschillende sessies gemaakt. Hij nam daar echt zijn tijd voor,’ legt Davidse uit.

Ook over de visualisatie van de strips is goed nagedacht. Davidse brengt deze tot leven met verschillende technieken, door elementen uit de plaatjes te bewegen of de tekst in de balloons regel voor regel te laten verschijnen. ‘Ik heb kunstgrepen uitgehaald om de dynamiek van het strip lezen weer te geven. De strips hebben een enorme vaart en bevatten veel actie, en dat ervaar je niet door langzaam met de camera over de strip heen te gaan.’

Eerder werd door Uitgeverij L aangekondigd dat De Daddy Vinci Code 23 april uit zou komen, maar inmiddels ligt het album al in de winkel.

Uur van de wolf: Martin Lodewijk en de laatste pagina
Donderdag 23 april
NPO 2, 23.00 – 23:54 uur

Martin Lodewijk signeert zijn nieuwe album op 1 mei in stripwinkel Het Beeldverhaal in Amsterdam. Van 17 tot 19 uur kun je de stripmaker daar ontmoeten.

Dit artikel is in een iets kortere versie gepubliceerd in VPRO Gids #16 (2015).