Categorieën
Mike's notities Strips

Lachen en nerden met Kevin Smith

De aanleiding voor mijn reis naar Edinburgh was een optreden van de Amerikaanse filmregisseur Kevin Smith en zijn kompaan Jason Mewes, beter bekend als Silent Bob en Jay uit Smiths films. Zij traden zondagavond 19 februari in het Edinburgh Festival Theatre op.

Hoe zo’n show eruit ziet? De twee heren zitten achter een tafel alsof ze een persconferentie geven. Ze spreken niet alleen de zaal toe, maar ook duizenden luisteraars op het internet. Ze nemen namelijk tegelijkertijd een podcast op. Dat doen ze al jaren. Alleen zo nu en dan dus voor publiek. ‘Om Mewes bezig te houden,’ vertelde Smith. Jay probeert namelijk van de drugs af te blijven en moet daarom afgeleid worden. Die geschiedenis heeft Smith uitvoerig en met veel compassie beschreven in zijn dagboek My boring ass life. Het drugsverleden van Mewes kwam ook zondag ter sprake, een serieus moment in een verder cabareteske avond.

Mewes was de ster van de avond en toonde vol trots zijn Schotse kilt die hij natuurlijk zonder onderbroek eronder droeg. Hij kwam dan ook bij herhaling terug op het feit dat een zuchtje wind een prikkelend effect heeft op je scrotum. Er was sowieso veel aandacht voor de lichamelijke activiteiten van Mewes, in het bijzonder zijn seksleven. Welke standjes hij lekker vindt en hoe hij zijn lul melkt als hij klaarkomt. Het een en ander werd gedemonstreerd met een microfoon. Puberaal? Choquerend? Ach, ik ben wel wat van Smith gewend. Persoonlijk hoor ik de regisseur het liefste over zijn films praten, maar daar was die zondag weinig ruimte voor. In tegenstelling tot zijn solo-optreden in Londen een paar jaar geleden. Dat was vier uur lang boeiend luisteren naar de meester die de ene hilarische anekdote na de andere opdiende.

Seksstandjes
Live aanwezig zijn heeft een meerwaarde. Behalve dan dat je in staat bent om je helden van dichtbij te zien, werden de toeschouwers ook getrakteerd op het onderdeel ‘Let us fuck!’. Smith geeft de naam van een bijzonder seksstandje die vervolgens met Mewes en iemand uit de zaal uitgebeeld moet worden. Het is het meest puberale onderdeel van de show, afgeleid van de film Zack & Miri make a porno waarin de uitspraak ‘Let us fuck!’ wordt gebezigd voordat er een seksscène wordt opgenomen. Zack & Miri is de minste film uit het oeuvre van Smith. Dit komt behalve door het zwakke scenario, vooral door de aanwezigheid van non-acteur Seth Rogen die mij danig op de zenuwen werkt.

Uit het bovenstaande leid je wellicht af dat ik me die avond niet vermaakt heb. Dat zou een verkeerde aanname zijn, want ik heb wel degelijk een paar keer behoorlijk blauw van het lachen van mijn stoel gerold. Smith en Mewes zijn een komisch duo, en ze brengen hun onderbroekenlol op zeer aanstekelijke wijze. Misschien dat Andries Knevel met strakke kaak het pand voortijdig verlaat, maar iedere gezonde vent die met het werk van Smith is opgegroeid, zal het niet kunnen laten om de mondhoeken naar boven te plooien.

Jack Nicholson
Hilarisch was het verhaal waarin Smith en Mewes een aidsgala bezoeken en Mewes, volledig starstruck van alle filmsterren die hij die avond zag, probeerde de bekende koppen te fotograferen. Tot irritatie van de sterren natuurlijk die, terwijl ze soep zaten te slurpen, werden vastgelegd door een of ander magere paparazzo die bij hen aan tafel zat. Hartverscheurend was voor de jonge Mewes de confrontatie met Jack Nicholson. Nicholson had er geen problemen mee om met ieder rondborstig dom blondje op de foto te gaan, terwijl hij keer op keer weigerde met blondje Mewes te poseren, hoezeer deze ook aandrong. ‘Michael Keaton wilde wel met me op de foto, dus toen dacht ik: “Fuck you, Joker! I’m with Batman from now on!’, zei Mewes.

Ook wist Smith zeer beeldend te vertellen hoe zijn eerste ontmoeting met Sean Connery verliep, inclusief perfect geïmiteerde Schots accent. Wat betreft de thematiek werd er die avond weldegelijk rekening gehouden met het Schotse publiek, waarvan sommige mannen overigens behoorlijk luidruchtig waren.

De Comic Book Men aan de hockey in aflevering 2.

Comic book men
Heb ik nu genoeg van Kevin Smith? Nou, ik voel niet erg de neiging om weer een vliegtuig in te stappen om de man live te gaan zien. Maar ik blijf zijn films kijken, zijn blogs lezen en pak graag een podcast hier en daar mee. En de nieuwe tv-show Comic book men, die zich afspeelt in de stripwinkel van Smith: Jay and Silent Bob’s Secret Stash in New Jersey. Nerdtelevisie ten top!

AMC’s new unscripted one hour series, Comic Book Men, dives deep into fanboy culture by following the antics in and around master fanboy Kevin Smith’s New Jersey comic shop, Jay and Silent Bob’s Secret Stash. The six part series documents the daily banter of the Stash staff and customers as they geek out over mind-blowing pop culture artifacts and the legends behind them. Comic Book Men features Secret Stash employees Walt, manager and de-facto leader; Mike, a comic book virtuoso; Ming, the store’s technical expert and go-to whipping boy; and Bryan, who doesn’t actually work at the Stash, yet can always be found perched on a stool behind the front counter. As the team buys, sells and discovers the treasures of the comic collecting world, they share all the juicy details with Kevin through their outrageous podcast, which is woven throughout the series. The Secret Stash is not only a place for these comic book men to buy and sell, but it’s also a refuge for many to hang out and be part of a community that loves comics.

Bryan, Ming en Mike bij de Batmobile.

Een heerlijk programma, dat Comic Book Men. Er komen geregeld in de winkel mensen langs die bijzondere spullen verkopen: zeldzame comics of posters, of een Chucky pop (je weet wel, van Child’s Play). Maar ook om bijzondere dingen te laten zien, zoals een replica van de Batmobiel uit de televisieserie met Adam West. Verder is het genieten van de strippraat van deze vier nerds, die overigens prima gecast zijn. Vooral Bryan die in de winkel lijkt te wonen maar niet in dienst is. Met zijn woeste baard doet hij mij erg aan Alan Moore denken.

Of nu ja, gecast: ze werken echt in The Secret Stash, maar aangezien niemand die de winkel binnenloopt opkijkt van het feit dat er twee cameramannen en een geluidsman bij de balie staan te filmen, geeft wel aan dat een en ander is opgezet. Gescript misschien zelfs. Dat geeft natuurlijk niets, want gescripte realiteit is inherent aan het genre reality tv.

Categorieën
Fotoblog

Paul puft uit

Onderweg naar de eerste bak koffie van die dag.

Categorieën
Fotoblog

Lebowski’s

Een bar vernoemd naar de Dude. Paul en ik zijn er niet binnen geweest, maar ik wilde je deze muurschildering van deze markante filmheld niet onthouden.

Categorieën
Mike's notities

Rondspoken in Edinburgh

Ik ben verliefd en wel op een stad. Het prachtige Edinburgh in Schotland, waar de grens tussen feit en fictie, folklore en fantasie erg dun is en misschien zelfs niet bestaat. Het is ook niet belangrijk wat waar is en wat op basis van de geschiedenis is verzonnen om de mythe van de spookstad levend te houden. Mij onderdompelen in dit soort verhalen vind ik heerlijk.

Vier dagen bracht ik er door. Samen met vriend Paul, tekenaar en jurist.Net als ik is hij een groot liefhebber van het beeldverhaal. We bezochten dan ook de twee stripwinkels die de moeite waard zijn: Forbidden planet en Deadhead comics. Maar daarover later meer. Ik wil het eerst hebben over de romantische kant van de stad.

Halloween
In de stad zijn enkele oude kerkhoven te vinden. Schilderachtige plekken van gotiek, rijk aan spookverhalen, bovennatuurlijke verschijningen en geestige episodes. Omdat de geschiedenis van Edinburgh nogal wat onheil, dood en verderf kent, van pestepidemieën tot en met duizenden armen die onder erbarmelijke omstandigheden onder de stad leefden en stierven, stikt het er van de spookverhalen. De stad heeft de reputatie de meest haunted stad van de wereld te zijn. Eigenlijk is het daar dus elke dag Halloween.

Zelf geloof ik niet in een leven na de dood en dus ook niet in spoken. Ik geloof wel dat mensen een rijke fantasie hebben en onder invloed van allerlei factoren zich van alles kunnen inbeelden. Het geestenrijk fascineert me dus vooral als setting voor boeiende verhalen.

Geestig
Paul en ik hebben een ghosttour gedaan van City of the dead. Een energieke jongeman genaamd Jerry leidde ons naar plekken onder de stad, waar volgens de legende de armsten van Edinburgh leefden. Daarna nam hij ons mee naar Greyfriars kirkyard om de Mackenzie poltergeist te bezoeken. Dit is tevens de plek waar ’s werelds eerste concentratiekamp is geweest, dankzij mr. Mackenzie, dus je begrijpt dat er veel getraumatiseerde zielen rondwaren op deze plek. Geen wonder dat bezoekers van het kerkhof claimen dat ze door een geest zijn aangevallen. Sommigen worden alleen duizelig, anderen krijgen opeens schrammen en snijwonden op hun armen. We werden door onze gids gewaarschuwd voor zogenaamde cold spots. Zodra je die voelde, moest je een stap verderop gaan staan. Als je echter nog eens koude rillingen over je lijf voelde gaan, was het zaak de tombe zo snel mogelijk te verlaten. Weird stuff.

Onze gids, Jerry, had qua uiterlijk het jonge broertje van Ewan McGregor kunnen zijn. Gekleed in lange leren jas, vertelde hij energiek en niet zonder drama over de spookgeschiedenissen. Dat deed hij zo overtuigend dat je bijna in spoken zou gaan geloven. Zeer vermakelijk.

Ik heb enkele boeken aangeschaft over Edinburgh als stad des doods en een boek over de ondergrondse stad. Onder andere van schrijver Jan-Andrew Henderson die meerdere van die titels op zijn naam heeft staan en zeer beeldend schrijft. Lekkere lectuur om in Nederland te lezen en me af te leiden van de onzinnigheden van alle dag. Ik heb nu al zin om daar diep in te duiken.

Daily Webhead
Ook had ik mijn videocamera mee op reis, dus binnenkort presenteer ik een paar nieuwe Daily Webheads die zich in Edinburgh afspelen. De eerste afleveringen gaan echter over stripmaker Erik Kriek wiens Lovecraft stripadaptaties binnenkort uitkomen. Lovecraft past overigens ook heel goed in de bovennatuurlijke sfeer in Edinburgh.

In de tussentijd publiceer ik op mijn andere blog Daily Webhead een serie foto’s over mijn verblijf in Schotland.

Categorieën
Fotoblog

Roze in grijs

Een opengebroken weg in Edinburgh. Daar waren er nogal veel van toen ik er was: de hele stad werd onder handen genomen.

Categorieën
Fotoblog

Edinburgh Castle

Leuk optrekje. Mooi uitzicht. Het kasteel staat in het centrum van Edinburgh, waar ik de afgelopen dagen samen met Paul vertoefde om onder meer Kevin Smith te gaan zien. Het was een heerlijke, kleine vakantie. De komende dagen wat plaatjes van deze magische stad in Schotland.

Categorieën
Mike's notities

Kevin Smith voor mijn neus

Vanavond zit ik niet thuis voor de bank naar Van Kooten en de Bie sloegen weer toe te kijken. Dat wordt uitzending gemist. Ik zit vanavond een nerdgasm te beleven in Edinburgh bij niemand minder dan Kevin Smith.

Want helden zijn er om te vereren.

Award winning film icons Kevin Smith and Jason Mewes made history and fans all over the world with their unique alter-ego characters Jay and Silent Bob. Now, for the first time ever the comedy duo are crossing the pond and heading to the UK.

See them live as they bring to life their hugely successful comedy podcast ‘Jay and Silent Bob Get Old’. These shows will be recorded as the stories evolve live in front of the audience, and released for free on www.smodcast.com, giving UK fans a rare opportunity to get up close with their unique, uncensored brand of storytelling.

 

Ik zag Smith al eerder op een podium in Londen een paar jaar geleden. Ook was ik eerder in Edinburgh, toch een van de mooiste steden die ik ken. Het wordt dus een dubbel weerzien.

Over mijn avonturen in Edinburgh in 2007 schreef ik een uitvoerig verslag. Mocht je zin hebben om te lezen:

Deel 1: Girls, Ghosts and Warhols,
Deel 2: City of the Dead
,
Deel 3: Polen, Nieuw-zeelanders en Onzichtbare Vrienden,
Deel 4: Serpenten, tombes en Sherlock Holmes,
Deel 5: Andy Warhol & Harry Potter
,
Deel 6: Arthur, Dante, Rose en Bobby.
Deel 7: Slot.

 

 

 

Categorieën
Fotoblog

Oudzicht 3

Ik dacht, ik gooi er nog een oudzicht tegenaan, in het kader van mooiste uitzicht ooit. De foto’s zijn wat minder scherp dan je gewend bent, maar ik maakte ze dan ook met mijn oude Nokia. Het uitzicht is op de Schotse stad Edinburgh, waar ik in 2007 verbleef en me een paar dagen prima vermaakte.

Categorieën
Mike's notities

Couleur locale: Edinburgh (slot)

Feitelijke fictie en Filmische scènesIk kan erg genieten van de contrasten in Edinburgh. Het verleden loopt hier door het heden, als een altijd aanwezige entiteit; een historisch decor voor hedendaagse taferelen. Historie en fictie zijn hier ook niet van elkaar te onderscheiden. De gidsen in de stad vertellen veel sappige verhalen over hoe het hier vroeger was, maar het waarheidsgehalte van veel van deze verhalen is niet te verifiëren. Volgens mij weten ze zelf ook niet dat de mythes van de waarheid te onderscheiden. Grafstenen zijn bijvoorbeeld vervangen voor nieuwe versies of geplaatst voor de show – zoals de grafsteen van het baasje van Grayfriers Bobby – zodat toeristen zoals ik zich kunnen vergapen aan de historische elementen en zich even in het verleden kunnen wanen. Het maakt ook niet uit wat de waarheid is en wat niet. Het zijn immers mooie verhalen waar we graag in geloven. Dit maakt Edinburgh tot een literaire stad – een goed verhaal vertellen is immers op een overtuigende manier de waarheid liegen. Imogen
Mocht het je je afvragen: dit verhaal is echt gebeurd. Al voelen sommige taferelen alsof ze uit een film komen. Imogen staat achter de balie in The Elephant House. Imogen leeft het cliché: serveerster overdag, ’s avonds staat ze op de planken. In de aflopen drie jaar speelde ze geregeld rollen. Ook speelde ze in een independent film: The Inheritance. Tijdens mijn vierde dag in Edinburgh, bezoek ik voor de tweede maal The Elephant House. Wanneer ik in de rij sta om te bestellen zie ik haar voor het eerst. Ik word meteen gegrepen door de krachtige expressie in haar gezicht. Ze is prachtig én heeft karakter. Wanneer Imogen een wenkbrauw optrekt, schuilt daar een heel verhaal achter. We kijken elkaar aan. Mijn longen vergeten adem te halen; mijn hart staat even stil. We blijven kijken. Ze glimlacht. Ik besluit ter plekke dat Imogen mijn Edie Sedgwick is.Als ik een uurtje later vertrek, loop ik samen met haar naar buiten. Toeval bestaat niet; serendipiteit is een mooi iets. Ze gaat op het randje onder het raam zitten en steekt een donkerbruine sigaret op – het lijkt op een dun sigaartje. Ik ga rustig naast haar zitten en kijk naar het puntje van haar sigaret. We beginnen een gesprek over haar werk. Ze woont nu zeven jaar in Edinburgh en is net begonnen met acteerlessen. Je moet immers blijven groeien, vindt ze. Tussen Imogen en mij klikt ‘t meteen. Ware het niet dat ik morgen weer naar huis vlieg en ware het niet dat ze al 2,5 jaar hetzelfde vriendje heeft, dan had ik mijn hoofd wellicht laten vollopen met romantische gedachten. Toch wisselen we e-mailadressen uit. ‘Voor als je weer in de buurt bent.’ Imogen is zéker een reden om nog eens terug te komen – alsof Edinburgh zelf al niet reden genoeg was. Dag 5
Voordat ik de lucht in ga doe ik de nodige boodschappen: boeken en cd’s. Het is me niet gelukt om de cd van Dave Pirner te vinden. Wel The Best of Soul Asylum en een compilatie-cd van de Schotse band Travis.

Satan, Sin, and Death: Satan Comes to the Gates of Hell. Aquarel door William Blake.

Om wat tijd te doden bekijk ik een kleine expositie van het werk van William Blake. Blake was een Brits schrijver, dichter, tekenaar, schilder en graveur die leefde van 1757 tot 1827. De expositie bestaat voornamelijk uit een kleine selectie van zijn gravures. De gravures bij het verhaal van Job lijken veel op afbeeldingen uit Marvel comics. Veel gespierde mannen; zelfs de duivel heeft zichtbaar veel tijd doorgebracht in een helse sportschool. Blake’s verfijnde stijl vol details spreekt mij aan. Meer Imogen
Voor vertrek zit ik nog een keer in The Elephant House. Daar heb ik afgesproken met Carly,een meisje dat ik woensdag op de Literary Pub Tour heb ontmoet. Een interessante tour overigens, waarin twee acteurs ons meenamen naar de kroegen waar beroemde Schotse schrijvers hun drank en hoeren scoorden. Terwijl ik op Carly wacht, komt Imogen een paar keer naar me toe. Soepeltjes zet het gesprek van gisteren zich voort. Als Carly een uurtje later weer is vertrokken, regelt het toeval dat Imogen net rookpauze heeft als ik wil vetrekken. Buiten praten we nog wat verder. Hoewel ik dit nog uren met haar had willen doen, is het tijd om te gaan. Gotta fly now, baby. Zien is geloven, geloven is zien…
Niet veel later zit ik te suffen op het vliegveld van Edinburgh. Ik ga weer naar huis, maar heb een zwaar gevoel in mijn lijf. Ik ga deze prachtige stad missen. In de afgelopen dagen geen spook gezien. Wel veel aardige mensen ontmoet. Graag had ik wat meer tijd gehad met mijn favoriete serveerster/actrice. Maar wie weet wat de toekomst brengt. Over een paar dagen maar eens een mailtje sturen. (Maar zelfs als daar geen antwoord op komt, doet dat geen afbreuk aan het magische gevoel van onze ontmoeting.)
Als, nee, wanneer ik weer terugkom wil ik niet meer de toerist uithangen. Liever een project doen, of een cursus volgen. Je leert een stad beter kennen als je er een tijdje woont en een bepaalde functie vervult… In het vliegtuig lees ik het boek The Ghost That Hauted Itself over de Mackenzie Poltergeist. In gedachten sta ik op Greyfriar’s Cemetery. Het is avond en er waait een koude wind. De kettingen rond het hek dat the Covenanters’ Prison afsluit, rinkelen in de wind. Onder mijn voeten liggen een miljoen zielen begraven. Misschien dat Mackenzie vanavond van zich laat horen. Ik wacht rustig af…Lees ook:
Deel 1: Girls, Ghosts and Warhols,
Deel 2: City of the Dead
,
Deel 3: Polen, Nieuw-zeelanders en Onzichtbare Vrienden,
Deel 4: Serpenten, tombes en Sherlock Holmes,
Deel 5: Andy Warhol & Harry Potter
,
Deel 6: Arthur, Dante, Rose en Bobby.

Categorieën
Mike's notities

Couleur locale: Edinburgh (6)

Dag 4: Arthur, Dante, Rose en Bobby
Waarom beklom Mike de berg? Omdat ie er was. Of nu ja, het is eerder een heuvel dan een berg, want voor die laatste kwalificatie is hij niet hoog genoeg. Het topje van de berg heet Arthur’s Seat vanwege de vulkaan die eronder zit. Schotland heeft zijn heuvelachtige landschap aan deze vulkaan te danken. Dit verklaart meteen het harde lavagesteente aan de top. En heuvel of niet, het beklimmen ervan is nog een hele klus merk ik vandaag. Dante Hicks
Aan de voet van de heuvel loopt er een Italiaan op me af: Manuel heeft me gezien in het hotel. Manuel ziet eruit als de gladde tweelingbroer van Dante Hicks: wilde zwarte krullen en een ringbaardje. Hij loopt graag en beklimt regelmatig heuvels. Ik heb daar iets meer moeite mee. Ook om hem te verstaan overigens; Manuel praat gebroken Engels met een dikke Italiaanse tongval. Maar we begrijpen elkaar. Meestal. Denk ik.Terwijl we langzaam maar zeker de heuvel beklimmen, vertelt Manuel dat hij hier voor een paar dagen is. Londen was te duur, dus daarom Edinburgh. Hij heeft het niet zo op ghosttours en gaat het liefste naar Portobello Beach – al zit het weer hem niet mee. Het is droog, maar wel fris. Vandaag drinkt hij het liefste een biertje en beklimt hij bergen. Dan heeft hij een goed uitzicht over de stad. En dat is waar. Als we uiteindelijk Arthur’s Seat bereiken is het uitzicht adembenemend. De snijdende wind overigens ook, dus het euforische moment van het bereiken van de top duurt niet lang. Welk hoogtepunt wel? Run Forrest, run…
Tijdens de afdaling komen we opvallend veel joggers tegen. Ze schieten voorbij in hun shorts en T-shirts. Taaie jongens die Schotten. Als ik een uur later de High Street weer in loop, loopt Manuel met me mee. Het is alsof ik ongemerkt geadopteerd ben. Dat is echter niet helemaal de bedoeling. Als we in The Black Medicine zitten, vertel ik hem rustig in gebroken Engels dat het gezellig was, maar dat ik graag nog een paar uurtjes alleen wil doorbrengen. Bij mijn derde poging valt het kwartje: ‘Iz not a problem,’ zegt Manuel. Waarschijnlijk zien we elkaar toch nog wel. Hij weet immers waar mijn hotelkamer woont.Black Medicine
The Black Medicine is me aangeraden door een gezellig meisje van een reisbureau. Dit is waar alle ‘coole’ studenten rondhangen. En cool is het. Het café met warmbruine tinten ingericht; de muren zijn gebouwd met brede stenen alsof we in een kasteel zitten. Er staat een totempaal in de hoek. Studenten zitten aan de houten tafeltjes te leren, of verschuilen zich achter hun laptop in de nisjes bij de ramen. Simon & Garfunkel zingen ‘Homeward Bound’ op de radio. Ik ben blij dat ik morgen weer terugvlieg. Niet dat ik nu zo’n zin heb in de dagelijkse routine, maar weer eens makkelijk kunnen douchen lijkt me wel fijn. Bovendien kijk ik erg uit naar de Stripdagen in Houten dit weekend. Bobby
Later die middag sta ik wederom op Greyfriars Cemetery. In het daglicht ligt alles er vredig bij – de geluiden van de omringende stad zijn slechts heel ver op de achtergrond te horen. Ik sta bij het graf van John Gray – het baasje van Greyfriar’s hondje Bobby. Volgens de legende lag het hondje Bobby veertien jaar lang, elke dag op het graf van zijn baasje omdat hij die zo miste. In werkelijkheid ligt de échte John Gray op een andere plek. Dit graf is leeg. Wel komt er warme lucht vandaan, wat waarschijnlijk verklaart waarom het hondje hier zo graag lag. Al zal de slagerij die toen naast Greyfriars stond er ook iets mee te maken hebben. De grafsteen ziet er verdomd goed uit na al die jaren. Dat kan kloppen, want de steen is pas enkele jaren geleden neergezet door Amerikaanse fans van Bobby. De grafsteen is dus net zo authentiek als het verhaal over Bobby. Er komt een vrouw op me af lopen. Ze is van Schots-Afrikaanse afkomst en dolblij om het graf van John Gray te zien. Ze woont al jaren in Edinburgh, maar ziet Grays laatste rustplaats nu voor het eerst. Ze is een grote fan van Bobby en heeft de Disneyfilm over het hondje vele malen gezien. Dolgelukkig kust ze de toppen van haar wijs- en middelvinger en drukt deze liefkozend tegen de koude grafsteen. Dan huppelt ze weer naar haar man toe.Rose
Een half uurtje later zit ik wederom in The Elephant House – het lijkt wel alsof ik mijn eigen voetsporen naloop. Ik vind het prettig om bekende plaatsen opnieuw te bezoeken. Om iets bekends te zien in een vreemde stad. De tafels zitten vol, maar aan eentje zijn nog drie stoelen vrij. Er zit een meisje aan te tekenen. Ze heeft de twee meisjes aan de tafel links van ons getekend. Rose is pas sinds zondag in Edinburgh. Ze studeert illustratie aan de universiteit, maar is tevens archeoloog. Rose komt net uit Rome waar ze druk bezig was met het opgraven van geschiedenis. Ik vertel haar over mijn stripverhaalplannen en dat er nog ergens een filmscript ligt stof te verzamelen. Na vijf minuten moet Rose helaas weg. Ze logeert bij een vriend en is op zoek naar een huis. Met een lieve glimlach neemt ze afscheid.Solotour
Ik besef nu dat alleen op reis gaan zo zijn voordelen heeft. Je bepaalt zelf waar je heengaat, ook kom je zo makkelijk in contact met anderen. Dat irriteerde me misschien aan Manuel: doordat we de hele tijd zo met elkaar zaten te praten, was er geen ruimte voor iemand van buitenaf. Hij zat dus nieuwe ontmoetingen in de weg. Wanneer ik alleen ben heb ik volledig de vrijheid om mijn omgeving te observeren, met mensen contact te zoeken, een praatje te maken. De vraag is alleen waarom dit bijna nooit gebeurt als ik in Nederland ben. Dan reageren mensen vaak niet positief op nieuw contact. Is dat een mentaliteitsverschil? Staan mensen in Schotland meer open voor vreemdelingen? Of straal ikzelf iets uit waardoor het leggen van contact soepeler verloopt? Misschien straal ik uit dat ik graag contact wil en reageren mensen daar op? Wordt besloten
Next: Feitelijke fictie en de serveerster from heaven
Lees ook:
Deel 1: Girls, Ghosts and Warhols,
Deel 2: City of the Dead
,
Deel 3: Polen, Nieuw-zeelanders en Onzichtbare Vrienden,
Deel 4: Serpenten, tombes en Sherlock Holmes,
Deel 5: Andy Warhol & Harry Potter
.

Categorieën
Media Mike's notities

Couleur locale: Edinburgh (5)

Dag 3: Andy Warhol & Harry PotterMet de dagpas die ik gisteren heb gekocht, ga ik vandaag maar liefs vijf bezienswaardigheden af: De camera obscura biedt een aardig beeld van de stad en is de live reality tv uit de 19e eeuw. De Vault Tour brengt me onder de straten van Edinburgh waar mensen in de kelders werkten, stiekem woonden, waar lijken werden opgeslagen door bodysnatchers en ook goede wijn een plaatsje vond. In de middag zie ik een tegenvallende (bijna) 3-D film over Loch Ness; en in de avond volg ik een inspirerende tour langs de kroegen waar beroemde Schotse schrijvers hun gelag haalden. Hoogtepunt van de dag (en wellicht van de gehele trip) is de Andy Warhol expositie in de National Gallery of Schotland.

Edinburgh bovengronds…

…en onder de straat.

Lachen met Andy
Het roert mij om het werk van Andy Warhol eindelijk eens ‘live’ te zien. Ik ben al jaren een grote fan van zijn zeefdrukken en het is dan ook moeilijk om de grijns van extatisch plezier op mijn gezicht te onderdrukken. Het werk van Warhol bevat van zichzelf al veel humor. Een stapel Brillodozen in het museum en een muur vol gezeefdrukte soepblikken zijn niet anders te interpreteren als een dikke middelvinger naar verkrampte eliteopvattingen over wat kunst hoort te zijn. Het is erg interessant om de zijdezeefdrukken van Marilyn Monroe van dichtbij te zien. De nuanceringen in het werk zijn veel duidelijker te onderscheiden dan wanneer je een reproductie in een boek bekijkt. Je ziet duidelijk dat de oorspronkelijke foto door de dunne laag verf schijnt. Het doorgronden van de textuur van de schilderingen is een avontuurlijke ontdekking. Geen enkele afbeelding van Marilyn is hetzelfde: in ieder portret lopen de kleurvlakken anders en vaak buiten de lijnen. Warhols muze
Warhol maakte een serie screentest van de mensen uit zijn sociale cirkel. Hij richtte de lens van de camera op hun gezicht en draaide zo’n drie à vier minuten film. Deze werd vervolgens met eenderde vertraging afgedraaid, zodat iedere beweging in het gezicht nauwgezet wordt getoond. Een studie naar expressies, maar ook Warhols manier om nieuwe sterren te vinden. In de expositie is onder andere de screentest van Lou Reed te zien – toen nog de zanger van de Velvet Underground, de huisband van Warhols Factory. In een van de zalen maak ik kennis met Warhols muze Edie Sedgwick – zijn eigen Marilyn. Van de drie screentests die er van Sedgwick worden getoond, vind ik haar als zigeunermeisje het mooiste. Misschien omdat dit de eerste test is die ik van haar zie. Misschien omdat de dikke wenkbrauwen perfect passen bij de donkere ogen die oneindig diep lijken te zijn. Misschien is het ‘t ∫-vormige lidteken tussen haar ogen wat haar gezicht net dat beetje éxtra levenservaring geeft. Het is heerlijk om minuten lang ongegeneerd naar haar schoonheid te kijken. Ik ben een voyeur. Maar zij kijkt net zo goed terug in de camera – uitdagend, brutaal en bloedmooi. The Elephant House
The Elephant House is het eetcafé waar J.K. Rowling haar eerste Harry Potter-boek schreef. Toen was ze bijstandmoeder, tegenwoordig de wereldberoemde schrijfster van de meest populaire kinderboekreeks aller tijden. Ik kan me goed voorstellen waarom ze deze plek koos om haar gedachtenkronkels op papier te stellen. Het is warm en gezellig in The Elephant House. Aan de muur hangen schilderijen en posters van olifanten. Krantenknipsels verhalen over het uitsterven van de olifant. Toch hebben de meeste toeristen meer interesse in het tafeltje waar Rowling haar tovenaarsleerling op papier pende. De ober vertelt me dat ze waarschijnlijk aan een klein rond tafeltje vlakbij de toiletten zat. Misschien had ze een kleine blaas, maar het is waarschijnlijker dat ze graag uit het raam keek om zich te laten inspireren. Door het venster ingelijst zijn duidelijk Edinburgh Castle (ongetwijfeld de inspiratiebron voor Hogwards) en Greyfriars Cemetery te zien.Flashforward: overmorgen zie ik twee toeristen in The Elephant House die op zoek zijn naar het betreffende tafeltje. Serveerster Imogen wijst ze een tafeltje in de hoek aan. Maar aan mij vertelt ze met een knipoog dat alle tafeltjes de zitplaats van Rowling zijn. Toeristen krijgen er gewoon lukraak eentje aangewezen. Nu dompelt de ondergaande zon Edinburgh onder in een gouden gloed. Greyfriars ziet er vredig uit, alsof de doden nog even rust krijgen voordat ze weer mogen spoken om de toeristen te vermaken. Als er magie te vinden is in Edinburgh, dan is het zeker tijdens magic hour (een filmterm die slaat op het uur dat de zon ondergaat, red.) Ik voel me op dit moment heerlijk rozig, vredig bijna. Het is goed dat ik hier naartoe ben gegaan.Wordt vervolgd.
Next: bergopwaarts & Black MedicineLees ook:
Deel 1: Girls, Ghosts and Warhols,
Deel 2: City of the Dead
,
Deel 3: Polen, Nieuw-zeelanders en Onzichtbare Vrienden,
Deel 4: Serpenten, tombes en Sherlock Holmes.

Categorieën
Mike's notities

Couleur locale: Edinburgh (4)

Serpenten, tombes en Sherlock HolmesIk besluit de tweede dag rustig aan te doen en duik bioscoop The Filmhouse in.The Serpent
Daar zie ik de film The Serpent. Aangezien de poster Engelstalig is en ik geen van de acteurs herken, ga ik ervan uit dat het hier om een kleine Engelse flick gaat. Niets is minder waar. Wanneer er Franse titels op het scherm verschijnen begin ik nattigheid te voelen. Het blijkt een Franse thriller te zijn uit 2006 van regisseur Eric Barbier. The Serpent gaat over fotograaf Vincent Mandel, een familieman die kampt met huwelijksproblemen. Wanneer een vroegere klasgenoot, Joseph Plender, na jaren opduikt, verandert zijn leven in een echte hel. Vincent wordt gemanipuleerd en gechanteerd door Plender die op persoonlijke wraak uit is. Hij gijzelt het gezin van Mandel. Mandel slaat hard terug door het gebalsemde lijk van Plenders moeder te ontvoeren. (De film slaat dus goed aan bij alle verhalen over de doden in Edinburgh.) Hoewel de climax iets te lang wordt uitgerekt, blijkt The Serpent – euh ik bedoel Le Serpent – een boeiende en goed gemaakte flick. I smell dead people
Aan het einde van de middag loop ik in de buurt van King’s Stables Road onverhoeds een kerkhof op. De stilte midden in de stad voelt onnatuurlijk aan en is meer creepy dan rustgevend. Wederom zie ik alleen oude graven; ook dit kerkhof is onderdeel van de historische collectie waar Edinburgh uit bestaat. Je vraagt je af waar men de recente doden laat met al die museumstukken die de ruimte opslokken. Een paar dagen later hoor ik dat aan de rand van de stad de moderne doden liggen begraven. Omdat Edinburgh te maken heeft gehad met de pest liggen onder de straten ontelbare zielen begraven. Een goede voedingsbodem voor spookverhalen dus. Iedereen lijkt vriendelijk in Edinburgh. Ik ga me er zelf ook vriendelijker door opstellen. Ik begin zelfs zwervers gedag te zeggen. Iets wat ik in Amsterdam niet snel zou doen. ’t Moet ook niet te gek worden natuurlijk.Sir Arthur Conan Doyle
In de avond blijf ik in de buurt van mijn hotel. Enkele deuren verderop, op de hoek van de York Place, staat The Conan Doyle. Een Café-restaurant vlakbij het standbeeld van Sherlock Holmes. Geestelijk vader Sir Arthur Conan Doyle werd in de buurt geboren.In The Conan Doyle hangen beeltenissen van de schrijver en zijn creatie aan de muur. Ook staan er boekenkasten vol oude boeken. Behalve die van Doyle, zie ik delen van Meyers z’n Conversation Lexicon staan, samen met de Encyclopedia Britannica en deeltjes Reader’s Digest. Er hangen tevens grote flatsquare televisies aan de muur waar sport en videoclips op te zien zijn.De verschillende elementen in The Doyle vormen een vervreemdend contrast tussen oude en nieuwe media. Even waan ik mezelf op het holodeck van The Enterpise. (In Star Trek: The Next Generation speelde Data graag voor Sherlock Holmes.)Wordt vervolgd. Next: Andy Warhol & Harry PotterLees ook:
Deel 1: Girls, Ghosts and Warhols,
Deel 2: City of the Dead
,
Deel 3: Polen, Nieuw-zeelanders en Onzichtbare Vrienden