Tonio van Vugt is de nieuwe artistiek directeur van de Stripdagen Haarlem en volgt Joost Pollmann op die in 2014 na twintig jaar afscheid nam. Omdat het festival dit weekend begint, is het een mooi moment Van Vugt eens nader te ondervragen.
Laten we met een Klokhuis-vraag beginnen: Wat is nu precies de taakomschrijving van een artistiek directeur van een stripfestival? Wat doe je eigenlijk?
‘Haha, nou dat wil je niet weten! Soms zit ik antwoorden te geven op punten en komma’s, maar mijn voornaamste taak is zorgen voor de inhoudelijke gravitas van het festival. Ik moet er voor zorgen dat een hoofdthema voldoende inspiratie biedt zodat andere projecten daarop in kunnen haken. Zoals het thema Underground in beeld dat ook de smaak bepaalt voor andere exposities, zoals het ¡Viva Pontiac!-project in Nieuwe Vide. Uit een hoofdthema komt dus van alles voort: exposities, lezingen en debatten.’
‘Bij mijn baan komt ook aardig wat politiek kijken en je charmante zelf zijn om mensen enthousiast te krijgen voor je ideeën. Het is fijn dat ik dit jaar het Teylers museum weer bij de Stripdagen heb weten te krijgen. Dat is een belangrijke slag. Soms speelt daar de factor geluk een belangrijke rol in. In Teylers zit nu namelijk iemand die heel enthousiast is over strips, en die heeft er ook een hoop energie in gestoken om de samenwerking tot stand te brengen. Als zo’n iemand er niet zit, loop je tegen een muur op. Ook fotogalerie De Gang heb ik bij het festival kunnen betrekken. Kortom, het is heel veel praten. Heel veel mensen leren kennen, Haarlem leren kennen…’
Hoe word je artistiek directeur van een stripfestival?
‘Dat gebeurt zodra de vorige directeur opstapt en ze een nieuwe directeur nodig hebben. (lacht). Die vorige directeur, Joost Pollmann, vertelde aan mensen in de stripwereld dat 2014 zijn laatste editie zou worden. Het was mijn vriendin Natasja die me erop wees dat ik wellicht ook een goede kandidaat zou zijn voor de functie. Ik heb eerst gecheckt of er niet al een kroonprins klaarstond, maar toen dat niet het geval was heb ik net als de rest gesolliciteerd.’
Waarom is de keus op jou gevallen, denk je?
‘Ik denk dat mijn redacteurschap van Zone 5300, het feit dat ik een groot netwerk in de stripwereld heb en zelf ook tekenaar ben geweest en dat perspectief dus meeneem, een rol heeft gespeeld in waarom ze voor mij hebben gekozen. En nu moet ik nog maar bewijzen dat ik de schoenen van Joost ook kan vullen.’
Ik zou nieuwe schoenen kopen, want anders zit Joost zonder… Maar ik neem aan dat je bij zo’n sollicitatie een soort plan moet voorleggen.
‘Ik moest inderdaad een presentatie houden en heb daarin mijn visie op de Stripdagen Haarlem ontvouwd. Die was overigens niet zo spectaculair anders dan wat er daarvoor kwam. De Stripdagen zijn immers al een geweldig festival. Een van de dingen die ik toen voorstelde was de expositie De schilder getekend. Toen ik eenmaal was aangenomen hebben zakelijk directeur Thamara van Rijn en ik besloten dat het festival wel tien dagen zou kunnen duren omdat er genoeg te doen is en we de mensen de tijd willen geven om zoveel mogelijk exposities te bezoeken. Ook is toen het programma rond Pontiac de underground-strip tot stand gekomen.’
Wat zijn accentverschillen wat betreft je visie ten opzichte van je voorganger?
‘Ik heb ideeën om meer crossover te laten plaatsvinden, strip is te lang een geïsoleerd medium geweest. Haarlem was altijd al meer gericht op crossover tussen disciplines, zoals het feest in het Patronaat. Maar ik wil dat nog meer benadrukken. Dat doen we bijvoorbeeld met de nieuwe fototentoonstelling van Gert Jan Pos die de afgelopen jaren portretten maakte stripmakers. Dit past mooi in het thema van strips en is toch een ander medium. We hebben ook een paar theatervoorstellingen in de Toneelschuur, waaronder The King and Me van Ger Apeldoorn. We vieren natuurlijk het 75-jaige bestaan van Tom Poes met een expo, want dat is historisch belangrijk. En met de expositie over motion comics kijken we naar de toekomst van de strip. Submarine Channel kwam met dat idee en dat klonk meteen geweldig. Niet dat Joost dat soort expo’s niet had overigens…’
‘De Stripdagen Haarlem bestaan immers al twaalf edities. Het is voor mij een beetje alsof ik het pak van een ander aantrek en dat pak moet nog wel lekker gaan zitten.
Het is wel zo dat de Stripdagen Haarlem een veelkoppig monster is, waarin al veel gebeurt. Voor sommige ideeën die ik heb is deze editie nog geen ruimte, dus ik voorspel dat ik in 2018 mijn ambities volledig waar kan gaan maken. Dit jaar heb ik gewoon ook veel tijd nodig gehad om de Stripdagen en Haarlem te leren kennen.’
Wat zou in 2018 nog zichtbaar moeten worden wat we nu nog niet zien?
‘Nou ja, we wilden bijvoorbeeld een groot podium doen op de markt om jou daar stripmakers te laten interviewen. Maar we hebben eigenlijk iemand extra in het team nodig die dat soort dingen coördineert. We hebben op dit moment maar een kleine organisatie. We willen ook meer samenwerken met andere festivals. Bevrijdingspop in Haarlem zou een partner kunnen zijn, maar ook buitenlandse festivals. Daar zit zeker nog potentiële groei in. En tegen die tijd mag de organisatie ook wel iets groter zijn.’
Gelukkig hebben we toch een Strip Talkshow kunnen regelen op zondag!
Het festival is nu tien dagen. De hoofdreden is natuurlijk omdat er zoveel te doen is, zoals je net al zei. Maar was er nog een andere reden voor deze verlenging?
‘Inderdaad. Het volle programma is de voornaamste reden en daarnaast scheppen die extra dagen ook de mogelijkheid om er meer dingen bij te doen. Zoals vijf dagen theaterprogrammering in de Toneelschuur. Er gebeuren zelfs al een aantal dingen voordat de Stripdagen officieel van start gaan, zoals de première van de documentaire over Theo van den Boogaard. Eigenlijk duurt het festival nu dus al bijna twee weken.’
Het speerpunt van de programmering ligt in de twee weekenden. Hoe wil je doordeweeks de aandacht van de bezoekers vasthouden?
‘We hebben doordeweeks lezingen, film- en theatervoorstellingen en er zullen nog enkele debatten worden georganiseerd. We hebben een pop-upstore waar we mensen kunnen ontvangen en waar ze met vragen terecht kunnen. Eigenlijk is maandag de enige echte rustige dag omdat een aantal tentoonstellingen dan gesloten zijn. Mensen kunnen vanaf dit jaar via de website hun eigen programma samenstellen. Dus stel dat je op woensdag naar Haarlem komt, dan kun je heel makkelijk zien wat je die dag allemaal kunt doen en zien en zo een menu voor jezelf creëren.’
Je hebt tussendoor al aardig wat programma-onderdelen genoemd. Noem eens twee dingen die mensen absoluut niet mogen missen deze editie.
‘Ten eerste de twee hoofdexposities, maar ik noem graag de tentoonstelling in de Vishal over de Underground in Nederland, van de jaren zestig tot nu. Hiervan is Peter Pontiac het focuspunt. Dat mag je echt niet missen! En natuurlijk het slotfeest op de tweede zaterdag in de Toneelschuur ook niet. Edmond Baudoin geeft een uniek tekenvoorstelling met een danseres. Ook treden onder andere The Unborn Brothers en Spinshots op. Daar komen nog wel een paar namen bij, maar dit is in ieder geval al bekend.’
Een, in verhouding, zeer korte versie van dit interview is ook gepubliceerd in VPRO Gids #23 (2016).