De sporthal stond vol met standjes van verschillende uitgevers. Ook trof ik tekenaars aan als Gerard Leever, Willem Vleeschouwer en Hallie Lama. Dat was een leuke verrassing, want Hallie had ik al een hele tijd niet gesproken. Hij zat achter een tafeltje de vijf cartoonbundels die inmiddels bij uitgeverij Xtra zijn verschenen, te verkopen. Naast hem zat Vleeshouwer een tekening voor een fan te maken.
Verderop zat Sytse Algera die druk bezig is met allerlei series op te zetten. Hij had tekenaar Leroy Soesman meegenomen met wie hij de sciencefictionstrip Aqua Invicta maakt. Vol enthousiasme vertelde hij over zijn plannen. Druk baasje, Algera: van zijn hand verschijnt in deze zomer twee albums van 24/7 de politiestrip die hij schrijft. In oktober komt het tweede album van Lemuriauit en er verschijnt een nieuw album van De Vries. Eppo zal in het najaar Cell voorpubliceren, een verhaal over een Marokkaanse jongen die het opneemt tegen terroristische cel in Nederland.
Daarna sprak ik nog uitgebreid met Eelco Koper, de man achter het stripblad Superheldendat alweer voor het tweede jaar loopt. We zijn allebei groot fan van Spider-Man en hoewel Eelco Dan Slotts verhalen ook minder vindt, blijft hij ze wel lezen. Iets wat mij tegenwoordig niet meer lukt zonder een strip prozac achterover te slaan. We zijn het overigens allebei eens dat Roger Sterns verhalen nog steeds zeer goed genietbaar zijn. Koper heeft grootste plannen voor een comic convention in Groningen. Binnenkort interview ik Koper over Superhelden en zijn verdere plannen, dus hou deze site in de gaten zou ik zeggen.
De beurs maakte overigens wel een rustige indruk. Nu was het mooi weer, maar afgezien van een paar bezoekers en enkele cosplayers liepen er zondagmiddag niet zo veel mensen rond. Alle begin is moeilijk natuurlijk en het duurt een tijd voordat een stripbeurs naamsbekendheid opbouwt. Ik hoorde van meerdere deelnemers dat de stripbeurs in Drachten de week ervoor nogal tegenviel qua bezoek en verkoop. Het zou goed kunnen dat er in Nederland te veel stripbeurzen zijn, want bijna ieder weekend vindt wel ergens een (kleine) stripbeurs plaats.
En toen was het alweer sluitingstijd. Helaas lukte het me niet meer om de zaal verder door te lopen en Windmill Comics te bezoeken of de mensen van Brabant strip. Volgende beurs beter.
Stripfestival Breda was dit jaar in het laatste weekend van oktober. Uiteraard heb ik het stripfestijn ook een dag bezocht. Het was een prima werkdag voor deze stripjournalist. Een selectieve impressie.
Laat ik eens op tijd gaan, dacht ik dit jaar. Om tien uur ’s ochtends gingen de deuren open van het Chassé Theater en er stond al een aardige rij fans te wachten. Gelukkig had ik een persticket en kon ik redelijk snel naar binnen. Daar vond ik al een flinke rij mensen voor de Eppo-stand, vooral voor de mannen achter Storm. De fans wilden kennelijk een mooie tekening in hun nieuwe album en waren bereid daarvoor te wachten. Ik vermoed dat veel fans al een aardige verzameling tekeningen hebben verzameld. De Eppo-uitgever boft met die trouwe lezers die de kassa’s goed laten rinkelen. Het deed me denken aan de hype rond de iPhone: mensen stonden van de week in dikke rijen om de nieuwe telefoon voor 700 euro aan te schaffen. Gekkenhuis. Voor dat geld kun je een leuke start maken met je stripverzameling.
Douwe Dabbert Rob van Bavel, hoofdredacteur van Eppo maar ook de directeur van stripfestival Breda, had het druk, maar had even de tijd om kort te praten over de rubriek Stripplaatje onder de loep en mij het nieuwe album van Douwe Dabbert te geven waar ik een aflevering over ga schrijven. Uitgeverij Barabas, onderdeel van stripwinkel Barabas, bracht op het festival het tweede deel van de luxe reeks van Douwe Dabbert uit. Deze albums worden in een kleine oplage op de markt gebracht. Wie de hele reeks wil kopen betaalt maar liefst €149,95 per deel. Daarom ben ik erg blij dat de Don Lawrence Collection de reeks van Thom Roep en Piet Wijn ook als reguliere albums uitgeeft die slechts 7,95 per stuk kosten. Ik vind de verhalen over Dabbert erg leuk, maar ben niet een fan die 150 euro voor een verhaaltje over heeft.
Ook nam ik het eerste deel van Ward mee. In Eppo sla ik de vervolgverhalen altijd over totdat ik ze in hun geheel kan lezen. Ik ben benieuwd wat de samenwerking tussen Willem Ritstier en Marissa Delbressinevoor strip heeft opgeleverd.
Op stripbeurzen is het voor mij veel praten met stripmakers en uitgevers. Nieuwe boeken die interessant zijn voor een bespreking of interview krijg ik mee. Soms kan ik er wat mee, soms ook niet. Het hangt er een beetje van af welk tijdschrift er ruimte voor heeft. Als ik het album niet in de VPRO gids kwijt kan of elders, maar ik vind het toch interessant, dan doe ik er online iets mee middels een artikel of een video.
Ik sprak onder andere uitvoerig met de mannen van Syndikaat die Struikelenvan Pieter Rosseel presenteerden dit weekend. Struikelen is het verhaal van vier twintigers in hun laatste maanden op kamers in Gent. Dit is het stripdebuut van de Vlaamse Rosseel die na zijn studie architectuur er toch voor koos om stripmaker te worden.
Een boeiend gesprek had ik met Eelco Koper die op de beurs een gratis preview van zijn comic Superheldenaan het uitdelen was. In januari komt het eerste nummer uit. Koper straalt van de ambitie om de Nederlandse lezer op goede superheldenstrips te trakteren. Hij wil iedere maand een comic van 40 pagina’s uit brengen die slechts 2 euro gaat kosten. In de comic zal niet alleen een verhaal staan van zijn eigen creatie Cat-Man, ook zullen onder andere Savage Dragon van Erik Larsen, Mudman van Paul Grist en Ultra Duck van Edgar Delgado en Humberto Ramos hun opwachting maken. Koper wil de verhalen in delen publiceren, wat zijn uitgave de comicvariant van de Eppo zal maken. Het wordt wel superhelden Nederlandse stijl: Savage Dragon gaat Woeste draak heten; Mudman wordt Modderman. Uiteraard vind ik dit als comicliefhebber, een heel tof initiatief.
Leuk aan deze editie van Breda vond ik de kennismaking met Kristof Spaey. We kenden elkaar al via Facebook, maar nu hij druk zat te tekenen in de stand van Het Vlaamse Onafhankelijke Stripgilde, precies ook de mensen achter Strike & Stroke, konden we elkaar eens de hand schudden. Meteen kocht ik de trilogie Misschien Nooit Ooit, getekend door Spaey en geschreven door Marc Legendre. (Legendre krijgt overigens dit jaar de Bronzen Adhemar, de belangrijkste Vlaamse stripprijs, tijdens het Stripgids festival uitgereikt.) Spaey tekent in een realistische en toegankelijke stijl. De strip ziet er op het eerste gezicht aantrekkelijk uit, evenals de hoofdpersonages. Overigens vertelde de tekenaar dat hij modellen gebruikt voor de personages. Terwijl we aan het babbelen waren, tekende Kristof op ieder schutblad een van de drie hoofdpersonages uit het verhaal. Ik heb daar video-opnames van gemaakt en zal die binnenkort publiceren. (Ja, dames, wij mannen kunnen heus wel multitasken, als het maar leuke activiteiten betreft.)
Een andere leuke eerste ontmoeting was met de Vlaamse Catherine Dejonghe. Deze dame houdt zich eigenlijk pas sinds een jaar met het beeldverhaal bezig, maar heeft zich dankzij een prominente aanwezigheid op Facebook en het organiseren van onder andere een megasigneersessie in Vlaanderen, al goed in de picture gespeeld. Ze straalt dan ook veel enthousiasme voor het medium uit. (Zie hier de foto’s die ze tijdens het stripfestival maakte.) Naast haar zat Michel die speciaal uit België naar Breda was gekomen om een originele tekening te bemachtigen van de Amerikaanse tekenaar Terry Dodson. Het was nog maar de vraag of het ging lukken, want Dodson schijnt soms heel veel tekeningen op zo’n dag te maken, maar soms ook bijna niets. Het hangt van zijn bui af. Ik hoop dat Michel die dag met een mooie tekening naar huis ging.
Betaald signeren Een groot verschil tussen Amerikaanse tekenaars en hun Nederlandse collega’s is dat ze geld vragen voor een illustratie. Eigenlijk is dat ook niet meer dan normaal. In plaats van een dag te kunnen werken aan hun strips, zitten ze op een beurs te signeren. Als je je bedenkt dat veel van hun tekeningen later op Ebay verkocht worden voor goed geld, is het niet gek dat ze er zelf ook iets voor willen terug zien.
Eigenlijk is het heel gek dat Nederlandse tekenaars zo’n heel weekend gratis zitten te werken. Goed, ze verkopen er meer albums mee, maar toch: hulde dat ze bereid zijn dit te doen. Vaak zien ze elke beurseditie dezelfde fans aan hun tafel verschijnen voor een nieuwe tekening. Veel stripliefhebbers bezoeken juist de stripbeurzen omdat ze hun favoriete tekenaar kunnen ontmoeten, dus die stripmakers brengen veel bezoekers in de tent en een goede omzet voor de beursorganisatie. Ik heb daarom nooit begrepen waarom de organisatie achter de Stripdagen in Gorinchem de tekenaars geen vergoeding geeft of in ieder geval hun onkosten vergoedt als ze het hele festival hard zitten te tekenen.
(Het standaardantwoord op die vraag is overigens dat daar geen geld voor is. Er wordt door de beursorganisatie geld verdiend dankzij die stripmakers en die mogen daar wat voor terugkrijgen. Natuurlijk maakt de organisatie een hoop kosten, dus mocht het niet betaald kunnen worden uit de verhuur van kraampjes, dan kan er wellicht sponsoring voor gevonden worden. Voor mij is deze situatie een mooi voorbeeld van hoe de Nederlandse stripsector minder professioneel is dan die in bijvoorbeeld de Verenigde Staten. Ik zeg niet meteen dat ik een antwoord op dit soort kwesties heb maar het kan geen kwaad om ze aan te blijven wakkeren. Omdat iets altijd al zo was, hoeft niet te betekenen dat het altijd zo moet blijven.)
De stripmakers die ik gisteren sprak maakten allemaal een goedgeluimde indruk. Gerard Leeverzat zijn nieuwste albums te signeren. Een paar jaar geleden heb ik hem geïnterviewd over de autobiografische strip, maar dit was de eerste keer dat we elkaar face to face spraken. Omdat hij te druk is met andere projecten, maakt Gerard tegenwoordig nog maar een aflevering per jaar van zijn stripdagboek Gleevers dagboek. Jammer natuurlijk, want het is een erg leuke strip. Aan de andere kant moet je ook weer niet eeuwig doorgaan met een reeks. Wat mij betreft gaan sommige reeksen echt te lang door. Maar goed, zolang de tekenaar er nog plezier in heeft en de lezers ook, wat is daar dan eigenlijk mis mee.
Aimée de Jongh signeerde haar nieuwste Snippers-album. De tweede alweer. Overigens zijn daar ook luxe harde kaft-edities van uitgekomen.
Tientallen portretten
Bij Marq van Broekhovenkocht ik zijn bundel stripcolumns De wereld die strips heet. Hansha, een collega-tekenaar vroeg aan hem of Marq een portret van hem wilde tekenen. Hansha had een schetsboekje vol met portretten, allemaal gemaakt door andere tekenaars. Ook dat staat natuurlijk op video en zal ik laten zien in een nog te verschijnen Daily Webhead-aflevering.
Naast Marq zat Mars Gremmen, die de vaak ijzersterke redactiecartoon in Eppo maakt en waar zojuist het tweede album over Trix bij Strip2000 verscheen, sexy cartoonmeiden te tekenen voor de liefhebbers. Ik had Gremmen nog nooit ontmoet, dus vond het erg leuk om eens met hem te praten.
Ook heb ik kort kennisgemaakt met de mensen achter Strips2Go en de eerste drie nummers meegenomen. Kan ik eindelijk eens zien wat daar in staat, want tot nu toe had ik nog geen pagina ervan gezien. Wel jammer dat Strips2Go verstopt zat ergens aan het einde van de beurs in de Jupilerzaal.
Het was fijn even koffiedrinken met Kenny Rubenis. We kennen elkaar al een paar jaar, maar hadden nooit eens sociaal rond de tafel gezeten. Rubenis maakt leuke, soms ontwapenende strips die hij als smallpress uitgeeft. Ook werkt hij veel in opdracht.
Avondeten deed ik met stripvrienden Matt Baaij en Rob van Barneveld. Een verse collega van Syndikaat, Chiel te Bokkel, voegde zich bij ons gezelschap. Dat werd natuurlijk melig placemats voltekenen in het restaurant. (En ja, ook daar is videomateriaal van gedraaid.)
Tig spareribs later was het tijd om met de Fyra naar huis te gaan. Onderweg las ik wat columns van Van Broekhoven – die ik je bij deze echt kan aanraden. Over stripliefde gesproken. Ook las ik een preview van The lost tales of Lemuria. Deze comic is geschreven door Sytse Algera (De Vries) en getekend door Apryadi K en behoort tot het science fiction/fantasy genre. Het schilderwerk van Apryadi Kusbiantoro doet denken aan de strip Storm. Algera, die ook bij de organisatie van stripfestival Breda zit, timmert als scenarist aardig aan de weg. Van De Vries zijn inmiddels twee albums verschenen die in Eppo werden voorgepubliceerd. Ik ben benieuwd hoe deze nieuwe serie door de Eppo-lezers ontvangen zal worden.
Terugkijkend op deze editie van de beurs kan ik zeggen dat het voor mij als stripjournalist een goede dag was, al heb ik niet iedereen kunnen spreken die op mijn lijstje stond. Volgend jaar zal ik bij de smallpressers beginnen, want daar valt volgens mij nog een hoop moois te ontdekken.
Binnenkort is de Nederlandse stripwereld een heel stel superhelden rijker. Tenminste, als het aan Eelco Koper ligt. Die brengt vanaf januari 2014 het eerste nummer uit van een maandelijkse Nederlandse superheldencomic. Bezoekers van de stripbeurs in Breda kunnen daar al een exemplaar meenemen.
Daar wilde ik uiteraard het mijne van weten, want superhelden hebben altijd mijn speciale aandacht. ‘Vanaf januari gaan wij (Koper Comics) van start met een maandelijkse Nederlandse superhelden comic die volledig volgens het Amerikaanse model is ingedeeld, zoals de comics van Marvel en DC etc. Oftewel een 32-pagina tellende comic met soft-cover, waarvan 20 pagina’s aan comic/verhaal. De rest zal gevuld worden met advertenties en redactionele pagina’s. Hoewel het eerste nummer vanaf volgend jaar in de winkels verkrijgbaar zal zijn, is het eerste nummer met uitklap-cover ook verkrijgbaar tijdens de stripdagen in Breda,’ aldus de Groningse stripmaker Eelco Koper.
Wat voor helden gaan we in je comic zien?
‘Helden die in de verhalen gaan voorkomen zijn: Aardappelman, De bestraffer (een advocaat die het onrecht bestrijd), De Duif (en zijn Flatskanon) Uierman, Katja het Katmeisje en The Kinng. The Kingg is eigenlijk Bolle Piet, een snackbareigenaar en een enorme fan van Elvis Presley. Piet heeft via ebay de laatste peanutbutterbananasandwich van Elvis, die hij vlak voor zijn dood maakte, weten te bemachtigen en hier blijken magische krachten in te zitten. Door de sandwich verandert hij in een soort Super Elvis. De superheld Powerbeast is een dertiger die nog steeds bij zijn moeder woont. Als hij opeens supersterk wordt, gebruikt hij niet gelijk zijn krachten om het onrecht te bestrijden.’
Dat klinkt alsof je een beetje parodieën op het genre maakt….
‘Het wordt geen parodie, maar meer een comic met een Nederlandse inslag. Die zit hem vooral in het soort gevoel van de verhalen, het soort humor. Amerikaanse comics hebben een heel ander gevoel, dat zijn ‘echte’ helden.’
Wie gaan de verhalen maken? ‘Ik zal alle verhalen gaan schrijven en tekenen, maar het is altijd mogelijk dat ook iemand anders eraan gaat meewerken. In het tweede nummer starten we een wedstrijd om een tegenstander voor Powerbeast te ontwerpen. De bedoeling is om een speciale Free Comic Book Day nummer te maken. Op dit moment ben ik druk bezig met de tweede helft van het tweede nummer, zodat er straks genoeg nummers klaarliggen als straks het eerste nummer verschijnt.’
Hoe ga je de distributie en financiën regelen?
‘Via Strips in Voorraad en we zijn bezig om te kijken wie ons op andere plaatsen kan leveren dan alleen de stripspeciaalzaken. Er zijn ook plannen om met crowdfunding nog het een en ander op te zetten, maar in het begin moet de comic al kunnen draaien op de inkomsten uit de advertenties. Omdat de drukkosten gedekt worden door de adverteerders, kunnen we de comic voor 1,99 euro verkopen en winkels recht van retour bieden.’
Vanwaar eigenlijk een superheldencomic? Wat heb jij met dit genre?
‘Ik geef al bijna 20 jaar mijn eigen werk uit, voornamelijk omdat ik dan een enorme vrijheid heb qua wat ik wil doen. De afgelopen tijd was ik op zoek naar een leuke formule. Ik wil meer dan alleen verhalen vertellen over Powerbeast, dus toen bedacht ik om een compleet overkoepelende serie te gaan maken. Een serie met de titel Superhelden verkoopt makkelijker dan eentje met de titel Powerbeast.
Afgelopen week heb ik een aantal gesprekken gehad in verband met mijn bijdrag aan Strips2Go, (de nieuwe stripkrant voor en van striptekenaars en stripliefhebbers uit Nederland en België van comics, manga’s en strips, MM). en toen kwam het idee van de maandelijkse comic. Ik heb namelijk een voorliefde voor comics. Sinds mijn jeugd ben ik al een enorm fan van Spider-man. Eerst via Juniorpress en uiteindelijk via de Amerikaanse comics. Omdat ik niet achter bepaalde beslissingen wil staan qua de content en wijze van handelen bij Strips2go heb ik mijn comic teruggetrokken uit de krant, maar door de gesprekken is wel weer een andere nieuwe stap gemaakt. Als je iets wil, dan moet je daarvoor gaan. Dus vandaar de maandelijkse comic, want die moet er toch echt weer gaan komen in Nederland.’