Categorieën
Film Filmrecensie

Filmrecensie X-Men: Days of Future Past

X-Men: Days of Future Past is bijna net zo goed als X-Men 2, wat nog steeds een van de beste superheldenfilms ooit is.

Magneto heeft gelijk gekregen, want de toekomst ziet er somber uit voor de mutanten. In X-Men: Days of Future Past zijn de mutanten vrijwel uitgeroeid of opgesloten in kampen, evenals de mensen die met hen sympathiseren of die in de toekomst mutanten als nakomelingen zullen hebben. Sentinels hebben de wereld in een ijzeren greep. Deze enorme humanoïde robots zijn in staat hun verweer aan te passen aan de krachten van de mutant tegen wie ze het opnemen en deze krachten zich eigen te maken. Dit maakt ze praktisch onoverwinnelijk. Het is aan Wolverine om terug in de tijd te reizen en het verleden te veranderen, opdat mens en mutant een toekomst hebben.

Samen met de jongere versies van professor Xavier, Magneto en Beast, die we kennen uit X-Men: First Class, probeert hij te voorkomen dat Mystique Dr. Bolivar Trask (Peter Dinklage) vermoordt, de bedenker van de Sentinels. Deze moord overtuigt de Amerikaanse regering er namelijk van dat de mutanten een bedreiging vormen en dat Trasks project een goed idee is. Ook Mystiques talent om het uiterlijk van ieder ander aan te kunnen nemen geven Trask de mogelijkheid om de Sentinels adaptief te maken. Kortom: voorkom de moord, voorkom deze toekomst. Al blijkt dat niet zo gemakkelijk als dat het lijkt, natuurlijk. Niet in de laatste plaats omdat Charles Xavier (James McAvoy) om komt in zelfmedelijden en in eerste instantie allesbehalve zin heeft om Wolverine te helpen. ‘I don’t want your future!’ schreeuwt hij Wolvie toe.

Xmen-Character-Mashup Een leuke twist op het tijdreisthema is het feit dat alleen het bewustzijn van de reiziger de afstand aflegt en in het lichaam van zijn jongere zelf terechtkomt. Zijn huidige lichaam blijft in de toekomst achter. Gebeurtenissen uit het verleden en heden worden voortdurend afgewisseld, wat de plot extra spannend maakt: lukt het om het verleden snel genoeg te veranderen voordat de Sentinels in de toekomst Wolverine en de laatste X-Men vinden en uitroeien?

x-men_daysfuturepastHet uitgangspunt van X-Men: Days of Future Past is afkomstig van het stripverhaal met dezelfde titel, geschreven door Chris Claremont en getekend door John Byrne. Dat verhaal verscheen in 1981 in de comicreeks Uncanny X-Men en wordt door de fans terecht als een van de klassieke X-Men-avonturen beschouwd. In de strip is het Katherine Pryde die naar het verleden reist. In de filmversie heeft men voor Wolverine gekozen. Aangezien een dergelijke sprong in de tijd hersenbeschadiging zou veroorzaken en Wolverine zichzelf kan helen, is hij de ultieme kandidaat voor dit klusje. Bovendien was Pryde in 1973 nog niet geboren. Dat de sympathieke held met het korte lontje, toffe kapsel en scherpe klauwen een centrale rol inneemt in bijna alle X-Men-films zal ook hebben meegespeeld. Persoonlijk krijg ik geen genoeg van Hugh Jackman als Wolverine, al komt het personage tot nu toe beter uit de verf in ensemblefilms dan in zijn soloavonturen. Verder is het een feest om de castleden van de voorgaande films terug te zien, inclusief enkele bijzondere verrassingen. Die continuïteit is een van de sterke punten van de reeks.

Overigens heeft Claremont een cameo in de film. Leuk voor de fans die met zijn verhalen zijn opgegroeid, zoals ondergetekende. De beste man schreef maar liefst zestien jaar aan een stuk aan de reeks en maakte de X-Men-strip enorm populair. Claremont schrijft ronde, realistische personages en zorgt altijd voor genoeg soap tussen de actie om met de helden te kunnen meeleven.

Beast & Wolverine.
Beast & Wolverine.

Bryan Singer levert met  X-Men: Days of Future Past één van de beste films van de franchise af. Het is inmiddels veertien jaar geleden dat zijn eerste X-Men uitkwam. Met deze zeer intelligente film die zowel de fans als nieuwkomers goed bediende, veroorzaakte hij de geboorte van de hedendaagse superheldenfilm. Singer concentreert zich meer dan ooit op de ontwikkeling van de personages en dat pakt voor het merendeel goed uit. Actiescènes zijn kort en to the point. De finale, die meer draait om psychologie dan om explosieve actie, biedt een aardige twist op het superheldengenre. De grootste en beste actiesequentie speelt in Parijs en vindt halverwege de film plaats. Omstanders filmen met hun 8mm camera’s beelden van Mystique en Magneto (Michael Fassbender) in actie. Nu zouden mensen massaal hun mobieltjes pakken en op YouTube zetten, dus afgezien van het laatste is er dus niet heel veel veranderd. Het is in het bijzonder genieten van hoe 1973 tot leven wordt gewekt middels de mode van strakke leren jasjes, lavalampen en een optreden van Richard – ‘I am not a crook’- Nixon. De mooiste eyecandy is Jennifer Lawrence, die als de blauwe Mystique praktisch naakt door de film danst.

Jennifer Lawrence: blauw & sexy.
Jennifer Lawrence: blauw & sexy.

Natuurlijk zitten er wat losse steekjes in het geheel: hoe Kitty Pryde (Ellen – eindelijk uit de kast – Page) opeens de gave bezit om mensen mentaal door de tijd te laten reizen, wat ze eerst nog niet kon, wordt niet uitgelegd. Ook krijgen we nieuwe mutanten voorgeschoteld die alleen bekend zullen zijn bij de lezers van de strips en hier vooral dienst doen als kanonnenvlees voor de Sentinels. Toch, in zijn geheel is X-Men: Days of Future Past een onderhoudende en intelligente aflevering, gedragen door een solide supercast.

Vanaf 22 mei in de bioscoop.

Deze recensie is gepubliceerd op SchokkendNieuws.nl.

Categorieën
Film

Film A-Z: J

Het is vrijdag dus is het tijd voor mijn tweewekelijkse Film A-Z. Vandaag de letter J, van James Bond. Al zul je geen Bond-films in dit overzicht aantreffen. Die heb ik jarenlang gekeken, maar ben ik zo langzamerhand wel ontgroeid. Wie er even over nadenkt kan zo een aantal filmtitels die met de J beginnen noemen. Jaws, Jackie Brown en The Jazzsinger, bijvoorbeeld. Toch zijn dit niet mijn favoriete J-films. Onderstaande wel.

Jay and Silent Bob Strike Back (Kevin Smith, 2001)
Oké, ik geef toe: dit is niet de beste comedy aller tijden. Dit is zelfs niet de beste comedy van de jaren 0, maar oh, wat moet ik toch iedere keer lachen als Jay en Silent Bob op stap gaan naar Los Angeles om de opnames van een film te stoppen waarin twee stripfiguren de hoofdrolspelen die op hen zijn gebaseerd. Jay en Bob waren altijd bijfiguren in de films van Kevin Smith, maar in deze flick spelen ze – hoe onwaarschijnlijk ook – de hoofdrol. Met een prachtige kleine rol van wijlen George Carlin die als lifter precies weet dat je onderweg je hoofd nooit moet verliezen maar wel hoe je die moet gebruiken om een lift te krijgen. Deze film zuigt geen moment en zou ik iedere dag wel kunnen opzetten op een willekeurige scène. How do you like them apples?

Daarbij weten Jay & Silent Bob precies hoe je met reaguurders op het web moet omgaan.

La Jetee (Chris Marker, 1962)
La Jetee is een erg interessante film van slechts 28 minuten van Chris Marker. De film bestaat volledig uit stilstaande foto’s op een bewegend moment na. Het verhaal was een belangrijke inspiratiebron voor de film Twelve Monkey’s. Een overlevende van WOIII probeert door middel van een wetenschappelijk experiment te communiceren met het verleden en wel via een afbeelding van een jonge vrouw op de startbaan van Orly. Uiteindelijk zal de overlevende getuige zijn van zijn eigen dood. Een prachtig concept dat dus op een bijzondere wijze is ‘verfilmd’.

JFK (Oliver Stone, 1991)
Het is alweer bijna twintig jaar geleden sinds Oliver Stone met zijn visie op de moord op John F. Kennedy kwam. Een ingewikkelde film, of eigenlijk geen film in de traditionele zin des woords maar eerder een collage van archiefbeelden, nagespeelde scènes en filmische technieken, die ik sinds het uitkomen van de film nu een paar keer heb gezien maar toch blijft boeien. De waarheid is zoals je haar monteert.

Juno (Jason Reitman, 2007)


Juno is een schattige film met een origineel verhaal over een zestienjarig meisje dat per ongeluk zwanger wordt. Ze zoekt een stel adoptieouders voor haar ongeboren vrucht. Ellen Page speelt Juno. Ze is een veelzijdige actrice die haar personages natuurgetrouw weet neer te zetten. Eerder schitterde ze al als Kitty Pryde in X-Men 3 en als vleesgeworden castratie-angst voor pedofielen in Hard Candy. (Zie de H van dit Film ABC.) Hou die meid in de gaten, die gaat het nog ver schoppen in Hollywood.

De volgende aflevering van mijn Film A-Z gaat 4 juni online. Over twee weken dus.

Categorieën
Film

Film A-Z: H

Deze keer zes films: twee horrorflicks, twee muziekfilms, een docu en een stripverfilming. Enjoy.

Halloween (John Carpenter, 1978)
In dit film ABC mag natuurlijk een film van horrormeester John Carpenter niet ontbreken. Dus Halloween moet erin. Niet alleen omdat deze film je de stuipen op het lijf jaagt, maar ook gewoon omdat ik gek van het fenomeen Halloween ben. Scream queen Jamie Lee Curtis debuteert in deze film. Carpenter componeerde zelf het herkenbare muzikale thema van Halloween.

De plot is simpel: Michael Myers vermoordt op zesjarige leeftijd zijn zus Judith (Sandy Johnson) met een keukenmes. Hij wordt opgesloten in een inrichting, maar ontsnapt vijftien jaar later om jacht te maken op zijn jongere zusje (Curtis) en haar vrienden. Myers psychiater, Sam Loomis (Donald Pleasence), probeert hem te stoppen.

Rob Zombie maakte in 2007 een remake die eigenlijk zo slecht nog niet is. Hij voegde nog wat welkome backstory toe aan Mike Meyers. Maar het origineel blijft natuurlijk het beste.

Hard Candy (David Slade, 2005)

Ellen Page speelt de vroeg volwassen Hayley Stark die wraak neemt op een pedofiel (Patrick Wilson). De scène waarin ze hem ‘castreert’ zorgt er bij de mannelijke kijkers voor dat hun ballen pijn doen van afschuw. En dat puur door de kracht van de suggestie, want we zien natuurlijk niet echt hoe ze zijn scrotum toetakelt. Zo hoort horror te zijn.

Page had eigenlijk een Oscar moeten winnen voor deze rol. (Ze werd wel genomineerd voor haar rol in Juno). Ze zou in de echte wereld alle katholieke priesters doen sidderen van angst.

Erg goed gefilmd en spannend tot het einde. (En een prachtige poster trouwens.)

A Hard Day’s Night (Richard Lester, 1964)
De eerste Beatle-film gaat over een fictieve dag uit het leven van de fab four. Hip gefilmd, goede soundtrack en de Beatles kunnen heel verdienstelijk zichzelf acteren. Richard Lester gebruikte de cinema verité stijl om zijn mockumentary vorm te geven: zwart-wit, kleine camera’s en dicht op de actie. Bij vlagen is de film wel wat flauw, maar dat vergeef je dit bijzondere beeld van Beatlemania snel.

Hearts of Darkness (Fax Bahr en George Hickenlooper, 1991)


Films over hoe films gemaakt worden zijn soms nog fascinerender dan de films waar ze over gaan. Hoewel Apocalypse Now zeker een fascinerende film is, hij staat niet voor niets in de A van mijn Film ABC, is het bijna even zo interessant om te zien welke pijn en moeite het Coppola heeft gekost om deze film op het scherm te krijgen. Waanzin voor en achter de camera, gefilmd door Eleanor Coppola die de twee filmmakers Bahr en Hickenlooper jaren later dat filmmateriaal gaf. Ze draaiden er interviews met de cast en crew bij en het resultaat is een van de beste documentaires over film maken ooit.

Hellboy (Guillermo del Toro, 2004)

Lekker stel (uit Hellboy II: The Golden Army)

Van de week zat ik deze film weer eens te kijken en het verbaasde me weer hoeveel ik ervan vergeten was. Iedere keer als ik Hellboy kijk is het een frisse filmervaring. Hellboy is ook niet de beste stripverfilming die ooit gemaakt is, maar toch staat hij in mijn Film ABC. Ron Perlman zet een zeer sympathieke Hellboy neer en laat de dikke laag make-up niet in de weg staan van een goede acteerprestatie. De film bevat prachtige beelden en is zeer sfeervol.

De relatie tussen Hellboy en Liz Sherman werd door de regisseur zelf bedacht en zit niet in de strip, maar wordt op de juiste dramatische manier uitgebuit voor de film. De scène waarin Hellboy als een verliefde schooljongen Liz en John Myers bespioneert als ze samen uit zijn, is zeer aandoenlijk. Fijn dat de ietwat vreemde, maar daardoor juist intrigerende, actrice Selma Blair is gecast als Liz.

Let wel: ik verkies de strips van Mignola boven de verfilming, maar toch is de eerste Hellboy-verfilming zeer vermakelijk. Over de sequel was ik indertijd een stuk minder lovend.

High Fidelity (Stephen Frears, 2000)


Stephen Frears maakte een filmadaptatie van het klassieke boek van Nick Hornby. Hij verplaatste de setting van Londen naar Chicago in Amerika, maar verder voelt dit toch als een aardig getrouwe verfilming. John Cusack speelt de sterren van de hemel en ook bijspelers Jack Black en Todd Louiso zijn een schot in de roos.

Rob (Cusack) runt een snobistisch platenzaakje dat alleen wordt bezocht door de ware puristen. De dwalende dertiger blijkt een verwoed platenverzamelaar (op het ziekelijke af) en categoriseert alles consequent aan de hand van een top vijf, of het nou om muziek, vrouwen of break-ups gaat. Robs leven staat op het punt een grote verandering te ondergaan wanneer zijn vriendin Laura (Iben Hjejle) voor een ander kiest, namelijk voormalig buurman Ian ‘Ray’ Raymond – een koelbloedige maar irritante zweefteef, prachtig gestalte gegeven door Tim Robbins.

Een liefdesfilm voor mannen met een prima soundtrack die in het rijtje thuishoort waar mijn favoriete films Almost Famous (Cameron Crowe, 2000), Chasing Amy (Kevin Smith, 1997) en (500) Days of Summer ook in staan.

In verband met het Imagine filmfestival, zal er de komende weken geen Film A-Z verschijnen. Ik ga deep undercover bij het festival en me voor de Zone 5300 sufbloggen over de films die ik daar zie. Natuurlijk zullen die blogposts ook op deze site gepubliceerd worden, dus zal het hier zeker niet filmloos zijn. Mijn Film ABC is weer terug op vrijdag 7 mei. Dan gaan we verder met de I. Imagine that!

(Liefhebbers van alfabetlijstjes kunnen in de tussentijd terecht bij Marco Raaphorst. Die raakte geïnspireerd door mijn Film ABC en maakte een persoonlijke en interessante Muziek A-Z.)