Een nieuw jaar is begonnen! Maar ondanks het feit dat we 2020 achter ons hebben gelaten, is de situatie niet veranderd. Same Shit, New Year dus.
Milo Manara neemt het op voor de culturele sector. Fijn, want van de politiek hoef je wat dat betreft niets te verwachten in de lockdownperiode.
En wat te doen met al die kerstkaarten?
In de nieuwste EPPO staat de eerste aflevering van mijn nieuwe COSPLAY-RUBRIEK. Hierin interview ik iedere keer een cosplayer over zijn of haar favoriete personage en waarom ze cosplayen.
Ook staat er in deze Eppo een bijzondere brief die ik graag aan jullie voorlees.
Eric Hercules is een actieve scenarist die stripverhalen, kinderboeken en tv-programma’s schrijft. Samen met Gerben Valkema creëerde hij het stripfiguur Elsje.
Daarnaast schrijft hij al jaren mee aan Sesamstraat, Het Sinterklaasjournaal en andere tv-programma’s. In deze vlog bezoeken we de schrijver in zijn werkkamer op Texel. Hercules laat zien hoe een scenario eruit ziet en vertelt wat het verschil is tussen schrijven voor televisie en voor strips.
Mijn vriendin en ik zijn net terug van een paar dagen Texel. Het is altijd heerlijk om dit waddeneiland te bezoeken. Dit keer hebben we onder andere Eric Hercules opgezocht, de scenarist van onder meer de strip Elsje.
Eric ontving ons gastvrij en gaf me een exemplaar van Elske auf Texel, oftewel de Duitse vertaling van Elsje op Texel.
In de Bouterbode staat een afbeelding van Gerben Valkema, waarin vier beroemde Nederlandse stripfiguren elkaar ontmoeten: Douwe Dabbert, Paulus de Boskabouter, heer Bommel en Tom Poes. Valkema is een meester in het tekenen in andermans stijl. Een meestervervalser eigenlijk.
Daar sprak ik hem een tijd geleden over voor de VPRO gids.
Zaterdag 26 mei host ik de Strip Talkshow op de Stripdagen Haarlem in de Philmarmonie. In deze vlog vertel ik iets over de stripmakers die ik daar ga spreken.
1. Gerben Valkema & Eric Hercules 13.00-13.20
De geestelijk vaders van Elsje.
2. Jeroen Steehouwer 13.20-13.40
Steehouwer zit meer dan dertig jaar in het vak en heeft zelf een boeiend overzichtswerk uitgegeven.
3. Aimée de Jongh 13.40-14.00 Een van de beste tekenaars van Nederland heeft zojuist een project afgerond met de Belgische scenarist Zidrou.
Het tweede uur is voor Guy Delisle, een van de hoofdgasten van het festival, van ongeveer 14.00 tot 14.50.
Om te voorkomen dat mensen zich rotzoeken op de site, heb ik de video waarin Valkema Elsje en Guust tekent rechts op de homepage gezet.
Ik vind het zelf erg leuk om video’s over stripmakers te maken en ze aan het werk te laten zien. Het hoort allemaal bij mijn ‘missie’ om strips onder de aandacht te brengen. Inmiddels heb ik al een hele reeks ontmoetingen voor Daily Webhead gemaakt en daar komen er nog ongetwijfeld meer bij. Recent maakte ik een video met Derf Backderf, Ivan Reis en Joe Prado, Marcel Ruijters en Wilbert van der Steen.
Een tijdje geleden bezocht ik het atelier van de sympathieke stripmaker Gerben Valkema om hem te interviewen voor de VPRO Gids en Eppo. In de video geeft Valkema een rondleiding door zijn atelier en onthult hij wie de oerversie van Elsje is.
Zet de video vooral op groot beeld en op een hoge resolutie.
Van het bijdehante stripfiguurtje Elsje is het achtste album uit. Stripmaker Gerben Valkema is echter ook een zeer verdienstelijke ghosttekenaar. ‘Bommel moet als Bommel voelen.’
‘Het leuke aan Elsje is dat ze geen restricties heeft die wij wel hebben. Veel mensen vinden haar bot, maar dat valt wel mee. Ik heb een dochter van drie, nou dat is ook een bot ding soms. Zo zijn kinderen,’ aldus tekenaar Gerben Valkema (1980) die samen met scenarist Eric Herculesde humorstrip Elsje maakt die draait om het gelijknamige, bijdehante basisschoolmeisje. De strip verschijnt in 15 regionale dagbladen en Eppo stripblad; het nieuwste album is net uit.
Als Valkema even genoeg heeft van Elsje tekenen, maakt hij voor de lol en de oefening een tekening van bijvoorbeeld Robbedoes of Johan en Pirrewiet. Of hij mengt Elsje in andere stripwerelden. Zo tekende hij haar in een cover van het fictieve album Asterix niet bij de Batavieren toen er op Facebook gegrapt werd wanneer het Gallische duo eens naar Nederland zou komen.
Valkema is goed in staat om op overtuigende wijze stripfiguren van anderen te tekenen en zich hun stijl eigen te maken. ‘Als kind oefende ik al met bestaande stripfiguren en dat ben ik blijven doen omdat het leuk en leerzaam is. Eigenlijk ben ik altijd al een soort ghosttekenaar geweest. Misschien heb ik een natuurlijke aanleg om mezelf te verplaatsen in andermans lijnvoering.’
Basisvorm
Op zijn achttiende werd Valkema uit de stripwinkel waar hij werkte geplukt door Jan Kruis die nieuw talent zocht voor zijn studio. Valkema begon zijn carrière dus als ghosttekenaar van onder meer Jan, Jans en de kinderen. ‘Ik dacht, binnen een maand of twee heb ik mijn eerste pagina wel gemaakt, want dat krasserige lijntje van Kruis kan ik wel tekenen. Maar hoe je die lijn zet en waar die moet staan, dàt is tekenen. Kruis kwam in het begin langs op de studio. Hij legde mijn tekening op de lichtbak en gaf tips. Heel leerzaam. Het was voor mij een openbaring om te ontdekken dat Jan, ondanks al zijn ervaring, nog steeds eerst een basisvorm van rondjes en stangetjes neerzette als hij zijn figuurtjes tekende. Veel tekenaars die ik hoog heb zitten werken zo. Er zit veel aandacht in de constructie van de figuren.’
Bij de redactie van Donald Duck die in hetzelfde pand zat, kopieerde Valkema de modelsheets van Disney-figuren om die thuis te leren tekenen. Handig, want later werkte hij voor Disney en maakte covers en parodieën van cd-hoezen voor de Donald Duck.
Heer Bommel
Omdat Valkema een soort meestervervalser is, wordt hij wel eens gevraagd voor speciale projecten. In 2012 tekende hij prachtige pastiches van Heer Bommel en Tom Poes in het verhaal Heer Bommel en de i-Padden, geschreven door Patty Klein voor het honderdjarige bestaan van de Vereniging van Bibliothecarissen. Was het moeilijk voor Valkema om zich de Toonder-stijl eigen te maken? ‘Dat was heel frustrerend. Ik kijk altijd goed naar de basisvormen van de figuurtjes en bij Bommel krijg je op de een of andere manier niet je vinger erachter hoe die in elkaar steken. Ik heb een meter Bommelboeken en die nam ik door. Dan valt je opeens op dat stripfiguren niet consequent getekend worden. Het ene moment is het hoofd groot, dan weer klein. Dan heeft ie dikke handen, dan kleine. Op een gegeven moment ben ik gewoon aan de slag gegaan om te zien waar het schip zou stranden. Ik heb mezelf constant gecorrigeerd door bijvoorbeeld de tekening te spiegelen, dan zie je de fouten sneller. Wil Raymakers, ook Bommel-tekenaar en codirecteur van de Toonder Compagnie, heeft me aanwijzingen gegeven, zoals: “Je oortjes staan teveel naar achteren.” Uiteindelijk is het wel Bommel geworden, al zien mijn collega’s wel dat ik het getekend heb.’
Grote borsten
Omdat Martin Lodewijk dit jaar 75 werd, werkte Valkema mee aan een speciale strip voor Eppo waarvoor hij de personages uit de strip Agent 327 voor zijn rekening nam. ‘Ook voor Lodewijk geldt dat hij niet twee keer hetzelfde figuur tekent. Als je in de stijl van een ander tekent, wil je iets op voorbeeldmodel kunnen tekenen, maar dat model bestaat eigenlijk niet. Wat het uiterlijk van die poppetjes betreft is er een soort centrum waar binnen ze zich bewegen. Daar binnen zit aardig wat rek. Het is niet zoals bij Disney dat alles precies uit te meten is. De oren van Mickey Mouse zijn altijd even groot bijvoorbeeld. Om Agent 327 te tekenen heb ik goed op details gelet: ik teken bijvoorbeeld de oren van 327 veel kleiner dan Lodewijk dat doet. Ik moest mezelf constant corrigeren om die oren naar mijn gevoel onnatuurlijk groot te tekenen. Hetzelfde geldt voor de borsten van Olga Lawina. Ik heb ze al een paar keer gecorrigeerd en nog steeds zijn ze niet zo groot als dat Martin ze zou maken. Dat durf ik niet. Ik denk niet dat ik weg kan komen met die borsten.’
Welke tips heeft Valkema voor potentiële stripvervalsers? ‘Teken vooral veel van goed verkopende tekenaars na en stop ze allemaal op veilingsite Catawiki. Dan word je slapend rijk,’ zegt hij lachend. ‘Maar zonder gekheid: je moet je heel goed in de oorspronkelijke stijl verdiepen. Bij Studio Jan Kruis pakte ik een tekening van Daan Jippes, daar legde ik een velletje overheen om de basisvormen en de actielijn van hem over te nemen. Daarna legde ik Daans illustratie weg om mijn eigen tekening af te maken. Deze vergeleek ik dan met de zijne om te zien wat ik gemist had. In het begin tekende ik nog wel figuurtjes na of trok ze over om te zien hoe ze in elkaar zitten. Nu niet meer. Na 15 jaar moet ik gewoon naar een plaatje kunnen kijken en deze als het ware projecteren. Als je Bommel tekent dan moet hij als Bommel voelen. Als alle details op hun plek vallen dan hoef je niet precies de Bommel te tekenen zoals je hem uit een bepaald plaatje kent, maar dan voelt hij alsof je hem kent.’
Eric Hercules & Gerben Valkema. Elsje #8 Don Lawrence Collection
Dit interview is geschreven voor en gepubliceerd in VPRO Gids #1 (2015).