Stripmaker Étienne Davodeau weet niet veel van de wijnwereld en zijn vriend Richard Leroy, een wijnbouwer, weet eigenlijk niets over het beeldverhaal. Daarom stelt Davodeau het volgende voor: hij loopt een jaar mee in de wijngaard van Leroy om te leren wat erbij het wijn maken allemaal komt kijken. Leroy krijgt strips als huiswerk te lezen en samen bezoeken ze de uitgeverij en collega’s van Étienne en enkele stripbeurzen. En passant leert de lezer door De onwetenden dus ook over beide werelden een hele boel.
Dat is voor mij de meerwaarde van het lezen van deze striproman. Ik weet eigenlijk niets over wijn. Als ik een fles of glas van dat spul zie moet ik aan Fransen denken die met hun blote voeten in emmers druiven stampen, en dan heb ik eigenlijk geen trek meer. Inmiddels weet ik na het lezen van deze striproman veel meer. Onder andere dat de druiven tegenwoordig gewoon door een machine geperst worden, maar ook hoe ambachtelijk het verbouwen van wijn eigenlijk is, zeker als je dat zoals Leroy op een biologisch-dynamische wijze doet. Dat is net zo ambachtelijk als het maken van stripverhalen. In hun passie en doorzettingsvermogen vinden de twee mannen elkaar dan ook.
Als stripliefhebber vind ik het natuurlijk erg interessant om de gesprekken tussen Leroy en stripmakers als Jean-Pierre Gibrat, Marc-Antoine Mathieu en Emmanuel Guibert te volgen. Die gesprekken leveren inzichten op in de methodiek en denkwijzen van de makers en dat is natuurlijk smullen.
Niks
Niet alles wat Leroy te lezen krijgt, valt bij hem in de smaak. Watchmen van Alan Moore en Dave Gibbons vindt hij maar niks en het werk van Moebius doet hij af als: ‘Het is niks. Ik vind het niet goed. Zijn planeten, zijn beesten, zijn hersenspinsels, al dat gedoe, pfff… Het is… vermoeiend…’ Een opmerking waar ik hartelijk om moest lachen, want daar zou de goegemeente toch wel even van schrikken. Eigenlijk zou wijnbouwer Leroy een blog over strips moeten beginnen, dat zou de boel aardig opschudden, vermoed ik. Het is fijn om eens ‘van een gewone’ man te horen wat hij vindt van klassieke strips en hun makers, dat haalt de kenners weer even uit hun tunnelvisie en vastgeroeste aannames.
Het is jammer dat Davodeau naast het opvoeren van zijn collega’s niet ook hun werk toont. Nu wordt er gesproken over strips, terwijl we er geen voorbeelden van zien. Dat maakt de boeken van Scott McCloud namelijk zo goed, dat hij het over strips heeft en dan ook een of twee plaatjes laat zien, wat zoveel meer duidelijk maakt. Alleen het werk van Moebius en Lewis Trondheim komen in het boek voor. Trondheim stuurde namelijk zelf een pagina in om Leroy uit te leggen waarom hij zichzelf in zijn autobiografische strips met een snavel tekent. Als Davodeau wat meer van het andere stripwerk had laten zien, had dit een nog beter en completer boek gemaakt.
Maar los daarvan, heb ik me bij het lezen van De onwetenden goed vermaakt. Het boek is een onderhoudend en informatief relaas voor iedereen die meer over wijn en strips wil weten.
Étienne Davodeau. De onwetenden
Uitgeverij Scratch Books, 272 pagina’s, € 27,90