Tag: Eppo
In EPPO #24 (2018) nemen de redactie en stripmakers die meewerken aan dit striblad afscheid van Stan Lee. De geestelijk vader van het Marvel Universum die recent overleed.
Een sympathiek gebaar met enkele mooie bijdragen van de tekenaars. Daarom bladeren we in deze vlog door deze bijzondere EPPO.
Meer over Stan Lee kun je lezen in het in memoriam dat ik over hem schreef.
En meer over Stan ook in deze vlog die ik vlak na zijn overlijden opnam.
Door alle drukte vorige week was ik nog niet aan de post toegekomen. Er ligt dus een aardig stapeltje pakketjes met nieuwe stripalbums op mij te wachten. In deze vlog neem ik de nieuwste albums door van Uitgeverij L.
Zoals Storm 31: Het gesticht van Krijs, Argus Jaaroverzicht 2018 en een nieuwe stripreeks genaamd Jylland. In de volgende vlog nemen we de rest van de post door.
Vlog: De jaren Eppo
Ger Apeldoorn did it again! Na een uitgebreid boek over De jaren Pep, een boek over Mad imitaties, schreef hij nu De jaren Eppo.
Dit boek vertelt het verhaal van het stripblad Eppo en (bijna alle) mensen die het blad maakten.
Handig voetenwerk
Deze twee voorbeelden uit het huidige Roodhaar-verhaal in Eppo laten zien dat:
A) Romano Molenaar toffe actie kan tekenen.
B) Roodhaar handig voetenwerk weet te verrichten als het moet.
C) Dat ze nog steeds zeer onpraktisch gekleed gaat.
Of is dat gewoon een kwestie van: de mannelijke lezer wil ook wat kunnen zien? En de vrouwen dan? O ja, die lezen natuurlijk geen Eppo. 🙂
Spider-Man 327
Haha! Agent 327 als Spider-Man. Een puik idee van Bruno de Roover en Romano Molenaar.
Deze scène is uit een kort verhaal van deze stripmakers. Eppo publiceert sinds vorig jaar geregeld een verhaaltje waarin stripmakers aan de slag gaan met het personage Agent 327. Van Martin Lodewijk hoeven we voorlopig geen nieuw avontuur van 327 te verwachten, dus Rob van Bavel heeft er met dit project voor gezorgd dat ‘het geweten van Nederland’ toch geregeld in Eppo gepubliceerd wordt. De vondst levert vaak leuke strips op. Iedere tekenaar interpreteert de personages van Lodewijk op zijn eigen manier en dat is boeiend om te zien.
Zo ziet Romano’s versie van Olga Lawina eruit:
Spider-Man bij Donner
Stripmaker Ben Vranken spotte laatst Mijn vriend Spider-Man bij boekhandel Donner in Rotterdam.
Deze winkel bevindt zich op de Coolsingel 119. Twee jaar geleden was ik daar om een middag rondom Eppo bij te wonen. Dat stripblad bestond toen veertig jaar. Nou ja, het was veertig jaar geleden dat het stripblad voor het eerst uitkwam. Het is niet zo dat het blad al veertig jaar wordt uitgegeven. In 2009 is Rob van Bavel met de herstart begonnen.
Ik vind het een leuk idee dat Mijn vriend Spider-Man gezellig naast een verzamelbundel van Barbara Stok staat – al betekent het wel dat men niet veel opheeft met alfabetische volgorde. Want eigenlijk had mijn boek natuurlijk naast die van Scott McCloud moeten staan. Ook goed gezelschap trouwens.
Ik hoop dat het boek van Ben Vranken ook te koop is bij Donner. Dode Varkens kwam een paar weken geleden uit bij Xtra. Ik schreef daar dit stuk over. Als je toch mijn boek gaat halen in Donner, neem dan vooral ook het boek van Vranken mee.
De kaart
Een sfeervol stripplaatje uit De kaart van Fred de Heij:
Mooi hoe De Heij het huis heeft getekend, met het vervallen hek op de voorgrond. De illustratie spreekt tot de verbeelding en zou een mooi begin zijn van een thriller of een horrorverhaal. De kaart is echter geen van beide en valt eerder onder de categorie luchtige avonturenstrip.
De kaart is recent in een album uitgegeven door Don Lawrence Collection. Het stond eerder in afleveringen in Eppo.
In het verhaal weet Isa eerst een gijzeling tot een goed einde te brengen. Daarna vaart ze samen met Paul Stark een boot naar een ver gelegen eiland. Eenmaal op zee zien ze na een aantal weken een bootje dobberen met daarin een jonge vrouw. Volgens de wetten van de zee redden ze de schipbreukeling, maar daarmee beginnen ook de problemen, want er zitten een aantal schurken achter haar aan, die maar één ding willen: De kaart.
Fred de Heij. De kaart.
Don Lawrence Collection. Hardcover €16,95
[hr]
Daarom Minneboo leest:
Als stripjournalist wil ik zoveel mogelijk strips onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een interview, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen.
Agent 327 is springlevend
Stripblad Eppo publiceert een reeks nieuwe korte verhalen met Agent 327 in de hoofdrol.
Martin Lodewijk mag al behoorlijk op leeftijd zijn en zoals je wellicht weet liet het laatste Agent 327 avontuur lang op zich wachten. Daarom begint in Eppo #2 die inmiddels in de winkels ligt, een nieuwe reeks korte verhalen rondom ‘het geweten van Nederland’. Deze verhalen worden geschreven en getekend door een selecte groep stripmakers. Mars Gremmen bijt het spits af met Dossier Snolly Pardon.
Toen Rob van Bavel dit project aan Lodewijk voorstelde, ging de nestor van de Nederlandse strip akkoord mits de tekenaars hun eigen stijl aanhouden. Leuk, want zo krijgen we dus telkens een iets andere versie van ’s lands meest minst-geheime agent te zien. Misschien hoopt Van Bavel, die sinds het overnemen van Uitgeverij L ook het recht heeft de Agent-albums uit te geven, zo meteen een kandidaat te vinden om de reeks voort te zetten als Lodewijk er geen zin meer in heeft en met pensioen gaat.
De cover van Eppo #2 is getekend door Lodewijk en Gremmen.
Overigens ging een recente aflevering van Frits Jonkers ShowCase ook over Agent 327 en uitgave van oude korte verhalen die ooit in de Pep stonden. Het leuke aan Frits z’n strookje vind ik dat je aan de tekst uit de ballons meteen kunt aflezen dat het om een Agent-verhaal gaat. Wel jammer dat de uitgever uiteindelijk niet koos voor de diensten van Frits, want zijn handlettering ziet er weer fantastisch uit.
Een paar weken geleden werd ik gebeld door Ger Apeldoorn, schrijver, blogger en redacteur van Eppo. Hieronder het resultaat van ons gezellige gesprekje dat is gepubliceerd in Eppo #1 (2017):
Dit is overigens het Spider-Man-artikel waar Ger naar refereert.
Nieuwe kalender
Een nieuw jaar, dus een nieuwe Eppo kalender op de wc. Hoewel ik al ruim een jaar niets meer voor Eppo geschreven heb, beschouwen ze mij nog steeds als medewerker aan dit stripblad. Dat vind ik een leuk idee.
Ik vind het bijzonder dat de Eppo alweer zoveel jaar bestaat na de herstart en ook vind ik het stripjournalist natuurlijk erg leuk als er stukken van mij in het blad staan. We zijn op dit moment voorzichtig aan het kijken wat ik voor het blad zou kunnen schrijven. Het probleem met Eppo is dat de smaak van de doelgroep van het magazine maar deels overeenkomt met de mijne. Dat betekent dat veel waar ik over zou willen schrijven niet bij die doelgroep aansluit.
Dat komt overigens wel vaker voor, hoor, dat ik over onderwerpen wil schrijven maar dat ik geen opdrachtgever kan vinden die daar zin in heeft. Daarom ben ik ooit begonnen met bloggen, zodat ik toch een podium voor die stukken had. Uiteindelijk is het blog een project op zichzelf geworden waar ik veel tijd en energie in steek.
In mijn achterhoofd ben ik altijd plannetjes voor dit medium aan het bedenken en vaak hoop ik het helemaal eens anders aan te gaan pakken. Een frisse wind, zoals het begin van een nieuw jaar ook zal zijn.
Een terugkerend idee is om geen recensies meer te schrijven. Daar beleef ik namelijk weinig lol in en ik vraag me steeds vaker af of er voor recensies in het huidige medialandschap nog wel plaats is.
Filmmaatschappijen maken het voor recensenten namelijk steeds moeilijker om goed hun werk te doen door persvoorstellingen vlak voor de release van blockbusters te programmeren. En als we de films eerder kunnen zien, wordt er vaak een embargo opgelegd. Je mag dan pas vlak voordat de film uitkomt, soms maar een dag van de tevoren, je recensie publiceren. Filmmaatschappijen vinden het veel leuker als je over trailers schrijft, speculeert over casting en plotpunten of andere triviale dingen. Alles wat het product onder de aandacht brengt, behalve gegronde kritiek die de potentiele bioscoopbezoeker vertelt dat de film eigenlijk misschien helemaal niet zo goed is.
Wat striprecensie betreft denk ik vaak: wie ben ik eigenlijk om te zeggen of deze strip wel of niet goed is. Ja, een stripjournalist die heel veel gelezen heeft en veel strips kent. Dat is mijn culturele bagage waarmee ik tot een evenwichtig oordeel zou moeten komen. Maar zelfs dan zie ik grote verschillen tussen de verschillende beoordelingen van professionals. Een boek kan in de Volkskrant twee sterren krijgen en elders vier of vijf. Ik zie soms heel positieve recensies van een strip die ik als veel minder beoordeel. En ongetwijfeld gebeurt dat ook andersom. Recensies zijn deels dus erg arbitrair.
Maar ik weet ook dat iedereen die een creatief product maakt, het beste wil maken wat binnen zijn of haar mogelijkheden ligt. Niemand wordt ’s ochtends wakker en denkt: ‘Laat ik eens een paar maanden van mijn leven opgegeven om een kutstrip te maken. Hetzelfde geldt voor films ook natuurlijk.
Dat veel films, boeken, strips of andere producties tegenvallen ligt dus niet aan de intentie van de maker, maar aan allerlei andere factoren zoals tijd, geld en andere dingen die de boel beperken. Om na al die moeite die een maker gestoken heeft in zijn verhaal dan te zeggen, ik vind het ruk, tja… Daar heb ik dus niet veel zin meer in.
Maar wat ik dan wel van plan ben, vertel ik je binnenkort.
Ik heb alvast onwijs zin in dit nieuwe jaar. Jij hopelijk ook.