Categorieën
Strips

Stripliefde: Jonathan, Thorgal en Jugurtha

Iedere vrijdag delen striplezers hun stripliefde en vertellen over hun favoriete strip.

Cok leest o.a. Thorgal.
Cok leest o.a. Thorgal.

Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk?
Cok Jouvenaar, 44 jaar, dtp-er/vormgever en redacteur. Onder meer van het magazine StripNieuws. Daarnaast schrijf ik ook stukjes voor 3voor12 Den Haag en de Popunie.

Welke strips zijn je favoriet en lees je nu nog steeds?
Jonathan, Thorgal en Jugurtha.

Waarom is/zijn dit je favoriete strip(s)? Wat vind je er zo goed aan?
Allereerst door het briljante tekenwerk van Cosey, Franz en Rosinski. In mijn optiek weten alle drie de tekenaars de figuren te laten acteren. Tevens word ik elke keer weer meegenomen in de verhalen. Hoe campy en simpel ook. Jonathan lijkt heel zweverig, maar het gevoel van reizen, India en New Age voel ik echt tijdens het lezen.

Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je?
Strips werd mij met de paplepel ingegoten. Mijn vader is een groot liefhebber. Bladen als Eppo, Wham en later als vervanger hiervan, Robbedoes, vielen bij ons wekelijks op de deurmat. In 1981 nam mijn vader via zijn werk uit de leesportefeuille oude nummers van het weekblad Kuifje mee. De bovengenoemde strips intrigeerden mij direct. Dit was voor grote jongens, vond ik. Dit ging verder dan de truttigheid van Eppo. De vrouwelijke tegenspeelsters van Jugurtha en Thorgal, respectievelijk Vania en Aaricia waren echt sexy en in Jonathan dacht ik de sixties te herkennen. Deze helden hebben voor mij de weg geopend naar strips als XIII, Largo Winch, Jeremiah en het werk van Bilal. Helaas is Franz overleden, waardoor Jugurtha niet meer verschijnt. Maar elk deel van Jonathan en alle Thorgals koop ik blind. Zelfs in de periode dat ik mij niet zo met strips bezig hield, scoorde elk nieuw album een dikke voldoende bij mij. Van de week kocht ik Thorgals nieuwste Kah-Aniël. En weer was het genieten en voelde ik mij weer dat jongetje van twaalf.

Thorgal.
Thorgal.

In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.

Categorieën
Strips

Graf van Wiske op Museumplein

Je kunt niet zeggen dat ze er bij de Standaard Uitgeverij niet alles aan doen om de spin-off reeks van Suske en Wiske, Amoras, onder de aandacht te brengen. Vanaf woensdag 6 november ligt het tweede deel in de winkel, dus groef men vandaag een graf op het Museumplein te Amsterdam voor stripfiguurtje Wiske die – schijnbaar – in het eerste deel om het leven kwam.

Persfoto_Suske&Wiske_Amoras

Publiciteitsposter die het eerste deel onder de aandacht bracht.
Publiciteitsposter die het eerste deel onder de aandacht bracht.

Dat laatste is op dit moment niet zeker en het antwoord zou in het tweede album staan. Ik gok dat onze blonde wijsneus nog wel ergens ronddoolt en dat de berichten over haar dood wat voorbarig zijn.

Amoras is een stripreeks van tekenaar Charel Cambré en scenarioschrijver Marc Legendre. De hoofdpersonages zijn dezelfde als die van Suske en Wiske, maar de stijl van Amoras is ietwat realistischer dan de oorspronkelijke reeks en de figuren zijn een aantal jaar ouder.

De reeks speelt zich af in 2047, precies 100 jaar na de eerste publicatie van Op het eiland Amoras, het eerste album rond Suske en Wiske. Er staan zes albums voor de korte reeks gepland. Het eerste album van Amoras verscheen op 8 mei 2013. Het tweede album, getiteld Jérusalem, verschijnt dus op 6 november 2013.

Ik moet zeggen dat ik ook zonder alle poespas benieuwd ben naar het album. Er valt veel op Amoras aan te merken, en velen hebben dat ook gedaan. De giftige brief van Hans Matla in de Eppo staat me nog helder voor de geest. Die vond het allemaal maar niks, maar goed, Amoras is ook niet gericht op lezers van zijn leeftijd en achtergrond. Het is een poging om de young adults aan te spreken. Ik vind het verfrissend dat de uitgeverij met deze limited serie een nieuwe interpretatie van Suske en Wiske aandurft. Lees hier mijn recensie van het eerste deel.

Hier alvast de trailer voor het tweede album:

Categorieën
Mike's notities Strips

Dagboek van een stripjournalist: Stripfestival Breda 2013

Stripfestival Breda was dit jaar in het laatste weekend van oktober. Uiteraard heb ik het stripfestijn ook een dag bezocht. Het was een prima werkdag voor deze stripjournalist. Een selectieve impressie.

Laat ik eens op tijd gaan, dacht ik dit jaar. Om tien uur ’s ochtends gingen de deuren open van het Chassé Theater en er stond al een aardige rij fans te wachten. Gelukkig had ik een persticket en kon ik redelijk snel naar binnen. Daar vond ik al een flinke rij mensen voor de Eppo-stand, vooral voor de mannen achter Storm. De fans wilden kennelijk een mooie tekening in hun nieuwe album en waren bereid daarvoor te wachten. Ik vermoed dat veel fans al een aardige verzameling tekeningen hebben verzameld. De Eppo-uitgever boft met die trouwe lezers die de kassa’s goed laten rinkelen. Het deed me denken aan de hype rond de iPhone: mensen stonden van de week in dikke rijen om de nieuwe telefoon voor 700 euro aan te schaffen. Gekkenhuis. Voor dat geld kun je een leuke start maken met je stripverzameling.

Douwe Dabbert
douwedabbert_coverRob van Bavel, hoofdredacteur van Eppo maar ook de directeur van stripfestival Breda, had het druk, maar had even de tijd om kort te praten over de rubriek Stripplaatje onder de loep en mij het nieuwe album van Douwe Dabbert te geven waar ik een aflevering over ga schrijven. Uitgeverij Barabas, onderdeel van stripwinkel Barabas, bracht op het festival het tweede deel van de luxe reeks van Douwe Dabbert uit. Deze albums worden in een kleine oplage op de markt gebracht. Wie de hele reeks wil kopen betaalt maar liefst €149,95 per deel. Daarom ben ik erg blij dat de Don Lawrence Collection de reeks van Thom Roep en Piet Wijn ook als reguliere albums uitgeeft die slechts 7,95 per stuk kosten. Ik vind de verhalen over Dabbert erg leuk, maar ben niet een fan die 150 euro voor een verhaaltje over heeft.

ward1Ook nam ik het eerste deel van Ward mee. In Eppo sla ik de vervolgverhalen altijd over totdat ik ze in hun geheel kan lezen. Ik ben benieuwd wat de samenwerking tussen Willem Ritstier en Marissa Delbressine voor strip heeft opgeleverd.

Op stripbeurzen is het voor mij veel praten met stripmakers en uitgevers. Nieuwe boeken die interessant zijn voor een bespreking of interview krijg ik mee. Soms kan ik er wat mee, soms ook niet. Het hangt er een beetje van af welk tijdschrift er ruimte voor heeft. Als ik het album niet in de VPRO gids kwijt kan of elders, maar ik vind het toch interessant, dan doe ik er online iets mee middels een artikel of een video.

Ik sprak onder andere uitvoerig met de mannen van Syndikaat die Struikelen van Pieter Rosseel presenteerden dit weekend. Struikelen is het verhaal van vier twintigers in hun laatste maanden op kamers in Gent. Dit is het stripdebuut van de Vlaamse Rosseel die na zijn studie architectuur er toch voor koos om stripmaker te worden.

Een boeiend gesprek had ik met Eelco Koper die op de beurs een gratis preview van zijn comic Superhelden aan het uitdelen was. In januari komt het eerste nummer uit. Koper straalt van de ambitie om de Nederlandse lezer op goede superheldenstrips te trakteren. Hij wil iedere maand een comic van 40 pagina’s uit brengen die slechts 2 euro gaat kosten. In de comic zal niet alleen een verhaal staan van zijn eigen creatie Cat-Man, ook zullen onder andere Savage Dragon van Erik Larsen, Mudman van Paul Grist en Ultra Duck van Edgar Delgado en Humberto Ramos hun opwachting maken. Koper wil de verhalen in delen publiceren, wat zijn uitgave de comicvariant van de Eppo zal maken. Het wordt wel superhelden Nederlandse stijl: Savage Dragon gaat Woeste draak heten; Mudman wordt Modderman. Uiteraard vind ik dit als comicliefhebber, een heel tof initiatief.

Een van de drie tekeningen die Spaey in een handomdraai op papier zette.
Een van de drie tekeningen die Spaey in een handomdraai op papier zette.

Leuk aan deze editie van Breda vond ik de kennismaking met Kristof Spaey. We kenden elkaar al via Facebook, maar nu hij druk zat te tekenen in de stand van Het Vlaamse Onafhankelijke Stripgilde, precies ook de mensen achter Strike & Stroke, konden we elkaar eens de hand schudden. Meteen kocht ik de trilogie Misschien Nooit Ooit, getekend door Spaey en geschreven door Marc Legendre. (Legendre krijgt overigens dit jaar de Bronzen Adhemar, de belangrijkste Vlaamse stripprijs, tijdens het Stripgids festival uitgereikt.) Spaey tekent in een realistische en toegankelijke stijl. De strip ziet er op het eerste gezicht aantrekkelijk uit, evenals de hoofdpersonages. Overigens vertelde de tekenaar dat hij modellen gebruikt voor de personages. Terwijl we aan het babbelen waren, tekende Kristof op ieder schutblad een van de drie hoofdpersonages uit het verhaal. Ik heb daar video-opnames van gemaakt en zal die binnenkort publiceren. (Ja, dames, wij mannen kunnen heus wel multitasken, als het maar leuke activiteiten betreft.)

Een andere leuke eerste ontmoeting was met de Vlaamse Catherine Dejonghe. Deze dame houdt zich eigenlijk pas sinds een jaar met het beeldverhaal bezig, maar heeft zich dankzij een prominente aanwezigheid op Facebook en het organiseren van onder andere een megasigneersessie in Vlaanderen, al goed in de picture gespeeld. Ze straalt dan ook veel enthousiasme voor het medium uit. (Zie hier de foto’s die ze tijdens het stripfestival maakte.) Naast haar zat Michel die speciaal uit België naar Breda was gekomen om een originele tekening te bemachtigen van de Amerikaanse tekenaar Terry Dodson. Het was nog maar de vraag of het ging lukken, want Dodson schijnt soms heel veel tekeningen op zo’n dag te maken, maar soms ook bijna niets. Het hangt van zijn bui af. Ik hoop dat Michel die dag met een mooie tekening naar huis ging.

Betaald signeren
snippers_2Een groot verschil tussen Amerikaanse tekenaars en hun Nederlandse collega’s is dat ze geld vragen voor een illustratie. Eigenlijk is dat ook niet meer dan normaal. In plaats van een dag te kunnen werken aan hun strips, zitten ze op een beurs te signeren. Als je je bedenkt dat veel van hun tekeningen later op Ebay verkocht worden voor goed geld, is het niet gek dat ze er zelf ook iets voor willen terug zien.

Eigenlijk is het heel gek dat Nederlandse tekenaars zo’n heel weekend gratis zitten te werken. Goed, ze verkopen er meer albums mee, maar toch: hulde dat ze bereid zijn dit te doen. Vaak zien ze elke beurseditie dezelfde fans aan hun tafel verschijnen voor een nieuwe tekening. Veel stripliefhebbers bezoeken juist de stripbeurzen omdat ze hun favoriete tekenaar kunnen ontmoeten, dus die stripmakers brengen veel bezoekers in de tent en een goede omzet voor de beursorganisatie. Ik heb daarom nooit begrepen waarom de organisatie achter de Stripdagen in Gorinchem de tekenaars geen vergoeding geeft of in ieder geval hun onkosten vergoedt als ze het hele festival hard zitten te tekenen.

(Het standaardantwoord op die vraag is overigens dat daar geen geld voor is. Er wordt door de beursorganisatie geld verdiend dankzij die stripmakers en die mogen daar wat voor terugkrijgen. Natuurlijk maakt de organisatie een hoop kosten, dus mocht het niet betaald kunnen worden uit de verhuur van kraampjes, dan kan er wellicht sponsoring voor gevonden worden. Voor mij is deze situatie een mooi voorbeeld van hoe de Nederlandse stripsector minder professioneel is dan die in bijvoorbeeld de Verenigde Staten. Ik zeg niet meteen dat ik een antwoord op dit soort kwesties heb maar het kan geen kwaad om ze aan te blijven wakkeren. Omdat iets altijd al zo was, hoeft niet te betekenen dat het altijd zo moet blijven.)

leever_pimpamDe stripmakers die ik gisteren sprak maakten allemaal een goedgeluimde indruk. Gerard Leever zat zijn nieuwste albums te signeren. Een paar jaar geleden heb ik hem geïnterviewd over de autobiografische strip, maar dit was de eerste keer dat we elkaar face to face spraken. Omdat hij te druk is met andere projecten, maakt Gerard tegenwoordig nog maar een aflevering per jaar van zijn stripdagboek Gleevers dagboek. Jammer natuurlijk, want het is een erg leuke strip. Aan de andere kant moet je ook weer niet eeuwig doorgaan met een reeks. Wat mij betreft gaan sommige reeksen echt te lang door. Maar goed, zolang de tekenaar er nog plezier in heeft en de lezers ook, wat is daar dan eigenlijk mis mee.

Aimée de Jongh signeerde haar nieuwste Snippers-album. De tweede alweer. Overigens zijn daar ook luxe harde kaft-edities van uitgekomen.

Tientallen portretten
Bij Marq van Broekhoven kocht ik zijn bundel stripcolumns De wereld die strips heet. Hansha, een collega-tekenaar vroeg aan hem of Marq een portret van hem wilde tekenen. Hansha had een schetsboekje vol met portretten, allemaal gemaakt door andere tekenaars. Ook dat staat natuurlijk op video en zal ik laten zien in een nog te verschijnen Daily Webhead-aflevering.

marq_zelfportret

Naast Marq zat Mars Gremmen, die de vaak ijzersterke redactiecartoon in Eppo maakt en waar zojuist het tweede album over Trix bij Strip2000 verscheen, sexy cartoonmeiden te tekenen voor de liefhebbers. Ik had Gremmen nog nooit ontmoet, dus vond het erg leuk om eens met hem te praten.

Ook heb ik kort kennisgemaakt met de mensen achter Strips2Go en de eerste drie nummers meegenomen. Kan ik eindelijk eens zien wat daar in staat, want tot nu toe had ik nog geen pagina ervan gezien. Wel jammer dat Strips2Go verstopt zat ergens aan het einde van de beurs in de Jupilerzaal.

Het was fijn even koffiedrinken met Kenny Rubenis. We kennen elkaar al een paar jaar, maar hadden nooit eens sociaal rond de tafel gezeten. Rubenis maakt leuke, soms ontwapenende strips die hij als smallpress uitgeeft. Ook werkt hij veel in opdracht.

Avondeten deed ik met stripvrienden Matt Baaij en Rob van Barneveld. Een verse collega van Syndikaat, Chiel te Bokkel, voegde zich bij ons gezelschap. Dat werd natuurlijk melig placemats voltekenen in het restaurant. (En ja, ook daar is videomateriaal van gedraaid.)

lemuriaTig spareribs later was het tijd om met de Fyra naar huis te gaan. Onderweg las ik wat columns van Van Broekhoven – die ik je bij deze echt kan aanraden. Over stripliefde gesproken. Ook las ik een preview van The lost tales of Lemuria. Deze comic is geschreven door Sytse Algera (De Vries) en getekend door Apryadi K en behoort tot het science fiction/fantasy genre. Het schilderwerk van Apryadi Kusbiantoro doet denken aan de strip Storm. Algera, die ook bij de organisatie van stripfestival Breda zit, timmert als scenarist aardig aan de weg. Van De Vries zijn inmiddels twee albums verschenen die in Eppo werden voorgepubliceerd. Ik ben benieuwd hoe deze nieuwe serie door de Eppo-lezers ontvangen zal worden.

Terugkijkend op deze editie van de beurs kan ik zeggen dat het voor mij als stripjournalist een goede dag was, al heb ik niet iedereen kunnen spreken die op mijn lijstje stond. Volgend jaar zal ik bij de smallpressers beginnen, want daar valt volgens mij nog een hoop moois te ontdekken.

Check ook deze fotoserie op Bredavandaag.nl.

Categorieën
Strips

Strike en Stroke bieden podium voor Vlaams striptalent

Op 19 en 20 oktober te Facts in Gent en op 26 oktober op het stripfestival van Breda stelt de Vlaamse Onafhankelijke Stripgilde aan pers en publiek twee nieuwe striptijdschriften voor, namelijk Strike en Stroke.

(Klik op de plaatjes voor de grotere versie.)
(Klik op de plaatjes voor de grotere versie.)

Strike is een magazine dat zich zal richten tot het hele gezin, in de traditie van de Robbedoes en Kuifje-weekbladen, terwijl Stroke bedoeld is voor de meer gevorderde Stripliefhebber.

‘De mogelijkheid tot voorpublicatie is de laatste jaren weggevallen door het verdwijnen van de striptijdschriften. Dit is bijzonder funest voor de jongere auteurs, die daardoor onvoldoende kansen krijgen om hun talent kenbaar te maken aan het grote publiek. Om hieraan te verhelpen heeft de Stripgilde (een vakvereniging die de belangen van stripauteurs, tekenaars en scenaristen behartigt ) nieuwe mogelijkheden gecreëerd. Uniek aan deze magazines is dat er nooit eerder een brug werd geslagen tussen de traditionele strip en de ‘graphic novel’ strips. Met een frisse mix van bekende en minder bekende auteurs biedt de Vlaamse Onafhankelijke Stripgilde voor het eerst in het Nederlands taalgebied een platform van zowel auteursstrips als familiestrips. Met de twee magazines, Strike en Stroke, neemt de Stripgilde de strip ook mee in de 21ste eeuw door af te stappen van het klassieke papieren concept en exclusief digitaal voor tablet (o.a. iPad en Samsung Galaxy tab) uit te geven via de app van ABOMENTUM,’ aldus Rik Dewulf, secretaris van de Stripgilde.

Stripbladen in Nederland

Cover van Oogst #3
Cover van Oogst #3

Daar heeft Dewulf natuurlijk een punt. Ook in Nederland is de mogelijkheid tot voorpubliceren zeer beperkt, want weinig echte volbloed stripbladen. Je hebt hier Eppo, maar daar worden toch vooral gevestigde stripmakers gepubliceerd. Relatieve nieuwkomer Marissa Delbressine die de strip Ward tekent op het scenario van Willem Ritstier is hiervan de uitzondering op de regel. Delbressine is overigens een van de drijvende krachten achter Strips2Go, een nieuw stripblad dat recent is gelanceerd en waarvan iedere maand een nummer verschijnt. Dit stripblad biedt nieuw talent wel een podium, daarnaast staan er columns en interviews in. De schrijvers en tekenaars worden betaald uit de opbrengsten van Strips2Go.

Natuurlijk heb je nog een blad als Zone 5300 dat ook nieuw talent een kans geeft. Het aantal strippagina’s in dit magazine over strips, cultuur en curiosa is echter beperkt. Bovendien geeft de Zone-redactie de voorkeur aan meer alternatieve strips en valt de mainstream buiten de boot en levert een publicatie in de Zone geen rode cent op. Dan springt Oogst me nog te binnen: het blad wordt gemaakt door studenten Comic Design van ArtEZ en is vooral een showcase van hun talent en vorderingen.

pulpman_15Je hebt natuurlijk ook nog Stripnieuws van Stripschap. Daar staan naast artikelen ook strips in, maar de makers ervan zijn toch vooral gevestigde namen. En het onregelmatig verschijnende Pulpman van uitgeverij Xtra niet te vergeten. Hoewel dat voornamelijk gevuld wordt met strips Fred de Heij en buitenlandse strips, staat de redactie wel open voor inzendingen van Nederlands striptalent. Helaas betekent publicatie geen inkomsten voor de makers. En dat is wel het geval bij de bladen van het Stripgilde. Omdat er geen drukkosten zijn komen de inkomsten van de bladen zo goed als geheel in de portemonnee van de stripmakers.

Ik ben daarom blij met initiatieven als Strike en Stroke en vraag me een beetje af waarom een dergelijk project niet geïnitieerd is door toenmalig intendant Gert Jan Pos. Goed, die heeft twee boeken uitgebracht met verstrippingen, maar had een deel van het subsidiegeld niet ingezet kunnen worden voor het opzetten van een degelijk nieuw stripblad dat eventueel digitaal uitgegeven zou worden? Aan een magazine waarin striptalent de kans krijgt om te stralen dat met regelmaat uitkomt heb je immers veel meer dan twee boeken vol éénpaginaverstrippingen die maar aan moment aandacht vragen. Bovendien was één zo’n boek wellicht wel voldoende geweest.

Oud & nieuw talent
Nog even over Strike en Stroke. Elk magazine zal tweewekelijks verschijnen, waarbij om de week ofwel Strike ofwel Stroke zal verschijnen. Per nieuw nummer worden ongeveer 40 pagina’s aangeboden, waarbij de inhoud gevuld wordt door zowel doorwinterde en gelauwerde auteurs zoals Steven Dupré (Bronzen Adhemar 2011), Kristof Spaey, Marcel Rouffa en Marc Legendre (Bronzen Adhemar 2013) alsook aanstormend talent zoals Delphine Frantzen (studeerde af aan Sint-Lukas te Brussel in 2012), Pieter Rosseel en Isabelle Baele (Syntra 2013).

Tablet & Apps
Naast het unieke platform voor stripauteurs zijn de Abomentum app en Strike/Stroke gericht op elk mogelijk publiek dat beschikt over een tablet. De app is beschikbaar voor zowel tablets met het IOS besturingssysteem (in de Apple Store) als het Android besturingssysteem (In de Google Play Store). De Abomentum app is gratis te downloaden en de lezer krijgt de keuze hoe hij Strike of Stroke wil aanschaffen. Een los nummer voor de schamele prijs van €2,99 of een van de abonnementsformules waarbij fikse kortingen zijn te verdienen.

Ambitieuze plannen. Je begrijpt natuurlijk dat ik de makers van Strike & Stroke van harte geluk wens met hun initiatief.

Categorieën
Minneboo leest Strips

Minneboo leest: Het godvrrgeten eiland

Een dikke doos vol met nieuwe uitgaven van Strip2000 werd laatst bij me afgeleverd. Daarin zat ook het eerste album van de reeks Het godvrrgeten eiland.

Zelf ben ik nog nooit schipbreukeling geweest en op een eiland aangespoeld, maar in de loop der jaren is dit het uitgangspunt geweest van zo verschrikkelijk veel boeken, films en strips, dat je de situatie in eerste instantie de verveelde gaap van het cliché oproept. Toch is Het godvrrgeten eiland, waar inderdaad een schipbreukeling en zijn hondje op terechtkomen, een plezier om te lezen. De situaties waarin de hoofdpersoon in verzeild raakt zijn vaak herkenbaar maar kennen ook een vreemde kronkel. Dat je op een eiland kannibalen en een verdwaalde piraat aantreft, a la, maar wat dacht je van pratende pinguïns die per ongeluk de verkeerde afslag hebben genomen, wrattenzwijnen die dankzij heel sterke rum zo slim worden dat ze een vliegtuig weten te ontwerpen en bouwen, en bezoekers uit de toekomst die flauwe woordgrappen maken terwijl ze hard hun best doen het tijd-ruimte continuüm niet te verstoren?

De verdwaalde pinguïns zien onze held aan voor de kerstman.
De verdwaalde pinguïns zien onze held aan voor de kerstman.

Het godvrrgeten eiland verschijnt in het Franse Spirou en in vertalingen in Stripgids en Eppo. Deze melige strip komt uit de pen van Sti (pseudoniem van Ronan Lefebvre) en Luc Cromheecke (Tom Carbon, Plunk). Een duo met wie een verblijf op een onbewoond, of godvrrgeten eiland, allesbehalve saai genoemd kan worden.

En nu we het toch over Cromheecke hebben: check zijn grappige blogproject Book of Silly Drawings. Collega journalist Kurt Morissens stelde Cromheecke enkele vragen over de strip, het resultaat staat op Stripelmagezine.be.

Sti & Luc Cromheecke. Het godvrrgeten eiland #1.
Strip2000, €8,95
isbn: 9789070060480

Daarom Minneboo leest:
Maandelijks krijg ik van veel uitgeverijen stapels strips toegestuurd. Daar zit veel moois tussen, maar niet alles is geschikt voor de bladen en opdrachtgevers waar ik voor schrijf. Toch wil ik deze uitgaven onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen. Verwacht vooral veel recent verschenen strips, met zo nu en dan een album dat ik op dit moment lees en waar ik iets over kwijt wil.

Categorieën
Strips

Eppo #16 zit vol met Pep

Volgende week ligt de Pep-special van Eppo in de winkel. Daarmee is dit populaire stripblad van weleer weer even terug. De cover van deze ‘Peppo’ gaat er zo uitzien:

eppo-16_cover-pepspecial
Cover van Eppo #16. Illustratie: Mars Gremmen.

Volgens Ger Apeldoorn, Pep-kenner pur sang en drijvende kracht achter deze special, is de special een hergeboorte van de Pep. ‘Het is geen hommage in de zin van: “wat was het vroeger toch leuk en ik rende altijd naar de brievenbus als hij bezorgd werd”, maar een complete hergeboorte. Meer dan tien strips van toen worden nieuw leven ingeblazen door tekenaars van nu en ook de rest van het nummer werd op de Pep-manier gevuld. In een tijd waarin alles maar lukraak geremade wordt, is dit de eerste echte remake-over.’

In de special blazen de tekenaars van Eppo de strips uit Pep dus nieuw leven in. Gerben Valkema (Elsje) tekende een nieuwe aflevering van Fred Julsing’s Wellington Wish. Mars Gremmen (huistekenaar) laat De Generaal naar de macht grijpen door zich te verkleden als Asterix. Daniël van den Broek (Rick Turpin) neemt De Argonautjes over van Dick Matena. Jeroen Steehouwer (Hilary King) komt met Johnny Goodbye van Dino Attanasio. René Uilenbroek (Eppo) waagt zich aan Baron van Tast van Jan van Haasteren, Robbert Damen (De Guardian) kruipt in de huid van John Bakker om Blook te doen herleven. Pieter Hogenbirk (de Ruyter) tekent Bernard Voorzichtig van Daan Jippes en Martin Lodewijk en Fred de Heij (Haas) legt het verband tussen Vidocq en Erwin de Noorman uit (beide oorspronkelijk van Hans G. Kresse). Verder zijn er bijdragen van Dick Heinz (40 Hours), René Leisink (Argus), Martin Lodewijk, Dick Matena, Daan Jippes, Willy Lohman en Jan van Haasteren. Een nieuwe popplaat met Anouk van grafisch vormgever Ger van Wulften en een artikel over de Opkomst en Ondergang van Pep maken het af.

Een stukje stripgeschiedenis…

Pepcover door Martin Lodewijk.
Pepcover door Martin Lodewijk.

Apeldoorn: ‘Tussen 1962 en 1975 verscheen het legendarische Nederlandse stripblad. Geïnspireerd door het succes van het Franse blad Pilote (onder andere van Asterix) besloot uitgeverij de Geïllustreerde Pers in 1962 om met een nieuw stripblad voor jongens te komen. Het was de bedoeling dat dit blad het gat tussen de Donald Duck en de rest van de GP-bladen op zou vullen, zoals Tina dat jaren later zou doen voor de meisjes. Al snel werd Pep een platform voor het aanstormend Nederlands talent. Voor Pep er was, kon je als illustrator alleen terecht bij de Toonder Studio’s of in de reclame. Dankzij Pep konden tekenaars als Martin Lodewijk, Dick Matena, John Bakker, Gideon Brugman, Daan Jippes en Peter de Smet aan de slag met hun eigen creaties. Stripfiguren als Agent 327, Johnny Goodbye, De Argonautjes, Blook, Ambrosius, Bernard Voorzichtig, De Generaal en Joris P.K. werden iconen uit de Nederlandse strip.

‘Op zijn hoogtepunt bereikte Pep een publiek van ongeveer 500.000 jongeren. Behalve de strips van de bovengenoemde tekenaars, kregen ook buitenlandse series als Asterix, Roodbaard, Tangy en Laverdure, Philemon, Ravian, Corto Maltese en Cocco Bill op deze manier een voet aan de grond.’

En? Vind jij het leuk dat de Pep eventjes terug is? Laat het weten in het reactieformulier.

Categorieën
Strips

Berichtje in de Eppo

Kun je die recente Minneboo leest over Haas nog herinneren waarin ik meende Kuifje te herkennen in één van de personages? Ger Apeldoorn, eindredacteur van Eppo en samensteller van de nieuwsrubriek V@ria, heeft mijn blogpost ook gelezen en haalde deze aan Eppo #14.

eppo_haas

Ja, inderdaad er staat Michel in plaats van Michael, maar laten we nu even niet de kniesoor uithangen.

Typex
Nu ik toch even je aandacht heb: Typex signeert zondag 14 juli om 14 uur in The American Book Center om zijn prachtige striproman Rembrandt te promoten. Wees erbij. En lees hier mijn interview met Typex.

Rembrandt. Illustratie: Typex
Rembrandt. Illustratie: Typex
Categorieën
Strips

Esther Verkest: Sexy dame in een donkere, absurde wereld

Kim Duchateau laat heldin Esther Verkest surrealistische en absurde avonturen beleven. ‘Het is godsgruwelijk moeilijk om mooie vrouwen te tekenen!’

Esther_verkest_octopusIn een nachtelijk bos wordt Esther achtervolgd door een levensgroot speelgoedkonijn met een opwindsleutel in zijn rug. Als het konijn uitgeput neervalt, rijgt de heldin hem aan het spit: ‘Met Duracell-batterijen is het normaal gezien nog spannender,’ zegt ze smikkelend. In een andere aflevering vindt ze na weken reizen dankzij een sjamaan midden in de woestijn een plek waar vrouwen met een plezierige uitdrukking op het gezicht samen komen: de legendarisch G-spot is gevonden. En de ideale man, die zet Esther zelf in elkaar met een ‘IKAE’-bouwpakket. Zoals we van de zelfbouwgigant mogen verwachten zit er net bij dit exemplaar een schroefje los.

Drie uiteenlopende voorbeelden uit de strip Esther Verkest, een van de opvallendste Belgische stripfiguren van de afgelopen jaren. De sexy, roodharige Esther beleeft allerlei surrealistische en absurdistische avonturen, gelardeerd met een flinke dosis seks en cartoongeweld. ‘Ik maak absurde, afwijkende strips,’ legt Kim Duchateau (Sint-Truiden, 1968) uit.
De Vlaamse stripmaker heeft het er druk mee: behalve Esther tekent hij dagelijks een cartoon voor De Morgen, cartoons voor P-Magazine, geeft hij tekenles aan de Provinciale Hogeschool Limburg en is DJ bij FM Brussel. Tussendoor treedt hij op als muzikant, werkt hij aan verschillende opdrachten en aan een graphic novel met Hanco Kolk.

Een heel weeshuis aan stripfiguren vloeide uit zijn pen, zoals Madelfried de onverschrikkelijke, een lui superkonijn, en Aldegonne: een zielig, moederloos meisje dat door iedereen gepest wordt. Duchateau: ‘Met de loser, of degene die altijd in een ongeluk terechtkomt, kun je gewoon veel doen. Personages die slecht of onsympathiek zijn, vind ik interessanter dan de brave held zoals je die wel hebt bij klassieke stripreeksen. Obelix is jaloers, te dik en ijdel. Daarbij vergeleken is Asterix saai.’ In tegenstelling tot Aldegonne delft Esther zelden het onderspit. In wezen zijn ze elkaars tegenpolen.

kim_Aldegonne-en-varkentje

Geen neukpop
Duchateau maakte drie jaar cartoons voor P-Magazine, de Belgische Panorama, toen men hem september 2000 vroeg ieder nummer een hele pagina te vullen. Binnen vier dagen moest hij met een concept op de proppen komen. Tot hun verbazing kwam Duchateau niet met cartoons maar met Esther Verkest: ‘Het was het idee van mijn vrouw om een sexy dame als hoofdpersonage te nemen, want P-Magazine vond ze toch een half naaktblad. In eerste instantie leek me dat niets, want ik moest meteen denken aan de reeks Rode Oortjes: strips vol belegen grappen waarin vrouwen als neukpop worden afgeschilderd. Toen kreeg ik het idee een wulpse, goed uitziende dame te verzinnen die dingen beleeft die haaks staan op haar uiterlijk. Ze ziet er heel populair, aantrekkelijk en sexy uit, maar ik laat haar in een donkere, afschuwelijke en absurde wereld toeven. Zo’n beetje Natasja (de stripstewardess) meets Kamagurka. Een dergelijk experiment was nooit eerder gedaan. Strips kennen wel sexy heldinnen maar vooral in avonturenverhalen, niet in humorstrips.’

Overigens was dit concept in het begin wel een uitdaging voor de stripmaker: ‘Het is godsgruwelijk moeilijk om mooie vrouwen te tekenen! Zodra je haar neus of haar oog maar een millimeter te veel naar links of rechts tekent, is ze al niet meer mooi. Als je de kont iets te dik of te plat tekent, zie je dat meteen. Dat heb je niet bij gewone stripfiguren of bij iemand die lelijk is.’ De strip ging met de maker op de loop, het sterke karakter van Esther ontstond gaandeweg: ‘Ik bedacht een grap en vroeg me af hoe ze daarop zou reageren. Vanaf dat moment was ze een personage. Het is nu al zo dat ik geen grappen kan bedenken waarin Esther de dupe is, want zo is ze niet.’

Esther-begrafenis

Onsterfelijk
‘Ik heb nooit een doelgroep voor ogen gehad. Esther is een opvallende figuur, de humor spreekt iedereen wel aan. Toch ben ik altijd verbaasd als ik op een boekenbeurs signeer en er veel volk staat. Het publiek is heel divers: zowel pubers als ouderen, van truckchauffeurs met een bierbuik die nog bij moeder wonen als een meer intellectueel publiek. Ik vind het leuk dat mensen er zo serieus mee omgaan: lezers vragen wel eens toestemming om een beeld van Esther te mogen maken; een bakker heeft ooit een taart van haar geboetseerd. Ik zit gewoon thuis in mijn luie stoel iets absurds te bedenken dat de mensen laat lachen, soms tien jaar later nog. Dat soort onsterfelijkheid vind ik fijn.’

Een selectie van de afleveringen uit P-Magazine wordt in het Nederlandse stripblad Eppo afgedrukt. ‘Daar staan vooral de bravere, niet heel kinky afleveringen in. Niet de heel sadistische, seksueel expliciete dingen. Je mag wel een blote tiet zien maar geen erectie in de broek.’

Over het randje
kim_spermadonorSoms komt Duchateau in zijn cartoons en Esther-strips grof uit de hoek. Onderwerpen als kindermisbruik door geestelijken en kindermishandeling thuis schuwt hij niet. In een reeks verhalen wordt de zus van Esther telkens in elkaar geslagen door haar man – een keer zelfs door een tekstballon. ‘Je zag Esthers ouders nooit, dus toen vroeg ik me af of ze een broer of zus zou hebben. Ik besloot dat haar zus Rebecca precies het tegenovergestelde is van Esther: een mietje dat zich door haar man in elkaar laat timmeren. Ik weet niet waar dat vandaan kwam. Het is een beetje pijnlijke humor. Lezers reageerden dat ze het grappig vonden maar wel over het randje. Als cartoonist moet je je grenzen aftasten, zien hoever je kunt gaan. De grap komt bij mij altijd op de eerste plaats: als ik hem goed vind, dan doe ik hem ook als hij over het randje is, maar ik wil mensen niet bewust shockeren.’

Soms laat Duchateau zijn heldin optreden in een pastiche van een bekende strip, zoals Jommeke (Kommeke) en de beroemde strip Peanuts (Esthernuts). Bekende stripfiguren spelen vaak een bijrol. ‘Ik ben erg geïnspireerd door tekenfilms en andere strips, dus vind ik het leuk om daar parodieën op te maken en die figuren op een andere manier te belichten. Door Esther soms in zo’n heel andere stijl te tekenen ga ik verveling tegen.’

Esther-acne

Een goede kennismaking met Esther is het album Roodheidswaanzin, een bundeling van tien jaar Verkest-strips, uitgegeven door Oogachtend.

Dit interview is gepubliceerd in VPRO Gids #20 (2013).

Categorieën
Daily Webhead Strips Video

Daily Webhead Vlog: Over strips gesproken…. #week 20

Esther_verkest_octopusHet is weer de hoogste tijd voor een Daily Webhead Vlog. Dit keer over strips want, tja, daar praat ik graag over. Bijvoorbeeld over de nieuwste aanwinst van Eppo stripblad, de Vlaamse stripmaker Kim Duchateau en zijn creatie Esther Verkest en de onthulling van de nieuwe cover van Zone 5300. En bij voorbaat excuses voor fans van Lucky Fonz III. Jullie kunnen er ook niets aan doen.

En zoals gezegd in de video: ik ben heel benieuwd naar welke strips je leest. En vooral, waarom juist die strip.

Categorieën
Stripplaatjes onder de loep Strips

Stripplaatje onder de loep: Bekende koppen in Lucky Luke

De Belgische stripmaker Morris (pseudoniem van Maurice de Bevere) is natuurlijk het meest bekend vanwege de strip Lucky Luke, over de sympathieke cowboy die altijd sneller schiet dan zijn schaduw en het opneemt tegen al dan niet historische schurken als Billy the Kid, Jesse James en de gebroeders Dalton.

stripplaatje_luckyluke
Deze parodie op de Amerikaanse westernfilm is een van de favoriete strips uit mijn jeugd. Zo nu en dan sla ik nog wel eens een album open om te genieten van het tekenwerk van Morris en de grappen van scenarist René Goscinny, die tot zijn dood in 1977 de meeste albums schreef.

De tekenstijl van Morris veranderde in de loop der jaren. Aan het begin van zijn carrière werkte hij in een Brusselse animatiestudio en was zijn stijl sterk beïnvloed door de animatiefilms uit die tijd. Later veranderde dat toen hij karikaturen en illustraties maakte voor de Belgische krant Het Laatste Nieuws en het weekblad Télémoustique. Lucky Luke debuteerde in 1946 en verscheen jarenlang in stripbladen Spirou en Robbedoes. Inmiddels zijn de albums in meer dan 23 talen verkrijgbaar – het is een van de meest succesvolle Europese strips ooit.

Filmsterren
Morris liet zich voor zijn strips inspireren door de cinema. Hij vond dat beide media veel met elkaar gemeen hebben omdat ze van dezelfde soort technieken gebruikmaken. Bovenstaande scène uit De premiejager is daar een mooi voorbeeld van: in de onderste strook zouden de eerste drie plaatjes één shot kunnen zijn uit een film, waarbij de camera in het derde plaatje inzoomt op het personage.

Niet alleen lijken sommige stripplaatjes rechtstreeks uit films te komen, oplettende lezers herkennen veel kopstukken uit de Amerikaanse en Franse filmwereld die een bij- of hoofdrol spelen: Alfred Hitchcock, David Niven, Boris Karloff, Mae West, Louis de Funès, Serge Gainsbourg, Lee Marvin en Groucho Marx kwamen allemaal wel eens voorbij.

Stond acteur Jack Palance nog model voor Phil IJzerdraad, in het verhaal De premiejager uit 1972 is de beeltenis van Lee van Cleef gebruikt voor het personage Elliot Belt. Van Cleef (January 9, 1925 – December 16, 1989) was een Amerikaanse filmacteur die we vooral kennen uit westerns. Vaak speelde hij de schurk, zoals in High Noon uit 1952 en de klassieke spaghettiwestern The Good, The Bad and The Ugly van Sergio Leone, waarin hij de hoofdrol naast Clint Eastwood vertolkt.

Lee van Cleef.
Lee van Cleef.

Boeventronie
Lee had met zijn puntige neus en priemende ogen aan een starre blik of een half woord genoeg om als bedreigende schurk over te komen. Morris heeft van zijn gezicht een prachtige karikatuur gemaakt, net zo goed als dat de rol van Elliot Belt een parodie is van de premiejager die Lee neerzette in de film For A Few Dollars More.
Belt is een opportunistische premiejager die zijn eigen moeder nog voor een beloning zou uitleveren. Wanneer de bijzondere dekhengst van paardenfokker Bronco Fortworth is gestolen, verdenkt Fortworth zijn stalknecht, de Cheyenne indiaan Tea Spoon, en zet een prijs van 100.000 dollar op zijn hoofd. Belt ruikt een buitenkans en probeert eerst samen te werken met Lucky Luke om de indiaan te vangen, maar wanneer Luke dat niet wil, trommelt Belt collega-premiejagers op. In bovenstaande scène probeert Luke Tea Spoon te beschermen tegen een lynchpartij waar Belt en Fortworth de aanstichters van zijn. Gelukkig maar, want even later blijkt dat de vrouw van Fortworth het paard heeft gestolen omdat ze te weinig aandacht van haar echtgenoot kreeg.

Morris stierf in 2001. Spijtig, want ik ben heel benieuwd hoe zijn karikaturen van hedendaagse sterren als George Clooney, Brad Pitt en Bruce Willis eruit hadden gezien.

Dit artikel is in Eppo #13 (2012) verschenen.

Categorieën
Minneboo leest Strips

Minneboo leest: Heinz, Niks mis met de koning

De kroning, Wim-Lex en liedjes daaromtrent: ik wil er als republikein en antimonarchist niets over horen. Dat is lastig, want al weken gaan de media over de aanstaande troonwisseling. Gelukkig zijn Twitter-filters makkelijk ingesteld. Dat scheelt een hoop onzininfo. Natuurlijk spelen uitgevers ook gretig in op dit onderwerp: de winkels liggen vol met boeken over de duurste uitkeringsfamilie van Nederland en verwante zaken.

Koninklijke Eppo
Ook in de stripwereld ontkomen we niet aan de onzin van het huis van Oranje: Eppo #8 is een heus themanummer en feliciteert de aanstaande Prins Pils met zijn koningsschap. ‘Weliswaar met een knipoog, maar desondanks niet minder gemeend,’ schrijft Rob van Bavel in zijn voorwoord. Nu moet ik zeggen dat het erg meevalt: er verwijzen maar een paar strips in Eppo naar het huis van Oranje: Trix van Mars Gremmen die ook de cover tekende, stripfiguur Eppo vaart mee met de kroningsboot en Elsje roept zichzelf uit tot koningin. Verder wordt er in een variaspread uit de doeken gedaan wat voor speciale illustraties er zijn gemaakt naar aanleiding van de aanstaande dertigste april. Deze Eppo is ook voor een antimonarchist als ik eigenlijk wel te doen.

100 Heinz Hoogtepunten
heinz_koning_coverUitgeverij Oog & Blik/De Bezige Bij pakt uit met een nieuw deel uit de reeks 100 Heinz hoogtepunten: Niks mis met de koning. Deze reeks verzamelt thematisch oude afleveringen van de humorstrip Heinz. Eerder kwamen al Niks mis met koken, Niks mis met voetbal, Niks mis met kinderen, Niks mis met golfen en Niks mis met klussen uit. Ik kies ervoor de titel van de nieuwste uitgave vooral ironisch te lezen, want er is natuurlijk Niks goeds aan een monarchie, maar daar heb ik eerder al over geschreven.

De stripjes zijn in zwart-wit afgedrukt. De cover is natuurlijk wel in knaloranje. De deeltjes zijn leuk om cadeau te doen, want echte Heinz-fans kopen natuurlijk de luxe uitgaven in de reeks Heinz van H tot Z.

In Niks mis met de koning kroont Heinz de kat zichzelf tot de koning van het bos, ontmoet hij de koning der klungelaars en de koning van de woordgrappen, schrijft hij een brief aan de koningin over de Heinzzakproblematiek en wordt hij door de aap naar de middeleeuwen geflitst waar hij Lamme de Dove ontmoet en door Koning Hendrik de Vierde cadeau wordt gedaan aan diens zoon Rodolfo de Tweede. Kortom, heerlijk ouderwets droge Heinz-humor zoals in deze strip:

heinz_koning

In de strips van René Windig en Eddie de Jong is die koning eigenlijk maar bijzaak. Laten we hem vooral ook zo blijven zien in de Lage Landen.

René Windig & Eddie de Jong. 100 Heinz Hoogtepunten: Niks mis met de koning
Oog & Blik/De Bezige Bij. €8,95
ISBN 978 90 549 2411 1

Daarom Minneboo leest:
Maandelijks krijg ik van veel uitgeverijen stapels strips toegestuurd. Daar zit veel moois tussen, maar niet alles is geschikt voor de bladen en opdrachtgevers waar ik voor schrijf. Toch wil ik deze uitgaven onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen. Verwacht vooral veel recent verschenen strips, met zo nu en dan een album dat ik op dit moment lees en waar ik iets over kwijt wil.

Categorieën
Film Strips

Striptips: François Schuiten, Betuwse stripbeurs en Typex

Even wat stripnieuwtjes op een rij, dan ben je weer op de hoogte.

Dit weekend vindt in Tiel voor het eerst de Betuwse stripbeurs plaats met nationale en internationale auteurs. Het bevalt me op dat we op de poster niet de geijkte stripfiguren zien, maar een internationale cast. Verder lijkt het mij een beurs van bescheiden omvang, maar misschien daarom wel extra gezellig. Check hier voor meer informatie.

betuwsestripbeurs

Het Imagine Amsterdam Fantastic Film Festival staat voor de deur en dat is natuurlijk altijd leuk nieuws voor de liefhebber van de genrefilm, maar ook steeds vaker voor de stripliefhebber. Vorig jaar gaf storyboardtekenaar Jim Cornish een masterclass, recenseerde Thijs van Domburg de superheldenfilm en gaf ik een lezing over Spider-Man. Dit jaar komt niemand minder dan François Schuiten een masterclass geven en vertellen over de films waaraan hij als production designer heeft meegewerkt. Meer info over Schuiten vind je hier. De masterclass is gratis toegankelijk, maar je moet wel even van te voren een kaartje halen.

Typex viert zijn feestje in Paradiso
Naar aanleiding van Rembrandt van stripmaker Typex (volgende week een groot interview met hem in de VPRO Gids van mijn hand) wordt er op 14 april een feestje gegeven in Paradiso.

paradiso_typex

Game Over-special
Eppo #7, die vanaf donderdag in de winkels ligt en bij abonnees al op de koffietafel, staat bijna helemaal in het teken van de strip Game Over. In deze grappige strip probeert een kleine barbaar in een game het spel tot een goede einde te brengen, maar moet iedere aflevering het onderspit delven. En dan is het ‘game over’. De bekende strips uit Eppo geven hun eigen versie van dit concept. Zelfs Haas doet er aan mee. Ger Apeldoorn reisde af naar het Waalse Lasne in de buurt van Waterloo om achter de schermen te kijken met stripmakers Midam, de bedenker van Game Over en Adam, de tekenaar van de strip.