Vorige week vroeg ik naar aanleiding van een prachtige Moebiustekening van Spidey af hoe het Webhoofd eruit zou zien als hij getekend zou worden door een Nederlandse tekenaar. Meteen stuurde Gerben Valkema me deze prachtige Elsje-pagina op:
Ergens in mijn achterhoofd stond me wel bij dat er ooit een Elsje-aflevering was waarin Spidey figureerde, maar ik wist het niet meer zeker. Nu wel. Een geslaagde grap van de heren Hercules en Valkema wat mij betreft.
Nederlandse voorgangers
Overigens is er wel een ooit een speciaal stripverhaal gemaakt over Spider-Man in Amsterdam voor de schoolagenda van Juniorpress. De tekenaars hiervan waren Chris Krone, Steven de Rie, Gerben den Heeten en Erik Olden. Die strip heb ik in 2009 online gezet. Ook heeft Michel Nadorp samen met Rudy Hulleman en Minck Oosterveer een Spidey-verhaal getekend voor de Junioprpress agenda 1990/91. Ik heb geen beeldmateriaal van Michel kunnen vinden, maar Oosterveer, die in 2011 overleed door een motorongeluk, blogde er in 2011 over en plaatste deze strook van de betreffende strip:
Mochten Nederlandse illustratoren zich geroepen voelen hun interpretatie van Spider-Man te delen, dan beloof ik die hier te publiceren. Ik ben vooral benieuwd naar Spidey in typische Hollandse situaties en decors. Ach, een stripjournalist mag soms toch ook gewoon dromen?
Het bijdehante meisje Elsje is al jaren een graag geziene gast in stripblad Eppo en inmiddels kennen mensen het stripfiguurtje van Eric Hercules en Gerben Valkema ook over de grens, want Elsje is reeds vertaald in het Duits, Zweeds, Noors, Deens, Engels, Spaans en Catalaans. Er zijn zelfs Brabantse en Groningse edities van de strip.
In het Engels heet Elsje overigens Lizzy en in het Brabants Elske. De reguliere Elsje-albums komen uit bij Don Lawrence Collection, de speciale albums bij Complot, de eigen uitgeverij van Hercules en Valkema.
In november komt het zevende album uit getiteld: Gelukkig is nadenken iets voor als je later groot bent. Hieronder de ontstaansgeschiedenis van de cover van dit album getekend door Valkema:
Valkema: ‘Hier werd het even spannend. Ik kleur de cover (ook al is ie nog in potlood) vaak halverwege even vlug in, om te zien of het kleurschema werkt. Eric en ik waren het allang eens over het beeld van Elsje met de vuurpijlen (leuk in combinatie met de titel), maar daar hoorde ook een doel bij: de maan. En een maan staat aan de hemel wanneer het donker is. We wilden echter ook weer eens een simpeler cover, met eventueel een wit font, maar dat ging dus niet lukken met een donkere lucht. Bovendien kwam de uitgever met de vraag of ie lekker fris mocht. Tja, daar sta je dan. Wit font, frisse kleuren, donkere lucht. Combineer dat maar eens. Tijdens een telefoongesprek met Eric viel ineens het kwartje. Bliksemsnel de hoorn op de haak gegooid en met photoshop een snelle edit gedaan: twee losse figuren met een verloopje. Het is kinderlijk eenvoudig, maar ineens klikte de cover. Ook vormgever Rudy Vrooman was meteen overtuigd, dus het was vanaf dat moment alleen nog maar uitwerken en op kleine dingetjes letten.’
Hoe lang werkt Valkema eigenlijk aan zo’n cover. Met andere woorden: hoeveel kopjes koffie drinkt Gerben voordat zo’n cover klaar is? ‘Ik heb niet zo opgelet, het gaat allemaal tussen de bedrijven door. Aan de documentdata te zien heb ik er twee weken aan gewerkt, maar bij elkaar is het denk ik anderhalve dag geweest. Valt mee, dat ging wel eens veel en veel langer…Euh, dus 5 kopjes per dag, dus dat is 7,5 kopje per cover.’
Valkema houdt zich in zijn vrije tijd bezig met Elsje te plaatsen in klassieke stripverhalen als Asterix. Heeft de stripmaker stiekem ambitie om de strip over de Galliërs in de toekomst over te gaan nemen? ‘Nee, die tekeningen hebben geen andere reden dan spielerij: de druk van de tekenketel halen door vreemde dingetjes te doen en oefenen met tekenen. Voor mijn eigen plezier, met als leuke bijwerking dat mensen het erg leuk vinden. Jaja, ik weet het, idioot veel werk om als hobby tussendoor te doen, maar ik ben nu eenmaal niet wijzer.’
Gerben Valkema is een van de beste striptekenaars van Nederland. Al jaren maakt hij samen met schrijver Eric Hercules de leuke gagstrip Elsje die in Eppo staat. Daarnaast houdt Gerben zich ook bezig met andere stripprojecten. Zo heeft hij laatst twee Bommelprojecten gedaan: een strookje voor catawiki met in de hoofdrol Heer Bommel en Tom Poes en een kort verhaal van 15 strookjes geschreven door Patty Klein: Heer Bommel en de i-padden, voor de Nederlandse Vereniging van Bibliothecarissen.
Ik vind dat Valkema prachtige Toonder pastiches tekent en heb hem daar het een en ander over gevraagd na de presentatie van het honderdste nummer van Eppo. Die vond plaats in Paradiso, vandaar dat je in de video op de achtergrond opeens een soundcheck van het een of ander hoort.
Kersttijd is een tijd van tradities. De extra dikke kerstspecial van Eppo begint zo langzamerhand zo’n traditie te worden. Dit jaar is de derde verschenen.
Wat treft de lezer zoal aan in dit 62 pagina’s dikke nummer? Veel kerstafleveringen van de vaste strips in Eppo als De Redactie, Elsje, Haas, Esther Verkest en Gleevers dagboek. Ook de cartoons van Argus vormen een thematisch verantwoord nieuwsoverzicht. Daarnaast bevat dit nummer ook enkele reguliere afleveringen van de vervolgstrips.
Grimmig Jasons Kerst is een opvallend grimmig verhaal uit de pen van Gerard Leever, getekend door Kees de Boer. Het verhaal is bijna de antithese van de suikerzoete films uit Hollywood die over de kerstgeest gaan. Ook Eric Hercules toont een nogal cynische visie op kerstmis in deze aflevering van 40-Hours. En waarom ook niet: de een gaat helemaal mee in het clichématige sentiment van Kerstmis, bij de ander roept datzelfde sentiment juist weerstand op.
The Spirit
In de rubriek ‘De boekenkast’ vertellen twaalf striptekenaars en auteurs wat hun favoriete kerststrips zijn. Het tijdschrift Robbedoes wordt veel genoemd dat altijd een kerstspecial had. Ger Apeldoorn heeft goede herinneringen aan de kerstafleveringen van Will Eisners The Spirit, een gemaskerde held die iedere week een avontuur van acht pagina’s beleefde in de Amerikaanse zondagskranten. ‘Voor zijn kerstverhalen deed Eisner altijd extra zijn best,’ aldus Apeldoorn. ‘Het basisgegeven was, dat The Spirit met Kerstmis vrij had, omdat de geest van Kerstmis, vaak in de vorm van Santa Claus, dan zijn werk deed.’
De Nederlandstalige stripwereld kent een paar succesvolle komische stripduo’s: stripmakers die graag met elkaar werken aan humoristische strips. Sommige duo’s zijn al zo lang bij elkaar, dat hun samenwerking een tweede huwelijk lijkt. Aflevering drie in een serie van drie: duo Eric Hercules en Gerben Valkema. Hoe is de samenwerking ooit begonnen? Hoe is de onderlinge taakverdeling? En kunnen ze nog zonder elkaar?
Het bijdehante meisje Elsje is een graag geziene gast in Eppo. De vaders van Elsje, Eric Hercules en Gerben Valkema, werkten zo’n tien jaar geleden voor het eerst samen toen ze voor het blad Bobo een spin-off maakten van Jan, Jans en de kinderen, een stripje over Catootje en Jeroentje.
Valkema werkte toen net voor Studio Jan Kruis, terwijl Hercules zijn schrijversstrepen al had verdiend met scenario’s voor televisie. Hoi Pipeloi was de eerste strip die Hercules schreef, Valkema was toen net serieus bezig als stripmaker. Het project duurde maar twee jaar, maar was het begin zijn van een vruchtbare samenwerking. ‘Gerben en ik hebben toen enorm veel met elkaar aan de telefoon gehangen,’ vertelt Hercules. ‘Eerst voor Hoi Pipeloi en daarna voor pagina’s in Jan, Jans en de kinderen. We hebben het over alles gehad. Van verhaalstructuur tot vlakverdeling, van grappen maken tot grappen weglaten.’
Geboorte van Elsje
Elsje werd geboren in een weekend in 2005, toen Hercules met familie en Valkema in een familiehuis in Destel-Bergen (vlakbij Gent) verbleef. Valkema liet de scenarist zijn schetsboekje zien. ‘Daarin stond qua uiterlijk het basispersonage van Elsje in. Maar het was zo’n afschuwelijk lief meisje, dat ik haar een tegengesteld karakter wilde geven.’ In de weken erna bedacht het duo een veertigtal plotjes, waarvan Valkema er twintig uitwerkte. Ze waren er allebei zo enthousiast over dat ze er wel iets mee moesten doen. Ze stuurden een boekje op naar verschillende krantenredacteuren. Al snel verscheen de dagstrip in de kranten van de Wegener Groep en HDC Media. ‘Het was een gelukkig toeval dat men net een strip zocht die een jongere doelgroep en lezeressen zou aanspreken,’ zegt Hercules.
Het stripduo heeft een open samenwerking. In alle stadia van het proces werken ze nauw samen en overleggen ze met elkaar. Van het idee tot en met de inkleuring van de strip, reageert de een op het werk van de ander. Beide mannen letten daarbij op de details. ‘Het commentaar kan slaan op een punt, een komma, een lijstje, een druppeltje of een oog, de houding van een hand of een gezichtsuitdrukking,’ zegt Hercules. ‘We zijn allebei mierenneukers. Zolang we elkaar van ons gelijk kunnen overtuigen, hebben we er allebei geen moeite mee om iets te veranderen.’
De samenwerking verloopt steeds gestroomlijnder. In het begin stuurde Valkema nog zijn thumbnails (kleine schetsjes, – red.) op naar Hercules, maar tegenwoordig is de geschetste strip genoeg en verwerkt de tekenaar het commentaar van Hercules meteen in de inktversie. Ze werken minimaal twee weken vooruit. In een week tekent Valkema zes strookjes Elsje en doet daarnaast nog veel ander tekenwerk.
Spiegelbeeld
Natuurlijk hebben ze ook wel eens een discussie. ‘Bij Gerben zit een steekje los,’ grapt Hercules, ‘Hij denkt namelijk gespiegeld. Soms vertaalt Gerben mijn scenario precies in tegenovergestelde richting als dat ik het me had voorgesteld. Soms maakt dat uit voor de betekenis van wat ik wil vertellen, of maakt het een grapje naar mijn mening minder krachtig. Daar hebben we wel eens heftige discussies over.’
Toch is Hercules erg blij met zijn partner. ‘Spelregie is Gerbens grootste kracht. Hij laat zijn personages goed acteren en let op houding, gezichtsuitdrukking en vlakverdeling.’
Dit artikel is ook in Eppo#07 (2011) gepubliceerd.