Dode Vakens is een dik, mooi uitgegeven boek met een selectie van het beste werk van Ben Vranken.
In 1984 stuurde de Zeeuwse stripmaker en illustrator Ben Vranken (Vlissingen, 1962) een strip naar uitgeverij Van Wulften BV in de hoop dat ze zijn werk wilden uitgeven. Bijna een jaar later en toevallig vlak nadat Frits Jonker over Vrankens werk in een column had geschreven, kreeg hij pas een schrijven terug. Een afwijzingsbrief waarin Bens strip werd beoordeeld als ‘nogal mager, weinig boeiend en verrassend. De tekenstijl is overigens veel belovend.’
Ruim 32 jaar later ligt er een vuistdik boek genaamd Dode Varkens, met daarin opgenomen een selectie van Vrankens beste verhalen in stripvorm, met toelichting van de maker. Het boek is verrijkt met een mooi dossier met daarin onder andere bovenstaande brief, en Vrankens correspondentie met Frits Jonker. De uitgever van het boek: Ger van Wulften. Precies, dezelfde, al heet zijn uitgeverij nu Xtra.
Zondag 18 juni werd Dode Varkens gepresenteerd. Tijdens de presentatie in club Akhnaton signeerde de illustrator boeken voor zijn lezers.
Vlak voor de signeersessie maakten Vranken en ik kennis met elkaar. Een sympathieke kunstenaar, die in zijn werk een wereld schept die vooral gekenmerkt wordt door verval en een beklemmende sfeer. Maar ondanks de post-apocalyptische landschappen en de sombere toon, kent het werk ook veel ironie en zwarte humor.
Vranken is een eigenzinnige tekenaar die altijd zijn eigen weg op is gegaan. Hij maakte illustraties voor onder andere De Telegraaf, de Volkskrant, Archeologie Magazine en het Nationaal Historisch Museum. Zijn strips en illustraties bewaarde hij jarenlang in natte, kartonnendozen. Voer voor papiervisjes. Een deel van het werk is opgegeten door de papierversnipperaar.
Hiernamaals
De titel van zijn boek verwijst naar een van de verhalen uit de bundel. Een mooi verhaal waarin Vranken een bijzondere visie toont op het hiernamaals. De titel Dode Varkens klinkt weinig commercieel, maar dat zijn z’n strips eigenlijk ook helemaal niet. Wat ze wel zijn is uniek, met een geheel eigen stijl en geluid. Zoals filmregisseur Erik de Bruyn al in zijn voorwoord zegt: ‘De strips van Ben Vranken zíjn kunst. En net als bij een autonoom conceptueel modern werk het geval kan zijn, moet je soms wat moeite doen om het tot je te nemen. Maar dan word je meegezogen in Vrankens wereld.’
Vrankens werk beantwoordt een vraag die me regelmatig te binnenschiet: bestaat er nog steeds underground in Nederland? En dan bedoel ik natuurlijk underground-strips.
De Amerikaanse underground-scene van weleer, met onder andere Robert Crumb, Spain Rodriguez en Gilbert Shelton, spreekt namelijk enorm tot mijn verbeelding. Stripmakers die dwars tegen de heersende consensus in gingen en hun eigen verhalen vertelden. Verhalen vol seks, drugs, surrealistisme en autobiografische elementen. In Nederland denk je dan meteen aan Peter Pontiac. Wasco. Mark Smeets.
Je kunt de Nederlandse stripwereld natuurlijk cynisch bekijken en zeggen dat die eigenlijk helemaal underground is, want het is een kleine niche die door het grote publiek voor het merendeel wordt genegeerd. Maar die stelling kan ik niet verdedigen, ook al komt het toch vaak neer op werk in de marge.
Maar Vranken, da’s wel underground. En dat bedoel ik als compliment: graag zie ik meer van dit soort eigenzinnige makers. Ik besteed er dan ook graag aandacht aan. Sterker nog, door de middag in Akhnaton besefte ik weer eens dat dit eigenlijk mijn werk moet zijn: het aankaarten van makers zoals Vranken, en bloggers zoals de eerdergenoemde Frits Jonker. Laat Van Nieuwkerk de mainstream maar behandelen. Laat anderen meer die rivier van papier van middelmatige strips recenseren. Geef mij maar de tekenaars die krabbelen in de marge, die hun eigen hang-ups en frustraties onder ogen zien en verwerken in verhalen. Ik geef ik graag een podium op mijn blog of in een tijdschrift. Ik ga me vanaf nu nog meer bezighouden met wat mij boeit en de ruis negeren.
Bezwering
Over de opgenomen pagina’s uit zijn schetsboeken schrijft Vranken: ‘Waarschijnlijk was dat hele tekenen een soort bezweringsritueel: door het verbeelden van allerlei ellende hoop je dat die in het echt je deurtje voorbij gaat. Bovendien vormt het een prima uitlaatklep voor je frustraties en voorkomt het tekenen van geweld dat je in de supermarkt oude vrouwtjes ondersteboven rijdt met je winkelwagen.’ De oude vrouwtjes en de lezers mogen Vranken dankbaar zijn.
Op dit moment heb ik het boek nog lang niet uit, maar dat vind ik wel fijn. Het is zo’n boek dat je af en toe moet oppakken om te bladeren of verder te lezen. Tot nu toe vind ik het allemaal inspirerend, net zoals de dikke boeken van Serge Baeken barst Dode Varkens van de creatieve energie. Ook die worden uitgegeven door Xtra. Dat is natuurlijk geen toeval.
Dode Varkens is een mooie uitgeven, dikke bloemlezing met harde kaft. Het werk van Ben Vranken zal lang niet aan iedereen besteed zijn (want hé, underground, dus) maar een aanrader voor iedereen die toe is aan iets anders. Pak het eens op in de winkel en blader erdoorheen. Is het niets voor je, leg het terug, maar waarschijnlijk wil je erin blijven lezen.
Ben Vranken. Dode Varkens.
Uitgeverij Xtra, 384 pagina’s · € 34,90
ISBN 9789490759919
En dan nu nog even een bonusvideo van de eerste tekening die Ben maakte die middag tijdens de signeersessie. De muziek wordt gedraaid door DJ Frits Jonker.
Daarom Minneboo leest:
Als stripjournalist wil ik zoveel mogelijk strips onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een interview, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen.