Categorieën
Daily Webhead Strips Video

Video: Op de tekentafel van Erik Kriek

Van stripmaker/illustrator Erik Kriek komt half maart een striproman uit waarin vijf bewerkingen van H.P. Lovecraft verhalen staan. Het onzienbare, en andere verhalen van H.P. Lovecraft heet het boek dat bij Oog & Blik/De Bezige Bij zal verschijnen. Ik interviewde Kriek recent voor de VPRO Gids hierover. Ook nam ik deze video op waarin Kriek vertelt hoe hij een strippagina maakt en waarom strips maken significant moeilijker is dan illustreren.

Daily Webhead
Dit gesprek met Kriek is de eerste aflevering van een nieuwe reeks Daily Webhead-video’s. Een serie korte webvideo’s over verschillende onderwerpen: interviews met stripmakers, bloggers en andere creatieven. Maar ook episodes met meer persoonlijke verhalen. Zo was ik recent in Edinburgh samen met Paul, dus daar komt nog een videoverslag van vergelijkbaar met Lekker nerden in Londen.

De planning is nu dat de video’s om de week op zondag online komen, dus verwacht de volgende op 18 maart. De muziek is wederom gecomponeerd door blogwonder Marco Raaphorst.

Kriek
Het gesprek met Erik Kriek verliep heel informeel. Nadat ‘het echte werk’ er op zat, het interview voor de VPRO Gids, pakte ik mijn camera en stelde Erik voor de vuist weg enkele vragen. Ik vind het zelf altijd erg boeiend om te horen hoe creatievelingen hun dingen maken en stripmakers in het bijzonder.

Overigens keert Kriek binnenkort nog terug in een nieuwe aflevering, dan vertelt hij over zijn creatie Gutsman.

Categorieën
Fotoblog

Erik Kriek

Gisteren was ik te gast bij Erik Kriek om hem te interviewen over zijn aanstaande Lovecraft-boek. Erik heeft vijf verhalen van de meester van de horror bewerkt tot een prachtig stripalbum. Het boek ‘Het onzienbare’ verschijnt half maart in de winkels.

Categorieën
Strips

Stripboekenbal in Hollands Diep

Wat hebben IJsbrand Oost, Hanco Kolk, Hein de Kort, Gerrit de Jager, Gerben Valkema, Jeroen de Leijer, Daan Jippes, Erik Kriek, Fred de Heij, Jan Vriends, Mark Retera, Gerard Leever, Alex Turk, Floor de Goede, Pieter Hogenbirk, Peter Koch, Mars Gremmen en Ype Driessen met elkaar gemeen? Al deze stripmakers staan in het laatste nummer van Hollands Diep.

Voor Hollands Diep schreef Ger Apeldoorn speciaal Het stripboekenbal. Hierin komen verschillende stripfiguren uit de lage landen samen in de stadsschouwburg. Ieder stripfiguur is door zijn eigen tekenaar in de strip gezet.

Hun gastheer is Arnon Grunberg. Grunberg? Wat heeft die nu weer met strips te maken? Nou eigenlijk weinig, behalve dan dat Hanco Kolk hem zeer verdienstelijk opvoerde in Van Instanbul naar Bagdad (2010). Ook mocht hij in 2010 op de Stripdagen in Haarlem een lezing geven over de graphic novel, maar desondanks staat Grunberg niet bekend als een stripliefhebber of -kenner.

Volgens de redactie van Hollands Diep ‘is Grunberg de enige schrijver die ook stripfiguur is’, vandaar dat hij als gastheer mag optreden. Conform de werkelijkheid blijkt Grunberg in het verhaal van Apeldoorn in de stripwereld en vreemde eend in de bijt te zijn. Hij krijgt het dan ook flink te verduren.

Fragment uit Het stripboekenbal.

Laatste nummer
Deze Hollands Diep is overigens de laatste. Hoofdredacteuren Ruud Hollander en Martine Kamsma schrijven:

We hebben het economische tij niet mee. Na bijna vijf jaar is gebleken dat we, ondanks een hoge oplage en veel waardering van lezers en vakjury’s, het hoofd niet boven water kunnen houden. In dat opzicht is er sinds de jaren zeventig, toen het oude Hollands Diep werd opgeheven, weinig veranderd.

Weer een mooi cultuurmagazine dat in het stof bijt. En eentje die nog aandacht besteedt aan strips ook. Erg jammer.

Categorieën
Media

Zone 5300 doet IMG LAB: Dirkjan, Kriek en Frits Jonker

Zone 5300 verzorgt de 8e IMG LAB avond in de Unie op maandag 16 mei. Het wordt een bonte avond met een aantal coryfeeën uit de stal van de Zone: Erik Kriek over H.P. Lovecraft, Frits Jonker over van alles, Robert van Raffe over zijn aanstaande graphic novel en de animaties van studio Mooves (Jantiene de Kroon, Remco Polman en Wilfred Ottenheijm).

Het Image Festival organiseert niet alleen het jaarlijks symposium en expositie festival over beeld en beeldmakers maar laat ook maandelijks van zich horen. Elke derde maandagavond van de maand toont het festival in samenwerking met collega’s als bijvoorbeeld de BNO, Playgrounds of Zone 5300 thema-avonden, uiteraard over beeld, vormgeving en ontwerp.

Wat kun je op de avond van Zone 5300 verwachten?

  • Mooves (Jantiene de Kroon, Remco Polman en Wilfred Ottenheijm) is een onafhankelijke producent van animatiefilms met studio’s in Amsterdam en Nijmegen. De studio is gespecialiseerd in zowel traditioneel getekende bioscoopfilms als geanimeerde webapplicaties; het bekendst zijn de Dirkjan-tekenfilms.
  • Erik Kriek is striptekenaar en illustrator. Hij is vooral bekend van zijn reeks Gutsman (sinds 1994). Hij werkt als illustrator voor o.a. Schokkend Nieuws, VPRO Gids, Volkskrant en Vrij Nederland. Zone 5300 #92 bracht een voorpublicatie uit zijn binnenkort te verschijnen bundel met H.P. Lovecraft-bewerkingen.
  • Robert van Raffe (aka Dandy Raffe) debuteerde in 2005 in Zone 5300 met de strip A conversation piece over de historische dandy’s Oscar Wilde en James Abbott McNeill Whistler. Hij publiceerde ook in o.a. Passionate, NRC Next, AD, The Daily Tiger en Eisner en bracht diverse boekjes uit in eigen beheer.
  • Frits Jonker is samen met Milan Hulsing verantwoordelijk voor de populaire rubriek Fool’s Gold in Zone 5300, waarin vreemde verzamelingen, Pakistaanse psychedelica en andere curiosa de boventoon voeren. Met Dolf Hell schreef hij het boek De muzikale verleiding, over reclamesingles.

Toegang: €5 – Kaartverkoop aan de deur.
Meer info:
http://www.image-festival.com/news/img-lab-8-16-mei-in-de-unie/

Categorieën
Strips

Kriek verstript Lovecraft

Stripmaker/illustrator Erik Kriek – misschien wel het beste bekend van zijn strip Gutsman – is al een tijdje bezig met het verstrippen met verhalen van horror en sf-schrijver HP Lovecraft. Later dit jaar komt daar een graphic novel van uit bij Oog&Blik/De Bezige Bij: Het onzienbare & andere verhalen.

Coversdesign voor 'Het onzienbare en andere verhalen'

Wie Eisner #2 erop naslaat, weet dat Kriek al sinds 2009 korte verhalen van Lovecraft in stripvorm giet. Daarin stond De Buitenstaander, waarin een rottend lijk dat niet doorheeft niet meer te leven, zich weer onder de levenden begeeft, met alle schrikachtige gevolgen van dien.

Door De Buitenstaander moedigde uitgever Hansje Joustra Kriek aan om meer Lovecraft te verstippen. In Zone 5300#92 stond een voorpublicatie van de korte strip Het Onzienbare. Hierin activeert uitvinder Crawford Tillenghast een machine waarin afzichtelijke wezens zichtbaar worden die zich tussen ons begeven maar die we niet met het blote oog kunnen zien. Een dergelijke openbaring kan natuurlijk niet zonder ernstige gevolgen blijven.

De paar pagina’s waarop Kriek de lezer tot nu toe trakteerde smaakten zeker naar meer en ik ben dan ook erg benieuwd als Kriek aanstaande vrijdag wat van zijn werk presenteert op het Imagine Amsterdam Fantastic Film Festival.

Kriek wordt dan samen met regisseur Sean Branney geïnterviewd door festivaldirecteur Phil van Tongeren. Branney maakte de Lovecraft-verfilming The Whisperer in Darkness, die natuurlijk ook tijdens het festival is te zien.

De Amerikaanse regisseur is een van de sleutelfiguren in de H.P. Lovecraft Historical Society, in 1984 opgericht door een groepje RPG-spelers, en inmiddels verantwoordelijk voor films, boeken, cd’s en hoorspelen naar het werk van de schrijver.

Kortom, wees er vrijdag 22 april bij om 12.30 in Kriterion 2. Toegang is gratis.

Check ondertussen het blog van Kriek waarin hij meer voorproefjes geeft van dit project.

Categorieën
Film

Darth Vader als amateurfilmmaker

De cover VPRO Gids #33 – die deze week uitkomt – is wederom een juweeltje van de hand van illustrator en stripmaker Erik Kriek. Geïnspireerd door het stuk Op Cursus: Regisseren doe je zo, geschreven door Hugo Hoes, zien we Darth Vader zijn eigen amateur Star Wars-film maken. Kijk maar:


Nu weet ik dat Kriek, net als zijn vrienden van Moker Ontwerp, een fan is van de Star Wars-films. Maar ook voor wie deze kennis niet heeft, is het een prachtige plaat. Wie goed kijkt, ziet dat de ruimteschepen in elkaar zijn gezet met huisgerij: vorken, wc-rollen, kurken en melkpakken.

De illustratie doet me denken aan het fenomeen fanfilms. Films gemaakt door gepassioneerde amateurs die hun eigen verhalen vertellen over bestaande (film)helden. Veel van die films zijn verschrikkelijk, doch sommigen zijn indrukwekkend. Een van de beroemdste fanfilms uit de jaren negentig is The Green Goblin’s Last Stand van Dan Poole. Deze lowbudget-film maakte Poole om indruk te maken op regisseur James Cameron die indertijd de echte Spiderman-film zou maken. Poole draaide de film in ruim een jaar tijd met een budget onder de 500 dollar. Hij speelde zelf de hoofdrol van Spiderman en Peter Parker. Hij mocht echter nooit samenwerken met Cameron. Al kreeg hij door zijn fanfilm wel een cultstatus.

‘Even googelen’
Over amateur filmers gesproken. In het kader van zomercursussen verscheen er de afgelopen vijf weken een artikel van een gidsredacteur op cursus. Deze week beschrijft Hugo Hoes zijn deelname aan de filmcursus van Jamel Aattache. Wie dat is? Ooit de film Fighting Fish gezien, aka de eerste martial arts film van Nederlandse bodem? Nee? Nou, die heeft hij gemaakt. Op IMDB heeft de film een score van 3.5 op een schaal van 10. De regisseur gaf de tweedaagse cursus in zijn huiskamer aan Hoes en twee andere deelnemers. Op ironische toon beschrijft Hoes de opdrachtjes die de cursisten moeten maken en de ‘geheimen’ die Aattache prijsgeeft (‘voor visitekaartjes moet je even googelen, zorg dat acteurs gratis voor je willen spelen maar zorg wel altijd voor voldoende eten op de set en ga naar cocktailparty’s, klim desnoods over de muur om binnen te komen.’) Een niet heel professionele filmmakerscursus dus.

Toch is heeft het iets bewonderenswaardigs: mensen die ondanks tegenstand en soms ondanks gebrek aan talent doorzetten en iets proberen te maken. We leven immers in het tijdperk van media 2.0, DoItYourself. En we hebben de middelen om dingen te maken, dus waarom niet. Gewoon lekker aan de slag en als het niets wordt, dan maar niet.

En er zijn voorbeelden van mensen die het op die manier gemaakt hebben. Robert Rodriguez is bijvoorbeeld zo’n selfmade filmmaker: hij deed mee aan medische experimenten om geld te verzamelen voor zijn eerste film El Mariachi. Inmiddels draait Rodriguez echte Hollywoodfilms. Maar hij heeft dan ook talent en een neus voor regie. Dat laatste kun je iemand als George Lucas eigenlijk niet op betrappen: van acteursregie heeft hij immers weinig kaas gegeten. Toch is ook hij ver gekomen met zijn Star Wars-films. Dat biedt weer hoop voor Darth, de amateurfilmmaker in de illustratie van Kriek.

Categorieën
Strips

Eppo, Eisner en Pulpman: Passie voor de strip in al zijn facetten

Het Nederlandse striplandschap is recent verrijkt met drie stripbladen. Voor de liefhebber van literaire stripverhalen is er Eisner; voor prikkelende pulpstrips is er Pulpman, terwijl Eppo vooral de nostalgische lezer bedient.

Het stripblad Eisner is gewijd aan de grafische roman en bevat korte beeldverhalen met literaire ambities. Vorig jaar november verscheen het eerste nummer in 2500 exemplaren bij uitgeverij Podium. Het stripblad is vernoemd naar de Amerikaanse stripmaker Will Eisner die naar verluidt de term graphic novel introduceerde om uitgevers te interesseren voor zijn strip A Contract with God (1978). Grafische roman klinkt in de oren van een literaire uitgever immers beter dan strip, een medium dat in eerste instantie geassocieerd wordt met leesvoer voor kinderen. De redactie van Eisner hoopt dit beeld te veranderen en literatuurminnende lezers kennis te laten maken met strips voor volwassenen. Hoofdredacteur Erik Noomen, die recent het stokje overnam van Ward Wijndelts: ‘Een vorm die gebruikt wordt om een Asterixverhaal te vertellen kan ook worden ingezet voor het vertellen van een verhaal over het Midden-Oostenconflict.’ Bij de selectie van de strips gaat de redactie vaak uit van de stripmaker, laat Noomen weten. ‘De tekenaar moet iets eigens hebben en het verhaal visuele zeggingskracht.’De Eisner-redactie heeft een eclectische en uiteenlopende smaak: in de twee nummers die er tot nu toe zijn uitgebracht staan onder meer een sfeervolle stripbewerking van het horrorverhaal ‘The outsider’ van H.P. Lovecraft door Erik Kriek, twee sleutelscènes uit de roman Het Diner van Herman Koch verstript door getalenteerde nieuwkomer Merel Barends, een bijdrage van Michiel van der Pol waarin hij vol zelfspot jeugdherinneringen over zijn seksuele voorlichting verhaalt en ook gerenommeerd werk van internationale stripmakers als Daniel Clowes die in ‘Art School Confidential’ met bijtende humor het kunstonderwijs portretteert. Door die diversiteit is Eisner een aardige staalkaart van wat het beeldverhaal te bieden heeft. De geselecteerde voorpublicaties die ook in het blad staan vormen echter zelden een afgerond verhaal, wat een onbevredigende leeservaring oplevert.In de toekomst hoopt Noomen enkele bekende namen uit de literaire wereld aan het blad te verbinden. Arnon Grunberg heeft toegezegd een stripscenario te schrijven op basis van een van zijn reisreportages en Robert Vuijsje, winnaar van de Gouden Uil voor zijn debuut Alleen maar nette mensen, zal ook een script schrijven.

Pulpman: Pulp voor de liefhebber
Waar Eisner drie keer per jaar staat voor de literaire en poëtische strip, vertegenwoordigt Pulpman iedere zes weken de andere kant van het spectrum: vermakelijke pulpverhalen waarin op expliciete wijze en zonder schroom de duistere kanten, driften en zwakheden van de mens worden belicht. Vaak met de titelfiguur van het blad, een naargeestig mannetje met een clownesk gelaat, in de hoofdrol. Net als bij de andere stripbladen beoogt de redactie als keurmerk te fungeren. ‘Pulpman zoekt naar de parels van de pulp. […] Uitgangspunt voor een goede strip blijft vakmanschap: een tekenaar die kan tekenen, met swung en dynamiek, een verhaal vertellen, karakters neerzetten en een sterke lay-out,’ aldus het voorwoord in de eerste Pulpman die februari dit jaar in een bescheiden oplage van 800 stuks van de drukpers rolde. Vervang het woord ‘pulp’ voor ‘beeldverhaal’ en dezelfde introductie had ook in Eisner kunnen staan.Stripmaker, schilder en illustrator Fred de Heij en uitgever Ger van Wulften initieerden Pulpman uit eigen behoefte. De Heij: ‘Ik wilde altijd al een striptijdschrift hebben en ben uitgegaan van wat ik het allerleukste vind.’ Omdat De Heij het merendeel van de strips en achtergrondartikelen verzorgt drukt hij een duidelijke stempel op het blad. Zijn verhalen zijn over the top, eindigen geregeld met een onverwachte wending en zijn dikwijls pornografisch.

Net als Eisner bevat Pulpman originele verhalen en voorproefjes van nog uit te komen strips. Mede dankzij de korte introductie van de gasttekenaars geeft Pulpman een aardig, zij het wat willekeurig beeld van het begrip pulpstrip. De Heij en gastschrijvers als Peter Breedveld, striprecensent van Vrij Nederland, lichtten in de artikelen uiteenlopende onderwerpen uit. Hoewel De Heij zijn persoonlijke visie geeft komt de nieuwsgierige lezer veel te weten over bijvoorbeeld de geschiedenis van pulpstrips en de invloed van Joodse makers op de Amerikaanse stripindustrie. De toon van Pulpman is die van een dikke knipoog en een tikkeltje tegendraads. Het zal geen toeval zijn dat in het eerste nummer de Eisner wordt gerecenseerd. Zelfs over een op het eerste gezicht onschuldige en oubollige jongensstrip als Bob Evers (uit de Eppo) weet De Heij te vertellen dat deze zijn oorsprong heeft in een strip die in het nationaal-socialistische blad Jeugd werd gepubliceerd.

Gezien de toon en de verheerlijking van pulp ligt het voor de hand om het blad te zien als tegengeluid op de graphic novel. Toch stellen de makers duidelijk dat ze nergens tegenaan willen schoppen. Het plezier en de passie die de bladmakers voor pulpstrips hebben straalt Pulpman zeker uit en werkt aanstekelijk.Eppo, een nostalgisch stripblad
In het midden tussen Eisner en Pulpman bevindt zich de Eppo. Dit tweewekelijkse stripblad bevat voorpublicaties van mainstream strips, het soort waar je het eerste aan denkt als je het woord strip hoort: Storm, Agent 327, Franka en Dirkjan. Het gros bestaat uit onschuldige avonturen- en humorstrips die, net als sommige verhalen in Pulpman, in afleveringen verschijnen. In tegenstelling tot Eisner dient van deze bladen dus ieder nummer aangeschaft te worden om niets van de vervolgverhalen te missen.

Voorpublicaties zijn misschien vervelend voor de ongeduldige lezer, volgens Eppo-hoofdredacteur en initiatiefnemer Rob van Bavel zijn ze een belangrijke inkomstenbron voor stripmakers omdat de albumverkoop te laag is om van te leven. Daarbij wordt het ouderwetse Eppo-gevoel volgens sommigen juist gekenmerkt door het in spanning afwachten tot het nieuwe nummer weer op de deurmat valt.

Eppo werd in januari dit jaar nieuw leven in geblazen. Het stripblad verscheen oorspronkelijk van 1975 tot halverwege de jaren tachtig. Na talloze naamswijzigingen en samenstellingen verdween het in 1999 van de markt. De nieuwe Eppo lijkt voort te komen uit een drang naar nostalgie, want het merendeel van de strips stond ook in de eerste incarnatie van het blad. Volgens Van Bavel is Eppo ook niet voor kinderen bedoeld, maar voor de dertigplussers die het vroeger ook lazen: ‘Jongeren vanaf zes jaar lezen geen strips meer, die gaan liever gamen of online. Dat is ook de reden dat de oude Eppo uiteindelijk is verdwenen: ze hielden vast aan de jeugd als doelgroep.’ Toch hoopt hij dat de Eppo van papa ook wordt ingekeken door nieuwsgierige lezertjes.

Hoewel de interviews in het blad interessant leesvoer zijn en de achtergrond en methodiek van de stripmakers inzichtelijk maken, wekt de toon van de redactionele teksten niet de indruk dat volwassenen worden aangesproken. Desondanks lijkt Eppo een succes: met een oplage van 25.000 exemplaren is dit het grootste stripblad van Nederland.

Dit artikel verscheen eerder in VPRO Gids #34 onder de titel Nieuwe Avonturen.

Lees ook: