Categorieën
Strips

Serge Baeken exposeert in Lambiek

De expositie loopt van 15 april tot en met 31 mei. Genoeg tijd dus om je aan het werk van deze geestdriftige tekenaar te vergapen. Maar het leukste is natuurlijk de man himself te ontmoeten tijdens de opening op 15 april.

Check ook Baekens blog en onderstaand video-interview dat ik maakte op de Stripdagen 2009:

Categorieën
Daily Webhead Strips Video

Video: Expo Cartoons over literatuur

‘Literatuur is een dankbaar onderwerp voor cartoonisten,’ zegt Gert Jan Pos, stripintendant van het Fonds BKVB, in onderstaande video. ‘De beste grappen van cartoonisten gaan allemaal over literatuur.’ Zaterdag 2 april was de opening van de expositie Cartoons over literatuur.

Bas van der Schot, Aaargh, Nozzman, Peter van Straaten, Paul Faassen, Lectrr, Argibald, Hallie Lama, Paul Stellingwerf, Reid, Geleijnse en Van Tol – werk van deze cartoonisten en anderen hangt tot en met 7 mei in Horizonverticaal op de Houtmarkt 7 te Haarlem. In de prenten wordt literatuur in al haar facetten op de hak genomen.

Aanwezig bij de opening waren een aantal van de cartoonisten wiens werk geëxposeerd wordt. Ook was Ger van Wulften, uitgever van onder andere Kito, Argibald en Hallie Lama, aanwezig.

Samensteller en cartoonist Robert Schuit, ook wel bekend onder de naam Bandirah, legt in de video uit waarom hij voor dit thema heeft gekozen en hoe de selectie is bepaald. Saillant detail: Schuit heeft zelf het maken van cartoons min of meer achter zich gelaten en richt zich tegenwoordig onder meer op het schrijven van proza. Ook daar vertelt hij het een en ander over.

Daily Webhead: Expo cartoons over literatuur from Michael Minneboo on Vimeo.

De muziek in deze reportage is gemaakt door Marco Raaphorst.

Categorieën
Daily Webhead Video

Video: Hell Awaits

Zaterdag 30 oktober werd in de Mediaroom in de Melkweg de aparte expositie Hell Awaits geopend.

Hell Awaits is een groepsexpositie rondom de thematiek en esthetiek van metal, samengesteld door kunstenaar-curator Arno Coenen. De naam van de expositie verwijst naar de gelijknamige plaat van Slayer en vormt een ongeremd eerbetoon aan het zwartgallige wereldbeeld dat sinds jaar en dag de toon zet bij metalbands.

Uiteraard was ik aanwezig bij de opening en schoot met mijn cybershotje onderstaande video. (Mensen met epilepsie opgelet: er zitten shots in met een stroboscooplichtshow.)

Daily Webhead: Hell Awaits from Mike’s Webs on Vimeo.

De expositie werd geopend met een performance waarin twee helse figuren bier drinken en daarna volledig uit hun dak gaan. Het bier werd door Coenen zelf gebrouwen. Een stevig glas dat zo’n 12% alcohol bevat. Over smaak valt niet te twisten, maar volgens mijn smaakpappillen lijkt dit bier een beetje op de zweetsokken smaak van Guinness. Een hels drankje dus.

Overigens, de man die op het laatst wat van het bier tapt en weer tussen het publiek gaat staan, is Coenen zelf.

Zie de site van De Melkweg voor meer informatie.

Categorieën
Strips

Een eerste verkenning van de Oost-Europese strip

Dit weekend is Haarlem weer even striphoofdstad van Nederland: dan vinden voor de tiende maal de Stripdagen Haarlem plaats. Hoofdthema is de Oost-Europese strip.

Het tweejaarlijkse stripfestival heeft iedere editie aandacht voor een exotische stripcultuur. Eerder kwamen onder andere Brazilië, Indonesië en Noord-Afrika aan bod. More weird, more good: komiks from the other half, heet de hoofdtentoonstelling waarin het Oost-Europese beeldverhaal centraal staat. Er hangt werk van Dace Sietina (Litouwen), Edik Katychin (Rusland), Tomas Kucerovsky (Tsjechië), Roland Pilcz (Hongarije), Marzena Sowa (Polen) en Igor Hofbauer (Kroatië).

Database
Aan de expositie is een uitgebreide Engelstalige database gekoppeld die online te raadplegen is op EasternEuropeanComics.com. Op basis van ruim 330 websites uit 20 landen verschaft deze database informatie over Oost-Europese festivals, stripmakers, tijdschriften en organisaties. Deze informatie is broodnodig, want in de stripwereld is er eigenlijk maar weinig bekend over het Oost-Europese beeldverhaal. Hoog tijd voor een eerste verkenning.

De term Oost-Europese strip roept het clichébeeld op van somberheid en de teloorgang van het socialisme. Volgens Joost Pollmann, directeur van de Stripdagen en samensteller van de database, worden deze vooroordelen tegengesproken door de rijke stripcultuur die Oost-Europa heeft: ‘Het is een heel breed spectrum. Sommige strips in Macedonië zijn inderdaad erg depressief en donker van aard. Zij beantwoorden wel aan het clichébeeld. Maar in Hongarije en Tsjechië wordt meer luchtiger werk uitgegeven. Het Hongaarse Roham Magazine is gericht op de hippe jeugd.’

Censuur
Per land verschilt de stripscène. Waar men in Albanië geen woord voor het medium kent, omhelst Polen de grootste stripcultuur van Oost-Europa. Er resideren veel stripmakers, worden veel striptijdschriften uitgegeven en festivals georganiseerd.

Daarentegen is het volgens Pollmann droevig gesteld met het beeldverhaal in Rusland: ‘Er is daar een groot gebrek aan infrastructuur. Er zijn weinig uitgevers en weinig winkels om strips te kopen. Er zijn twee goede festivals, maar op een paar marginale blaadjes en internet na stelt de Russische stripscène niet veel voor. Daarbij voelt de gemiddelde Rus totale minachting voor het medium.’ Als stripmakers zich al aan het maken van beeldverhalen wagen krijgen ze te maken met censuur: ‘Russische tekenaars houden zich verre van politiek. Het is daar zo gewoon voor een kunstenaar dat er censuur is, iedereen weet dat en accepteert dat. Ik heb de indruk dat de Russische stripwereld vrij bang is en met reden,’ zegt Pollmann.

Aankloten
Ondanks de verschillen per land, zijn er wel enkele algemene kenmerken te noemen die de Oost-Europese strip typeren. Guido van Hengel is voorzitter van Spartak, een organisatie die zich bezighoudt met contacten tussen jongeren uit Oost- en West-Europa. Van Hengel noemt als belangrijk kenmerk de Slavische melancholie, een vorm van tragische humor. ‘De Servische cartoonist Aleksandar Zograf (pseudoniem van Sasa Rakezic, -red.) is daar een goed voorbeeld van. Hij maakt strips over wat er gebeurde tijdens de bombardementen in Servië. Verhalen over sancties, armoede en angst. Allemaal dingen waarvan je niet vermoedt dat dit een leuke strip kan opleveren. Toch zijn Zografs strips leuk om te lezen omdat hij de realiteit benadert vanuit een absurde invalshoek.’

Het ontbreken van een duidelijk canon vindt Van Hengel een ander belangrijk kenmerk: ‘Daardoor heerst er een doe-het-zelf mentaliteit. Er wordt veel geëxperimenteerd met de vorm. Je kunt aankloten wat je wilt. Men heeft een anticommerciële instelling: stripmakers denken dat hun boeken toch niet uitgegeven zullen worden, laat staan dat ze er geld mee verdienen. Dus print en kopieert men zijn eigen strips.’

Dat laatste kan de in Zagreb geboren stripmaker en illustrator Igor Hofbauer beamen: ‘Je kunt in Kroatië alleen leven van strips als je werkt voor grote bedrijven. Er zijn geen graphic novel-makers die iets zullen verkopen.’ Persoonlijke stripverhalen zijn daar überhaupt moeilijk te krijgen: ‘In de winkel vind je weinig auteurstrips. Met veel moeite kun je misschien iets vinden van Daniel Clowes of Charles Burns. Je moet hier diep graven om te ontdekken wat er allemaal gebeurt op stripgebied,’ zegt Hofbauer, wiens werk in de expositie te zien is. Zijn strip Prison Stories werd overigens ook in Portugal uitgegeven.

De Oost-Europese stripmarkt wordt gedomineerd door de grote bedrijven. Uitgaven van bijvoorbeeld Disney en vooral veel manga (Japanse strips) zijn er te koop. Pollmann: ‘Manga is niet weg te denken in Oost-Europa.’

Stripburger
Voor de stripmakers zijn tijdschriften een belangrijk podium om te laten zien wie ze zijn en wat ze kunnen. In veel Oost-Europese landen verschijnen stripbladen, waarvan het Sloveense Stripburger al bijna twee decennia het belangrijkste is. In Roemenië kent men het undergroundtijdschrift Hardcomics, vol met harde, provocerende stripverhalen. Ook vervult het internet tegenwoordig een belangrijke rol. Van Hengel:
‘In de jaren negentig verspreidde Serviërs bijvoorbeeld hun strips door ze te kopiëren en op te sturen. Internet heeft die functie overgenomen. Danilo Milosev (Wostok) heeft gewoon een Facebook-account waar hij zijn nieuwe comics in het Engels en in het Servisch op publiceert.’

Behalve de centrale expositie in Galerie 37 op Groot Heiligland 37, wordt in Haarlem op verschillende andere plekken aandacht besteed aan tekenkunst, animatie en popmuziek uit de andere helft van Europa. Voor meer informatie over de Stripdagen Haarlem zie: www.stripdagenhaarlem.nl.

Dit artikel is ook in VPRO Gids 23 gepubliceerd.

Categorieën
Strips

Dit weekend is Haarlem Stripstad van Nederland

Dit weekend is Haarlem weer even Stripstad van Nederland. Dat betekent natuurlijk ook speciale aandacht voor de VPRO Debuutprijs. In de refter in het stadhuis van Haarlem is een overzichtstentoonstelling van alle tekenaars die in het verleden de VPRO debuutprijs wonnen. Ook werk van Martijn van Santen, de winnaar van dit jaar, hangt ertussen.

De autobiografische stripmaker Floor de Goede won hem in 2006: ‘De uitreiking was tijdens Strips in Stereo. Er waren toen heel veel mensen in Paradiso. Ik had naast dat alles echt het idee dat het mijn avond was. Ik vond het fantastisch. Ik was er heel blij mee. Het was vette erkenning natuurlijk dat mijn werk goed gevonden werd, ook buiten de striplezers.’

Welke invloed had de debuutprijs op je ontwikkeling als stripmaker?
‘Het was in ieder geval een grote aanmoediging om lekker door te gaan. Al was ik ook doorgegaan als ik niets had gewonnen. Voor zover ik weet heeft het mijn herkenbaarheid niet vergroot, al word ik nu wel iedere keer genoemd als de nieuwe winnaar bekend wordt gemaakt.’

Floor maakte er indertijd de volgende strip over:

Andere gelukkige winnaars wiens werk te zien is in de refter in het stadhuis zijn: Randall.C (2008), Gerolf van de Perre (2004), Benno Vranken (2002), Mark Hendriks (1996), Matthias Giesen (1998) en Marcel Ruijters (1994).

En verder…
Oké, genoeg over de Debuutprijs. Er valt de komende dagen natuurlijk nog veel meer te beleven op stripgebied.
Aanstaande zaterdag staat er in Het Parool een groot interview dat ik met Ruijters hield naar aanleiding van zijn nieuwe boek Roadkill. Later deze week publiceer ik nog een artikel over de Oost-Europese strip, het grote thema van de Stripdagen dit jaar.

Wat er nog meer te doen is op de Stripdagen kun je natuurlijk lezen op hun site, (zie hier het programmaboekje) maar ook Jeroen Mirck, oud(?)-stripjournalist schreef een aardig overzicht met een persoonlijke insteek. Ook is er veel te doen met de Zone 5300, de uitgave van een nieuw nummer met Peter de Wit als gastredacteur en de Summer Sale.

Het korte interview met Floor de Goede stond ook in VPRO Gids #23.

Categorieën
Strips

Typex: ‘Olijfje is voor mij het Raadsel Vrouw’

De Amsterdamse stripmaker Typex exposeert vanaf maandag bij het Fonds BKVB. ‘Ik vind Rembrandts werk vaak een beetje groezelig.’

¡Muerte al Cubismo!, Spaans voor Dood aan het kubisme!. Zo heet de expositie die naast een uiteenlopende selectie opdrachtwerk ook zeven nieuwe donkergetinte zwart-wittekeningen van Typex toont. Die titel moeten we volgens de stripmaker niet al te serieus nemen: ‘Het kubisme kan niet dood, dus het is een zinloze kreet. Aan de andere kant, toen het kubisme opkwam werd het verguisd en belachelijk gemaakt in cartoons. Later, toen de kubistische kunstenaars tot de gevestigde orde behoorden, moesten de cartoonisten het onderspit delven. Die over-en-weerstrijd vind ik leuk.’

Zandkasteel
Met de zeven nieuwe tekeningen is Typex, die normaliter illustraties maakt voor tijdschriften en kranten, een nieuwe weg in geslagen. Door de economische crisis raakte hij tijdelijk veel opdrachtgevers kwijt. ‘Opeens leek het erop dat ik een baantje moest gaan zoeken. En ik kan alleen auto’s wassen dus dat was niet best.’ Dit stemde hem somber: ‘Ik bleek al die jaren als freelancer met een zandkasteel bezig te zijn geweest en met één trap was die om.’

Toen kreeg hij de kans het atelier van bevriend kunstenaar Bas Louter te huren. De enige aanwezige materialen waren papier, houtskool en Siberisch krijt, dus besloot Typex daarmee aan de slag te gaan: ‘Ik laat me graag beïnvloeden door wat er op mijn pad komt.’ Lachend: ‘Ik ben namelijk geen groot voorstander van keuzes.’ Werken aan de tekeningen had een bevrijdende werking. ‘Dit was heel fijn om te doen. Ik werk altijd in opdracht en tussendoor maak ik dan mijn strips, maar dat zijn eigenlijk opdrachten die je jezelf geeft. Ik had zin om een keer zonder doel iets te maken, zonder maatstaf.’

Olijfje
Zelf typeert hij het werk het liefste als pop-art of popsurrealisme. ‘Ik speel graag met symboliek. Op zich zijn de thema’s die ik behandel zwaar, maar daarom hoeft het er nog niet zo uit te zien.’ Bekende (strip)personages zijn afgebeeld. In Meat is Barbapapa op de vlucht voor een stel Dalmatiërs en in Oil zitten elf naakte Olijfjes aan de kust, allemaal druk met zichzelf bezig zonder oog te hebben voor de walvis Moby Dick die op het strand is aangespoeld.

'Oil' door Typex. Foto: Marco Bakker

Typex heeft het vriendinnetje van Popeye al vaker getekend. ‘Olijfje is onuitstaanbaar en toch heel kwetsbaar,’ vindt hij. ‘Het grappige is dat ze qua uiterlijk niets vrouwelijks heeft. Ze heeft geen borsten of billen. Daarbij loopt Olijfje ook nog eens als een bouwvakker, met die grote voeten, maar voor mij maakt dát haar juist vrouwelijk. Olijfje is voor mij het Raadsel Vrouw.’ Over de betekenis van de meestal duister getinte tekeningen wil Typex niet te veel kwijt. Liever praat hij over de vragen die het beeld oproept. ‘Je kunt je afvragen wat die Olijfjes aan het strand doen. Misschien hebben ze Moby Dick wel gelokt, alsof ze Sirenes zijn. Ik vind het zelf ook een heel raadselachtige tekening.’

Foto: Marco Bakker

Rembrandt
Inmiddels voelt Typex zich als herboren. ‘Als het mogelijk is wil ik in de toekomst minder illustreren of er zelfs mee stoppen om me volledig te wijden aan het maken van strips en dit soort tekeningen.’
Het volgende project wordt waarschijnlijk een beeldroman over Rembrandt, een opdracht van het Rijksmuseum. ‘Ik vind Rembrandts werk vaak een beetje groezelig, maar de persoon vind ik heel interessant. Uit zijn zelfportretten spreekt zo veel karakter en tegenstellingen, zowel arrogantie als verlegenheid. Daarom heb ik er meteen zin in.’

De tentoonstelling was eerder te zien op stripfestival FICOMIC in Barcelona en loopt van 17 mei t/m 18 juni bij organisator Fonds BKVB, Brouwersgracht 276. Maandag t/m vrijdag, 10.00 t/m 17.00 uur.

Dit artikel stond maandag 17 mei in Het Parool.

Het werk van Typex is gefotografeerd door Marco Bakker.