In Museum Meermanno is op dit moment een grote overzichtstentoonstelling van het werk van stripmaker Dick Matena te zien. Een geslaagde ode aan een veelzijdig tekenaar.
In ruim 200 originele tekeningen geeft de tentoonstelling Dick Matena: Getekend leven een mooi overzicht van de mans oeuvre.
Dick Matena’s werk (1943) kent een ongelooflijke veelzijdigheid. Matena lijkt in alle genres en stijlen thuis en maakte tot nu toe sciencefictionverhalen, avonturenstrips, westerns, surrealistische vertellingen, erotiek, humorstrips en stripadaptaties van romans en kinderboeken. Hij begon als zeventienjarige bij de Toonderstudio’s en tekende toen in de Toonderstijl. De eerste strip die Matena onder eigen naam publiceerde, was Polletje Pluim. Daarna werkte hij ook voor stripbladen Pep, Eppo en Mickey Maandblad. In de humoristische of karikaturistische stijl tekende hij strips als De Argonautjes en Grote Pyr.
In de jaren zeventig begon hij realistisch te tekenen, eerst nog voor jeugdbladen, maar al snel voor een volwassen publiek, in tijdschriften als Gummi en Titanic. De strips Amen, Mythen en De prediker, betekenden eind jaren zeventig zijn internationale doorbraak in Europa en in de Verenigde Staten. Daar werd zijn werk onder andere gepubliceerd in Heavy Metal. Matena tast in deze strips de grenzen af van normen, waarden en moraal – ook bleef hij altijd experimenteren. In de Mythen-verhalen heeft telkens een andere bekende figuur de hoofdrol. Zoals Elvis Presley, Bob Dylan en Alfred Hitchock. Het zijn allegorieën van tien pagina’s waarin Matena een eigen kijk geeft op de levensloop van deze bekende figuren. Het verhaal Amen werd gecensureerd gepubliceerd in Heavy Metal. Zo kreeg het jonge meisje dat in de strip rondloopt een broekje aan getekend. Het verhaal De prediker ging sommige bladen te ver en werd geweigerd. Met dit verhaal wilde hij de lezer laten zien dat de mens van nature tot het kwade geneigd is. Matena zei hierover in Stripschrift #173 (1983): ‘Het zijn dubbele-bodem-verhalen, het is allemaal zo symbolisch als de pest. Als mensen De prediker op morele gronden afwijzen, vanwege die baby aan het kruis, dan schokt mij dat echt. […] Maar het is geen baby, lees het verhaal nou eens goed. Ze lezen niet, ze kijken alleen naar dat prentje.’
Zelf vind ik deze periode en verhalen van Matena het interessantst. Tijdens het zien van de stukken uit die strips in de expositie, kreeg ik ook meteen zin om de betere stripwinkel te bezoeken en wat albums te kopen.
Dubbelop
Matena is bij de Nederlandse cultuurelite de laatste jaren vooral bekend door zijn stripversies van literaire meesterwerken als Reve’s De avonden, Kort Amerikaans van Jan Wolkers en werk van Elsschot. Ook maakte hij stripversies van kinderboeken als Dik Trom en Afke’s tiental. In de tentoonstelling wordt Matena geroemd vanwege deze ‘literaire strips’: ‘Zijn meest vernieuwende invloed op de stripwereld ligt in zijn bewerkingen van Nederlandstalige literaire meesterwerken.’
Zelf ben ik van dit werk minder gecharmeerd omdat Matena de tekst van de oorspronkelijke bron integraal opneemt (–iets wat de samenstellers van de expositie juist vernieuwend vinden.)
Leuk wellicht voor de fans van Reve, maar die hebben De avonden toch al in de kast staan. Door de tekst geheel over te nemen krijg je nare dubbelingen waarbij de tekst precies hetzelfde vertelt als het beeld. Zo doe je het medium strip mijns inziens tekort, want als je iets kan vertellen in beelden – en beeld is een belangrijk kenmerk van strips – waarom moet je dat wat je ziet dan ook nog eens vertellen in de tekst? Dat is een behoorlijke platte manier van vertellen. Het ergste is nog dat Matena met deze boeken een trend heeft gezet: veel literaire uitgevers dachten een nieuwe markt gevonden te hebben door allerlei boeken te laten verstrippen. Een paar uitzonderingen daargelaten, was het resultaat van deze projecten vaak behoorlijk slecht en creëerde het beeld dat strips alleen literair kunnen zijn of serieus genomen dienen te worden als ze gebaseerd zijn op een roman.
Maar goed, wat anderen doen mogen we Matena natuurlijk niet kwalijk nemen. En de eerste paar literaire adaptaties van zijn hand zijn mooi getekend.
Bij de tentoonstelling is ook een rijk geïllustreerde catalogus verschenen geschreven door Rob van Eijck, die ook samen met Jos van Waterschoot de expositie samenstelde. Te koop voor slechts een tientje, dus geen verkeerde aankoop voor bezoekers die onder de indruk zijn van Matena’s tekenwerk – wat er veel zullen zijn, vermoed ik. Uiteraard heb ik ook een exemplaar aangeschaft. Nu nog even de stripwinkel in.
Breed publiek winnen voor de strip
Er zijn serieuze plannen voor een nieuw stripmuseum. Maartje de Haan is daar een van de initiatiefnemers van. Dat museum zou eerst in Dordrecht komen, maar volgens de laatste berichten zal dat waarschijnlijk een plek krijgen in Rotterdam. Prima natuurlijk, nog een museum gewijd aan strips erbij, maar eigenlijk is een tentoonstelling in een meer algemeen museum nog fijner, als je nieuw publiek voor het beeldverhaal wil winnen in ieder geval. Stripliefhebbers zullen namelijk altijd hun weg naar een stripmuseum wel vinden, maar anderen waarschijnlijk niet. Een grote tentoonstelling in een museum als Meermanno, ook wel het huis van het boek genoemd, biedt een mooie kans voor de oningewijde om eens kennis te maken met het beeldverhaal en Nederlands tekentalent. Daarom vind ik het tof dat er nu zo’n expositie is over Dick Matena. Eerder had het museum een tentoonstelling over Eppo en 200 Jaar Beeldverhaal.
Dick Matena: Getekend leven is nog te zien tot en met 27 september 2015.
Museum Meermanno
Prinsessegracht 30
2514 AP Den Haag