Een tijd lang heb ik Instagram erg leuk gevonden: het is heerlijk om foto’s te zien van wat mensen maken, stripplaatjes, opvallende straattaferelen en stripomslagen.
Een kijkje in het leven en de interesses van iemand anders. Misschien horizon verbredend, maar vooral lekkere visuele afleiding tijdens de lunch.
Selfies en foodporn vind ik overigens niks. Ik hou niet van eten, dus ik ben al helemaal niet geïnteresseerd in wat anderen op hun bord hebben liggen. En die narcisten moeten maar gewoon vaker in de spiegel kijken, in plaats van anderen met hun hoofd lastig te vallen.
A photo posted by Michael Minneboo (@michael_minneboo) on
De laatste tijd begint Instagram me een beetje tegen te staan. Dat komt vooral door vele spammers die erop frequenteren. Deze week werd ik door iets van 30 spamaccounts gevolgd die allemaal vinden dat ik meer volgers moet hebben, waar ze me vervolgers aan willen helpen.
Soms plaatsen ze een opmerking onder een post, hoe fantastisch ze een plaatje van Thing van the Fantastic Four vinden. En dat doet dan een of ander modemerk dat niets met strips te maken heeft.
Daarnaast zijn er veel bedrijven actief op Insta, in de hoop hun bereik te vergroten. Dat hoeft niet heel storend te zijn, zolang het maar een beetje stijlvol en met humor gebeurt. Dat lukt Dirtees aardig op dit moment.
Kortom, Instagram begint steeds meer op Fakebook te li(j)ken. En dat is niet bedoeld als compliment.
Nu zag ik bij Axel Watteeuw de hashtag Belgiumblogger voorbij komen. Die heb ik overgenomen en er uiteraard Dutchblogger van gemaakt. Dat had tot gevolg dat veel andere Dutch Bloggers afbeeldingen beginnen te liken. Een vriendelijk bedoeld gebaar onder bloggers, vermoed ik.
Veel van die bloggers hebben zeer gestileerde foto’s op hun Instagramfeed staan. Foto’s die doen denken aan glossy magazines vol mode en lifestyle.
Toch: als iets er te gelikt uitziet, wantrouw ik het een beetje. Dat heeft wellicht met mijn afkeer voor reclame te maken en de leugens die in dat genre worden verspreid. Als het te goed lijkt om waar te zijn, dan is het dan waarschijnlijk ook.
Kortom, het is een kwestie van goed selecteren en vooral niet te veel mensen volgen wat Instagram voor mij leuk houdt. Nu nog een oplossing vinden voor al die spammende eikels.
Facebook heb ik op non-actief gezet. Dat betekent dat de data nog niet gewist is, maar wel dat ik niet meer actief ben op het netwerk en niet meer kan inloggen. Het werd ook eens tijd.
Nu ik met een enorme schrijfklus bezig ben die nogal wat concentratie vereist, heb ik behoefte aan rust in mijn hoofd. Al die stemmen op social media zijn dan maar een afleiding.
Een paar avonden geleden realiseerde ik voor het eerst hoeveel stilte het uitzetten van Facebook in mijn hoofd geeft. Niet meer die eeuwige, dwingende tijdlijn vol met dingen waar ik eigenlijk niet op zit te wachten. Ik heb teveel connecties die verschrikkelijk politiek correct bezig zijn en graag laten merken dat ze beter zijn dan anderen. Met andere woorden, Hollanders die met hun vingertje wijzen naar anderen die zij graag als verkeerd bezig beschouwen. Ik walg daarvan.
Ook bleek iedereen na het referendum over Brexit opeens een expert te zijn wat de EU betreft. Op Facebook en Twitter werd bijkans door iedereen de Apocalyps afgekondigd nu een kleine meerderheid van de Britten ervoor hebben gekozen om de EU te verlaten. Iedereen heeft maar een mening over van alles, maar of het een goed geïnformeerde mening is, valt te betwijfelen.
Als ik het bij mezelf hou: geen idee wat een Brexit allemaal gaat betekenen voor de toekomst. Zo veel verstand heb ik namelijk niet van de EU. Wat ik wel weet is dat zelfs als het even slecht gaat, dingen zich vanzelf weer herstellen. Verandering is niet per definitie slecht namelijk. En wat ik ook weet is dat de EU wel minder bureaucratisch mag worden. Ik zie in Brexit een signaal daartoe. Ik hoop dat ze in Brussel kunnen luisteren.
Maar weet je, als het niet over Brexit gaat, dan is er wel weer iets anders om je over op te winden. Het is iedere week wel iets anders in ieder geval. Vaak zijn het dingen die helemaal niet relevant zijn voor mijn dagelijks leven, dus waarom moet ik me dan druk maken over wat Geert Wilders zegt, dat Sylvana Simons een politieke carrière nastreeft die niet iedereen bevalt of wat dan ook…
Ik had ook veel te veel contacten op Facebook, meer dan 800, dus de tijdlijn leek een woeste rivier aan informatie.
Eind 2007 heb ik een account aangemaakt omdat ik in Edinburgh een leuke actrice/serveerster had ontmoet in the Elephant House. Ik was vrijgezel en op zoek naar een vriendin, zij had al een vriend, maar zei dat we op Facebook wel vrienden konden worden. Zonder Imogen had ik misschien nooit een account aangemaakt. Ze heeft echter nooit mijn vriendschapsverzoek geaccepteerd. Kortom, Facebook en ik hadden vanaf het begin al een valse start.
De afgelopen maanden was ik druk om pr te doen voor de expositie van Submarine Channel over motion comics, heb ik heel veel van Facebook gebruik gemaakt. Als je iets te promoten hebt, is Facebook dé plek. Daarom lijken alle updates tegenwoordig wel reclames. Reclames voor de producten die mensen maken, reclames voor blogposts of reclames voor goede of slechte doelen. Toen ik laatst op zondag Melissa Halley even bezocht die op de kunstmarkt op het Spui zat, beweerde ik dat ik Facebook vervelender vind dan een wortelkanaalbehandeling. Dat is een beetje onzin, want ik heb gelukkig nog nooit een wortelkanaalbehandeling gehad. Ik hoor van iedereen echter dat dit heel vervelend is om mee te maken en zou beschouw ik Facebook vaak ook, als iets heel vervelends.
Toen dacht ik: als ik dat gevoel werkelijk heb, waarom blijf ik dan nog op het netwerk van Zuckerberg? Om mijn stukjes te promoten, want je blog is half dood als je geen linkjes plaatst op Facebook. (Daar heb ik al vaker over geschreven.)
Nou ja, dan is mijn blog daardoor maar half dood. Dat is nog steeds half levend immers. Ik wil niet langer afhankelijk zijn van de angst niet gelezen te worden. Voorlopig blijft mijn Facebook dus gesloten. Ik wens Zuckerbergs uitvinding verder een fijn leven toe, maar hoop dat er een dag komt dat we Facebook massaal verlaten hebben.
Mocht je op de hoogte willen blijven van nieuwe blogpost? Het ouderwetse, maar prachtige rss-feedsysteem werkt nog steeds. http://www.michaelminneboo.nl/feed/.
Vroeger vond ik altijd dat je online één centrale plek moest hebben waar je alles blogde. Dat kan tegenwoordig niet meer. Dankzij Facebook, Twitter, Tumblr, Instagram en weet ik veel wat nog meer, zijn lezers niet meer op één plek te vinden.
Anders gezegd: iedereen kiest de vorm van sociale media die het beste bij hem of haar past. Dus dan kun je wel heel dwars volhouden dat alleen maar op je WordPress-blog dingen publiceert, maar het is natuurlijk slimmer om je content te verspreiden over verschillende platforms.
Instagram vind ik op dit moment erg handig om live verslag van iets te doen. Laatst was ik bij de opening van de expositie van Melissa Halley, dus kon ik direct foto’s online delen. Als ik een foto plaats op Instagram, gaat dezelfde post automatisch naar Facebook, Tumblr en Twitter. Op die manier zien meer mensen wat ik te vertellen of te tonen heb. Grappig genoeg levert Facebook dan vaak de meeste respons op. Al beginnen mensen ook steeds meer op Instagam comments achter te laten.
Alleen WordPress blijft daarin achter omdat ik nog geen goede plugin gevonden heb om content van Instagram direct door te plaatsen. In het begin dacht ik nog wel dat alles wat ik op andere plekken doe, ik ook op mijn site zou publiceren. Maar tegenwoordig hangt het helemaal af van wat ik post. Sommige foto’s werken nu eenmaal beter als opzichzelfstaande afbeelding op Instagram en Facebook, maar zouden niet goed uit de verf komen op mijn blog.
Een blog is toch een erg fijne vorm voor langere posts. Daar zijn Tumblr en Facebook minder geschikt voor.
Dit blog beschouw ik overigens nog wel als mijn echte publicatieplek. De rest is vooral gemakzucht en voor de lol. Vooral Instagram vind ik erg leuk. Het is grappig om over de juiste hashtags na te denken en om van alles te plaatsen waar ik zin in heb. Sinds ik heb ontdekt hoe ik makkelijk stripmateriaal op mijn smartphone kan krijgen, publiceer ik ook stripplaatjes op Instagram en niet alleen maar zelfgemaakte foto’s.
Een paar weken geleden plaatste ik deze foto van Carrie Fisher als Princess Leia.
Tot op heden heeft die foto 200 likes opgeleverd. Een record voor mijn account, want meestal scoor ik op Instagram een stuk of 16 likes, soms wat meer, vaak wat minder. Het is natuurlijk ook een heel leuke foto, maar ik heb hem zelf niet gemaakt. Dit experiment gaf vooral aan dat mensen bestaande en bekende content sneller liken dan nieuwe en alledaagse foto’s.
Scarlett Johansson leverde bijvoorbeeld 62 likes op, terwijl deze foto van het spoor bij Scheemda tot op heden slechts 15 likes kreeg.
Natuurlijk draait het leven niet om likes scoren, maar verslavend is dat wel.
Facebook is voor mij vooral gemakzucht: berichten van anderen plaats ik makkelijk door als ik hun strips of events onder de aandacht wilt brengen. Verder heb ik er niet zo’n hoge pet van op. En Tumblr is op dit moment helemaal bijzaak. Maar goed, dat kan ook binnenkort weer anders zijn. Niets staat vast, behalve dat alles verandert.
Er zijn nog genoeg mensen die de Spider-Man TV-serie uit de jaren zeventig een warm hart toedragen. Dankzij het web vinden die elkaar.
Zoals ik eerder schreef is Nicholas Hammond de eerste acteur die ik Peter Parker zag spelen in een live-action versie van Spider-Man. Mijn jongenshartje klopte iedere vrijdagavond sneller als Sky Channel weer een nieuwe aflevering uitzond. De video-opnames van de afleveringen heb ik grijsgedraaid.
Inmiddels zijn we heel wat jaren verder en is er moeilijk aan die afleveringen te komen. Ze staan op YouTube, in een slechte resolutie en het is nog maar de vraag hoe lang dat zo is voordat ze eraf worden gehaald vanwege de inbreuk op auteursrechten. Daarom is fan Stuart Green op Change.org een petitie gestart in de hoop dat de serie op bluray uitgebracht zal worden. Ik heb daar een hard hoofd in, maar heb uiteraard wel getekend.
@SpidermanCBS70s op twitter kletst zo nu en dan met @nicholasham1 en plaatst ook wel eens beeldmateriaal uit de serie. Hij vertelde me dat hij een album heeft met plakplaatjes uit de serie. Die is volgens mij in Nederland nooit uitgebracht. Als kind zat voor de tv foto’s te maken die nagenoeg allemaal mislukten.
Ik vind het heerlijk om die oude foto’s weer te zien en door de albums heen te bladeren. Ook vind ik de fanart hartverwarmend.
Gisteren zijn Linda en ik naar Zandvoort gegaan om over het strand te wandelen. Vlak voordat we aankwamen begon het te regenen, toch zijn we het strand opgegaan. Ik merkte na een minuut of tien dat mijn jas allesbehalve waterdicht is en ook mijn broek begon aardig wat water op te zuigen. Dat mocht de pret niet drukken, hoewel ik later in een restaurantje pas merkte hoe klam ik was geworden. Pas thuis, toen ik droge kleren had aangetrokken, voelde ik me weer een beetje beter.
Waarom naar het strand? Ik heb altijd het idee dat ik dat moet doen in mijn vakantie. Ik kan immers niet de hele tijd op de bank zitten stripjes lezen. Misschien komt het wel omdat mijn moeder vroeger altijd zei dat het goed was om te wandelen en buiten te zijn. Ik geef haar geen ongelijk, maar in eerste instantie voelt dat altijd als iets wat ik moet doen, in plaats van iets wat ik wil doen. Toch ben ik uiteindelijk altijd blij als ik het toch doe. Vooral achteraf trouwens, als ik weer thuis ben en terugdenk aan de wandeling.
Dat is niet heel mindful. Dat geef ik meteen toe. Ik ben ook niet zo mindful. Niet zoveel als ik zou willen. Mijn hoofd is zelden op de plek waar de rest van mijn lichaam aanwezig is. Lastig. Iets waar ik aan wil gaan werken de komende tijd. Gisteravond zat vlak voor het slapen gaan even niets te doen op de stoel die in mijn kantoor staat en uitkijkt over het Westerpark. Het was eigenlijk de eerste keer in mijn vakantie dat mijn hoofd even rust kreeg.
Nu ben ik al anderhalve week niet op Facebook geweest en ook Twitter laat ik even links liggen. (Linkjes plaats ik nog wel braaf omdat ik weet dat veel mensen vriendjes op Facebook met me zijn omdat ze dit platform als veredelde rss-feed gebruiken.) Ik wil een tijdje leven zonder al die stemmetjes in mijn hoofd die me linkjes aanraden of meninkjes verkondigen. Toch merk ik dat mijn brein daar behoefte aan blijft houden. Het is een verslaving waar je niet makkelijk vanaf komt. Ik niet in ieder geval. Toch wil ik het de komende tijd gaan doen zonder ongevraagde input van anderen. Meer op die stoel gaan zitten zonder iets om handen te hebben.
De afgelopen weken ben ik bezig geweest met live verslaggeving via Instagram en andere sociale media-uitingen. En dat bevalt zeer.
Tijdens het KLIK! animatiefestival, tijdens een bezoekje aan de pop-up winkel van Sigmund en de opening van de expositie van Romano in het Stripmuseum, maakte ik ter plekke foto’s om die meteen met de wereld te delen. Het handige aan het posten op Instagram is dat ik de foto’s met een druk op de knop meteen kan doorplaatsen op Facebook, Tumblr en Twitter, waardoor de boodschap direct op verschillende plekken aankomt. En omdat ik strips graag bij zoveel mogelijk mensen strips promoot en nog lang niet iedereen dit blog bezoekt, is dat dus handig.
Zo creëer ik een spoor van beelden dat bij elkaar genomen, één verhaal vormt. Het is erg leuk om op Instagram het overzicht met al die foto’s te zien, zo ontstaat er een visueel dagboek. Een goede vervanging van mijn fotoblog Daily Webhead.
Wat dat betreft vind ik dit zo leuk, dat ik het bijna jammer vind dat ik niet veel eerder een smartphone heb genomen. Nou ja, zo blijft het.
Door thematisch over strips te posten op Instagram, begin ik al aardig wat volgers te krijgen. Het grappige is echter dat de meeste likes van deze posts op Facebook gegeven worden. Dat is overigens niet zo gek, want daar ben ik als stripjournalist het langste actief (na dit blog natuurlijk). De meeste mensen zijn vriendjes met me geworden op Facebook omdat ik zoveel over strips publiceer.
Omdat het zo makkelijk is om op verschillende plaatsen te publiceren, snap ik best dat apps als Instagram zo populair zijn. Het is jammer dat je ook niet meteen op je wordpress-blog de boel kan doorplaatsen en dat de foto’s automatisch kleiner gemaakt worden voor wordpress. Ik moet nog uitzoeken of daar ook een plugin voor bestaat. Nu moeten de foto’s eerst op mijn harde schijf gezet worden en met Photoshop aangepast voordat ze op dit blog gezet kunnen worden. Dat is omslachtiger. Vandaar dat dit blog nu achterloopt ten opzichte van mijn andere publicatieplekken.
Voor een tijdje ga ik me niet meer afvragen waarom we zoveel online publiceren. Waarom mensen behoefte voelen om selfies te maken en online te plaatsen. Waarom we allemaal lijken te jagen op likes.
Of waarom we allemaal met elkaar ruzie maken over de vreemdelingencrisis zonder echt naar elkaar te luisteren. Tenminste, daar lijkt het heel erg op. Mensen doen wat ze doen, ik doe daar wel of niet aan mee. Liever niet in de meeste gevallen.
Ondertussen ga ik gewoon weer even lekker aan de slag. En dat doe ik op dit blog, een Tumblr, een instagramaccount, op Fakebook, op Twitter en verbaal als ik met iemand spreek. En vaak vertel ik op al die plekken hetzelfde verhaal, want je wil immers dat zo veel mogelijk mensen je boodschap horen. Gelukkig kan ik met één knop op de smartphone content op verschillende plekken publiceren. Toch denk ik dat we allemaal een beetje gekker zijn geworden, maar goed, de tijd van een blog onderhouden en mensen die vanzelf je kant opkomen, is al een paar jaar voorbij.
Het Klik Amsterdam Animatiefestival begint vanavond en ik heb daar erg zin in. Ik ben dan ook van plan om daar zoveel mogelijk interessante zaken over te bloggen. Stay tuned, of nog beter: kom ook naar Eye.
Soms ben ik de weg een beetje kwijt in de virtuele wereld. Dan vraag ik me af waarom we eigenlijk moeten liken, waarom we eigenlijk zoveel foto’s plaatsen op Fakebook, Instagram en Twitter. Wat willen we hier eigenlijk mee bereiken?
Waarom plaatsen mensen bijvoorbeeld foto’s van hun eten online? Hopen we een stel hongerige derdewereldlanders te ergeren: kijk rijstbuikjes, wij hebben dame blanche! Goed, beetje flauw natuurlijk, maar ondertussen heb ik geen enkele boodschap aan wat andere mensen op hun bord hebben liggen. Ik hou niet eens van eten en vind het net tot daaraan toe dat ik zelf een paar keer per dag iets naar binnen moet schuiven, laat staan dat ik geconfronteerd wil worden met de verorberingen van anderen.
Maar goed, het ergste zijn natuurlijk die selfies. Een schilder die zijn hoofd gebruikt als onderwerp omdat hij dan geen model hoeft te betalen, dat is alleszins te verdedigen. Zelfportretten zijn al zo oud als de schilderkunst. Maar waarom moeten we in godsnaam het virtuele als alternatieve spiegel gebruiken? Ik ken mensen die op bijna ieder moment van de dag de behoefte voelen hun gelaat met hun volgers te delen. Vroeger zag je alleen Aziaten zichzelf fotograferen terwijl ze voor een monument of ander bekend ding stonden te poseren. De meeste selfie-isten hebben geen achtergrond nodig. Die vinden zichzelf het middelpunt van het universum.
Daarmee heb ik volgens mij meteen een antwoord op bovenstaande vragen gevonden. Het is een egokwestie. Of zijn we allemaal zo bang voor de dood dat we ons genoodzaakt voelen een spoor achter te laten? Kijk eens hoe we geleefd hebben!
In dat geval heeft informaticus Vint Cerf slecht nieuws voor ons, want die vreest dat we in een digital dark age zitten en dat we al die duizenden foto’s die we nu maken over honderd jaar niet meer kunnen bekijken: ‘We zijn net zo afhankelijk van de digitale bestanden als van de software die nodig is om die bestanden te bekijken. Wat gebeurt er als over honderd jaar de digitale bestanden nog wel bestaan, maar als de software er niet meer is, of als die software niet meer draait op de toekomstige computer of als de software van dat moment de oude bestanden niet meer kan lezen?’
Tot slot dan nog even de selfiestick, wat een van de verschrikkelijkste uitvindingen is van de afgelopen jaren. De uitvinder van de selfiestick verdient straf. Die mag wat mij betreft voorover buigen en op een andere manier kennismaken met die selfiestick van hem.
Oké, rant is klaar. Ik ga naar buiten en laat mijn smartphone thuis.
Vanaf het moment dat ik bloggen ontdekte, heb ik Aukje.net gelezen. Ze heeft echter inmiddels al twee jaar geen blogpost meer geschreven. Ik was benieuwd waarom en legde haar deze vragen voor.
Aukje.net is een van de blogs die ik vaak bezocht omdat ik die erg leuk vond om te lezen, maar ook om de blogkunst een beetje af te kijken. Aukje begon namelijk een paar jaar eerder met online publiceren dan ondergetekende.
Waarom ben je ooit begonnen met bloggen?
In 2002 had ik vanwege mijn interesse in HTML zelf een site gemaakt, waar ik o.a. iets vertelde over mijn kat en welke Suske en Wiske ik nog miste (handig voor familie). Ik had deze site ook gemaakt om een eigen mailadres te hebben, in plaats van afhankelijk te zijn van bijvoorbeeld hotmail.
Mijn baas was de buurvrouw van blogster Merel Roze en liet me haar site zien. Toen mijn relatie begin 2003 op de klippen liep, ging ik zelf dagelijks bloggen en maakte ik van aukje.net
een uitlaadklep.
Je eerste blogpost uit 2003 ging over buurmannen die zichzelf in hun kruis grijpen terwijl ze voor het raam staan. Inmiddels geen last meer van?
De eerste zeven jaar van mijn blog woonde ik in de Pijp. Inmiddels ben ik verhuisd naar IJburg en heb ik goddank geen zicht meer op huiskamers van buren. Omdat er hier nu eenmaal minder buren zijn én omdat ze gordijnen hebben.
Waar schreef je verder graag over?
Het liefst schreef ik op een cryptische manier over mijn gevoelens. Een gevoel in je buik uitvergroten en het woorden geven. Ik was het daarna vaak meteen vergeten, collega’s niet. Die vroegen me dan de volgende dag op het werk of het wel goed met me ging. Dat vond ik vervelend, waardoor ik mijn blog bij mijn volgende baan heb verzwegen.
Je was ook lid van de redactie van About:blank. Had je een specifieke visie wat het bloggen betreft? En hoe ziet die visie eruit?
Ik zat inderdaad in de redactie van about:blank, maar voelde me altijd een groentje tussen de gevestigde namen. Ik blogde een aantal jaar minder en dat maakte in die tijd nogal verschil. Maar naarmate ik bleef hangen kreeg ik steeds meer taken en dat beviel goed.
Mijn visie op bloggen is stukjes van jezelf en je leven laten zien aan de massa. Eigenlijk wat facebook en twitter nu zijn, maar dan uitgebreider en met aandacht voor taal.
Hoe ging dat indertijd bij About:blank en waarom zijn jullie gestopt?
We zijn gestopt met About:blank omdat het trekken was aan een dood paard. Het ging steeds moeizamer om een editie gevuld te krijgen zodat de lol er vanaf ging. De gevestigde namen stopten met hun blog en er kwamen steeds meer bloggers bij, die hun eigen koers vaarden en geen behoefte hadden aan een online magazine.
Kun je een positief ding noemen dat het bloggen je gebracht heeft?
Het positieve aan bloggen vond ik het waarnemen van de wereld om je heen op een intensieve manier, omdat elke situatie een potentieel stukje is. Dat maakt het ook meteen een nadeel: de voelsprieten stonden altijd aan en dat kon juist ook vermoeiend zijn. Maar een groter nadeel was de druk die ik mezelf oplegde om dagelijks te bloggen. Die druk is in het begin nog leuk en goed, maar op een gegeven moment stond het me tegen.
Je hebt inmiddels alweer twee jaar niet meer geblogd. Waarom ben je gestopt?
Ik heb altijd geroepen dat als ik weer een vriend zou krijgen, ik zou stoppen met bloggen omdat die uitlaadklep dan niet meer nodig zou zijn. Maar toen ik in 2004 mijn huidige vriend tegenkwam, hield dat me niet tegen. Ik vond het veel te leuk om stukjes te schrijven. En hij vond het ook leuk dat ik schreef (dat was bij eerdere vriendjes wel eens anders). Sterker nog, hij ging zelf ook meer bloggen. In 2009 werd ik zwanger en schreef ik nog steeds, hoewel ik gruwelde van blogposts die alleen maar over kinderen gingen. Toen mijn zoontje werd geboren heb ik nog een paar jaar onregelmatig geblogd, maar een site volschrijven over het moederschap is niet mijn manier van bloggen. Bovendien merkte ik dat ik steeds meer ging censureren waardoor ik op een gegeven moment nauwelijks meer kon schrijven wat ik écht kwijt wilde. Als ik wilde schrijven wat ik echt had gewild, dan had ik over andere mensen geschreven die dat niet willen: collega’s, vriend, familie. En omdat ik opmerkingen kreeg wanneer ik over gevoelens schreef had ik ook geen zin om daar te over te schrijven. Ik was niet meer anoniem genoeg. Mijn site werd weer zoals het begin: een verzameling, dit keer van films die ik keek en optredens die ik bezocht. Ik wil nog steeds mijn site ombouwen naar een plaatjespagina waarop ik zet welke boeken ik heb gelezen, welke concerten ik heb bezocht, etc. Maar dat heeft geen haast, dus komt het er ook maar niet van. 😉
Mis je het?
Ja en nee. Facebook en Twitter zijn leuke vervangers. Maar het echt gaan zitten voor een stukje en schaven aan woorden en zinnen mis ik wel.
Lees je nog wel eens oude blogposts terug?
Soms lees ik wel eens iets terug en altijd herinnert dat me aan het idee om alle blogposts te bundelen en in boekvorm te gieten. Alleen voor mezelf. Er komt een moment waarop ik het ook daadwerkelijk ga doen.
Heb je nog een belangrijke tip voor bloggers?
Nee. Ik vermoed dat het in deze tijd met Facebook en Twitter veel lastiger is om lezers te trekken met een blog. Mensen nemen minder tijd voor het lezen van langere stukken op internet. Ze zijn de 140 tekens van Twitter en foto’s van Pinterest gewend. Dus hulde als je lezers kunt boeien met langere persoonlijke teksten. Je ziet dat de oude bloggarde ook bezig is met ploggen (foto’s maken van je dag en deze posten). Ikzelf lees ook nog maar weinig blogs en steek meer tijd in het lezen van (nieuws)artikelen via Blendle, plogs en Wordfeud dan persoonlijke posts. Als ik eerlijk ben is mijn interesse gewoon verlegd van blogs naar artikelen over wetenschap en nieuws. Eén blogster ben ik overigens trouw blijven volgen: Octaview.nl. Vanwege de schoonheid van haar zinnen en foto’s.
Opvallend genoeg heb ik op Twitter de laatste paar weken er aardig wat volgers bij gekregen. Daar zitten ook veel Engelstalige accounts tussen, waarvan ik niet zeker weet of hier nu een oprecht mens achter zit of dat het een marketing/spamaccount betreft. Sommige van die accounts bestaan vaak uit alleen maar retweets van anderen dus die vallen snel door de mand, maar andere accounts lijken, voelen en ruiken net echt.
Het wordt steeds moeilijker om op Twitter de echte van de spamaccounts te onderscheiden. Of die spammers worden steeds slimmer, of iedereen op twitter is een zelfbevlekkende marketeer geworden.
Zeg het maar, want ik weet het niet.
Daarnaast word ik ook steeds meer gevolgd door mensen die me iets proberen aan te smeren of duidelijk een product verkopen, dus over hen heb ik het niet, want die geven duidelijk aan dat ze alleen vanwege de verkoop op Twitter actief zijn.
Dinsdagavond 23 juni was ik in de Stadsschouwburg Amsterdam voor de Facebook Farewell Party. Toch ga ik Facebook nog niet vaarwel zeggen, al zou ik wel willen.
Waarom dan niet? Simpel: Facebook is heel handig om je producten, diensten en blogposts onder de aandacht te brengen. Veel mensen gebruiken hun tijdlijn als nieuwsfeed en als je dus wil dat mensen je blogposts lezen, is het handig om een link op Facebook te plaatsen.
Reden twee: ik vind het handig en leuk om via Facebook te zien wat mijn vrienden en kennissen bezighoudt. Dat levert dikwijls informatie op waar ik als journalist en blogger wat aan heb.
Waarom weg bij Facebook: Vooral vanwege privacy issues natuurlijk. Ik vertrouw Zuckerberg niet met mijn gegevens en het liefste zou ik naar een sociaal netwerk verhuizen waar mijn doen en laten niet verhandeld wordt, maar waar ik gewoon via een abonnement voor de dienst betaal. Op de Farewell Facebook party sprak Aral Balkanvan Ind.ie over zijn alternatieve platform Heartbeat. Dat zou wel veilig moeten zijn en je privacy respecteren, maar zal waarschijnlijk pas volgend jaar openbaar worden. Balkans gelikte praatje maakte een hoop duidelijk waarom we Facebook moeten wantrouwen en waarom we eigenlijk massaal die plek moeten verlaten, maar zat tegelijkertijd ook weer zo gestroomlijnd in elkaar dat het een grote infomercial leek voor Heartbeat.
Daarbij: overstappen op een ander platform heeft pas zin als je contacten dat ook massaal gaan doen. Ik heb bijvoorbeeld al maanden niet meer ingelogd op Ello.
Dat neemt allemaal niet weg dat ik me grote zorgen maak over privacy en dat ik ervan baal dat de overheid haar burgers niet beter beschermt tegen bedrijven als Facebook en Google. Sterker nog: de politiek snapt meestal niets van internet en in het ergste geval staan ze eerder aan de kant van deze bedrijven dan aan de kant van de mensenrechten. Daar lijkt het in ieder geval wel op. Als ik de volgende keer niet blanco stem, dan wordt het waarschijnlijk de Piratenpartij omdat die zich wel hard maakt voor een vrij internet en privacy. Overigens is de Belgische overheid voortvarender wat Facebook betreft.
Eigenlijk zouden we massaal de deur van Facebook achter ons dicht moeten trekken om ergens anders te samenscholen. Maar we doen het niet. We blijven zitten waar we zitten, alsof het ons niets kan schelen. Ook ik heb mijn facebookaccount nog niet opgezet. Ook ik ben een slappe lul.
Een pop-artschilderij van Steven de Rie, met daarop een vrolijke Halloween Baby:
De Rie plaatste deze afbeelding op Facebook naar aanleiding van de 5 Day Art Challenge waarin kunstenaar en illustratoren elkaar uitnodigen om vijf dagen lang oud werk te publiceren op hun tijdlijn. In de jaren negentig maakte De Rie een tijdje pop-artschilderijen waarin baby’s een prominente rol spelen.
De Rie legt uit: ‘Dit was het eerste schilderij met zo’n baby, en het heeft als titel It Rained on My Birthday – 31st Oct 1968 en dat is eigenlijk ook de uitleg: ik ben ’s nachts geboren op Halloween in Amsterdam. Mijn moeder vertelde over die nacht altijd dat het “pijpestelen regende”. Al die feitjes heb ik verbeeld in deze prent. Het schilderij hangt nog altijd in mijn slaapkamer, een vrolijk begin van de dag. Het figuurtje beviel zowel mezelf als potentiële opdrachtgevers, zodat er later nog wat “baby-prenten” bij gekomen zijn.’
Voor mij is het schilderij dubbelpret. Hoewel niet geboren op Halloween, is het wel mijn favoriete feestdag. En van baby’s krijg ik vaak koude rillingen, dus eigenlijk is het schilderij dubbel horror voor mij.
De Rie is tegenwoordig werkzaam in de studio van Willy Linthout en werkt mee aan de Urbanus-strip. Zo nu en dan laat hij zijn superheld De Stille Getuige nog wel eens optreden in een eigen project. Op een andere dag van de Art Challenge toonde Steven zijn superheldenteam De Veteranen. Stiekem hoop ik nog steeds dat Steven ons op een nieuw verhaal met deze helden zal trakteren.