In de film Chaplin (1992) speelt een nog jonge Robert Downey Jr. Charlie Chaplin en dat doet hij heel erg goed. Hij bewijst met deze rol dat hij een van de beste acteurs van zijn generatie is. Downey Jr. heeft de acrobatiek van Chaplin perfect in zijn lijf zitten en overtuigt ook bij de emotionele scènes. Die bevat deze film van Richard Attenborough veelvuldig, want het leven van Chaplin kende ook vele dieptepunten.
Hij had een geesteszieke moeder (gestalte gegeven door Geraldine Chaplin, die daarmee haar eigen oma speelt), enkele huwelijken eindigden bij de scheidingsadvocaat en uiteindelijk werd hij uit Amerika verbannen: J. Edgar Hoover, baas van de FBI, aasde al jaren op Chaplin vanwege zijn voorkeur voor zeer jonge vrouwen, verdacht hem ervan een communist te zijn en zag zijn kans schoon toen de filmmaker op vakantie naar Londen het land verliet om voor hem voorgoed de poorten naar Amerika te sluiten.
Chaplin sleet zijn ouderdomsjaren in Zwitserland en keerde begin jaren zeventig nog een keer terug naar Hollywood om een ere-Oscar in ontvangst te nemen. In die laatste scène zien we de bejaarde Chaplin, hij staat in het donker te wachten tot hij tijdens de Oscaruitreiking zijn speech kan houden. Op de achtergrond zien we verschillende hoogtepunten uit zijn oeuvre voorbijkomen, begeleidt door soundtrack van John Barry die bomvol zit met emotie. Chaplin houdt het niet droog, en het vereist bij de kijker ook heel wat slikwerk om niet een traantje weg te moeten pinken.
Chaplin is een prachtige film. Behalve het levensverhaal van Charlie Chaplin, een van de pioniers van de zwijgende cinema en een geniaal filmmaker, geeft de film ook een romantisch beeld van de vroege dagen van de Amerikaanse filmindustrie. Kevin Kline speelt op aanstekelijk energieke wijze Douglas Fairbanks, een van de eerste actiehelden van Hollywood. Dan Aykroyd is Mack Sennett, de Amerikaanse filmregisseur en producer die veel slapstickfilms maakte, waaronder die van de keystonde cops. Sennett gaf Chaplin zijn eerste filmrollen.
Chaplin is een film die zeker in mijn Film A-Z zou moeten staan. Bij de C welteverstaan.
De Q is een lastige letter als het om filmtitels gaat. Er zijn namelijk niet zo heel veel films die met die titel beginnen en er zijn er nog een stuk minder die ik de moeite waard vind om in mijn Film A-Z te vermelden.
Films die het eerste in me opkomen zijn: The Quick and the Dead van Sam Raimi, Quizshow van Robert Redford en Quills van Philip Kaufman uit 2000. Eigenlijk vind ik die laatste het meest bijzonder.
Quills vertelt het verhaal van Markies de Sade, de Franse geilaard met geslepen pen die alle perversiteiten die hij kon bedenken, toevertrouwde aan het papier. Wie zijn erotische fictie nu leest, moet er vooral hartelijk om lachen. Doch men vermoed dat een Knevel of Verhagen er nog steeds rode wangetjes van krijgt. Die twee heren zijn ook typisch van die mannetjes die proberen dit soort boeken verboden te krijgen. Iets wat ook het geval was in De Sade’s tijd.
Quills laat zien hoe hij opgesloten zit in een gekkenhuis, maar toch compulsief zijn verhalen schrijft. Huishoudster Madeleine smokkelt zijn porno naar buiten. De inrichting wordt bestierd door een goedaardige priester (die stiekem een oogje heeft op Madeleine, maar al zijn seksuele lusten zo diep mogelijk in zijn onderbewustzijn wegstopt). Napoleon is echter niet gediend van het schrijfwerk van De Sade en besluit dat hij geneutraliseerd dient te worden. Dokter Royer-Collard wordt ingeschakeld om De Sade te genezen. Deze doet zich voor als vrome heer, maar in hem schuilt een ware sadist. Zo’n eentje die zijn 18-jarige vrouw besteld in het klooster en haar op de huwelijksnacht verkracht om ‘het vrouwtje’ de regels van het huwelijk bij de brengen. Ook over zijn methodes als geneesheer, die toch erg veel op martelen lijken, valt veel aan te merken.
Je begrijpt dat er een titanenstrijd losbarst tussen de Markies en de dokter. Langzaam aan verliest de Markies al zijn privileges. Wanneer zijn ganzenveren en papier worden afgepakt, schrijft hij zijn verhalen op het beddengoed. Als inkt gebruikt hij zijn eigen bloed. Een waar kunstenaar die bloed voor zijn kunst.
Quills kent een prachtige artdirection en een voortreffelijke cast. Geoffrey Rush speelt met de Markies zijn beste rol ooit. Michael Caine doet het prima als de opportunistische dokter en Joaquin Phoenix speelt de priester die uiteindelijk doordraait ook erg goed. De hoofdpersonages komen genoeg aan bod om een impressie te krijgen van de ontwikkeling die ze doormaken. Behalve de Markies dan, daar had ik wel meer over willen weten. Ook de draai aan het einde is wellicht wat vergezocht. Maar verder: een aanrader!
Het schiet alweer aardig op met mijn film ABC. Vandaag zijn we bij de P. Hieronder de drie titels met de letter P die ik bijzonder genoeg vond om een paar keer te zien en die ik bij harte aanbeveel.
The Prestige (Christopher Nolan, 2006)
In de prachtige film The Prestige draait alles om twee illusionisten, die door onderlinge rivaliteit verwikkeld raken in een levenslange strijd om macht en status. Vanaf het eerste moment dat Robert Angier (Hugh – Wolverine – Jackman) en Alfred Borden (Christian – Batman – Bale) elkaar ontmoeten, zijn ze concurrenten. Hun aanvankelijk vriendschappelijke competitie evolueert tot een bittere rivaliteit die gevaarlijk en dodelijk blijkt te zijn.
Alle acteurs geven dit verhaal vol goochelarij en een snufje magie de juiste realistische zwaarte mee waardoor de wereld van 1900 geloofwaardig tot leven komt. David Bowie speelt uitvinder Nikola Tesla en doet dat voor zijn doen erg ingetogen. Puik acteerwerk. Tesla is het enige personage in de film dat niet fictief is en is de uitvinder van onder andere de Teslaspoel en heeft veel betekend voor de uitvinding van wisselstroom en de radio.
Regisseur van deze sfeervolle en spannende film is Christopher Nolan die recent wederom een interessante film afleverde: Inception.
Psycho (Alfred Hitchcock, 1960)
De oerversie aller slasherfilms. Anthony Perkins lijkt een aardige, nette opgevoede jongen, maar blijkt een psychopaat te zijn die in de kleren van zijn moeder zijn hotelgasten in stukjes snijdt. Nu lijkt de film redelijk braaf, maar in 1960 doorbrak Hitchcock aardig wat taboes met zijn zwart-wit film. Als je al bedenkt dat het zeer ongebruikelijk was om een toilet te tonen in films, dan begrijp je dat de scène waarin Marion Crane (Janet Leigh) in de douche doodgestoken wordt er behoorlijk, eh, inhakte indertijd. Bates blijft wat mij betreft het schoolvoorbeeld voor psychopaten. Gek genoeg heb ik nooit een van de vervolgen gezien. Misschien moet ik dat toch maar eens gaan doen…
Pulp Fiction (Quentin Tarantino, 1994)
De beste en boeiendste film die Tarantino ooit maakte. Origineel, apart, bijzondere dialogen, een interessante verhaal structuur en een swingende soundtrack. Meer coolness mag je echt niet van een film verwachten.
De volgende aflevering van mijn Film A-Z is over twee weken, dus op vrijdag 27 augustus.
Oh, oh, oh, het is weer tijd voor mijn Film ABC. De volgende is over twee weken, vrijdag 13 augustus. Enjoy.
Once Upon A Time In The West (Sergio Leone, 1968)
In het westerngenre kun je er niet omheen: een cinematografische mijlpaal van Sergio Leone, de man die het genre ander leven inblies. Een filmopera die een geheel eigen ervaring biedt en waar de filmmuziek van Ennio Morricone net zo legendarisch is als de film zelf. De muziek van Morricone werd vroeger vaak bij ons thuis gedraaid. Het is heel herkenbare, uitgesproken filmmuziek die perfect past bij de levengrote vergezichten en filmbeelden van Leone. Groot, groter, grootst. In de recente film Inglourious Basterds, wat eigenlijk een western is die zich tijdens de Tweede Wereldoorlog afspeelt, ‘leent’ Tarantino veel shots en sfeer van het oeuvre van Leone. Vooral de openingsscene had zo door de Italiaanse filmmaker gemaakt kunnen zijn. Maar goed, dat zijn we wel gewend van Tarantino, de man van de filmcitaten.
One Flew Over the Cuckoo’s Nest (Milos Forman, 1975)
Dat Jack Nicholson een acteerkanon is, hoef ik niemand te vertellen. Misschien is dit wel de beste rol die hij ooit gespeeld heeft. Ik zag de film en las het boek van Ken Kesey voor mijn Engelse literatuurlijst. Twee meesterwerken. (Nee, daar bedoel ik niet die literatuurlijst mee.)
Ik heb het zelf niet zo op met autoritair gedrag en kan me daarom heel goed vinden in Randle P. McMurphy die het opneemt tegen bitch zuster Ratched (perfect neergezet door Louise Fletcher). Ratched maakt misbruik van haar positie als capo op een afdeling geesteszieken. McMurphy denkt een gevangenisstraf op een makkelijke manier uit te zitten door zich psychisch onwel te laten verklaren en op deze afdeling te vertoeven, maar krijgt al snel aanvaringen met de onrechtvaardigheid van het beleid van Ratched. Prachtig om te zien hoe McMurhphy deze mensen uit hun geestelijke winterslaap weet te halen en in opstand weet te brengen. In dat opzicht is hij een echte leider voor het schaapachtige volk. Natuurlijk moet hij daar uiteindelijk voor gestraft worden. McMurphy is immers een martelaar. Gelukkig weet de Indiaan, die uiteraard Chief heet, te ontsnappen wanneer McMurphy erin is geslaagd om hem zijn eigenwaarde weer in te zien.
In dat opzicht lijkt het verhaal van One flew ook wel op Dead Poets Society, waarin leraar Robin Williams jonge studenten voor zichzelf leert denken in een strenge kostschool. Hij brengt ze in aanraking met poëzie en de bitterkoekjes die de autoriteiten hen voorschotelen niet als zoete koek te slikken. Mooie film is dat ook.
Ratched staat wat mij betreft voor alle domme ambtenaren waar we als gewone burgers mee te maken krijgen. Van die regelvolgers en cijferneukers die het leven onnodig onaangenaam maken. Laat je McMurphy dan ook de vrije loop als je met dat soort gasten te maken krijgt, zou ik zeggen. Maar zorg wel dat je net zoals Chief weet te ontsnappen.
We zijn alweer bij de letter N van mijn Film A-Z. Dit keer twee nachtmerrie-titels in het rijtje. Verder kwam ik niet zo ver met de N eigenlijk. Voel je vrij om bij de comments je eigen favoriete films te noemen die met een N beginnen. Vergeet niet te vermelden waarom je die flicks zo goed vindt.
The Nightmare Before Christmas (Henry Selick, 1993)
Prachtige animatie die eigenlijk nooit verveelt, zelfs niet voor iemand als ik, die zelden musicals leuk vindt. De visie van Tim Burton werkt zowel in stop-motion als live-action en weet mij tot nu toe nog steeds te boeien. Al vond ik Alice in Wonderland een stuk minder. Nightmare gaat steevast aan tijdens saaie kerstdagen en is ook een prachtige Halloween-film. En Halloween, daar smul ik van.
A Nightmare on Elm Street (1984-1994) Ik heb de recente remake nog niet gezien, maar sta daar ook niet voor te trappelen. Waarom moet deze prima filmcyclus van Wes Craven überhaupt hermaakt worden? Ik zie liever de versies uit de jaren tachtig. Freddy Krueger, de man met de nare klauwende handschoen die je in je nachtmerrie vermoordt, is een filmicoon geworden en een paar films uit de reeks zijn erg goed. Mijn favoriet uit de reeks isWes Craven’s New Nightmare, numero zeven uit 1994, waarin blijkt dat de verhalen rond Krueger zijn verfilmd omdat dit de enige manier is om de boeman te bezweren. Maar nu er al een tijdje geen films meer zijn gemaakt of verhalen over hem zijn verteld, dreigt Krueger dreigt door te dringen in de echte wereld en is een bedreiging voor de acteurs en de crew die de films gemaakt hebben. Omdat veel mensen in deze film zichzelf spelen, lopen werkelijkheid en fictie mooi door elkaar.
North by Northwest (Alfred Hitchcock, 1959)
Noem me ouderwets, maar Hitchcock-films: daar hou ik van. De grootmeester van de cinema dient niet voor niets als schoolvoorbeeld in de studie filmwetenschap. Dit is een van mijn favorieten, al is het alleen maar omdat hij bijna elke maand werd uitgezonden op TNT Classic Movies. Maar vooral om Cary Grant – de George Clooney van het oude Hollywood.
De charmante reclameman Roger O. Thornhill (Grant) wordt tijdens een lunch in het Plaza Hotel van New York per ongeluk aangezien voor geheim agent George Kaplan – een fictief personage dat de geheime dienst heeft bedacht om de ’tegenpartij’ om de tuin te leiden. Thornhill wordt ontvoerd door twee gewapende mannen en meegenomen naar een huis op Long Island, waar hij wordt ondervraagd door een man die zich voorstelt als Lester Townsend (James Mason). Thornhill kan echter de vragen van de man niet beantwoorden en ontkent George Kaplan te zijn. Logisch, want zoals gezegd bestaat die Kaplan helemaal niet. De rest van de film is een vermakelijke achtervolging, inclusief de iconografische scène waarin Grant achterna gezeten wordt door een vliegtuigje, eindigend in de klassieke scène bij Mount Rushmore.
Het thema van ’the wrong man’, de man die onterecht van iets wordt beschuldigd, is typisch Hitchcock. Evenals de speelse manier waarop hij met intriges omgaat. Natuurlijk is er ook een MacGuffin, een object waar iedereen in de film achteraan zit, maar eigenlijk van alles kan zijn en geen andere functie heeft dan het voortzetten van het verhaal. In North by Northwest is dit de microfilm.
De volgende aflevering van mijn film A-Z is over twee weken, dus op vrijdag 30 juli.
Het is vrijdag dus tijd voor mij tweewekelijkse Film A-Z. Vandaag de M, want het is nooit te warm om goede films te kijken. Enjoy.
Man on the Moon (Milos Forman, 1999) Het levensverhaal van de eigenzinnige komiek Andy Kaufman met liefde verfilmd. Jim Carrey zet een zeer overtuigende Andy Kaufman neer. En een goede Tony Clifton, Kaufmans alter ego. Maar laten we ook acteur Paul Giamatti niet vergeten. Hij speelt Bob Zmuda, de compadre van Kaufman met wie hij snode grappen bedacht. Zmuda schreef ook een memoir over Kaufman. Wie dat boek uitleest, ziet de wereld opeens op een complete nieuwe manier. Dat overkwam mij in ieder geval. Lees het boek na de film, andersom merk je datde makers vanMan on the Moon veel hebben gesleuteld aan de werkelijkheid om er een kloppend verhaal van te maken. Maar ach, wat geeft dat eigenlijk. Het leverde een boeiende flick op, van een boeiende vent.
The Matrix (Andy Wachowski, Lana Wachowski, 1999) Toen de eerste Matrix-film uitkwam, was ik flabbergasted. Het was steevast de beste film van dat jaar. Goed uitgevoerd, vol met technisch hoogstaande filmsnufjes. Een boeiend verhaal over werkelijkheid en schijnwerkelijkheid. Over wat echt is en virtueel, maar reëler aanvoelt dan de werkelijkheid. Vooral vondsten als de verklaring voor déjà vu, wat dus komt omdat het computersysteem zich aanpast en er dus een kleine loop in het computerprogramma ontstaat, vond ik prachtig. En verder lekker semi-relieus geneuzel. Religie moeten we toch niet serieus nemen. Niet in deze wereld, noch in The Matrix.
Welke pil zou jij eigenlijk nemen? De rode, die je uit de illusies doet ontwaken, of de blauwe, die je de werkelijkheid doet vergeten? Ik vrees dat de meeste mensen voor de laatste pil zullen kiezen, al zullen ze dat natuurlijk nooit toegeven.
Het is zo jammer dat er een tweede en een derde deel moesten komen. Die halen toch een deel van de glans van The Matrix weg. Daarbij trek ik één film met houtenklaas Keanu Reeves nog wel, maar een hele trilogie? Dan nog liever drie films met hobbits!
Metropolis (Fritz Lang, 1927)
Het eerste wat ik ooit van deze scifi klassieker zag, waren beelden die gebruikt werden in de videoclip Radio Gaga van Queen. De beelden lieten me nooit meer los: ik ben erg dol op het gebruik van schaalmodellen in films en de futuristische stad in Metropolis wordt mede verbeeld door schaalmodellen. Verder bevat deze Duitse film uit 1927 prachtige beelden. Zoals de scène waarin de gouden vrouwenrobot tot leven wordt gewekt.
Metropolis, toen de duurste Duitse film ooit, is een dystopisch verhaal dat zich afspeelt in de toekomst. Het verhaaltje, dat geschreven werd door de vrouw van regisseur Fritz Lang, zit simpel in elkaar en de boodschap is duidelijk, maar naïef: de arbeiders en de elite (het hoofd) vinden elkaar in het hart.
Er zijn heel wat verschillende versies van deze film, maar ik geef de voorkeur aan de versie van Giorgio Moroder, die er een aardige Hollywoodachtige versie van wist te maken. Maar smaken verschillen natuurlijk.
Mulholland Drive (David Lynch, 2001)
Wat, alweer een film van David Lynch in mijn film A-Z? Jazeker. Dit is een van de meest toegankelijke films van meneer Lynch en wat een hartzeer laat hij ons zien. De geflopte actrice Diane Selwyn (Naomi Watts) voelt zich verraden door haar vriendinnetje en construeert een heel romantisch verhaal voordat alles in duigen valt en ze zelfmoord pleegt. Of zoiets, want net als bij het andere filmwerk van Lynch zijn er meerdere interpretaties van het verhaal mogelijk. Is dat erg? Nee, dat maakt het alleen maar voor de hand om de film nog eens te gaan zien. En dat is geen straf. Prachtig gefilmd, met twee prachtige hoofdrolspeelsters. Intrigerend ver voorbij het moment dat het laatste frame zichtbaar is.
De volgende Film A-Z is vrijdag 16 juli. Voel je vrij om tot die tijd jouw favoriete M-titels met ons te delen.
Het is vrijdag en dus tijd voor mijn tweewekelijkse Film A-Z. We zijn inmiddels bij de letter L beland.
Lethal Weapon (Richard Donner, 1987)
Ik zat er eerst nog even te twijfelen of ik Lethal Weapon op de lijst moest zetten. Dat heeft alles te maken met het feit dat ik in de afgelopen jaren anders ben aan gaan kijken tegen Mel Gibson. In de Lethal Weapon-reeks speelt hij de agent met het korte lontje Martin Riggs die op ieder moment tot een geflipte actie in staat is. Erg amusant die rare sprongen die Riggs maakt. Toch bekruipt me de laatste jaren het gevoel dat Gibson misschien niet echt acteerde: hij heeft een paar rare uitspraken gedaan en The Passion of the Christ noem ik geen gezond kijkvoer. Was het je trouwens al opgevallen dat Mel in bijna al zijn films wel een keer gemarteld wordt?
Maar dat even terzijde. Ik heb indertijd erg genoten van de Lethal Weapon quatrologie, waarin stevige actie en heerlijk mannenhumor hand in hand van het scherm afknallen. Indertijd was ik ook gecharmeerd van de soundtrack gecomponeerd door Michael Kamen en Eric Clapton. Je mag me wakker maken voor een deeltje uit de reeks. Doch niet te laat, want net als Mel heb ik mijn schoonheidsslaapjes nodig.
Let the Right One In (Tomas Alfredson, 2008) Let the Right One In is een prachtige vampierenfilm, die heel subtiel gedraaid is en een mooi en ontroerend verhaal over een eenzame twaalfjarige jongen die gepest wordt op school. Hij sluit vriendschap met zijn nieuwe buurmeisje, dat hem bekent bloed te moeten drinken om in leven te blijven.
De film won eerder zowel de jury- als de publieksprijs op het 25e Imagine: Amsterdam Fantastic Film Festival. De jury stelde toen dat de Zweedse productie “het horrorgenre ver, ver ontsteeg en laat zien dat elke pispaaltje een vampier als vriendin zou moeten hebben”. Deze film werd terecht als beste buitenlandse film van 2009 gekozen door de Nederlandse filmpers.
Lost Highway (David Lynch, 1997)
In een film A-Z mag bij de letter L cineast David Lynch natuurlijk niet ongenoemd blijven. Ik ben een groot liefhebber van zijn werk, al geef ik graag toe dat ik zijn films ook niet altijd snap. Gelukkig zijn er bij de verhalen van Lynch altijd meerdere verklaringen mogelijk. Lost Highway vind ik nog steeds een van de meest verontrustende films die ik ooit zag.
Lynch kan als geen ander het alledaagse zo in beeld brengen, dat je al koude rillingen over je rug voelt gaan als hij een druppelende kraan laat zien. De complexiteit van de verhalen maakt dat je de films vaker kunt zien, om bij iedere kijkervaring nieuwe dingen te ontdekken of reeds bekende details in een ander licht te plaatsen. De cinema van Lynch is daarom eindeloos fascinerend. Zijn televisieserie Twin Peaks was dat ook, getuige de reeks artikelen die ik daar een tijd geleden over schreef.
Lost in translation (Sofia Coppola, 2003)
Ik wil niet te veel over deze film zeggen, want deze moet je gewoon gaan zien. Een prachtige rol van Bill Murray die Bob Harris speelt, een Amerikaanse acteur op zijn retour die een paar dagen in Tokio verblijft om een commercial op te nemen. Hij ontmoet Charlotte (Scarlett Johansson in haar meest ontwapenende rol ooit) in de bar van het hotel. Charlotte voelt zich net als hij verloren in een stad waar alles vreemd lijkt te zijn. Haar man is een werkverslaafde fotograaf die ze zelden ziet. De twee Amerikanen zijn op elkaar aangewezen en er ontstaat een verrassende vriendschap.
Regisseur Sofia Coppola houdt afstand tot Tokio en benadert de wereldstad vanuit de ogen van haar personages. Vol verwondering en vragen dwalen die door de metropool, soms dromend, soms verdwaald, maar nooit echt alleen omdat ze elkaar hebben leren kennen. Of zoiets. Nou ja, ik heb al te veel gezegd. Ga maar gewoon kijken.
De volgende film A-Z is er over twee weken, op 2 juli.
Vandaag is in mijn Film A-Z de K aan de beurt, maar het is vooral de K van karig lijstje. Ik heb niet zo veel filmfavorieten die met die letter beginnen.
Ik vondKarakter van Mike van Diem bijvoorbeeld een goede film: mooie artdirection, goed camerawerk. Maar ik zou hem toch niet tot mijn favorieten rekenen. Ook The Karate Kid, die ik erg leuk vond toen hij uitkwam, komt niet in dit rijtje voor. Ongetwijfeld zullen sommige mensen metKill Billop de proppen komen. Sorry, ik was niet erg onder de indruk van dit aan filmcitaten samenhangende hobbyprojectje van Quentin Tarantino. Vermakelijk is Kill Bill zeker, maar sinds de première heb ik niet de behoefte gevoeld de rolprent nog eens te bekijken.
De onderstaande twee films wel.
Kick-Ass (Matthew Vaugh, 2010)
Kick-Ass kwam een paar maanden geleden uit in de bioscoop, dus hij is nog erg vers. Toch is het een film die ik graag nog een keer ga zien. Niet alleen omdat deze stripverfilming gebaseerd is op een origineel idee, namelijk dat gewone mensen opeens proberen superhelden te zijn, maar ook omdat dit idee prima is uitgevoerd. Al gaat mijn voorkeur uit naar het origineel: de prachtige strip van Mark Millar en John Romita Jr. Zie hier mijn recensie.
Kiss Kiss Bang Bang (Shane Black, 2005)
Ironische misdaadfilm van de scriptschrijver van Lethal Weapon, Last Action Hero en The Long Kiss Goodnight die met deze film zijn regiedebuut maakte. Robert Downey Jr. (daar is ie weer) speelt kruimeldief Harry Lockhart die op de vlucht voor de politie, bij een filmauditie terechtkomt. Hij mag naar Hollywood waar hij een paar dagen meeloopt met detective Perry Van Shrike, door iedereen Gay Perry genoemd vanwege zijn voorkeur voor de herenliefde. Lockhart komt al snel een oude jeugdvriendin tegen, en samen raken ze in meer intriges, problemen en intertekstuele verwijzingen verzeild om de rest van de film in volle vaart te houden.
Prima vertolkingen, ook van Val Kilmer als Gay Perrry en Michelle Monaghan als mooie jeugdvriendin. De filmvertelling refereert naar zichzelf: niet alleen spreekt Downey Jr. rechtstreeks het publiek aan, ook wordt de film vaak letterlijk even stilgezet voor een grappige terzijde of toevoeging. Regisseur en scenarist Black haalt een paar keer hard uit naar tinseltown en schetst een cynisch beeld van de filmfabriek die Hollywood heet.
De volgende keer gaan we verder met de letter L en wel op vrijdag 18 juni.
Het is vrijdag dus is het tijd voor mijn tweewekelijkse Film A-Z. Vandaag de letter J, van James Bond. Al zul je geen Bond-films in dit overzicht aantreffen. Die heb ik jarenlang gekeken, maar ben ik zo langzamerhand wel ontgroeid. Wie er even over nadenkt kan zo een aantal filmtitels die met de J beginnen noemen. Jaws, Jackie Brown en The Jazzsinger, bijvoorbeeld. Toch zijn dit niet mijn favoriete J-films. Onderstaande wel.
Jay and Silent Bob Strike Back (Kevin Smith, 2001)
Oké, ik geef toe: dit is niet de beste comedy aller tijden. Dit is zelfs niet de beste comedy van de jaren 0, maar oh, wat moet ik toch iedere keer lachen als Jay en Silent Bob op stap gaan naar Los Angeles om de opnames van een film te stoppen waarin twee stripfiguren de hoofdrolspelen die op hen zijn gebaseerd. Jay en Bob waren altijd bijfiguren in de films van Kevin Smith, maar in deze flick spelen ze – hoe onwaarschijnlijk ook – de hoofdrol. Met een prachtige kleine rol van wijlen George Carlin die als lifter precies weet dat je onderweg je hoofd nooit moet verliezen maar wel hoe je die moet gebruiken om een lift te krijgen. Deze film zuigt geen moment en zou ik iedere dag wel kunnen opzetten op een willekeurige scène. How do you like them apples?
Daarbij weten Jay & Silent Bob precies hoe je met reaguurders op het web moet omgaan.
La Jetee (Chris Marker, 1962) La Jetee is een erg interessante film van slechts 28 minuten van Chris Marker. De film bestaat volledig uit stilstaande foto’s op een bewegend moment na. Het verhaal was een belangrijke inspiratiebron voor de film Twelve Monkey’s. Een overlevende van WOIII probeert door middel van een wetenschappelijk experiment te communiceren met het verleden en wel via een afbeelding van een jonge vrouw op de startbaan van Orly. Uiteindelijk zal de overlevende getuige zijn van zijn eigen dood. Een prachtig concept dat dus op een bijzondere wijze is ‘verfilmd’.
JFK (Oliver Stone, 1991)
Het is alweer bijna twintig jaar geleden sinds Oliver Stone met zijn visie op de moord op John F. Kennedy kwam. Een ingewikkelde film, of eigenlijk geen film in de traditionele zin des woords maar eerder een collage van archiefbeelden, nagespeelde scènes en filmische technieken, die ik sinds het uitkomen van de film nu een paar keer heb gezien maar toch blijft boeien. De waarheid is zoals je haar monteert.
Juno (Jason Reitman, 2007)
Juno is een schattige film met een origineel verhaal over een zestienjarig meisje dat per ongeluk zwanger wordt. Ze zoekt een stel adoptieouders voor haar ongeboren vrucht. Ellen Page speelt Juno. Ze is een veelzijdige actrice die haar personages natuurgetrouw weet neer te zetten. Eerder schitterde ze al als Kitty Pryde in X-Men 3 en als vleesgeworden castratie-angst voor pedofielen in Hard Candy. (Zie de H van dit Film ABC.) Hou die meid in de gaten, die gaat het nog ver schoppen in Hollywood.
De volgende aflevering van mijn Film A-Z gaat 4 juni online. Over twee weken dus.
Na een pauze van een paar weken gaan we weer vrolijk verder met mijn Film ABC. Vanaf vandaag wel elke twee weken. De volgende aflevering kun je dus 21 mei verwachten. Meer eerst vandaag mijn favoriete films die beginnen met de letter i.
I am Not There (Todd Haynes, 2007)
Todd Haynes liet vijf acteurs en een actrice kruipen in de huid van Dylan en ieder beeldt een ander facet van hem uit. Het elfjarige zwarte jongetje Marcus Carl Franklin staat voor de Woody Guthrie-Dylan. Christian – Batman – Bale speelt de folksinger Dylan uit het begin van de jaren zestig in Greenwich Village en de Dylan die zich later bekeert tot het christendom. Ben Whishaw – die voortdurend de camera toespreekt in korte intermezzo’s – is Dylan als poëet, geïnspireerd door Arthur Rimbaud. Richard Gere speelt Dylan als Billy The Kid, een ondergedoken misdadiger die de rest van de wereld heeft laten denken dat hij dood is. Heath Ledger speelt zijn een-na-laatste rol als de acteur die Dylan vertolkt in een biopic.
Maar de meest gelijkende Dylan van het stel is Cate Blanchett. Zij zet de Dylan neer die we kennen uit de documentaireDon’t Look Back.I Am Not There is een mooi filmisch experiment vol met verwijzingen naar multimediale afspiegelingen van het imago van Dylan. Een cinematografische mozaïek. Een aanrader voor de Dylan-liefhebber en voor de fan van interessante films.
Imagine: John Lennon (Andrew Solt, 1988)
Een van de mooiste documentaires die ik zag over een popartiest. Natuurlijk was Lennon meer dan alleen een zanger en liedjesschrijver. Hij was ook politiek actief. Met slogans als ‘Give peace a chance’ en ‘War is over (If you want it)’ was hij een twitteraar avant la lettre.
In Imagine wordt een beeld geschetst van deze veelzijdige man. In een scène zien we zijn barmhartige kant als hij het gesprek aan gaat met een zwervende jongen die voor zijn huis bivakkeert. Een ware gelovige in de woorden van Lennon en McCartney die de muziek van de Beatles haast als gospel ervaart. Lennon probeert hem uit te leggen dat hij gewoon een liedjesmaker is en dat zijn songs over zijn eigen leven gaan. Daarna nodigt hij de jongen uit aan tafel.
In een andere scène zien we de duistere kant van Lennon: ongeduldig snauwt hij een technicus af in de studio omdat deze niet het juiste deel van de song weet te vinden waarvan Lennon en producent Phil Spector de achtergrondkoortjes proberen in te zingen. Ironisch dat hij kwaad wordt bij een nummer waarin Lennon zijn liefde voor Yoko bezingt.
In Bruges (Martin McDonagh, 2008) In Bruges draait om twee huurmoordenaars die na een fout gelopen klus in Dublin van hun baas moeten onderduiken in Brugge te België. Daar brengen ze de dagen door met sightseeing. Terwijl Ray (Collin Farrell) niet eens dood aangetroffen zou willen worden in deze Middeleeuwse toeristenval, geniet de oudere Ken (Brendan Gleeson) met volle teugen van de historische panden en grachtjes. Rays bokkige humeur klaart echter op als hij een date weet te versieren met de aantrekkelijke Chloe (Clemence Poesy). Hij ontmoet haar op de filmset van een pretentieuze surrealistische flick waarin een lilliputter (Jordan Prentice) de hoofdrol speelt.
In Bruges is theatraal in opzet en uitvoering – in de climax van het verhaal komen de verschillende levenspaden en plotlijntjes mooi samen. Brugge wordt schilderachtig neergezet en vormt een karakter op zichzelf. De gevarieerde cast van onder andere Ieren, Engelsen, Fransen en Hollanders is voortreffelijk. Colin Farrell leunt in zijn performance erg op zijn wenkbrauwen, maar speelt des ondanks zijn beste rol sinds Phone Booth (Joel Schumacher, 2002). Door Farrells vertolking is huurmoordenaar Ray sympathiek, grappig en heeft hij bijna iets onschuldigs.
Interview with the Vampire (Neil Jordan, 1994)
Ik hou van vampierfilms. Dracula en varianten: ik krijg er nooit genoeg van. Deze film vind ik dan ook een zeer aardige vampierfilm. Het verhaal komt van de boeken van Anne Rice, waarvan Interview with the Vampire in 1976 de eerste was in de reeks The Vampire Chronicles. Tom Cruise speelt met stijl de rol van de uiterst verdorven, maar charismatische vampier Lestat die Louis, gespeeld door Brad Pitt, in een vampier verandert en veroordeelt tot een verdoemd bestaan. Hoewel Tom Cruise in deze film duidelijk toont dat hij toch echt kan acteren, is Kirsten Dunst de ster in deze film. Ze wordt als jong meisje door Louis in een vampier veranderd en speelt de rol van bloeddorstig kind met verve. Ze was toen slechts 11 jaar.
De film van Neil Jordan is heel andere koek dan die flauwe tienerversies van de ondoden die we tegenwoordig krijgen voorgeschoteld. Films als Twilight en tv-series als Vampire Diaries kunnen mij niet bekoren.
Iron Man (Jon Favreau, 2008)
Iron Man is een vermakelijke film met spektakel, maar vooral veel humor. Een mooi bewijs dat het leven van een superheld niet vol met kommer, kwel en hartzeer hoeft te zitten. Dit komt wellicht omdat de held in kwestie dit keer geen zoekende tiener is of een getraumatiseerde miljonair, maar een succesvolle zakenman die ontdekt dat hij een verplichting heeft aan de wereld om zijn kennis van techniek ten goede in te zetten.
Het kloppende hart van de film is acteur Robert Downey Jr. – een prachtige acteur die Tony Stark op een lichtvoetige, nonchalante manier gestalte geeft, maar de eigenzinnige playboy/uitvinder tegelijkertijd een nuchterheid meegeeft en daarmee geloofwaardigheid mee. Over Iron Man 2 die recent uitkwam ben ik een stuk minder te spreken.
De volgende Film A-Z is dus op vrijdag 21 mei. Voel je vrij om in de comments je eigen favoriete i-films te noemen en te vertellen waarom je die films zo goed vindt.
Deze keer zes films: twee horrorflicks, twee muziekfilms, een docu en een stripverfilming. Enjoy.
Halloween (John Carpenter, 1978)
In dit film ABC mag natuurlijk een film van horrormeester John Carpenter niet ontbreken. Dus Halloween moet erin. Niet alleen omdat deze film je de stuipen op het lijf jaagt, maar ook gewoon omdat ik gek van het fenomeen Halloween ben. Scream queen Jamie Lee Curtis debuteert in deze film. Carpenter componeerde zelf het herkenbare muzikale thema van Halloween.
De plot is simpel: Michael Myers vermoordt op zesjarige leeftijd zijn zus Judith (Sandy Johnson) met een keukenmes. Hij wordt opgesloten in een inrichting, maar ontsnapt vijftien jaar later om jacht te maken op zijn jongere zusje (Curtis) en haar vrienden. Myers psychiater, Sam Loomis (Donald Pleasence), probeert hem te stoppen.
Rob Zombie maakte in 2007 een remake die eigenlijk zo slecht nog niet is. Hij voegde nog wat welkome backstory toe aan Mike Meyers. Maar het origineel blijft natuurlijk het beste.
Hard Candy (David Slade, 2005) Ellen Page speelt de vroeg volwassen Hayley Stark die wraak neemt op een pedofiel (Patrick Wilson). De scène waarin ze hem ‘castreert’ zorgt er bij de mannelijke kijkers voor dat hun ballen pijn doen van afschuw. En dat puur door de kracht van de suggestie, want we zien natuurlijk niet echt hoe ze zijn scrotum toetakelt. Zo hoort horror te zijn.
Page had eigenlijk een Oscar moeten winnen voor deze rol. (Ze werd wel genomineerd voor haar rol in Juno). Ze zou in de echte wereld alle katholieke priesters doen sidderen van angst.
Erg goed gefilmd en spannend tot het einde. (En een prachtige poster trouwens.)
A Hard Day’s Night (Richard Lester, 1964)
De eerste Beatle-film gaat over een fictieve dag uit het leven van de fab four. Hip gefilmd, goede soundtrack en de Beatles kunnen heel verdienstelijk zichzelf acteren. Richard Lester gebruikte de cinema verité stijl om zijn mockumentary vorm te geven: zwart-wit, kleine camera’s en dicht op de actie. Bij vlagen is de film wel wat flauw, maar dat vergeef je dit bijzondere beeld van Beatlemania snel.
Hearts of Darkness (Fax Bahr en George Hickenlooper, 1991)
Films over hoe films gemaakt worden zijn soms nog fascinerender dan de films waar ze over gaan. Hoewel Apocalypse Now zeker een fascinerende film is, hij staat niet voor niets in de A van mijn Film ABC, is het bijna even zo interessant om te zien welke pijn en moeite het Coppola heeft gekost om deze film op het scherm te krijgen. Waanzin voor en achter de camera, gefilmd door Eleanor Coppola die de twee filmmakers Bahr en Hickenlooper jaren later dat filmmateriaal gaf. Ze draaiden er interviews met de cast en crew bij en het resultaat is een van de beste documentaires over film maken ooit.
Hellboy (Guillermo del Toro, 2004)
Van de week zat ik deze film weer eens te kijken en het verbaasde me weer hoeveel ik ervan vergeten was. Iedere keer als ik Hellboy kijk is het een frisse filmervaring. Hellboy is ook niet de beste stripverfilming die ooit gemaakt is, maar toch staat hij in mijn Film ABC. Ron Perlman zet een zeer sympathieke Hellboy neer en laat de dikke laag make-up niet in de weg staan van een goede acteerprestatie. De film bevat prachtige beelden en is zeer sfeervol.
De relatie tussen Hellboy en Liz Sherman werd door de regisseur zelf bedacht en zit niet in de strip, maar wordt op de juiste dramatische manier uitgebuit voor de film. De scène waarin Hellboy als een verliefde schooljongen Liz en John Myers bespioneert als ze samen uit zijn, is zeer aandoenlijk. Fijn dat de ietwat vreemde, maar daardoor juist intrigerende, actrice Selma Blair is gecast als Liz.
Stephen Frears maakte een filmadaptatie van het klassieke boek van Nick Hornby. Hij verplaatste de setting van Londen naar Chicago in Amerika, maar verder voelt dit toch als een aardig getrouwe verfilming. John Cusack speelt de sterren van de hemel en ook bijspelers Jack Black en Todd Louiso zijn een schot in de roos.
Rob (Cusack) runt een snobistisch platenzaakje dat alleen wordt bezocht door de ware puristen. De dwalende dertiger blijkt een verwoed platenverzamelaar (op het ziekelijke af) en categoriseert alles consequent aan de hand van een top vijf, of het nou om muziek, vrouwen of break-ups gaat. Robs leven staat op het punt een grote verandering te ondergaan wanneer zijn vriendin Laura (Iben Hjejle) voor een ander kiest, namelijk voormalig buurman Ian ‘Ray’ Raymond – een koelbloedige maar irritante zweefteef, prachtig gestalte gegeven door Tim Robbins.
Een liefdesfilm voor mannen met een prima soundtrack die in het rijtje thuishoort waar mijn favoriete filmsAlmost Famous (Cameron Crowe, 2000), Chasing Amy (Kevin Smith, 1997) en (500) Days of Summer ook in staan.
In verband met het Imagine filmfestival, zal er de komende weken geen Film A-Z verschijnen. Ik ga deep undercover bij het festival en me voor de Zone 5300 sufbloggen over de films die ik daar zie. Natuurlijk zullen die blogposts ook op deze site gepubliceerd worden, dus zal het hier zeker niet filmloos zijn. Mijn Film ABC is weer terug op vrijdag 7 mei. Dan gaan we verder met de I. Imagine that!
(Liefhebbers van alfabetlijstjes kunnen in de tussentijd terecht bij Marco Raaphorst. Die raakte geïnspireerd door mijn Film ABC en maakte een persoonlijke en interessante Muziek A-Z.)
We zijn alweer bij de G van mijn Film ABC. De G van goede films, of in ieder geval: de films die ik goed vind en die mij op de juiste manier wisten te raken.
Ghostbusters (Ivan Rietman, 1984)
Ik ben zo gek op deze flick dat ik vorig jaar in New York speciaal de bibliotheek bezocht waar een van de scènes is opgenomen.
Ghostbustersis een origineel idee bedacht en opgeschreven door Harold Ramis en Dan Aykroyd, over een stel wetenschappers die hun brood proberen te verdienen met het vangen van spoken. Ze beginnen hun bedrijfje net op tijd, want Gozer de Gozerian staat op het punt om tot onze wereld toe te treden. En dat is niet best.
Het gevolg is een supergrappig script, voor die tijd indrukwekkende specialeffects en bij het opnieuw bekijken van Ghostbusters warme nostalgische gevoelens. Voor spoken ben ik nooit bang geweest, en samen met Peter Venkman, Ray Stantz, Egon Spengler en Winston Zeddmore kan ik hartelijk om hun doorzichtige verschijning lachen.
Daarbij bevat de film belangrijke datingtips, zoals deze: ‘There is no Dana, there is only zuul!’
Pas maar op, voordat je het weet blijkt je date bezeten te zijn door een of ander bovennatuurlijke poortwachter. Gij zijt gewaarschuwd.
The Good, The Bad and The Ugly (Sergio Leone, 1966)
De titel mag dan ook verwijzen naar de drie belangrijke hoofden van wijlen Balkenende IV, maar daar draait deze ultieme spaghettiwestern natuurlijk niet om. Al vindt regisseur Martin Koolhoven deze film van Sergio Leone niet exemplarisch voor de spaghettiwestern omdat:
Die films zijn niet representatief voor de 600 andere spaghettiwesterns die er zijn gemaakt. Meestal “kleine” films, gemaakt met beperkte budgetten. Django van Sergio Corbucci is archetypischer en is ook heel invloedrijk geweest. Het gaat er allemaal veel harder, gemener en smeriger aan toe. Het aantrekkelijke van de spaghettiwestern is dat die niet volgens de normale morele codes van Hollywood zijn gemaakt. (Zie dit artikel op Cinema.nl.)
Dat zal dan wel: ik vind The Good, The Bad and The Ugly gewelddadig genoeg, en een prachtig verhaal over een mysterieuze revolverheld – mooi ouderwets woord is dat trouwens – gespeeld door Clint Eastwood. Samen met twee vreemdelingen, de slechterik (Eli Wallach) en de lelijke (Lee van Cleef) probeert hij een fortuin aan gestolen goud op te sporen. Maar hoe betrouwbaar zijn dieven? Hun zoektocht leidt naar een van de beste climaxen uit het western genre.
www.youtube.com/v/13EUXqIwDkQ
Ghost World (Terry Zwigoff, 2001)
Toen ik de trailer van Ghost Worldvoor het eerst zag, dacht ik dat de film geen bal aan zou zijn. Zo zie je maar hoe een slechte trailer kan bedriegen, want deze stripverfilming is het kijken meer dan waard. Dankzij een gevat script, interessante personages en prima vertolkingen van Thora Birch, Steve Buscemi en Scarlett Johansson voordat ze een echte seksbom werd. (Wordt dat woord nog wel eens gebruikt eigenlijk, ‘seksbom?’ Klinkt als een moslimterroriste in burkini.)
Het is vooral het einde dat deze film magisch maakt. Als Enid de stad verlaat en het verhaaltje uitrijdt in een bus die al jaren is opgeheven. Mooi statement over eigenheid en over je eigen weg in slaan. Overigens is de strip van Daniel Clowes waar de film op gebaseerd is, ook heel goed.
The Graduate (Mike Nichols, 1967)
Er zijn van die films die je altijd bijblijven en je keer op keer kunt zien. The Graduate is voor mij zo’n film. Deze flick van Mike Nichols was mijn eerste kennismaking met acteur Dustin Hoffman en de muziek van Simon & Garfunkel.
The Graduate is een boeiende klassieker die gaat over het verzet tegen de oudere generatie: Benjamin Braddock (Dustin Hoffman) valt na zijn studie in het spreekwoordelijke zwarte gat. Hij leeft in een vacuüm van verveling: dagenlang dobbert hij rond op een luchtbed in het zwembad, zoals hij doelloos door het leven drijft. Benjamins toekomstplannen zijn vaag: ‘Ik wil dat mijn toekomst ánders is’, vertrouwt hij zijn vader tijdens zijn afstudeerfeestje toe. Ondertussen verleidt Mrs. Robinson (Anne Bancroft), en krijgt hij een verhouding met deze oudere vrouw terwijl hij liever een relatie begint met haar dochter Elaine (Katharine Ross). Als hij een einde aan de affaire maakt is Mrs. Robinson het daar natuurlijk niet mee eens en ze zal er alles aan doen om de relatie tussen Benjamin en Elaine te stoppen.
De kinderen willen voor zichzelf een ander leven dan hun ouders die vast zitten in een standaardleven en ongelukkig huwelijk – gedoemd om tot het einde der tijden samen te blijven. Elaine trouwt met een ander, een jongen die wél door haar ouders als ideale schoonzoon wordt beschouwd, maar kiest na de huwelijksvoltrekking alsnog voor Ben.
Het venijn van The Graduate zit aan het einde, want het is nog maar de vraag of Benjamin en Elaine het lot van hun ouders kunnen ontlopen. Wanneer Benjamin Elaine voor het huwelijksaltaar heeft weggeroofd, rijden ze weg in de bus, hun toekomst tegemoet. Het is echter de vraag of ze de valkuilen waarin hun ouders zijn gestapt kunnen vermijden. Als de spanning van het moment uit hun lijven is weggeëbd, zwijgen ze, alsof ze elkaar niets meer te vertellen hebben. Het nummer ‘The Sound of Silence’ onderstreept dit idee.
Groundhog Day (Harold Ramis, 1993)
De tweede film met Harold Ramis en Bill Murray in deze aflevering van mijn film A-Z, dit keer ook geregisseerd door Ramis. Stel je eens voor dat je de ergste dag van je leven telkens overnieuw moet beleven. Bill Murray, die weerman Phil Connors speelt die voor het vierde achtereenvolgende jaar moet afreizen naar Punxsutawney, Pennsylvania, om te zien of de bosmarmot zijn gezicht laat zien of niet, maakt er maar het beste van, krijgt er op den duur lol in en verovert het hart van Andy MacDowell.
Het verhaal gaat natuurlijk over een man die langzaam zijn karakter moet aanpassen en soms zijn daar bovennatuurlijke narratieve middelen voor nodig. Bill Murray speelt perfect de cynische (weer)man die zich niets laat wijsmaken. Een rol die hem op het lijf geschreven is en doet denken aan personages als Frank Cross uit Scrooged. De laatste jaren is er een echte Murray revival, waarin hij tot mijn vreugde ook andere kanten van zijn acteertalent toont.
Groundhog Day won onder meer een BAFTA Award voor beste script, een British Comedy Award voor beste filmkomedie en een Saturn Award voor beste actrice (Andie MacDowell). In 2006 werd de film aan het Amerikaanse National Film Registry toegevoegd vanwege de culturele, historische en esthetische waarde van de film.
Hoewel de film dus over een herhalende dag gaat, is hij mij nog niet gaan vervelen.
Bekijk deze scènes maar eens:
https://youtube.com/watch?v=MMtWAcVy6-w
Volgende week de filmtitels die met een H beginnen. Maar eerst wil ik natuurlijk van jullie horen welke G-films jullie favorieten zijn en waarom.