Toch nog een Halloween-vlog dit jaar, want door het lezen van Peter Parker 73 kwam ik goed in de stemming. Ook The Dark Horse Book of the Dead helpt daarmee een handje.
Marcels recensie van QUEEN HALLOWEEN.
Samen Spelen doet ook aan Halloween.
Marcels recensie van QUEEN HALLOWEEN.
Samen Spelen doet ook aan Halloween.
Morbius de levende vampier bijvoorbeeld, maar ook een creatuur als de Lizard zou niet misstaan in een ouderwetse horrorfilm van Universal Studio’s uit de jaren dertig. Een horrorcover die mij als jonge lezer koude rillingen bezorgde was het omslag van the Spectacular Spider-Man #148 (coverdatum maart 1989):
Een prachtige illustratie van Sal Buscema vind ik nu, maar als kind had ik het niet zo op zombies en skeletten, dus stopte ik de comic na het lezen diep weg in de kast om er nog maar weinig naar te kijken.
De titel is natuurlijk een parodie op Night of the Living Dead (1968) van George A. Romero. In deze Spidey-comic komen Ned Leeds, Gwen Stacy en Spider-Man bovengronds om het leven van Betty Brant tot een levende hel te maken.
Dit verhaal van Gerry Conway speelt zich af tijdens de Inferno crossovers, waarin demonen New York overspoelen. Uiteindelijk blijkt al het gespook en gezombie veroorzaakt te worden door een stelletje demonen die de gedaanten van Leeds, Stacy en Spidey aan hebben genomen.
Flash Thompson en Betty trotseren en verslaan uiteindelijk zelf de demonen die hen lastig vallen. Voor Betty is het een moment waarin ze eindelijk voor zichzelf op komt en niet langer een slachtoffer wenst zijn. Ze verslaat de demonen door een gaskachel te laten ontploffen. Ik denk niet dat haar huisbaas daar blij mee is, maar ja, waar demonen gehakt worden vallen nu eenmaal spaanders.
Spider-Man horrortrailer
Over Spider-Man als horrorverhaal gesproken… Seven Webheads monteerde een trailer alsof Spider-Man (Sam Raimi, 2002) een horrorfilm/thriller zou zijn geweest. Het resultaat is best wel creepy.
Vorige week had ik het over de twee covers voor het eerste deel van Gang War, een vijfdelig verhaal waarin verschillende partijen uit de onderwereld van New York vechten om de baas te worden nu Kingpin tijdelijk van het toneel is verdwenen. Onze arme held Spider-Man zit middenin deze gangsteroorlog en dat terwijl hij een tijdje terug heeft besloten om te stoppen met Spider-Man te zijn. Peter Parker wil namelijk een normaal leven leiden, maar omdat zijn goede vriend Flash Thompson ervan wordt verdacht the Hobgoblin te zijn en vermist wordt, heeft Parker besloten Spider-Man te blijven totdat de Thompson-zaak is opgelost.
Een scène die als jonge lezer indruk op me maakte was deze uit Amazing Spider-Man #284. Spider-Man is op weg naar huis waar Mary Jane op hem wacht. Onderweg ontdekt hij een schietpartij tussen twee gangs. Instinctmatig duikt Spider-Man er tussen om levens te redden, maar dan besluiten de gangsters hun oorlog even op te schorten om Spider-Man aan gort te schieten:
Ongehoord: een held die het opgeeft! Spider-Man gaat naar huis in plaats van zich met de gangsters te bemoeien. Het is een scène die mij altijd is bijgebleven. Vaak als ik me op een plek bevind waar ik me niet thuis voel of als ik me voor een karretje gespannen voel, schieten Spidey’s woorden uit het laatste plaatje me te binnen. Overigens wel in de Nederlandse vertaling van Siebe Snoeren zoals de strip in Spektakulaire Spiderman #89 (1987) is verschenen:
Aan de andere kant: je kunt het Spider-Man niet kwalijk nemen dat hij besluit dat die domme gangsters het zelf maar moeten uitzoeken. Als zij elkaar willen omleggen, waarom zou hij eigenlijk ingrijpen om ze te redden? Iedere keer als ik in het nieuws hoor dat in Amsterdam een misdadiger is omgekomen door een shoot-out met andere klootzakken, denk ik ook ‘opgeruimd staat netjes’, want iedere dode gangster is een stapje dichterbij een betere wereld. Laat ze elkaar maar lekker afschieten, zolang ze maar niet onschuldige voorbijgangers raken met hun kogels, want daar maak ik me wel zorgen over.
Maar goed, we hadden het over Spider-Man, niet het saaie leventje van the Amazing Spider-Mike. Als Peter thuiskomt, zit Mary Jane al op hem te wachten. Ze wil een gezellig avondje met z’n tweeën thuis doorbrengen en gaat naar de keuken om gehaktbrood te maken.
Dan ziet Peter op de televisie dat er een aanslag is gepleegd op misdaadbaas Hammerhead. Die heeft het overleefd, maar niet zijn entourage. Bovendien zijn gewone burgers die in het restaurant aan het eten waren, wel zwaargewond geraakt. Peter beseft dat hij die mensen niet in de steek kan laten en dat hij zijn krachten moet inzetten om verder bloedvergieten te voorkomen:
Ik vind het een krachtige scène omdat het laat zien dat Peter op dit moment in zijn leven, het Spider-Man-zijn meer als een vloek dan een zegen beschouwt. Hij wil zich niet mengen met de gangsteroorlog, maar zijn gevoel voor rechtvaardigheid dicteert dat hij wel als Spidey aan de slag moet. En dat gaat in dit geval ten koste van zijn avondje met Mary Jane – wat een exemplarisch voorbeeld is voor hoe het vaker ging in hun relatie. Spider-Man lijkt altijd in de weg te staan van Peters geluk. En dat van Mary Jane. Mijn hart huilt als ik in het laatste plaatje Mary Janes teleurstelling in haar lichaamshouding zie.
Lang voordat New York volstond met ketens als Starbucks, hingen tieners en studenten graag rond in de vele koffiehuizen die Greenwich Village in de jaren vijftig en zestig rijk was. Vooral de cultuur van de Beatniks bloeide daar op, want in veel van de koffiehuizen traden volkzangers op en lazen poëten hun werk voor.
The Coffee Bean werd door Stan Lee en John Romita Sr. geïntroduceerd in Amazing Spider-Man #53 (Oktober 1967). Het was de hangplek in de East Village voor studenten van de Empire State University, waar Parker, Harry Osborn, Flash Thompson, Mary Jane en Gwen Stacy toen studeerden.
In bovenstaande afbeelding zitten Anna Watson en May Parker voor hun doen zeer modern taalgebruik uit te slaan. Zij kwamen overigens ook wel eens een kopje koffie in the Coffee Bean drinken. In ASM #53 komen ze langs om Peter te vertellen dat May kamers gaat verhuren. Peter waarschuwt haar nog dat ze wel moet oppassen aan wie ze de kamer verhuurd. ‘Maak je geen zorgen, ik vraag natuurlijk om goede referenties’, stelt ze naar neef gerust. Niet veel later is Otto Octavius, ook wel bekend als superschurk Doctor Octopus, haar eerste huurder. Toen Peter daar achterkwam heeft hij zich vast in z’n koffie verslikt.
Saillant detail: Thompson draagt een uniform omdat hij toentertijd in het leger diende. Hij heeft gevochten in Vietnam. Omdat de doorlopende tijd een probleem is in het Marvel Universum en de personages in principe niet veel ouder worden, diende Thompson later in de Irak-oorlog. De dingen veranderen, maar ergens ook weer niet.
Zo zullen studenten nu gewoon rondhangen in de Starbucks. Overigens was Harry Osborn (in in het plaatje draagt hij een bruin pak en groene strik) na Brand New Day een tijdje de eigenaar van een koffieketen genaamd the Coffee Bean die is gebaseerd op hun oude hangplek.
In mijn studententijd zat ik graag in het Crea Café van de UvA. Een fijne plek bij de Oudemanhuispoort om met medestudenten te praten, koffie te drinken en te studeren. Tegenwoordig zit Crea in de Roetersstraat. Maar goed, in studentenkoffiehuizen kom ik eigenlijk niet meer tegenwoordig. Mijn favoriete hangplekken zijn nu: De Balie aan het Leidseplein, het Ketelhuis op het Westergasfabriekterrein en soms zit ik met Linda in de Smoeshaan.
En heb jij nog een favoriet koffietent? Zo ja, welke en waarom deze?