Ik plak al jaren geen foto’s meer in. Dat komt natuurlijk doordat ik tegenwoordig alles digitaal schiet. Toch was het vroeger ook een klusje dat vaak bleef liggen.
Zo moet ik bijvoorbeeld nog steeds mijn foto’s van mijn verblijf in Amerika (1995-1996) inplakken. That’s never gonna happen.Toch maak ik bergen foto’s. Veel meer dan voorheen, maar dan vooral met mijn telefoontje en meestal voor een blogpost. De map met fotobestanden puilt aardig uit, want ik gooi zelden iets weg. Soms is het ook wel fijn om door de map te bladeren: het brengt herinneringen terug van vergeten momenten. Dat geldt ook voor de minder geslaagde foto’s, hoewel ik van de week toch eens de tijd nam om mislukkingen uit het virtuele geheugen te wissen. Hieronder een reeks plaatjes die ik in het afgelopen jaar maakte en die ik tijdens het opruimen tegenkwam en wel het bewaren waard vond.
Later meer…
Tag: Foto
Zaterdagnacht was ik in Sugar Factory om daar Comic Invasion te verslaan voor de Zone 5300.
Overal hingen orginele tekeningen, ter plekke vervaardigd door Nederlandse stripmakers. Zo kon het gebeuren dat je in het herentoilet een poepend meisje van Floor de Goede zag hangen.
Even moest ik weer denken aan de klassieke internethype 2girls1cup, om daarna die gedachte snel met een flesje spa weg te spoelen.
Een uitgebreid verslag volgt. (Over Comic Invasion welteverstaan, niet specifiek over deze charmante prent.)Lees ook: Last year’s internet sensation.
Foto: … en Kwak!
Foto: Filmdecor
Soms lijkt het net of ik in een filmdecor leef terwijl ik gewoon een kopje koffie zit te drinken in een grandcafé. Niet omdat de mensen om mij heen, die allen verwikkeld zijn in eigen dialogen, hun dagelijkse sores en dromen, op de achtergrond figureren, maar omdat de omgeving perfect zou passen in een spannende film noir of een kleinschalig drama.
Neem nu Stanislavski in de Stadsschouwburg te Amsterdam. Terecht een theatraal gebouw, met prachtige bogen, kroonluchters en een sierlijke trap, waar je ieder moment een mooi uitgelichte femme fatale kan verwachten die gracieus naar beneden loopt. Dezelfde ruimte kan ook fungeren als een ontmoetingsplek voor twee minnaars die een geheime ontmoeting hebben. Ze zitten achter de pilaar aan het tafeltje in de nis en houden zich zo klein mogelijk opdat ze niet opvallen.
Genieten van een ruimte die tot de verbeelding spreekt. Mijn kopje koffie smaakt er net dat beetje lekkerder door.
Foto: Ellen ten Damme in volle overgave
Onderstaande foto van Ellen ten Damme zag ik op GeenStijl.nl. Ten Damme gaat op deze foto van Perry Hermans helemaal op in haar act tijdens het bevrijdingsfestival in Roermond. Ik vind het daarom een mooie foto.
Jammer dat GeenStijl er weer een semi-guitige tekst onder moest zetten. Maar goed, daarmee doen ze de naam van hun blog wel eer aan. Het is natuurlijk ook wel heel ingewikkeld om je een beetje te verdiepen in performance kunst en veel leuker om wat je niet begrijpt belachelijk te maken.
Op de foto heeft Ten Damme heeft verschillende kleine sensoren op haar lijf geplakt. Wanneer ze deze aangeraakt is er een stukje voorgeprogrammeerde tekst van haar te horen. Op die manier klikt ze zinnen bij elkaar als een moderne versie van William Burroughs. De act is onderdeel van de theatershow Durf Jij?, waarin Ellen ten Damme zongteksten van Ilja Pfeijffer ten gehore brengt. Ik sprak haar en Pfeijffer hier een tijd geleden over.
Zie hier de video van dit gesprek.
New York notities #3
PlaatjespraatjesOp de eerste verdieping van ons hotel, het Gershwin in Manhattan, is een klein keukentje met een cola-automaat. Door de deuropening starend lijkt het tafereel veel op een fotorealistisch schilderij. Het is er ook altijd muisstil. Nooit iemand gezien.
In de lobby bij de liften speelt constant deze voorstelling van iemand die schijnbaar via de liftkabels omhoog klimt. Gerswhin is een artyfarty hotel waar veel schilderijen en foto’s van beroemde kunstenaars hangen. Ik vond het een pittoreske hotelletje. Parkje vlakbij Tudor City. Opvallend bordje vind ik dit. Net als al die bordjes in toiletten van restaurants en cafés: ‘employees must wash hands.’ Dat je mensen daar nog op moet wijzen… brrrr.
Hij is echt, maar had net zo goed een rekwisiet van een film of televisieserie kunnen zijn. Wie door New York wandelt waant zich in een filmdecor.Typisch Hollands gebruiksvoorwerp in New York. Misschien achtergelaten door een van de Nederlandse stichters van de stad. Hoewel, te nieuw model.
Elke donderdag schrijft Hans Aarsman in de Volkskrant een column naar aanleiding van een nieuwsfoto. Een selectie van de beste columns zijn recent gebundeld in Ik zie, ik zie: De Aarsman Collectie.Hans Aarsman (fotograaf en schrijver van romans en toneelstukken) bestudeert de nieuwsfoto nauwgezet en ziet details die alleen na grondige observatie als evident beschouwd mogen worden. Deze details vormen de bouwstenen voor een boeiend relaas die de lezer anders naar foto’s doet kijken.Kuiken
Aarsman heeft oog voor markante foto’s. Zoals die waarop Poetin, de toenmalige president van Wodkaland, in zijn handen een kuiken vasthoudt en zijn zachte gevederde vriend indringend aankijkt. Indringend en goed kijken is de kern van wat Aarsman doet. Alleen zo zie je bepaalde zaken niet over het hoofd. Zoals op de foto van receptioniste Saya die ook op de cover van Ik zie ik zie: de Aarsman collectie staat. Op het eerste gezicht een aantrekkelijk Japans meisje. Wie goed kijkt ziet dat ze een robot is. De meeste lezers zullen dit feit pas ontdekken als ze de foto voor de tweede keer zien en Aarsman ze erop wijst.Ieder detail kan de aanleiding voor een column zijn, zelfs de varens in de tuin van het Witte Huis waar een paparazzo klaar ligt om Bush en de zijnen te fotograferen op een 911-herdenking: ‘Zou niemand in het Witte Huis weten dat varens schaduw en vocht nodig hebben, zo’n beetje alles wat het grasveld voor het Witte Huis niet kan bieden? Ze zijn van plastic, kan niet anders. […] Plastic varens, dat kan alleen de regering-Bush bedenken.’Aarsman interpreteert, beweert en weet dankzij zijn soepele pen te overtuigen. Daarbij laat hij zo nu en dan zijn associatievermogen de vrije loop, zoals bij de foto waarop de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-il een duikboot inspecteert. Aarsman schrijft bij deze foto een caberesk stukje tekst waar de grote leider flink in de maling wordt genomen. Hetzelfde trucje past hij toe bij maar liefst twee foto’s van George W. Bush. Kennelijk heeft hij het niet zo op onnozele dictators met grootheidswaan.
Wat Aarsman schrijft hoeft niet per se waar te zijn natuurlijk. In zijn beschrijvingen geeft de observator ook iets van zichzelf vrij. Soms roept dit ontroering op, zoals met de foto waarop een massa politieagenten zich op straat heeft verzameld. Een jonge collega van hen is net begraven, doodgeschoten toen hij een auto aanhield. Het is niet zozeer de compositie van de foto die aangrijpt als wel het feit dat in het licht van de dood, kleine hobbels in het leven onbelangrijk worden. Het is een universeel thema dat passend verbeeld wordt door de honderden geuniformde agenten op de foto. Aarsman geeft deze nieuwsfoto een persoonlijke lading doordat hij aangeeft er zelf door ontroert te zijn: ‘De behoefte om een foto bij me te hebben, wat heb ik die lang niet gehad. En dan af en toe naar de foto kijken, als ik me weer eens opwind over niets.’20.000 foto’s per week
In de eerste jaren van de Aarsman Collectie ging Hans Aarsman enkele dagen per week naar een café met een grote leestafel om in kranten en tijdschriften naar foto’s te zoeken. Sinds 2007 zit hij op de fotoredactie van de Volkskrant en neemt hij zo’n 5000 foto’s van persbureau door. Per week bekijkt hij zo’n 20.000 foto’s. Daaruit selecteert hij er uiteindelijk één voor de Aarsman Collectie. En niet de eerste de beste. Nee, de foto moet de plaatjesman op de een of andere manier raken.Volgens Aarsman is nieuwsfotografie eerlijker dan schriftelijke berichtgeving: ‘Door nieuwsfoto’s grondig te bestuderen krijg je een objectiever beeld van nieuwsberichten. Hoe vaak komen die niet uit de tweede, derde, vierde hand? Een foto is altijd uit eerste hand, een fotograaf moet ter plekke zijn,’ schrijft hij in de inleiding van Ik zie ik zie. Maar fotografie heeft ook zijn beperkingen. De betreffende foto is een momentopname, gemaakt in een fractie van een seconde. Wat er voor of na het afdrukken van de knop heeft gespeeld, daar kunnen we slechts naar gissen. Hetzelfde geldt voor wat er buiten het fotokader te zien is.
Beetje flets
Ik zie ik zie is het tweede boek over de Aarsman Collectie, in 2005 verscheen een eerste bloemlezing. In Ik zie ik zie staan de foto’s twee pagina’s breed afgedrukt. De tekst staat op de even bladzijde erna. Het is ergens jammer dat ze de foto’s niet links hebben afgedrukt en de tekst rechts. Nu ben je verplicht om telkens opnieuw de bladzijde om te slaan als Aarsman over een specifiek detail schrijft. Naast de tekst staat wel een uitsnede van de foto afgedrukt, maar dat is niet altijd het detail dat de kern van de column is. Omdat er voor dik inktopzuigend papier gekozen is, komen veel kleuren flets uit. Glanzend papier had de foto’s er beter uit doen zien.De manier van uitgeven had wat mij betreft dus net zo doordacht mogen zijn als de stukken van Aarsman zelf. Toch is dit boek een moet-hebben. Perfect om zo nu en dan eens door te bladeren, een willekeurige foto met bijbehorende stuk te lezen. Bekijk eerst zelf de foto aandachtig en laat je daarna verrassen door de visie van Aarsman.Ik zie ik zie: De Aarsman Collectie
Aarsman, Hans. Uitgeverij Podium, ISBN 9789057593581Deze recensie verscheen ook op EeuwigWeekend.nl.
Foto: Overal De Balie
Recent zat ik in De Balie in Amsterdam – ja, dat doe ik wel eens – en terwijl ik op een afspraak wachtte, viel mijn oog op de cover van HP/De Tijd. Op de cover stonden foto’s van enkele bekende gezichten uit de Nederlandse politieke wereld. En met rode letters ‘De Balie’ gestempeld. Natuurlijk is dat laatste zodat De Balie het eigendom van de tijdschriften kan claimen wanneer een geniepige bezoeker – ja, die bestaan ook – besluit om het tijdschrift mee naar huis te nemen. Een van de personeelsleden van de debattempel van Amsterdam was dit keer erg creatief omgegaan met de stempel en had deze enkele malen strategisch op de cover gedrukt zodat het leek of de foto’s van Kamerleden stukjes posters waren van een programma van bovengenoemde Balie. Het bracht een glimlach op mijn gezicht. Altijd goed als je afspraak net binnenkomt.
Een beetje ongelukkig gekozen vergelijking: nu krijg ik meteen een vieze smaak in mijn mond bij het fenomeen ‘poken‘. En ik maar hopen dat we met een nieuw jaar van het belachelijke woord ‘swaffelen’ af waren.
Ik snap nooit zo goed waarom mensen omwille van een cartoon die hen niet bevalt meteen hun abonnement opzeggen. Daar kun je toch ook gewoon overheen lezen?Lees ook: