Gastauteur Natasja van Loon – aka de Schone Schrijfster én groot stripliefhebber – geeft haar visie op het album Baudelaire van Noël Tuot & Daniel Casanave.De literatuurgeschiedenis heeft een vergissing gemaakt want Victor Hugo is eerder overleden dan Baudelaire en die is daar niet blij mee omdat hij het ultieme absoluut perfecte gedicht nog niet geschreven heeft. Daarom slaat hij op de vlucht, voor iedereen die hem op de begrafenis wil hebben – en dat zijn er nogal wat. Hemel, hel en aarde worden – letterlijk – bewogen. Aldus Baudelaire tenminste, van de Franse tekenaar Tuot en zijn scenarist Casanave. Hun succesvolle stripalbum is onlangs opnieuw vertaald en uitgebracht door uitgeverij Silvester – dat hiermee, naar mijn bescheiden mening, meteen een van de mooiste albums van het jaar op de markt heeft gebracht. Baudelaire staat bol van grappen en dialogen die van grote schoonheid en – als je er even over nadenkt – diepgang zijn. Zo brengt zijn vlucht voor zichzelf Baudelaire eerst naar de hemel: een desolaat landschap waarin het onafgebroken regent (en dat akelig veel aan ons eigen kikkerlandje doet denken) alwaar hij wordt opgewacht door Sint Pieter. Dat de hemel helemaal niet lollig is, constateert Baudelaire.‘Alles is voor altijd en eeuwig kalm’, antwoordt Sint Pieter onbewogen.Donkere wolkjes vormen zich boven het hoofd van Baudelaire. ‘Ik houd niet van kalm… Daardoor moet ik aan de provincie denken.’ En dan een woest springende Baudelaire. ‘Ik wil eeuwige onrust!’‘Alles is voor altijd en eeuwig beschouwing’, antwoordt Sint Pieter onverstoorbaar.Je begrijpt: Baudelaire houdt het hier niet lang uit (zou ik ook niet kunnen) en wil naar de hel. En de hel… is een skipiste. Baudelaire wordt er opgewacht door de zonde die eruitziet als een skileraar in dat archetypische rode pak omdat de duivel in zijn kantoor zit om het idee van het kwaad te overpeinzen. ‘Grotere eenzaamheid bestaat niet’, zegt de zonde – een grap die aan kracht wint als je je bedenkt dat het gedicht dat Baudelaire wereldfaam bezorgde Les Fleurs du Mal was: de Bloemen van het Kwaad.En dan komt Sartre langs die weliswaar in de hemel verblijft (‘ik heb zo vaak bewezen dat God niet bestaat dat deze dat wel leuk vond’) maar als groot filosoof het voorrecht heeft om af en toe een rondje hel te maken. Hij komt Baudelaire demonstreren wat de zonde is. En de zonde… is soep eten met een vork. En hoe langer je daarover nadenkt des te aannemelijker dat klinkt.Foto: Charles Baudelaire‘De zonde is niet lollig’, constateert Baudelaire en hij keert terug naar de aarde om alsnog naar de begrafenis van Victor Hugo te gaan. Overigens weet hij het ultieme absoluut perfecte gedicht aan het eind van het album wel te vinden – maar wat de kern ervan is, houd ik voor me omdat iedere geïnteresseerde lezer dat voor zichzelf moet lezen. Wel kan ik vertellen dat ik slap lag (lach) toen ik het las. Wat wellicht niet verbazingwekkend mag heten als je weet wat de strekking van mijn debuutroman is omdat de kern van dat gedicht daar min of meer aan verwant is. Alleen is Baudelaire een stuk moediger dan de hoofdpersoon van Bemint eer gij begint.Natuurlijk: Goscinny staat nog altijd op eenzame hoogte. Maar de absurdistische en tegelijk diepzinnige humor van Baudelaire komt dichtbij. Wat de grootmeester van de stripscenario’s met geschiedenis deed, doen Tuot en Casanave met literatuur en filosofie. In de Nederlandse vertaling is het album bovendien uitgebreid met handige historische achtergrondinformatie die fraai omschreven en prachtig geïllustreerd is. Kortom: een album dat uit louter redenen bestaat om het aan te schaffen. Want de zonde mag niet lollig zijn, Baudelaire is dat des te meer. Sterker: het is briljante humor. Naar mijn (niet zo) bescheiden mening dan tenminste.
Tag: Gastauteur
De perfecte zondag van Menno Kooistra
Menno heeft eerder op deze site een gepassioneerd artikel geschreven over David Bowies album Low. En hij blogt natuurlijk op zijn eigen Mennomail.Lees de andere perfecte zondagen hier.
De perfecte zondag van Mattt Baay
Lees ook het interview met Mattt Baay en de andere perfecte zondagen. Meer Bunbun vind je natuurlijk op Illumatie.nl.
“Andy Warhol kon niet filmen!”
Paul, met wie ik laatst de Andy Warhol expositie Other Voices, Other Rooms in het Stedelijk heb bezocht, schreef op zijn website het volgende verslag:Andy Warhol – Voor iemand die zoveel films gemaakt heeft kan hij niet filmen!Laatst ben ik met Mike naar de Andy Warhol expositie geweest in het Stedelijk Museum in Amsterdam, een keer wat anders dan… eh… anders. Ik moet zeggen ik heb me kostelijk vermaakt, maar dat ligt niet aan de kwaliteit van Andy’s werk. Zijn overgeproduceerde vel gekleurde Marilyn Monroe’s zijn het visitekaartje van de popart. Helaas lag de nadruk bij deze expo op Andy’s filmwerk… of zal ik zeggen, huis-tuin-en-keuken-filmpjes met een idee. Lees voor een diepgaande uiteenzetting Mike’s review op Mike’s Webs. We verschillen lichtelijk van mening, mijn mening is namelijk: voor iemand die zoveel gefilmd heeft kan hij eigenlijk niet filmen.De expo is opgedeeld in meerdere zalen. De zaal met de ‘origineel’ werk (lees originele reproducties) is verplichte kost en bevat wat je mag verwachten, al is het wat karig. De fotomuur bij binnenkomst biedt een snelle chronologische terugblik op zijn leven. De zaal met tv-fragmenten staat vol videoschermen met koptelefoons en toont Andy’s tv-escapades. Het enige echt boeiende was de grote filmzaal: hier hangen kris kras door de langwerpige zaal halftransparante doeken waarop de ‘belangrijkste’ van Andy’s films draaien vergezeld van borden met uitleg (thank god).
Op de doeken krijgen we met films als Blow Job (een film van 45 minuten waar we alleen het bovenlijf en gezicht van een man zien wiens gezicht allerlei vormen van extase aanneemt), Sleep (8 uur bij elkaar geëdit filmmateriaal van Andy’s slapende vriendje) of Mario Banana (een travo die bezig is op ‘erotische’ wijze een banaan te verorberen, serieus, ik bedenk dit niet) een blik in de gedachten wereld van the animal Andy Warhol: een voyeuristisch mannetje die leuke ideeën heeft, maar waar geen mens het geduld voor heeft ze in ze geheel te bekijken (uitzonderingen daargelaten, “wedden dat ik een Warhol-film kan uitzitten!”, “Dat kan je echt niet!”, “Oh ja, wat krijg ik als ik het doe?”).Voor iemand die uren filmmateriaal heeft geschoten kon hij eigenlijk behoorlijk klote filmen, of hoor je de camera niet te bewegen bij kunst? Flikker een zwart/wit-camera neer op een feestje en viola, een filmpje dat ik kwaliteit niet onderdoet voor Warhol.Maar toch heb ik me kostelijk vermaakt.Lees ook (of niet): Andy in WarHollandLees ook over de Warhol-expositie in Edinburgh en de Expo van Lou Reed’s New York.
De perfecte zondag van Hallie Lama
De perfecte zondag van René van D.
Ik knipperde wat met mijn ogen. Wreef er even goed in met gebalde vuistjes. Keek nog een keer naar mijn beeldscherm. Naar het mailtje dat binnengekomen was. Bevriend freelance-schrijver Mike van Mike’s Webs had wat mensen aangeschreven of ze niet iets over hun ideale zondag konden schrijven, en ik was een van de geadresseerden. Het bevreemdende besef zonk in dat mijn weekenden in een jaartje nachtburgemeesterschap toch nogal drastisch veranderd zijn. Evenement na evenement loop ik inmiddels in het Tilburgse nachtdomein af, om dan daarna nog in het holst van de nacht geschoten foto’s en filmpjes te bewerken en een, doorgaans kritisch getint, verslagje te tikken.Uitgaan is al een vrij lange tijd geen ontspannende bezigheid meer
geweest. En de dag dat onze Schepper zogezegd de voetjes op tafel en een biertje in zijn schoot zette, is ook allang geen rustdag meer. De risico’s van in een goedbewaard geheim-bruisende stad wonen, natuurlijk, maar af en toe mis ik de rustigere zondagen
uit het verleden wel.De ene zondag zit ik op het voor mij volstrekt onchristelijke tijdstip van twaalf uur, met een biertje tegen het roestig kreunen van het gestel op dit vroege tijdstip, in theater Zaal 16 naar de culturele stand van zaken te luisteren in Café Carré. De andere zondag in een nazomerzonnetje middenop het Tilburgse Heuvelplein omgeven door zotte vaudeville-acts. Weer een andere zondag sta ik zelf malle streken uit te halen door het literair geïnteresseerd volk wijs te maken dat de gemeente een half miljoen euro steekt in het installeren van 34 Wijkdichters.Nee, met de titel verdween vlot edoch ongemerkt het weekend zoals ik het voorheen kende. Zeg maar de twee of drie dagen die menig ander juist gebruikt om opnieuw ‘op te laden’ voor de onvermijdelijk volgende werkweek. De rustdag, het cliché-beeld van grasmaaien, familie bezoeken en rustig wat voetbal kijken is spurlos uit mijn universum verschwunden. Rust krijg ik pas doordeweeks, als ik op de werkplek zit, waar ik me juist voor de avonden en weekenden zit op te laden. Met veel koffie, dat wél.Er was echter één zondag recentelijk die in een dergelijk daglicht flink heeft geschitterd. Één klein zondagje heeft zich dapper verzet tegen de overheersende cultuurdrift. Dat zondagje had namelijk een toverdrank, pardon, een flinke hoeveelheid roodharigen. Ik moest er wel even voor ‘vreemdgaan’ want het was in Breda. Een stadje dat ik nooit heb gemogen. Een echt VVD-paradijsje met een centrum waar ik nog nooit leuke stapervaringen gehad heb, een uitstraling die me niet kan bekoren en een logistieke indeling die volstrekt onbegrijpelijk is voor buitenstaanders en tot schier hopeloos verdwalen leidt. Nee, enkel de belofte van honderden roodharigen kon mij naar Breda lokken.Maar eerlijk is eerlijk, ik heb een echt rustgevoel te pakken gekregen die zondagmiddag. Zittend op een zonnig terrasje, omgeven door mooie roodharige en anderskleurige jongedames, met fraaie schilderwerken in de grote kerk, een grappige lezing over de voordelen van roodharig zijn, en een fijn braderie’tje eraan gekoppeld. Mijn camera heeft prachtige foto’s geschoten die helaas online verkleind en niet zo indrukwekkend meer staan, en een merkwaardige rust streek over me heen. Er was zo weinig voor nodig.. de aanblik van mooie rosse jongedames die zichzelf in een strelend daglicht gesteld zagen, een bescheiden middelgroot Brabants evenementje, en wellicht ook even de afstand van het Tilburgse culturele- en nachtleven. Ik heb nog een volledige dag erna een humeur gehad dat met massavernietigingswapens niet kapot te krijgen was.De perfecte zondag had plaatsgevonden in een stad waar ik ‘m nooit gezocht had. Ze verraste me uit het niets en liet me een heerlijke innerlijke rust na. Soms overkómt je zo’n dag zomaar.Een gastbijdrage van René van D.
Volgende week een snufje Halloween, de laatste aflevering van Couleur Locale: Edinburgh en in het weekend natuurlijk weer een perfecte zondag.
Lees de andere perfecte zondagen hier.
De perfecte zondag van Frommel
De wind huilt om het huis de regen slaat tegen de ramenDe ideale zondag. De ideale zondag word ik wakker na een avond, waarin ik een waanzinnig concert heb gezien. De oren nog natutend van dit geweld of het hart en de emoties nog vol van zoveel prachtigs op een podium, is er na geborreld in mijn favoriete café. De tent waar ik niet alleen al 18 jaar kom, maar ook jaren achter de bar heb gestaan en zelfs een aantal jaren tot het meubilair hoorde. Er is in de nacht van deze ideale zondag gedronken en gedanst. Gepraat en gelachen en gepraat en gedronken en gelachen.De ochtend van de ideale zondag word ik wakker en hoor ik de wind om het huis huilen en de regen tegen de ramen slaan. Geen zon en warmte voor mij. Ik hou van herfst en nog meer van winter. De wind huilt om het huis en de regen slaat tegen de ramen. Ik draai me nog een keer om en kruip tegen haar aan. Haar, want zij hoort bij mijn ideale zondag. Zij is mijn lief. De vrouw waar ik iedere ochtend naast wakker wil worden, maar zeker deze ideale zondag.We kruipen lekker tegen elkaar. We besluiten lekker lang in bed te blijven liggen. Knus samen villa achterwerk of een filmpje kijken. Lekker lang in bed blijven liggen. We vrijen nog een keer. We vrijen, want we kunnen geen genoeg van elkaar krijgen. Het is een vrijen vol lust en geilheid, maar ook een vrijen van liefde en intens houden van elkaar. We kruipen voldaan tegen elkaar en vallen langzaam weer in slaap. Zij eerst en ik hoor haar adem rustiger worden. Ik voel de ontspanning in haar lichaam tegen me aan. Ik ben gelukkig zegt mijn hoofd en langzaam wordt het donker.Als we ontwaken, voor de tweede keer deze ideale zondag, staan we op. Ik bak een gebakken ei voor haar. Op mijn ideale zondag bak ik een ei. Een ei voor haar. Met een kopje thee erbij. We lummelen wat op deze ideale zondag. Op de bank. Uit de boxen klinkt muziek. Onze muziek. We lezen de krant van zaterdag en lezen elkaar stukken voor. Later in de middag nemen we een borrel. We vertellen elkaar verhalen over tijden van voor wij samen waren, kijken elkaar aan en zeggen hoe ideaal deze ideale zondag tot nu toe is.Als de avond begint te vallen begeven we ons naar de stad. We eten in ons favoriete restaurant. Dat kan elk restaurant zijn, als ze er maar een Surinaamse zaligheid schenken. Bij deze ideale zondag hoort een Surinaamse zaligheid. Eentje, want als we een tweede nemen zakken we langzaam onder tafel. Ik weet een hoop te doen onder tafel, maar deze ideale zondag is nog niet voorbij. We houden het dus bij eentje.Als we het restaurant verlaten besluiten we pas wat we doen. Gaan we nog even wat drinken of gaan we naar huis en genieten we het laatste beetje van deze ideale zondag van elkaar thuis?Besluiten we om nog wat te gaan drinken dan zullen we dat niet zomaar in een willekeurig café doen. We zullen daar heen gaan waar de mensen die wij liefhebben zijn. Bij het binnenkomen worden wij hartelijk begroet en nog een paar uurtjes zullen wij praten en lachen en praten en drinken en lachen. Moe maar voldaan zullen wij vlak voor twaalf uur weer samen in bed liggen. Nog niet te moe voor vrijen, want deze ideale zondag hoort, om een ideale zondag te zijn, vrijend met haar te eindigen.Besluiten we naar huis te gaan dan zullen we samen met een goed glas wijn en/of een lekker biertje op de bank zitten. Uit de boxen klinkt muziek. Onze muziek. We zullen praten en lachen en praten en drinken en lachen. Moe maar voldaan zullen wij vlak voor twaalf uur weer samen in bed liggen. Nog niet te moe voor vrijen, want deze ideale zondag hoort, om een ideale zondag te zijn, vrijend met haar te eindigen.Zal een zondag zo zijn dan zal die zondag mijn ideale zondag zijn, maar misschien is dit alles helemaal niet nodig om van een zondag mijn ideale zondag te maken. Als ik de zondag maar met haar doorbreng. Dan kan ik zelfs een dagje familie aan. Dan wil ik best in de file staan. De kattenbak verschonen en kleren strijken. Als ik de zondag met haar doorbreng dan is iedere zondag mijn ideale zondag.Een gastbijdrage van Frommel. Volgend weekend René van D.
Lees de andere perfecte zondagen hier.
De perfecte zondag van Aukje
Het weekend. Welk hardwerkend mens verlangt er niet naar? Maar hoe vaak komen onze spannende plannen voor het weekend uit? Vaak zit je zondagmiddag toch weer bij je (schoon)ouders op de koffie terwijl je eigenlijk wel beter weet wat je met je tijd wil doen. Daarom vanaf vandaag de nieuwe rubriek De Perfecte Zondag op Mike’s Webs. In de komende weekenden zullen verschillende gastschrijvers en ondergetekende hun perfecte zondag beschrijven of verbeelden. Aukje (van Aukje.net – check it out – bijt het spits af met haar versie van de perfecte zondag.Zonnestralen vallen op mijn gezicht. Warm is het niet buiten, maar de zon maakt het aangenaam. Op het moment dat ik me omdraai, verandert mijn lief ook van ligzijde. Onze hoofden draaien naar elkaar toe, de ogen slaperig geopend om te kijken of de ander al wakker is. Om dan weer verder te slapen.Mijn katten voorkomen dat ik in diepe slaap val. De één duwt zijn natte neus in mijn gezicht, de ander wacht tot ik ga aaien, voor haar hét teken dat ze tegen me aan mag liggen. Wanneer ze niet bij me komen, liggen ze gebroederlijk op een kussen in de andere kamer. Dan knuffel ik ze wanneer ik ben opgestaan.Opstaan doe ik het liefst rond half negen. Ook op zondag. Ik hou van de ochtend. Ik hou van de sfeer van een pas aangebroken dag die me vertelt dat er nog vele lege uren op mijn manier opgevuld kunnen worden. Mijn agenda is leeg. Ik ben vrij om te doen en laten wat ik wil.’s Ochtends is het stille huis mijn domein. De computer breekt de stilte met een zacht zoemend geluid. Ik open de deur naar het balkon. Het geluid van razende auto’s op de A10, de kerk die zijn klokken luidt en tsjirpende vogels komt me tegemoet. Ik verheug me op wat ik met deze lege dag kan doen. Ik nestel mij achter de computer en leg mijn voeten op de stoel tegenover mij. Ik laat de stilte de stilte zijn, of luister naar de radiozender Groove Salad on Soma FM (‘a nice chilly plate of ambient beats and grooves’) of een nieuwe cd.De uren in de ochtend vliegen voorbij. Het liefst wil ik elke minuut op de klok kijken om de tijd zo langzaam mogelijk te laten gaan. Wanneer het vroeger is dan ik denk maak ik van binnen een sprongetje. De dag is nog steeds lang, leeg, en van mij.De middag voelt anders. Minder mysterieus. De dag is niet meer kaal, uren zijn al opgevuld met bezigheden. Een beperkt aantal uren is nog over. Mijn lief en ik bezoeken een tentoonstelling of gaan naar Fame om dvd’s te kopen. Maar net zo lief zitten we samen thuis. Elk bezig met onze eigen dingen. De boodschappen zijn op zaterdag al gehaald. Eén van ons kookt een maal, voor de televisie eten we het op. De avond leidt me naar het eind van de dag. Vergezeld van een film, de computer of de Playstation. Wanneer ik om tien uur naar boven ga, pleeg ik een telefoontje of lees nog wat. Rond elven heb ik het licht uitgeknipt en maak ik mij op voor een volgende dag.Volgend weekend de perfecte zondag van Frommel
Rendement…
“In het verleden behaalde resultaten
bieden geen garantie voor de toekomst”
Concept: Mike, cartoon: Hallie Lama. Zie meer van Hallie Lama op Walhallie en Nieuw Gehoer. (Thanx, Hallie)
Low: David Bowie’s Magnus Opus
Gastauteur Menno Kooistra duikt in het klassieke album Low van David Bowie. Low is niet dat vage experimentele album dat je als liefhebber van Bowie koopt, maar nooit speelt, maar een prachtalbum met 11 uitstekend doordachte arrangementen.
Low
Kort door de bocht is Low een album uit 1977 dat zijn tijd ver vooruit was. Destijds was het behoorlijk experimenteel en het presenteerde een nieuwe Bowie aan het publiek. Het is het eerste album sinds eind jaren ’60 waarop Bowie geen typetje speelt. Wie zien en horen geen Ziggy Stardust, Aladdin Sane, Halloween Jack of Thin White Duke. Nee, dit is David Bowie. Iemand die genoeg had van succes, mensen, huwelijk, drugs en vooral Amerika. Hij besloot zich terug te trekken en verhuisde naar West-Berlijn. Hier kon hij in alle rust, samen met vriend en bondgenoot Iggy Pop, afkicken van zijn coke- en alcoholverslaving. Echter, stilzitten is niets voor Bowie (de man heeft tussen 1969 tot 1977 10 solo-albums gemaakt, geproduceerd voor o.a. Iggy Pop en Lou Reed, nummers geschreven voor anderen (waaronder Mott the Hoople), geacteerd in film en op toneel en was bijna non-stop op tournee. Dus waarom nu ineens rustig aan doen? Eno
Bowie dook de studio (de ‘Hansa by the Wall’ studio) weer in om met zijn vaste producent Tony Visconti en niemand minder dan verstrooide professor en muziek-kunstenaar Brian Eno, aan nieuwe nummers te werken. Het aantrekken van Eno was een meesterlijke stap. Eno, die in 1973 uit de succesvolle glamourband Roxy Music stapte, ontwikkelde zichzelf tot meester in de zgn. ‘minimal music’ (herhaling, tonen aanhouden en consonantie), wat resulteerde in instrumentale ambient-achtige muziek. Vage shit dus.Eno is een essentiële factor in Bowie’s carrière na 1976. Samen maakten ze in totaal vier albums, waaronder de ‘Berlin-trilogy’ Low (1977), “Heroes” (1977) en Lodger (1979). Pas in 1995 kwam het stel weer samen om 1.Outside te maken. Maar de Berlijnse albums zijn heuse klassiekers en worden stuk voor stuk als meesterwerk beschouwd. Ik ben het er mee eens, hoewel ze verschillen in kwaliteit. Ik zal me nu beperken tot Low. Mijn inziens de winnaar en een van Bowie’s allerbeste albums.
V.l.nr. Eno, Visconti en Bowie Zoals gezegd kwam Bowie naar Berlijn om op adem te komen. Zijn productiviteit en het succes was enorm en daarbij had hij net het filmen van de film The man who fell to earth (1976) afgerond. Een SF-film van regisseur Nicolas Roeg (Don’t Look Now), waarin Bowie een alien speelt die op aarde komt om zijn planeet te redden. Je moet er van houden, maar de film was redelijk succesvol en wordt door sommigen zelfs als een ware cultklassieker beschouwd. Bowie zelf was ook niet ontevreden, getuige het feit dat op de covers van zijn albums Station to Station (1976) en Low beiden foto’s uit The man who fell to earth prijken.
Bowie op de set van ‘The man who fell to earth’,
gefotografeerd door Steve Schapiro Low bestaat uit twee delen. Logisch, want langspeelplaten hadden een kant A en een kant B. Bowie maakte hier gebruik van en verdeelde Low in een kant ‘vrolijk’ en een kant ‘depressief’. Bindende factor is de experimentele muziek. Alles wat je niét van Bowie verwacht, staat op Low. Behoorlijk geïnspireerd door Duitse Krautrockers als Neu!, Cluster maar vooral Kraftwerk, staan op Low veel vreemde geluiden, synthesizers, samples, loops, herhalingen en vervormingen. Een eerste luistersessie kan je niet anders doen concluderen dan: ‘WTF? Wat is dit? Waar gaat dit heen?’, wat dan ook gebeurde toen het album uitkwam. Ik stel voor dat je het album koopt, download of leent en deze opzet terwijl je onderstaande tekst leest. Laat het op je af komen. Er gaat een wereld voor je open! Zang
Bowie zingt wel op Low, maar sporadisch. Het hele album bevat 11 nummers en Bowie’s stem is op slechts vijf nummers te horen. Ik zeg bewust stem, want waar Bowie wél zingt is het vaak een korte opsomming van woorden. Uiteraard klinkt zijn stem vertrouwd en immer als de goede zanger die hij is, maar op Low draait het vooral om de muziek. Zoals gezegd is Kant A (nummers 1 t/m 7) wat vrolijker gestemd dan Kant B. Het eerste deel is dan ook het gezongen deel, behalve de opener, Speed of Life, dat instrumentaal is. Hier hoor je gelijk de nieuwe Bowie. Iemand die lol heeft in muziek maken en allerlei nieuws probeert. Speed of Life lijkt eeuwig te duren (ook al duurt het 2 minuten en 45 seconden) en je ziet de muzikanten breed lachend hun ding doen. De snairdrum klinkt vet en vervormd, een typisch geluid voor Low, en de synthesizer staat op het hoogste volume. Lekker.
Nummer 2 is, zoals gezegd, gezongen. Breaking Glass vertelt het verhaal van iemand die iets op het tapijt heeft geschreven. Maar wat in godesnaam? En wie is deze ‘wonderful person’ tegen wie hij het heeft? Hij of zij heeft in ieder geval ‘problems’. Zeer waarschijnlijk heeft Bowie het hier over zijn vrouw Angie (ja, die van de Rolling Stones), met wie hij snel zou scheiden. Breaking Glass eindigt alweer als je er net lekker inzit.
Er volgen nog 4 gezongen nummers. What in the World is weer zo’n snel nummer waarin Bowie vertelt over een ‘little girl with grey eyes’. Een geweldig nummer dat vooral live als een trein loopt. Iggy Pop zingt ook nog een beetje mee.
Sound and Vision, nummer 4 op Low, werd de hit van het verder geenszins commerciële album. In Nederland haalde het zelfs de tweede plaats. Het is dan ook een sympathiek en catchy deuntje met een lekkere meezingtekst, dat bijna op een kinderliedje lijkt. Uiteraard is de tekst weer zo cryptisch als het maar kan, hoewel er wel degelijk een boodschap uit te halen is.
Always Crashing in the Same Car is nog zo’n popliedje en is te vertalen als Bowie die aan het biechten is. Zelf noemde hij het ‘self-pitying crap’, waarin hij verhaalt hoe moeilijk het is om een relatie te onderhouden en normaal je leven te leiden. Een erg mooi liedje.
Be My Wife, verhult op het eerste gezicht heel weinig. Het is een onschuldig liefdesliedje. Echter, het is wel cru als je bedenkt dat Bowie destijds nog gewoon getrouwd was met Angie Bowie.
En dan het laatste nummer van kant A, het veelzeggende A New Career in A New Town. Bijna drie minuten lang horen we een optimistisch deuntje, compleet met de inmiddels bekende vette snairdrum, groovy gitaartje, synthesizers en een fascinerende mondharmonica. Maar ook zonder Bowie’s zang. En de luisteraar van Low denkt nu “best een leuk album. Beetje raar, maar het gaat prima”. De videoclip van Be My Wife En dan zullen we het krijgen. Kant B. Het grauwe Berlijn van de jaren ’70, David Bowie goes Kraftwerk en Brian Eno die eindelijk écht zijn ding kan doen. Nee, dit zijn geen onschuldige popliedjes. Stemmingmakers zijn het wel. Het begint met Warszawa. Een lang nummer (6 minuut 17) dat filmisch aandoet. Sterker: het doet me nog altijd denken aan de instrumentale nummers op de soundtrack van ‘Labyrinth’ (1986, Jim Henson), ook met Bowie. Warszawa gaat over Bowie’s trip naar het Poolse Warschau en de indruk die de stad op hem maakte. Het is een emotioneel stuk geworden dat bijna religieus aandoet. Ik heb echter gelogen toen ik zei dat kant B zonder Bowie’s zang is; in Warszawa wordt wel degelijk gezongen. Na een minuut of 4 doemt er ineens een mannenkoor op met Bowie als lead. Maar wat hij zingt is onverstaanbaar. Waarschijnlijk is het een fantasietaal, vermengt met Pools en zelfs wat Bosnische invloeden.Het tweede nummer van Kant B oftewel nummer 9 op de cd is Art Decade. Weer zo’n poëtisch melodielijntje dat zo uit een film kan komen. Art Decade gaat, liet Bowie later weten, over het West-Berlijn van de 1977, een stad die is afgesneden van de rest van de wereld, vooral op het vlak van kunst en cultuur, vandaar de titel.En als we het dan toch over Berlijn hebben, kun je natuurlijk de muur niet negeren. Bowie zou er later uitgebreid over uitweiden op het album én het nummer “Heroes”, maar op Low uit zich dit vooral in de vorm van Weeping Wall. Geheel geschreven, gecomponeerd en ingespeeld door Bowie (zonder Eno). Het is een chaotische aaneenschakeling van piano’s, vibrafoons, xylofoons, synthesizers en een krijsende gitaar. Het geheel wordt gestuwd door een constante snelle toon. Componist Philip Glass was zwaar onder de indruk van dit stuk. Dan weet je wel een beetje wat je kunt verwachten.Het volgende nummer was aanvankelijk geschreven voor de soundtrack van ‘The man who fell to earth’, maar haalde het niet. Net als de film gaat het in Subterraneans over isolatie en het verliezen van je identiteit. Het is na Warszawa het langste nummer van Low. Bowie humt en zingt ook hier wat onverstaanbare melodielijntjes (hij zingt ‘share bride failing star’, maar daar wordt je ook niet wijzer van) en tettert wat op een bijna valse saxofoon. Een ontzettend deprimerend stuk muziek dat op een de een of andere manier uitstekend past bij het beeld van Berlijn en diens muur.
Bowie in Berlijn, 1977 En dan laat Bowie je achter met stilte. Met de depressieve deunen van Subterraneans nog in je hoofd. Dat was Low. En zo voel je je ook: low. Snel kant A opzetten stemt je wellicht weer wat optimistischer.Release
Low werd uitgebracht op 14 januari 1977. Een ‘killing’ tijd voor muziekalbums, zo na de feestdagen. Geen onbewuste keuze van platenmaatschappij RCA, want Low was geen commerciële plaat. Dit was niet de hippiemuziek van Hunky Dory, geen glamrock van Ziggy Stardust, geen plastic soul van Young Americans. Dit was een Bowie die gek was geworden! Een Bowie die low-profile in Berlijn ging wonen en in een studio ging zitten pielen. En waar was de zang? En zo werd het album compleet afgemaakt door de journalisten en ook het publiek trok het niet. En dat terwijl Bowie met Sound and Vision toch een hele grote hit scoorde in de hitlijsten die werden gedomineerd door The Sex Pistols en The Muppets. Later werd Low steeds meer gewaardeerd en nu wordt het beschouwd als een van Bowie’s belangrijkste albums en een grote inspiratiebron voor vele artiesten. Het is verbazingwekkend hoeveel aspecten van Low in de mainstream terecht kwamen. Zaken die nu als vanzelfsprekend beschouwd worden, vinden hun oorsprong in albums als Low. Denk aan de voortdurende en aanwezige drum, bijna vals klinkende gitaren, gevoelige en emotieloze zangpartijen. Een meesterwerk.
Voor meer artikelen (en strips) van Menno zie Mennomail.
Gastauteur: Writer’s block
Deze keer een gastbijdrage van cartoonist Hallie Lama. Meer zien, click naar z’n site. Mijn review over Hallies werk verscheen deze week ook op Comicbase. (Maar het feit dat nu de gastbijdrage wordt geplaatst heeft daar niets mee te maken.)
Lees ook: Schrijfblokkade.
Gastauteur: Oud & nieuw
Gastauteur en nachtburgemeester René van Densen houdt een vurig pleidooi voor kroegtijgers die op een barkruk Oud & Nieuw doorbrengen.Terwijl half Nederland opnieuw massaal de supermarkten bestormt voor de tweede feestdagen-hamstering van al het eet- en drinkbaars dat ze hun familie en andere gasten op die paar avondjes rijkelijk door de strot kunnen duwen, zit ik kalmpjes de laatste paar werkdagen van het jaar uit en maak me eigenlijk nergens echt druk om.Nieuwjaar is geen wereldschokkend evenement in mijn leven, nooit geweest en vermoedelijk zal het dat ook nooit worden. Leuk? Dat dan weer wel. Niet om het vuurwerk, niet om de familie, niet om de bordspelletjes of het gourmetten. Niks van dat alles aan deze jongen zijn broek – als traditioneel feestdagontduiker breng ik ook de laatste en eerste dag op een barkruk door.Nachtburgemeester
Voor wie bij die inleiding het woord ‘ongezellig’ al in de mond waagt te nemen, even twee relevante gegevens. Allereerst ben ik één van de twee nachtburgemeesters van de immer cultureel bruisende stad Tilburg – ja, dat stukje Nederland dat op de kaart de aars van het land lijkt voor te stellen. Randstadbewoners kunnen zich moeilijk voorstellen dat er buiten hun leefgebied meer dan polder en heikneuters is, maar Tilburg heeft zich in een handjevol decennia ontwikkeld tot een heuse stad met vibrant en veelzijdig kroegencircuit, theaters, bioscopen, een schokkende hoeveelheid live bandoptredens, creatieve en culturele uitspattingen op iedere straathoek, en dat alles zonder de
gemoedelijkheid te verliezen.Vergeet wat je in de kranten leest over die ene kogel die maandelijks geschoten wordt, geweldplegingen heb je in elke zichzelf respecterende stad en daar doe je niks aan. Statistisch gezien doet deze zesde-grootste-stad van Nederland het eigenlijk zelfs niet eens zo griezelig slecht op dat vlak, dus die overtrokken aandacht voor dat marginale misdaadcijfer heb ik nooit begrepen. Die berichten gaan niet over de stad die ik ken en liefheb, ze verhalen over een bijna mythisch Gomorra waar het bloed je over de stadsgrenzen al tegemoet gutst als je het in je zondige hoofd haalt dit hellegat te bezoeken. Tilburg kent een Bourgondische doch frisse gemoedelijkheid die je nooit zult ervaren als je je door deze angst ervan afzijdig zal houden. Vergeet ook de chaotisch, en door veel buitenstaanders als lelijk bestempelde architectonische uitstraling van deze stad. Het enige dat de skyline alhier je zou moeten vertellen is dat je alles wat je maar zoekt hier kunt vinden, zij het dat we alles op heel eigen manier ordenen. En als je het uiterlijk van deze stad echt niets prettigs vindt uitstralen: het nachtleven speelt zich hier ook voor een groot deel binnenskroegs af, van waaruit je weinig meekrijgt van het straatbeeld. Gerstenat
Het binnenskroegse is hier al jaren bekend gebied voor mij. En een handjevol kroegen bezoek ik zo vaak en al zo lang dat het aldaar vertoeven nog meer als mijn woonkamer aanvoelt dan de daadwerkelijke kamer in kwestie. Wellicht is het niet voor iedereen weggelegd, maar
ik voel me eerder thuis in een goedgevoeld café waar gerstenat en andere brouwsels rijkelijk vloeien, dan op een bank voor de buis met een Tv-maaltijd op schoot. Als een echt nachtbraker ben ik er dus niets rouwig om als ik het nieuwe jaar pas mag ontwaren bij sluitingstijd van mijn stamkroeg ergens ’s ochtends laat.Dan nog het andere gegeven: op de plekken waar ik het liefst uitga, gebeurt bijna altijd wel van alles onverwachts. In een gezelschap vol (aspirant en professionele) schrijvers, dichters, filosofen, musici, schilders, zuiplappen, filmmakers, echtparen die hun wilde haren nog niet kwijt zijn, hele ladingen aantrekkelijke studentes en mystieke
vrijgevochten vrouwen met wat meer levenservaring, passionaire absurdisten en watalnietmeer, is het verdomd moeilijk om in een sleur te geraken.Eerlijk
Dus, heren en dames die hun mening over ons nieuwjaars-kroegtijgers al klaar hadden, wees eens eerlijk tegen uzelf op de laatste momenten van dit jaar. Terwijl u uw soepstengel in de kaasfondue dompelt of het ijzerdraad rond de kurk van die ene champagnefles alvast wat losdraait. Terwijl u op straat, temidden van tientallen andere buurmannen in hun eigen tuintjes, met de sigaret bij de vuurpijlen klaarstaat. Terwijl u de obligate oudejaarsconference weer heeft afgekeken en het aftellen op TV is begonnen. Terwijl uw schoonmoeder nog even de belippenstifte mond vult met een braaf hapje van de schaal op tafel. Wees eerlijk. Heeft u dit niet al een paar keer eerder exact zo meegemaakt? Is het niet weer meer van hetzelfde dit jaar? Kunt u eigenlijk stiekem zelfs de volgorde al voorspellen van de mensen die u nieuwjaarszoenen en -handen gaan geven?Hé, ieder het zijne hoor, begrijp me niet verkeerd. Maar ik wil echt een NIEUW jaar in. Doet u vooral waar u zelf zin in heeft. Houden we het op die manier gezellig. Gelukkig nieuwjaar allen!Lees ook: Holiday Blues.