“I’ll be back!” zei Arnold al. En ik ben ook terug van vakantie. In deze vlog vertel ik wat mijn plannen zijn met dit YouTube-kanaal en noem ik drie YouTube-kanalen die ik recent heb ontdekt en graag volg. (En Arnold komt ook nog even voorbij!)
Masters of the Universe, de live-action versie van He-Man met Dolf Lundgren, staat op Netflix. Ik verwachtte een matige B-film bij het herkijken van deze film, maar het werd een positieve kijkervaring.
Deze film vind ik leuker dan de laatste Star Wars-film!
Vroeger had Juniorpress de slogan: ‘Superhelden, maak er geen geheim van!’ En eigenlijk geldt dat voor geeks nog steeds: kom uit voor wat je tof vindt en wie je bent.
En, heb je mensen in je omgeving waar je niet jezelf kunt zijn, of die niet open staan voor andere ideeën, dan zijn dat je vrienden niet. Een les die ik recent zelf leerde.
Hoe uit jij jezelf als geek? Draag je T-shirts met je favoriete personages? Vlog of blog je? Of heb je een andere manier gevonden om je geekness te uiten?
De afgelopen week was voor mij een echte geek-week, vol met Marvel Comics. Nu ja, je kunt natuurlijk beargumenteren dat het merendeel van mijn leven in het teken van het geeken staat. En dat argument zou je winnen.
Hier enkele geekmomenten van deze week op een rij.
Van een podcast-collega kreeg ik zondag deze mini Funko-poppen van Spider-Man: Homecoming.
Om alvast een beetje in de stemming te komen voor Avengers: Infinity War, en om aan mijn 30% leeswerkproject te voldoen, las ik Avengers Vol.3 van de Marvel Masterworks-serie. Die stond al een tijdje in de kast, maar ik was er nog niet aan toe gekomen. Oude verhalen van Stan Lee en Don Heck. Het Avengers-logo vind ik erg mooi. Omdat de twee ‘e’s een klein beetje verschillen, kun je zien dat het oorspronkelijke logo handwerk is:
Ik vermoed dat Sam Rosen het logo heeft ontworpen omdat hij de lettering deed van de allereerste Avengers comic. Dit is daar de cover van, getekend door Jack Kirby:
Na de persvoorstelling dinsdag van Infinity War, kwam ik deze Hulk bij Pathé tegen:
Vlogs zijn er in alle soorten en maten. En dat geldt ook voor vloggers natuurlijk. Olav Beemer is met een stripvlog begonnen. En ik ontdekte een oudgediende op YouTube deze week.
Wanneer ik op de hometrainer zit, kijk ik ze vaak. Mijn voorkeur gaat uit naar essayachtige vlogs, zoals mooie video-essays over films. Maar ik kijk ook wel naar de praatvlogs van Kevin Smith. Omdat het Kevin Smith is en hij tof praat over geeky dingen.
Voorlezen
Een nieuwe trend die ik veel op YouTube zie, zijn vloggers die een artikel voorlezen en daar commentaar opgeven. Eigenlijk zijn dat podcasts met een stilstaand beeld. Daar is weinig video aan. Ik vermoed dat men op deze vorm is overstapt omdat je pas wat geld verdient met YouTube als je heel veel publiceert, bij voorkeur elke dag. Zo werkt het algoritme tegenwoordig.
WeeklyDose Olav Beemer, vertaler van onder andere RW Comics, is begin dit jaar een vlog begonnen. Eens per maand recenseert hij hierin comics, zoals de nieuwe reeks Strangers in Paradisein de eerste vlog.
Maar vertelt hij vooral heel interessant over het vertalen van strips. Over zijn tijd bij Juniorpress bijvoorbeeld, waar hij onder andere de Vergelders vertaalde. Daarbij geeft Olav ook handige tips en trucs.
Ik vind dat soort dingen echt smullen, omdat Olav zaken aankaart waar ik al jaren vragen over heb. Natuurlijk kan ik hem hierover ook een keer interviewen. Een idee dat op mijn to-do-lijstje komt.
Olav vernoemde zijn vlog WeeklyDose naar zijn site met dezelfde naam. Ook al zijn ze dus niet weekly, maar monthly, zoals de meeste comicseries.
Casey Neistat
Een vlogger die ik sinds een paar dagen koortsachtig en obsessief heb bekeken is Casey Neistat. Frank Meeuwsen schreef een aardige blogpost over de podcast Geeky Dingen. Terugbladerend stuitte ik op zijn post over deze video van Neistat:
Inspirerend nietwaar? Het algoritme van YouTube was bereid om mij nog veel meer vlogs van deze internetberoemdheid voor te schotelen. Neistat leeft van het vloggen en publiceerde zo’n anderhalfjaar lang dagelijks een nieuwe aflevering.
Hij construeert zijn verhaal met de klassieke drie-akte-structuur: opening, conflict, resolutie. Dat is slim, want zo maakt hij iedere dag een soort van samenhangende episode. Maar dat is niet de reden dat ik naar zijn video’s bleef kijken.
Ik weet namelijk niet of ik Casey zelf nu zo boeiend vind – een probleem dat ik met veel vloggers heb die vooral over zichzelf praten of alleen op chronologische wijze vertellen hoe hun dag verloopt. Ik kijk echter wel graag naar de mooie beelden die hij van New York maakt, een stad die mij tot de eeuwigheid zal blijven boeien. Op straat haalt hij wel eens bijzondere capriolen uit. Zoals die keer dat hij na zware sneeuwval door de stad ging snowboarden:
Daarbij komt hij vaak op plekken waar ik nieuwsgierig naar ben, zoals achter de schermen bij de Oscars. Ook heeft hij interessante ontmoetingen met andere vloggers zoals Peter McKinnon. Dat zijn als het ware team-ups tussen twee YouTube-grootheden.
Neistat maakt ook gebruik van veel camera’s en monteert alle beelden vlot in elkaar. Dat maakt zijn vlogs de moeite van het bestuderen waard.
Wat ik met al deze kennis en studie ga doen, weet ik nu nog niet. Ik zie mezelf niet 1,2,3 dagelijks een vlog opnemen, om maar iets te noemen. Maar er komt vast wel iets boeiends uit deze kijkuren. Daar ben ik van overtuigd.
Een terugkerende uitdaging voor een boeken- en stripverzamelaar als ik, is de uitpuilende boekenkast. Mijn werkkamer bevat aardig wat Billy’s en in de afgelopen jaren is daar veel vulling bijgekomen.
Omdat ik van de week zes pockets van de serie Strangers in Paradise heb besteld en enkele dikke essentials van Peter Parker, The Spectacular Spider-Man, werd het nog eens extra duidelijk dat er ruimte in de kasten gemaakt moet worden voor dit nieuwe leeswerk. Vandaag ben ik daarmee aan de slag gegaan. Ik heb een groot deel van de verzameling doorgeschoven naar de volgende plank, om op andere plekken ruimte te maken voor de nieuwe titels.
In mijn werkkamer is de indeling als volgt: de linker muur is voor de comics, beginnende met mijn favoriete series, namelijk alles wat met Spider-Man te maken heeft. Daarna gaat de collectie verder op alfabetische volgorde op titel. Soms plaats ik strips bij elkaar van een bepaalde stripmaker, maar meestal staan de Amerikaanse comics dus op superheldennaam of teamnaam. Avengers tot en met X-Men, zeg maar.
De muur aan de andere kant staat vol boekenkasten met daarin de niet-comics. Europese en Amerikaanse albums, series en graphic novels. Vaak in Nederlandse vertaling. Hierin staan ook alle boeken die ik van uitgeverijen krijg toegestuurd en die ik voor mijn werken nodig heb. Of had. En dat laatste biedt de mogelijkheid voor opruiming. Lang niet alles wat ik ooit kreeg, wil ik bewaren. Daarin moet ik binnenkort eens serieus een schifting maken, want er ligt naast mijn bureau een flinke stapel met strips die nog niet eens in de kast passen.
Om die schifting te kunnen maken heb ik mezelf voorgenomen meer van de albums die ik nog nooit heb gelezen tot me te nemen de komende tijd. Met een beetje mazzel lukt het me om er drie per week te lezen. Dat betekent voorlopig ’s avonds minder Netflixen in ieder geval.
Misschien ga ik over de boeiendste strips nog stukjes schrijven of op een andere manier over ze bloggen. Dat weet ik nu eerlijk gezegd nog niet.
De lezing ging net als het boek over mijn liefde voor Spider-Man, maar vooral ook over fancultuur. In ruim driekwartier vertelde ik over de verschillende manieren waarop fans hun liefde uiten. Bijvoorbeeld door te cosplayen of door bijzondere locaties te bezoeken. Plekken waar de verhalen van de strips, films of series die ze bijzonder vinden afspelen of waar hun helden wonen of hebben gewoond. Mediatoerisme dus.
Ik vond het erg leuk om te doen. De mensen van Scheltema ontvingen mij hartelijk. Niet alleen hadden ze alles technisch in orde gemaakt, ook had Christiaan een mooie stand neergezet met daarin mijn boeken en enkele action figures. Naast mijn boeken lagen ook wat Spidey-strips te koop.
De opkomst was niet zo groot, maar de mensen die er waren luisterden aandachtig en hadden na afloop leuke vragen. Zo waren er een vader en zijn dochter. Twee geeks waarvan de vader, Hans, vroeger de pilot van de Spider-Man-televisieserie nog in de bioscoop had gezien. Dat was toen bijzonder, want een week of wat later kwam Superman I pas in de bioscoop. Spidey was dus eerst. Hans is een Spider-Man-fan die vooral de comics graag leest en was benieuwd naar het boek. Na afloop kocht hij een exemplaar.
De schaamte voorbij
Hans vroeg me of ik me wel eens geschaamd had voor mijn geek-zijn. Het antwoord daarop is ja. In mijn tienerjaren was het niet cool om comics te lezen of ander geeky gedrag te vertonen. Als je een meisje wilde versieren, kon je maar beter niet zeggen dat je Spider-Man en de Hulk leuk vond. Zij dacht dan meteen aan de animatieseries die door Telekids werden uitgezonden en de kinderachtige manier waarop deze gepresenteerd werden. Kinderen mochten namelijk hun pasfoto opsturen naar de studio. Ze werden door Irene Moors gebeld en moesten door de telefoon brullen alsof ze de Hulk waren. Hun gezicht werd dan steeds groener gekleurd, alsof ze in de Hulk veranderden. Tenenkrommend vond ik dat.
Gelukkig is het tegenwoordig veel cooler om geek te zijn. Dat komt natuurlijk onder meer door de vele superheldenfilms die er zijn. Superhelden zijn nu soort van mainstream. Hoewel de situatie nog niet perfect is, want Milou, de dochter van Hans, vertelde me dat het oké is om geek te zijn, zolang je maar niet te specialistisch wordt. Als je met je vrienden over je passie praat, maar je gaat teveel in op de details, dan vinden ze je toch een beetje raar.
Daar heb je bij geeks onder elkaar gelukkig geen last van. Dan kan het niet diep genoeg gaan. Vandaag zat ik dan ook even bij te praten met Melvin van Dirtees. Twee geeks aan de koffie over The Last Jedi, de aankomende Black Panther film en andere belangrijke nerdy dingen, zoals het feit dat Dan Slott eindelijk stopt met het martelen van Spider-Man-fans.
Er stond een mooie KITT replica op de Dutch Comic Con wintereditie.
Al sinds ik de pilotaflevering van Knight Rider zag, ben ik fan van de serie. Ik zag de vier seizoenen gedurende mijn leven ook meerdere malen. Ik las de autobiografie van David Hasselhoff en twee dikke boeken over Knight Rider.
Een KITT-replica zit er voor mij niet in als fan – da’s toch een beetje lastig als je een rijbewijs hebt, want zo’n replica rijdt niet zelf namelijk. Tenminste, nog niet. Misschien dat Google binnenkort met een KITT komt die volledig zelf kan rijden. Tot het zover is, kijk ik mijn ogen wel uit naar KITTs van anderen.
Zoals die van Bert Poelman die gekleed als Michael Knight naast zijn zwarte bolide stond zaterdag. De Pontiac kocht hij voor zo’n vijfduizend euro. Uiteindelijk heeft de auto hem het viervoudige daarvan gekocht voordat ie klaar was. Maar dan heb je ook wel een mooie Knight Industries Two Thousand, zoals KITT officieel heet.
Het dashboard van Michael Knights auto was in 1982 futuristisch, maar ik kon ook uren turen naar de scanner in de neus van het voertuig. Het rode lampje dat telkens heen en weer ging. Fascinerend vond ik dat.
Het zag er ook erg tof uit als de auto door het beeld reed. En er zijn in Knight Rider nogal wat shots waar dat in gebeurt natuurlijk.
Als er in een aflevering een opname van de racende auto versneld was, zag je dat altijd meteen omdat de scanner dan sneller heen en weer ging.
Je kunt nog steeds een flinke boom opzetten over wie nu eigenlijk de hoofdrolspeler is, KITT of Hasselhoff. Uiteindelijk zeg ik: alle twee. Maar voor zover ik weet heeft geen enkele fan nog een Michael Knight replica gemaakt.
Voor mij bestond de Dutch Comic Con Wintereditie 2017 uit heel veel leuke gesprekken met cosplayers, andere geeks en oude bekenden.
Voor het eerst zat ik op de Dutch Comic Con als auteur mijn debuut Mijn vriend Spider-Man: Superhelden, geeks en fancultuurte signeren. Eerder deed ik dat al op de Amsterdam Comic Con en dat waren twee heel leuke dagen geworden waarin ik aardig wat nieuwe lezers voor het boek wist te vinden. Op de DCC in Utrecht zat ik op uitnodiging van Seb van der Kaaden in de stand van de Stripglossy.
Voor de Dutch Comic Con beursspecial die gratis werd uitgedeeld en die door het team van de Stripglossy is gemaakt, schreef ik een artikel met negen toffe en gekke Spider-Man-feiten. Altijd leuk als mensen je vragen om je comickennis te verspreiden. Vooral als je net een boek uit hebt over een zeker Webhoofd.
Het was erg gezellig om een stand te delen met mensen als Fred de Heij, Willem Ritstier, Aimée de Jong, Mark van Herpen en Meinte strikwerda. Kennu Rubenis en zijn zus Lesley zaten bij ons om de hoek. Ik ken de meeste stripmakers al jaren en dus voelt zo’n dag dan al snel als een soort reünie.
Dat gevoel werd nog eens versterkt doordat een paar oude bekenden bij de stand langskwamen om een praatje met me te maken. Waaronder Melvin van Dirtees en Frank Mulder van de site De Nachtvlinders.nl. Een erg leuke horrorsite waar ik graag even op rondkijk. Frank was sowieso een held die dag, want hij kocht een exemplaar van Mijn vriend Spider-Man.
Remco Vlaanderen van Submarine Channel en mijn uitgeverij kwam ook even gezellig buurten. Voor hem was het de eerste keer Dutch Comic Con. Tonio van Vugt en Natasja van Loon, van het magazine Zone 5300en de Stripdagen Haarlem waren op de beurs als Doctor Who en Wonder Woman. Zo’n team-up zou een interessante comic kunnen opleveren.
En ik kwam een paar mensen tegen die ik heb leren kennen op de Amsterdam Comic Con. Sommige van hen hadden mijn boek gekocht en hadden er gelukkig een positieve mening over.
Van de Comic Con zelf kreeg ik niet heel veel mee, behalve dan dat er heel veel toffe cosplayers langs onze stand liepen. Daar zat ook een meisje tussen die als Batgirl verkleed was. Een van de tofste cosplayers vond ik het meisje dat als het personage uit The Ring was verkleed.
De Kerstman kwam ook nog even gezellig langs. In het dagelijks leven leeft hij onder de schuilnaam Stef de Reuver. In de decembermaand is hij in te huren als Sinterklaas of Kerstman. In de Stripglossy staat een groot interview met Stef die een hoog knuffelgehalte heeft.
Ook cosplayers Frankjee en Rutger Gret kwamen nog even buurten. Frank was weer verkleed als Popeye en Gret cosplayt al een tijdje als Lucky Luke. Volgend jaar doet hij dat zelfs officieel voor stripuitgever Dargaud.
Dat we op de beurs dus ook meer andere stripfiguren zagen rondlopen zoals net genoemde personages en dat de Stripglossy een actieve rol had in de organisatie van de Dutch Comic Con dit keer, is wellicht een teken aan de wand, want volgend jaar vinden de Stripdagen van het Stripschap ook plaats bij de Dutch Comic Con. In Rijswijk bleek de beurs en de oude formule toch op sterven na dood te zijn.
Het vermengen van comicfans en het geekpubliek met de meer klassieke stripverzamelaar is wellicht een goed idee. Het verbreedt de doelgroep van de Comic Con en zou voor een kruisbestuiving tussen de twee stripwerelden kunnen zorgen. Mits die vieze bananendozen thuisgelaten worden en het Stripschap ook met nieuwe dingen weet te komen. Anders valt er voor de bezoekers van de Dutch Comic Con, die toch meer geïnteresseerd zijn in comics, geekstuff en tv-series er weinig te halen op dat gedeelte van de beurs.
Maar goed, we gaan het zien volgend jaar in maart. Maybe it will be magic!
Of ik dan ook weer zal signeren weet ik nu nog niet. Wel op de Stripdagen Haarlem een paar maanden later waar Uitgeverij SubQ een stand zal hebben.
Mijn vriend Spider-Man: Superhelden, geeks en fancultuur, een boek waar je ongetwijfeld vaker over gelezen hebt op dit blog, is gelukkig in veel stripwinkels te koop. Axel Watteeuw stuurde mij foto’s op vanuit Dordrecht waar het boek duidelijk zichtbaar in Stripwinkel Sjors staat.
Naast en comicadaptatie van de tv-serie Riverdale, wat van zichzelf weer een adaptatie is van Archie Comics. Op dit moment kijk ik deze serie op Netflix met veel plezier. Het is heerlijke onzin om je gedachten even door te laten afleiden. Oplettende ogen zien dat mijn boek boven een doos met Nederlandstalige comics staat. Ik neem aan dat dit vooral de uitgaven van Standaard Uitgeverij zijn. Die zijn inmiddels gestopt met het uitgeven van Nederlandse Marvel Comics. Spijtig. Misschien dat er ook nog wat oude Juniorpress comics in de doos zitten. Dat zou helemaal toepasselijk zijn.
Ik hoop dat er een nieuwsgierige lezer in de winkel komt deze week die het boek meeneemt.
Van buitenaf oogt de winkel, met haar kleurrijke stoeltjes en etalages vol stripgerelateerde merchandise uitermate charmant. Maar ook binnen is het gezellig kuieren. Ongeorganiseerd en druk, maar met een persoonlijke vibe. Het deed me onmiddellijk aan De Striep inOostende denken.
Waar Axel ook komt, hij weet altijd de winkels te vinden waar hij even lekker kan geeken. Daar kan ik nog een voorbeeld aan nemen. Aan de andere kant: ons huis wordt te klein voor alle strips die ik heb, laat staan dat ik nog geeky spullen als action figures en dat soort dingen ga kopen. Dat blijft voor een geek natuurlijk de kip-en-ei-vraag: heb ik te veel spullen of is het huis gewoon te klein?
Mijn vriend Spider-Man is overigens ook nog steeds beschikbaar bij FNAC in Brugge, zoals deze foto van bovenstaande blogger aantoont:
Cabaretier en tekstschrijver Thijs van Domburg is een professionele geek. Hij houdt van comics en heeft een indrukwekkende verzameling action figures.
Daar was ik erg nieuwsgierig naar, dus vertelt hij in deze vlog over zijn verzameling. Zo begon het allemaal met zijn liefde voor de Teenage Mutant Ninja Turtles… Nou ja, we laten Thijs gewoon zelf aan het woord.
Naar aanleiding van de vlog had Thijs nog een kleine correctie: ‘Even gefactcheckt: de twee speelgoedlijnen waar de Transformers uit voort kwamen heetten Diaclone en Microman. Voor ik woedende nerds achter me aan krijg.’