Categorieën
Media

Het is allemaal fictie

Er gebeurt genoeg in dit Nederland om je aan te ergeren. Ook televisie is een poel van ergernis. Maar daar is iets aan te doen.

Geert Wilders karikatuur. Bron: Eppo.

Het journaal brengt meestal slecht nieuws. Op een paar geredde mijnwerkers en soms een mooiweervoorspelling na, is het kommer en kwel wat het nieuws betreft. Gelukkig heb je een keuze: je hoeft niet te kijken.

Ik heb de gewoonte om iedere dag bij het ontbijt even de highlights mee te nemen. Men verwacht immers dat je weet wat speelt in binnen- en buitenland. Dat is ook mijn werk als journalist, ook als schrijf ik voornamelijk over strips en beeldcultuur.

Maar na live-uitzendingen van CDA-congressen, de soap rondom de kabinetsformatie en de zoveelste hype van de dag, had ik er eigenlijk geen zin meer in. Totdat ik bedacht dat alles wat ik op televisie zie eigenlijk fictie is.

Nieuws is sowieso een constructie. Ik weet als videomaker maar al te goed hoe je stukjes beeld en gebeurtenissen samenvoegt tot een verhaal. Niet dat daar dan niet ‘de waarheid’ in zou zitten, voor zover er zoiets is als één waarheid, maar de gebeurtenissen zijn wel gegoten in een verhaal. Het is een constructie, in het meest gunstige geval een waarheidsgetrouwe reconstructie.

Tot zover de filosofische blik op het nieuws. Nu de praktische toepassing. Want wie alles op televisie als fictie beschouwt, ontwaart een rijke cast aan personages. Als ik Geert Wilders zie, of hij nu zwijgt in de rechtzaal of weer een uitspraak doet waardoor hij uitgenodigd wordt in de rechtzaal, zie ik een interessant personage. Eentje die zijn rol verdomd goed speelt. Ik ben geen stemmer op de man, maar hij komt uit de pen van een goede schrijver, dat kan niet anders. Hij is goed geschreven en heeft pakkende dialogen.

Ik heb een zwak voor goede schurken. Schurken die iets charmants hebben. Doctor Octopus in Spider-Man 2 is zo’n schurk. Ja, zelfs van het optreden van Hans Gruber kan ik genieten. Zijn performance is lekker dik aangezet, dat is echt smullen. En zo lopen er ook een paar rond in de televisiewereld van Nederland. Schurken waar je van kunt genieten. Zoals Wilders dus, maar ook Bill Clinton die overal mee weg wist te komen.

Maxime Verhagen is ook een schurk, maar dan zonder zichtbaar sympathieke eigenschappen. Een onbetrouwbare figuur vind ik dat. Hem bedoel ik dus niet, al is het wel een character.

Iemand die ik geen schurk noem, maar die ook een prachtig personage vind, is Bram Moszkowicz. Een vakman die precies weet hoe hij het rechterlijke spelletje moet spelen en vooral: hoe hij zaken moet formuleren. Ook hij speelt zijn rol perfect. Ik kan daar met bewondering naar kijken. Net als Maarten van Rossem. Lekker brompot, heerlijk eigenzinnig type. Nodig van Rossem uit in je show en hij stelt niet teleur.

Wat dat betreft heeft het mediacircus in Nederland genoeg interessante figuren rondlopen. TV kijken wordt weer genieten.

Wie zijn jouw favoriete (Nederlandse) TV-personages?

Categorieën
Boeken

Wilt u niet aan mijn jasje trekken: De relatie tussen politiek en pers

Wilt u niet aan mij jasje trekken! is een uitspraak van Ruud Lubbers tegen een opdringerige verslaggever en de titel van het boek van Eric Vrijsen waarin hij de relatie tussen politici en journalisten onder de loep neemt. Fijn leesvoer in aanloop naar de verkiezingen.

Vrijsen is politicoloog en sinds 1990 werkzaam bij het weekblad Elsevier. Hij zette zijn eerste stappen als parlementair verslaggever in de vroege jaren tachtig. Vrijsen scheeft zijn boek vanuit zijn eigen ervaring. Naar aanleiding van door hem geschreven stukken werpt de journalist een verhelderend licht op gebeurtenissen, personen en rellen uit de Haagse politiek.

Vrijsen schrijft toegankelijke studies van Pechtolds populisme en cabareteske optreden in de kamer, beschrijft de opkomst van Mark Rutte en analyseert hoe Harry van Bommel de rel rondom zijn vermeende seksuele intimidatie jegens een personeelslid van de ambassade in Jordanië onschadelijk maakte. De casestudies riepen bij mij vaak een gevoel van herkenning op. Het zijn namelijk verhalen die in de afgelopen jaren prominent door de pers zijn behandeld.

Soms brengt Vrijsen dingen met elkaar in verband die tot schokkende conclusies leiden: Hij beschrijft bijvoorbeeld uitvoerig hoe het vermeend martelen van Irakese gevangenen door Nederlandse militairen er toe leidde dat het leger een belangrijke leider van de Taliban liet gaan. Hij mocht niet verhoord worden zodat de minister buiten schot zou blijven. Die vreesde voor nieuwe verhalen in de pers over martelingen door de MIVD. Drie weken na de vrijlating van de leider voerden de Taliban een massale aanval uit in Chora, waarbij een Nederlander en 50 tot 80 Afghaanse burgers omkwamen. Wie weet had die vrijgelaten leider bij verhoren informatie over deze aanval prijsgegeven. Misschien hadden zo veel slachtoffers voorkomen kunnen worden. Dat laatste is een gok van de auteur, maar zijn conclusie is niet ondenkbaar.  Vrijsen illustreert in het betreffende hoofdstuk mooi hoe de angst voor negatieve pers kan leiden tot verkeerde beslissingen. De macht van de Nederlandse pers kan groot zijn, al is de relatie tussen journalisten en de politiek een symbiotische. Beide spelers hebben elkaar nodig.

De belangrijke rol van Wilders

Geert Wilders karikatuur. Bron: Eppo.

Doordat Vrijsen al een tijdje meegaat op het Binnenhof kent hij veel politici persoonlijk. Dat levert soms interessante onthullingen op. Zo blijkt Geert Wilders een hartelijke vent te zijn die vroeger zeer benaderbaar was. Vrijsen en Wilders spraken geregeld af in Hotel Wilhemina in Venlo om bij te praten. Dat was voordat Wilders met zijn kruistocht tegen de islam begon en continue bewaking nodig had.

Vrijsen analyseert de rol die Venloze politicus vervult in Den Haag. Het politieke bestel heeft iemand als Wilders broodnodig om de verveling te verdrijven: ‘Zonder Bolkestein, Fortuyn, respectievelijk Wilders zou het publiek de belangstelling voor de politiek compleet verliezen, zeker in tijden van economische voorspoed,’ zegt Vrijsen. Dat soort gasten zorgen immers voor ophef en schudt het ingedutte parlement wakker.

Daarbij weet Wilders abstracte vraagstukken te concretiseren: ‘Uit het grote vraagstuk van de migratie en integratie pikt hij vernuftig de voorvallen en incidenten waarbij het grote publiek zich iets concreets kan voorstellen.’

Feuilleton
Waarom volgt het publiek de gebeurtenissen in Den Haag? Omdat het een groot theater lijkt, een feuilleton met vaste spelers. Het is vermakelijk om hun schermutselingen te volgen. Aangezien journalisten ook gewoon kranten moeten verkopen en kijkcijfers dienen te scoren, bericht iedereen over dezelfde zaken, uit angst iets belangrijks te missen. Deze nivellering in de berichtgeving maakt dat de Haagse soap overal vrijwel hetzelfde is, of je nu de krant leest of het NOS Journaal kijkt.

De politieke werkelijkheid is in de afgelopen dertig jaar veranderd: ging het vroeger vooral over ergens in het midden uitkomen als het om geschillen ging, zijn politieke conflicten nu erg ad hoc. Den Haag is erg onvoorspelbaar en kort van adem geworden. Iets wat Vrijsen mooi aanduidt met de incidentendemocratie.
Het lijkt wel of er elke dag weer een nieuw relletje te noteren valt in Den Haag. Dit is deels waar, maar de beeldvorming is tegelijkertijd wel erg eenzijdig. Journalisten zijn daar verantwoordelijk voor.

Wedstrijddemocratie
Vrijsen schrijft  dat journalisten graag controversiële onderwerpen behandelen, maar de thema’s negeren waarover de politieke partijen het stilzwijgend eens zijn. Een relletje is immers nieuws. Het gevolg daarvan is een systematische vertekening van de politieke werkelijkheid. Er is geen sprake meer van een krachtmeting tussen ideeën, de beeldvorming is die van een wedstrijd tussen politici en tussen partijen. Daarmee doen journalisten de lezers tekort vindt Vrijsen: De eenzijdige nadruk op het wedstrijdelement leidt uiteindelijk tot de onterechte voorspelling dat het land onbestuurbaar wordt, doordat de keizers massaal wegvluchten bij de middenpartijen en zich nestelen bij de protestpartijen op de linker- en rechterflank. Een verontrustende gedachte.

Eric Vrijsen – Wilt u niet aan mijn jasje trekken!
Balans, € 17,95
ISBN:9789460032424

Deze recensie is ook op de site van Zone 5300 gepubliceerd.

Categorieën
Strips

1 april: Wilders wordt stripfiguur

Sommige mensen zullen Geert Wilders, met zijn geblondeerde coupe en ongenuanceerde uitspraken wellicht al een stripfiguur vinden. Ikzelf noem hem graag de Politieke Muppet. Scenarist Jaap den Havik zag er in ieder geval ook een stripfiguurtje in en pende een strip waarin de politicus achter Bin Laden aangaat.

In het komende nummer van Eppo zal Geert zijn intrede maken als stripfiguur. In zijn eerste avontuur, getiteld Geerts geheime missie verlaat Geert tijdelijk de politiek om de gevreesde terrorist Ben Laden te zoeken in Afghanistan waar deze staatsvijand zich al jaren schuilhoudt. In de traditie van James Bond zal hij trachten Ben Laden te overmeesteren en over te dragen aan de autoriteiten. Dat Geert meermalen in aanvaring komt met de cultuur en gewoontes van de Afghaanse bevolking zorgt volgens scenarist Jaap den Havik voor hilarische momenten. De strip wordt getekend door Dick Heins.

Tenminste, dat wilde de Eppo-redactie ons middel een persbericht doen geloven. Helaas voor de liefhebber van politieke satire moet ik mededelen dat het hier gaat om een originele 1 aprilgrap. De slimme stripliefhebber had deze grap kunnen doorzien: Jaap den Havik bestaat namelijk niet. Even googlen maakt dit al duidelijk.

Rob van Bavel, hoofdredacteur van de Eppo, liet via de telefoon weten vandaag al leuke reacties te hebben gehad van mensen die deze grap ook doorhadden. Anderen reageerden gepikeerd omdat ze in de maling waren genomen.

Toch leuk geprobeerd en eigenlijk jammer dat het bericht niet waar is: ik was wel benieuwd of het de strip Wilders zou lukken om Bin Laden in de kladden te krijgen.