Schrijver, acteur en striphistoricus Ger Apeldoorn maakte een boek over de imitaties van het invloedrijke satirische tijdschrift Mad, genaamd Behaving Madly! Vijf jaar werkte hij aan dit project, dat op de San Diego Comic Con werd gepresenteerd door uitgeverij IDW. Met een speciale lezing in de American Book Center in Amsterdam introduceert hij het boek aan de Nederlandse lezers.
Zelf heb ik niet zo heel veel met het legendarische, satirische stripblad Mad. Maar Ger Apeldoorn is gek van Mad. Ik vind het daarom des te toffer dat het hem gelukt is om dit boek samen met Craig Yoe te schrijven en samen te stellen. En dat IDW het heeft uitgegeven. Daarom plaats ik hier met plezier het aankondigingsbericht dat Ger van de week opstuurde:
Toen Mad voor het eerst een oplage van een miljoen haalde, besloot iedere uitgever en zijn oom (soms zelfs letterlijk) een eigen versie te proberen. Voor de inhoud maakten ze gebruik van een aantal van de grootste namen uit de stripindustrie, waaronder een aantal tekenaars en schrijvers die voor Mad hadden gewerkt of later voor Mad zouden werken.
In Behaving Madly wordt het beste van dat werk herdrukt, samen met een uitgebreide geschiedenis van het genre, met titels als Snafu, Lunatickle, Cockeyed en Crazy, Man, Crazy tot Think, Frantic, Frenzy, Loco, Panic en Zany. Het herdrukdeel bevat nooit herdrukt materiaal van grote stripnamen als Bill Elder, Jack Davis, John Severin, Al Jaffee, Joe Maneely, Ross Andru, Joe Kubert, Russ Heath, Bob Powell, Howard Nostrand, Basil Wolverton, Joe Sinnott, Don Heck, Ric Estrada and Lee Elias. Er zijn zelfs bijdragen van de latere superhelden-tekenaars Jack Kirby (Fantastic Four) en Steve Ditko (Spider-Man). En natuurlijk Stan Lee – die zal zich er eens niet mee bemoeid hebben.
Sinds de presentatie op de San Diego Comic is het boek goed ontvangen. Het is nu al het best verkochte boek uit de stal van Craig Yoe, die het boek met Ger Apeldoorn voor IDW samenstelde. In de diverse besprekingen en buyer reviews werd het ‘de Rosetta Stone van de Mad imitaties’ genoemd, ‘an expertly written, exhaustively researched book’, ‘done fantastically right’, ‘a must buy’ en ‘highly recommended’. De Britse striphistoricus en directeur van het London International Comics Festival Paul Gravett noemde hij een van zijn top picks voor 2017 and het invloedrijke blog Boingboing schreef er een juichend stuk over.
Het boek is ontworpen door de Nederlandse grafische vormgever Cok Jouvenaar, die ook bij de presentatie aanwezig zal zijn. In zijn lezing zal Ger Apeldoorn vertellen over de tot standkoming van het boek, de vele copyrightgevechten en natuurlijk ook de bijzondere vondst die hij en Craig Yoe deden met betrekking tot de pop-art kunstenaar Roy Lichtenstein – die de cover van Panic #3 uit 1959 gebruikte als inspiratie voor zijn print Pistol uit 1962, die hij in 1968 bewerkte tot cover van Time na de moord op Robert Kennedy.
Vrijdag, 20 oktober 18:00-19:30 ABC Amsterdam, Spui 12
Dit weekend vond voor de tweede keer de Amsterdam Comic Con plaats. Kort samengevat: I had a blast.
Samen met mijn vriendin Linda zat ik twee dagen achter mijn eigen tafeltje om Mijn vriend Spider-Man: Superhelden, geeks en fancultuur aan de lezer te brengen. Aangezien dat boek voor een groot deel gaat over de mensen die zo’n comic con bezoeken, moest dat wel lukken. Dat hoopte ik dan maar, want eigenlijk had ik geen idee hoe goed of slecht het boek het zou doen. Het was dus gokken hoeveel boeken we moesten meenemen. Dit was mijn eerste Con achter de tafel en die ik niet bezocht als journalist of liefhebber. Da’s toch een aparte ervaring.
Het leuke is dat Jeroen van Trierum, samen met Ferdy Lopulalan de organisator van de Comic Zone, na het lezen van Mijn vriend Spider-Man besloot mij uit te nodigen. Hij is zelf een groot stripliefhebber en Spidey-fan en herkende veel van zichzelf in mijn verhaal. Het was Jeroen die me zondag interviewde tijdens een panel over mijn boek. Een erg leuk en ontspannen gesprek, met ook enkele interessante vragen uit de zaal.
De dag ervoor had ik de eer om Ger Apeldoorn te interviewen. Apeldoorn was vroeger de vaste vertaler van de X-Mannen bij Juniorpress en daarom een jeugdheld van me. Tijdens het panel hadden we het over hoe lastig het is om Chris Claremonts teksten te vertalen en waarom de verhalen van deze legendarische X-Men-schrijver zo goed waren. Ook vertelde Ger over zijn bijna ontmoeting met Stan Lee en enkele andere leuke anekdotes. Hij is op dit moment druk met het promoten van het boek Behaving Madly, dat hij samen met Craig Yoe schreef. Een mooi koffietafelboek vol met Mad imitaties, vaak gemaakt door de tekenaars die ook voor Mad werkten.
Linnentasjes
Zaterdag zaten Linda en ik naast Kenny Rubenis en zijn zus Lesley. Gezellige buren om zo’n eerste dag naast je te hebben. Kenny is natuurlijk de stripmaker van de succesvolle strip Dating For Geeks en een doorgewinterde stripbeurzen-gast. Er stond die middag dan ook weer een aardige rij met fans die een album bij hem wilde kopen. Ze kwamen ook voor de linnentasjes die Kenny speciaal had laten maken. Linnentasjes? Die associeer je toch met heel wat andere stripbeurzen en veel stoffigheid. ‘Niet meer,’ vertelde Lesley, ‘Linnentasjes zijn omarmt door de hipsters. Ze zijn opeens helemaal hot.’
Zondag zat Renée naast ons, afkomstig uit de mangahoek. Ik ben haar achternaam even vergeten, maar haar strip zag er veelbelovend uit. Tijd dat ze eens op deuren van uitgeverijen gaat kloppen als ze wat meer materiaal heeft gemaakt.
Aan mijn andere zijde zat Mike Collins. Een Britse tekenaar die onder andere Doctor Who heeft getekend en Spider-Man voor de Franse markt. Dat wist ik ook niet, maar kennelijk hebben ze in Frankrijk toestemming om zelfgemaakte Spider-Man-comics uit te geven. Het grappige is echter dat die comics dus weer gemaakt worden door Britten en vertaald worden in het Frans. Bij Mike kocht ik een Spidey-print. Bij Nick Brokenshire een omnibus van de serie Amelia Cole. Ik kreeg van Nick gratis een smallpressuitgave van zijn schetsboek waar ook mooie tekeningen in staan.
De eerste editie van Amsterdam Comic Con had ik gemist vorig jaar, omdat ik toen nog heel druk bezig was met de eerste versie van mijn magnum opus. Ik kan me oververhitte zomerse dagen herinneren. Een jaar later zit je dan opeens tussen de mede geeks en wat een plezier was dat!
Popeye
Vanuit mijn stoel kwam een eindeloze stoet cosplayers voorbij. De een nog uitgebreider dan de ander, en altijd bereid om even bij de tafel te komen poseren. Toen het zondagochtend rustig was op de beursvloer, ben ik cosplayers gaan fotograferen.
Er liep ook een Lucky Luke en een Popeye rond. Die zie je niet vaak op Comic Cons. Ik laat je alvast Popeye zien, de rest van cosplayers publiceer ik later.
Queen of the Geeks
Er waren veel leuke ontmoetingen in die twee dagen. Patricia Merkelbach van het blog Hello Geeky World kwam een boek halen. Ik ontmoette Patricia een paar maanden geleden bij de Wonder Woman-persvoorstelling en we zaten meteen opdezelfde pagina. Op haar blog wisselt ze scherpe recensies af met persoonlijke stukken en artikelen over geek-zaken. Ik lees haar teksten altijd graag en vind dat ze een met haar site echt iets toevoegt aan de blogosphere. Ondertussen heeft ze Mijn vriend Spider-Man al aan meerdere mensen cadeau gedaan, alleen had ze zelf nog geen exemplaar. Dat hebben we op de beurs meteen rechtgezet, met een handtekening en een Spidey-hoofd op het titelblad. Ik ben erg blij met de steun van mensen als Patricia, want een nicheboek heeft dat soort hulp echt nodig.
Ik ontmoette mijn Amerikaanse nichtje die ik alweer een paar jaar niet gezien had. Haar vader en moeder komen in Mijn vriend Spider-Man voor, want toen Natalie nog een stuk jonger was, verbleef ik een tijdje in de VS in het huis van mijn familie. De dag erna kwamen twee van de scholieren die ze Engelse les geeft bij mijn tafel langs: ‘U bent toch de neef van onze lerares? Tof!’ Kennelijk had ze over Mijn vriend Spider-Man verteld in de les.
Verslonden
Ook vond ik het erg leuk dat sommige mensen mijn boek al hadden en het speciaal naar de beurs hadden meegenomen voor een handtekening. Daan van den Heuvel, stripverkoper bij de AKO op Schiphol, liet me zijn goed doorgespitte exemplaar zien. Hij had het boek verslonden op vakantie.
Het was ook erg leuk om met die-hard Spider-Man-fans te spreken. Mensen die net als ik al heel lang een band hebben met Peter Parker. Een van hen was de jonge Arthur die Spider-Man leest sinds Barack Obama op de cover stond en de superheld en de president schurk de Chameleon samen versloegen in een comic. Obama is een enorme Spidey-fan, dus liefhebbers van de leukste superheld ooit bevinden zich in goed gezelschap.
Djeroon, over wie ik al eerder blogde, kwam ook nog even langs om een boek te kopen. We kennen elkaar van Instagram, maar hadden elkaar tot zondag nog nooit ontmoet. Ik vind Jeroens T-shirt erg cool en maakte een foto van deze sympathieke comicliefhebber die net als ik opgroeide met de avonturen van Peter Parker:
Uiteindelijk hebben we 23 boeken verkocht op de Amsterdam Comic Con. Een mooi aantal waar ik erg blij mee ben. Het was een kick om met zoveel mensen te praten en een krabbel in hun boek te zetten. Iedereen die langskwam voor een praatje en iedereen die een exemplaar mee naar huis nam: heel erg bedankt!
En duizendmaal dank aan Linda die zo lief was om twee dagen lang aan mijn zijde te zitten en me te helpen met de verkoop. Ik babbelde met de mensen, zij regelde de kassa. Dat was heel erg fijn en bovendien gezellig!
Cliffhanger
Er was echter een ontmoeting op zondag die me weer even een echte fanboy liet voelen… Daar vertel ik je binnenkort over.
Dit weekend vindt in de RAI de Amsterdam Comic Con plaats en ik ben daar een van de gasten.
Vanwege Mijn vriend Spider-Man natuurlijk. Ik zit het hele weekend te signeren in de Artist Alley: daar waar alle stripmakers gezellig zitten te signeren en hun boeken verkopen. Ik verkoop dus Mijn vriend Spider-Man en zet er met liefde een krabbel en een Spidey voor je in.
Zaterdagmiddag interview ik niemand minder dan Ger Apeldoorn, de legendarische vertaler van de X-Mannen vroeger en tegenwoordig ook scenarist en medewerker bij Eppo.
Zondag word ik zelf geïnterviewd. Leuk? Ik dacht het wel. Zie ik je daar?
Wat hebben Pamela Anderson, Michael Madson, John Rhys-Davies en ondergetekende met elkaar gemeen?
Nou, eigenlijk niet zo veel waarschijnlijk, maar we zijn allemaal gast op de aanstaande Amsterdam Comic Con. Ik ben daar natuurlijk vanwege mijn boek Mijn vriend Spider-Man, de anderen vanwege een cv langer dan mijn onderarm. Behalve dat ik in de speciale Comic Zone mijn boek zal signeren en verkopen, ben ik een van de sprekers op een speciaal panel over Spider-Man én interview ik niemand minder dan Ger Apeldoorn. Gezellig toch?
O, en ik snap best dat je het allerliefste een handtekening van en een foto met Pamela Anderson wil hoor. Maar kom daarna gewoon even gezellig langs bij mijn standje. 🙂
COMIC ARTIST AANKONDIGING: MICHAEL MINNEBOO
In 2017 verscheen zijn debuut Mijn Vriend Spider-Man: Superhelden, Geeks en Fancultuur. Hierin vertelt hij openhartig over wat Spider-Man de afgelopen dertig jaar in zijn leven heeft betekend en wat het is om fan te zijn. Naast zijn persoonlijke verslag gaat hij ook in gesprek met verschillende experts, met thema’s zoals: Welke levenslessen kun je leren van Spider-Man-verhalen? Hoe bieden strips troost? Waarom hebben we in Nederland geen superhelden? Hoe word je een fan? En waarom moest Spider-Man scheiden?
Op 2 en 3 september zal Michael Minneboo aanwezig zijn bij Comic Con Amsterdam, je kunt hem vinden in de Comic Zone!
Deze editie introduceren we de Comic Zone! Een plek waar we verschillende nationale én internationale comic artiesten zullen hebben die samen, verdeeld over het weekend, panels, workshops en lezingen zullen geven en natuurlijk voor liefhebbers schetsen of commissies tekenen!
Uitgeverij HUM geeft de klassieke stripreeks Torpedo 1936 integraal uit in vijf delen.
Torpedo 1936draait om huurmoordenaar Luca Tortelli ten tijden van de Depressiejaren in de Verenigde Staten. Mooie crime-noir gangsterstrips waarin bloot, geweld en grofgebektheid niet worden geschuwd. Het zijn goede pulpverhalen die lekker weglezen.
De reeks werd geschreven door de Frans-Spaanse scenarist Enqique Sánchez Abulí. De eerste twee verhalen zijn getekend door Alex Toth, maar die had toch wat moeite met de toon en het geweldsgehalte van de strip. Toen nam de Spaanse tekenaar Jordi Bernet het over. Die leverde in de stijl van Toth mooie zwart-wit tekeningen die perfect de harde noir-sfeer van de strip oproepen.
De strip werd in Nederland vroeger gepubliceerd in het blad Titanic. Er zijn enkele albums uitgekomen bij Uitgeverij Arboris. De vermakelijke verhalen hebben verschillende lengte, maar zijn meestal een pagina of acht. Voor de eerste editie van HUM zijn de strips opnieuw vertaald en beletterd. Het album bevat 17 korte verhalen.
Het eerste boek is net uitgekomen. Mooi uitgevoerd met een harde kaft. Ik vind het bewonderenswaardig dat de mensen van HUM duidelijk veel tijd en energie in deze uitgave hebben gestoken. Ger Apeldoorn schreef een informatieve inleiding om de reeks te introduceren. Hij leunt hiervoor mijn inziens wel iets te sterk op citaten van Dick Matena. Enkele citaten van andere kenners had de tekst wat evenwichter gemaakt en minder een aflevering van Matena vertelt.
[hr]
Daarom Minneboo leest: Als stripjournalist wil ik zoveel mogelijk strips onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een interview, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen.
Post voor de Nederlandse brievenredactie van Wolverine, in 1998 nog in handen van Ger Apeldoorn. Het gaat mij bij deze brief vooral om hoe Ruben zijn stripliefde en leesplezier beschrijft:
Uit: Wolverine #39, begin 1998. Uitgeverij: Juniorpress
Afgelopen zomer kreeg ik een hele berg oude Juniorpress comics. Ben nu X-Men uit de jaren negentig aan het lezen.
Rond deze special had Peter de Bruin het stokje overgenomen van Ger Apeldoorn, die toen zo’n veertien jaar vertaler was van X-Men. Of: De X-Mannen zoals de serie in het Nederlands heet.
Ik ben altijd erg blij geweest met het feit dat een Nederlandse uitgeverij de moeite nam om Marvel Comics in het Nederlands uit te brengen. De comics van Juniopress waren mijn introductie tot de wereld van Marvel. En een klein beetje tot het universum van DC Comics.
In mijn locale stripwinkel waren namelijk niet zo heel veel Amerikaanse comics te koop. Bovendien is het onder de tien jaar fijn als je superheldenstrips in je eigen taal kunt lezen. Als tiener begin je echter al snel nieuwsgierig te worden naar de oorspronkelijke uitgaven. Tenminste, zo verging het mij wel. Tegen de tijd dat De X-Mannen Special #22 uitkwam, in 1997, was ik de interesse in X-Men al kwijt. Toch heb ik nog steeds warme, nostalgische gevoelens bij de Juniorpress-uitgaven. Niet in de laatste plaats door de redactionele teksten waar de strips mee begonnen. En de brievenpagina natuurlijk.
Een paar weken geleden werd ik gebeld door Ger Apeldoorn, schrijver, blogger en redacteur van Eppo. Hieronder het resultaat van ons gezellige gesprekje dat is gepubliceerd in Eppo #1 (2017):
Donderdag 13 oktober was het een gezellig samenzijn in stripwinkel het Beeldverhaal in Amsterdam. Het tweede album van Floris van Dondermonde werd immers gepresenteerd. Makers Remco Polman en Wilfred Ottenheijm voorzagen de albums desgewenst van een tekeningetje.
Floris van Dondermonde is een geslaagde parodie op ridderverhalen en een zekere Floris tv-serie. Droge humor, woordgrappen, ondeugende seksgrappen, anachronismen, literaire verwijzingen en draken… Dat de strip soms dezelfde lachspieren stimuleert als Dirkjan is ook niet vreemd, want zowel Polman als Ottenheijm zijn onderdeel van het team stripmakers dat er al jaren voor zorgt dat Dirkjan zo’n beetje de best lopende strip van Nederland is. Floris van Dondermonde is een van de paradepaardjes van Eppo.
In de stripwereld is er geen tekort aan leuke feestjes en de signeersessie was dan ook een vrolijke boel. Ype Driessen, die ‘autobiografische’ fotostrips maakt, gaf een gevatte toespraak:
‘Goed, Remco en Wilfred zijn dus samen verantwoordelijk voor de tekst, tekeningen en kleur. Bij de tekeningen wil ik niet te lang stilstaan. Ik vind tekeningen eigenlijk altijd het minst interessante aan een strip. Sterker nog, ik denk in veel gevallen; als je die tekeningen nou eens zou vervangen door foto’s, dan zou het allemaal nog veel mooier worden.
Niets ten nadele van de tekeningen van Floris overigens. Die zijn hartstikke mooi. Een beetje Dirkjan-achtig, maar dan mooier.
Waar ik wel nog iets over wil zeggen is de taal in Floris. Ik denk dat ik dat het allerleukste aan de serie vind. In welke andere strip vind je woorden als ‘Kladderadatsj’, bepalingen als ‘Bij ontstentenis’, of verwijzingen naar liedjes als: ‘Drie schuintamboers die kwamen uit het oosten’?
Of een verteller die achteloos een stripje inleidt met: ‘De nacht had reeds haar mantel over het aardse tranendal geworpen’.
Of de geweldige zelfverzonnen anachronismen. De mooiste is toch wel als Heer Floris zegt ‘Watimmer’, waar men tegenwoordig ‘Whatever’ zou zeggen.’
Driessen eindigde zijn relaas met het uitdelen van ‘het eerste’ exemplaar aan de stripmakers.
Dj’s Tonio van Vugt en Frits Jonker luisterden het geheel op met rake oude popklassiekers waar door sommigen zelfs op gedanst werd.
En er was echte Floris-wijn… Of nu ja, wijn met toffe Floris etiketten. Want van hoofse etiquetten heeft de blonde ridder wel kaas gegeten, zelfs al is hij, voor iemand van adel, niet de meest snuggere.
Voor mij was het alweer een tijd geleden dat ik een boekpresentatie bijwoonde en het was gezellig om bekenden weer te spreken. Het is altijd fijn om Merel Barends (die een prominente rol heeft in bovenstaande video) weer te zien. Guido van Driel vertelde dat hij met de voorbereiding van een nieuwe film bezig is. Met Ger Apeldoorn zette ik onze online dialoog over hokjesgeesten en mainstream versus graphic novels voort tussen de stapels strips om ons heen. Ondertussen zaten Polman en Ottenheijm weer druk te signeren.
Het Beeldverhaal is ook een zeer geschikte locatie voor dit soort happenings met de ruime achtertuin. Sinds Lambiek verhuisd is lijken er ook steeds meer signeersessies bij Het Beeldverhaal plaats te vinden. Tegelijkertijd vond in The American Book Center een presentatie plaats van de Engelse versie van Aimée de Jonghs De terugkeer van de Wespendief.
Floris van Dondermond #2: Heer Floris vraagt erom Uitgeverij Don Lawrence Collection €8,95
In de voorstelling The King and Me wordt het levensverhaal verteld van Jack Kirby (1917-1994). Deze Amerikaanse stripmaker is één van de vaders van het Marvel Universum.
Ik schrijf bewust één van de vaders, want samen met Stan – The Man – Lee creëerde hij zo’n beetje alle belangrijke personages in de wereld van Marvel. Spider-Man, Daredevil, Doctor Strange en een handjevol anderen uitgezonderd.
In de jaren tachtig zou Kirby zelfs beweren dat hij alles had bedacht en dat de rol van Lee in het creatieve proces marginaal was geweest. In die tijd had hij ruzie met de uitgeverij omdat ze zijn originelen niet terug wilden geven.
Dat feit komt niet ter sprake in de voorstelling geschreven door Ger Apeldoorn, maar wel ligt de focus op de twee belangrijkste mannen in Kirby’s leven wat zijn creatieve werk betreft: Lee en Joe Simon. Met Simon bedacht Kirby namelijk Captain America in 1941. Op de cover van het eerste nummer geeft de superheld niemand minder dan Adolf Hitler een flinke hoek, een moment dat goed op onderstaande foto te zien is. De cover en het eerste nummer waren een doorslaand succes.
Tragisch
Kirby was niet alleen een groot en belangrijk striptalent, hij was ook een getergde man. Opgegroeid in de armste wijk van New York, in de Tweede Wereldoorlog bijna een been verloren aan het front, miljonair geworden in de jaren vijftig en daarna weer alles verloren toen hij samen met Joe Simon een eigen uitgeverij probeerde op te richten.
Het toneelstuk The King and Me draait om Kirby’s diep gewortelde gevecht om erkenning. Kirby wordt geportretteerd als een hardwerkende arbeider met weinig verstand van zaken doen. Ondertussen zijn het vooral Simon en Lee die goed boeren met het harde werk dat Kirby verricht. Vooral Lee leeft tegenwoordig goed van zijn opgebouwde oeuvre. Niet onterecht overigens, maar het is natuurlijk wel zo dat Kirby aan het eind van zijn leven heel wat royalties had moeten krijgen van Marvel. De superhelden zijn enorm populair en goed voor een heel dikke portemonnee.
Het stuk werd opgevoerd door acteurs van Theater Kwast, dat normaal gesproken Nederlands Renaissance- en Baroktheater opvoert.
Bijzonder aan de voorstelling was dat de acteurs pas die middag het script in handen hadden gekregen. Ze lazen het dus voor terwijl ze hun rollen speelden, maar dat spel was zeer levendig en overtuigend. Je kon ook merken dat ze er veel plezier in hadden. Het is wel gek om iemand Stan Lee te zien spelen terwijl je weet dat hij geen idee heeft wie of wat Lee in werkelijkheid is. Tenminste, dat vond ik de eerste tien minuten vreemd, daarna vergat ik dit doordat ik opging in het spel.
Ik vind The King and Me een erg goed geschreven stuk. Apeldoorn kent de geschiedenis van Amerikaanse comics goed en blinkt bovenal uit in het schrijven van goed lopende en sterke dialogen. Ook ontbrak de nodige humor niet.
Stripkenners en -makers vormden bij de voorstelling een koor dat voorleest uit de strips van Kirby. Ik zag onder ander Thijs van Domburg, Tommy A en Dimitri van Amerongen van Stripwinkel Silvester in het koor. Een vermakelijke toevoeging, al vond ik het jammer dat op die momenten niet de scènes uit die strips op het grote scherm te zien waren. Nu lag de nadruk heel veel op de teksten, terwijl Kirby meestal geen teksten schreef maar juist uitblonk in het visualiseren van actie en emotie middels een expressieve stijl. Een stijl die weliswaar niet altijd anatomisch correct genoemd kan worden, maar wel heel sterk een verhaal weet over te brengen.
Maar los daarvan: hulde voor deze productie, want het is eigenlijk heel bijzonder dat we in het Nederlandse theater opeens een stuk over een stripmaker konden zien. Hoe vaak maak je dat nu mee?
The King and Mewerd donderdag 9 en vrijdag 10 juni in de Toneelschuur in Haarlem als onderdeel van de Stripdagen Haarlem.
Op Donderdag 9 en Vrijdag 10 juni wordt tijdens de Stripdagen Haarlem het toneelstuk The King and Me gespeeld in de grote zaal van de Toneelschuur. Dat is de eerste keer dat dit door Ger Apeldoorn geschreven stuk in Nederland te zien is.
Het Engelstalige stuk werd een aantal jaar geleden door Apeldoorn geschreven in opdracht van de Britse Stripdagen en daar met veel succes een aantal maal opgevoerd. Ook was er een openbare lezing dit jaar in het Kirby Museum in New York. Maar een opvoering in Nederland is er nooit geweest – tot nu toe.
Vaders van het Marvel Universum
Het toneelstuk zal comicliefhebbers interesseren, want het verhaal draait om Jack Kirby. Kirby wordt door velen beschouwd als een van de belangrijkste tekenaars uit de Amerikaanse comicindustrie. Samen met Stan Lee stond hij aan de wieg van het Marvel Universum. Ze creëerden the Fantastic Four, X-Men, the Avengers en de Hulk en vele andere personages. (Spider-Man werd bedacht door Lee en Steve Ditko, daar had Kirby nagenoeg niets mee te maken.) Kirby tekende van de Marvel-helden de eerste avonturen en zijn dynamische stijl werd ook als huisstijl van Marvel gezien. Nieuwe tekenaars werden gemotiveerd om goed naar Kirby’s tekeningen te kijken. Hij had als bijnaam ook King of comics, vandaar de titel The King and Me.
In die tien jaar dat Kirby met Stan Lee werkte ontwierp hij iedere maand nieuwe helden en schurken, maar kreeg daar nooit echt de credits (of het geld) voor. In The King and Me vertellen Stan Lee en Joe Simon (Kirby’s eerste partner, met wie hij onder andere Captain America bedacht in 1941) het levensverhaal van Kirby, terwijl ze uitvechten wie Kirby’s beste partner was. De intellectuele Simon of the showman Lee. Jack Kirby vindt natuurlijk dat hij zelf die titel verdient.
Koor
‘Het is een wervelende show voor iedere stripmaker en fan die wil ontdekken dat de personages achter de schermen net zo boeiend zijn als die ervoor,’ zegt Apeldoorn. ‘Het stuk duurt 75 minuten en wordt in het Engels gespeeld. Voor de tekst is gebruikt gemaakt van interviews met Kirby, Lee en Simon. De waargebeurde dialogen heb ik verzonnen. Tussen de scènes door worden fragmenten uit het werk van Jack Kirby gelezen door een ‘koor’ van striptekenaars en fans. Het is nog vroeg om alle namen bekend te maken, maar voorlopig heb ik de twee stand-up comedians Thijs van Domburg en Arie Koomen en stripmakers Erik Kriek en Eric Heuvel gestrikt. Andere namen worden in de loop van de volgende weken bekend gemaakt.’
Apeldoorn gaat al wat jaartjes mee in de stripwereld. Hij is striphistoricus, televisieschrijver en was bij Juniorpress jarenlang de vertaler van vooral X-Men. Toen kende we hem nog onder de pennaam Gé Apeldé. Vooral zijn redactionelen en gevatte reacties op ingezonden brieven staan me nog goed voor de geest.
Apeldoorn: ‘In de eerste opvoering werd het koor samengesteld uit tekenaars van de beursvloer in Bristol. Eén daarvan was Dave Gibbons, die mij na afloop feliciteerde met een geslaagde voorstelling en erbij zei dat hij er veel van geleerd had, niet alleen over de carrière van Kirby, maar vooral ook zijn karakter en zijn verhouding tot de andere personages.’
Uitvoering: Theater Kwast
Toneelschuur Lange Begijnestraat 9, Haarlem
Wanneer: donderdag 9 juni & vrijdag 10 juni 2016
Aanvangstijd: 20.30
Kaarten: normaal €16.50, vriend €14.50 CJP €12.50 via Toneelschuur
Februari was voor mij: een leuke presentatie van de nieuwe Schokkend Nieuws, een muzikale boekpresentatie van Erik Kriek (niet op de foto), een vervelend bezoek aan de diëtist (niet op de foto), een leuke ontmoeting met een oud-middelbareschoolgenote (niet op de foto), de Stripdagen, veel schrijfwerk (niet op de foto) en herten in het wild.
Een nieuwe maand dus een nieuw kalenderblad. De twee personages uit de strip Haas kijken niet echt vrolijk.
Tja, het blijft een katholiek land hè… Hoe zou de lucht er op andere planeten uitzien? In Galerie Movie Ink werd zaterdag 13 februari werd Schokkend Nieuws #118 gepresenteerd. Een toepasselijke plek, want dit nummer van mijn favoriete filmblad bevat een grote filmposter special. Check it out dus. Overigens wist Wim Jansen, eigenaar van Movie Ink, boeiend te vertellen over Italiaanse filmposters. Ook hij wordt in SN geïnterviewd.
Na de presentatie gingen Paul, Marlies, Linda en ik naar een cafétje om gezellig bij te praten en wat te eten. Een mooie tent trouwens, met een prachtig dakraam. De kroketten waren ook prima te eten.
In het laatste weekend van februari vonden de ‘nieuwe’ Stripdagen plaats in de Broodfabriek in Rijswijk. Een nieuwe locatie die een hele verbetering was ten opzichte van de deprimerende plek in Gorinchem. Nu ben ik al een paar jaar niet meer op de Stripdagen geweest omdat ik daarna te veel prozac moest slikken, maar Ton Schuringa, de nieuwe directeur van de Stripdagen, had me dit jaar overgehaald om een paar interviews te doen op zaterdag.
Helemaal nieuw waren de stripdagen overigens niet, vooral bekend publiek en bekend stripwerk op zaterdag, maar wel een interessant programma dit jaar. Al was daar niet altijd veel aandacht voor, had ik het idee. Mensen kwamen toch vooral weer ‘boekies’ scoren. Misschien moeten ze volgend jaar een groot podium midden op de beurs maken en daar alle interviews en presenaties laten plaatsvinden in plaats van in een aparte zaal die tevens dient als doorloop naar de toiletten en expositieruimte. Al hadden ze wel hun best gedaan om die mooi aan te kleden. Met hulp van de mensen van uitgeverij Xtra overigens, die deze muurversiering geregeld hadden:
Vond het tof om mijn Belgische collega Geert De Weyer de hand te schudden en eens kennis te maken. Hij gaf een boeiende lezing over zijn boek België Gestript en behandelde hoe de Belgische strip geleden heeft onder de Franse censuur.
Op zondag had ik geen zin in Stripdagen maar hebben Linda en ik de zon opgezocht in Zandvoort.