In september verschijnt het eerste nummer van het nieuwe Nederlandse Mad magazine, een satirisch blad met artikelen, strips, parodieën op films en televisieprogramma’s. Het Amerikaanse tijdschrift, dat al sinds 1952 wordt uitgegeven, krijgt er (een) weer een Hollands broertje bij. Hoofdredacteur Ger Apeldoorn – gek op Mad, stripkenner, vertaler en schrijver van komedies – licht toe.
Waarom een Nederlandse versie?
‘De tijd is rijp voor een Nederlandse Mad. In economisch slechte tijden is het leuk om te lachen. Een gigantisch deel van Nederland zit te wachten op leuke, verteerbare dwarse humor.’
Want, dat hebben we hier niet?
‘Nee, ik vind dat Nederland in bijna al zijn cultuuruitingen slecht voor zijn publiek zorgt. Er is ingewikkeld gedoe voor de elite en troep voor de massa, maar er zijn een heleboel mensen die van slim entertainment houden zonder dat het meteen kunstzinnig gedoe is.’
Wat is de kracht van het blad dat het bijna zestig jaar de lachspieren stimuleert?
‘Mad is in Amerikaans merk dat niet meer stuk kan. Als jij in Amerika twaalf of dertien bent dan móet je de Mad gaan lezen. Dan leer je dat de wereld geen zoetsappige hemel is, maar dat bitterheid, scherpheid, zuurheid en agressiviteit ook een plaats hebben in humor. Mad haalt iedere pretentie naar beneden.’
Hoe gaat de Nederlandse Alfred E. Neuman,de mascotte van Mad die de covers siert, eruitzien?
‘Exact hetzelfde. Het is gewoon een vertaald Amerikaans blad. Van de 52 fullcolour pagina’s worden er zestien door een Nederlands team gemaakt, dat bestaat uit cabaretiers, cartoonisten, stripmakers, internethumoristen en amateurs. De overige pagina’s zijn vertalingen van de Amerikaanse versie. De Nederlandse editie komt wat betreft toon en inhoud overeen en is te omschrijven als een mix van de onderwerpen van De TV Kantine met de smaak van Koefnoen. Het kan overal over gaan, iedereen mag een tandje kleiner gemaakt worden maar dan wel op een niet-domme manier.’
Wat kunnen we in de eerste nummers verwachten?
‘Onder andere “Alles draait om Linda”, een parodie op de comedy Iedereen is gek op Jack, getekend door Gerben den Heeten. “Tien redenen waarom Maxima een betere koning zou zijn dan Willem-Alexander”, vormgegeven door Joep Bertrams en “Maak zelf je eigen Bløf-song, het is makkelijker dan je denkt” van Wouter Tulp. Verder Mad-klassiekers als Spy vs. Spy en een parodie op de tv-serie Mad men.
Wie moet dat gaan lezen?
‘Het Veronica-, BNN- en Radio 538-publiek. Lezers tussen de 25-35 jaar, maar de nostalgisten zijn natuurlijk zeer welkom. We mikken op een grote oplage en verwachten dat we er 20.000 exemplaren van kunnen verkopen.’
Mad verschijnt 21 september en komt eens per twee maanden uit. Na drie nummers wordt besloten of men ermee doorgaat.Van 1964 tot 1994 verscheen al eerder een Nederlandse Mad.
The Dark Knight Returns is een van de beste Batman-strips ooit verschenen. Frank Miller blies met deze graphic novel de legende van Batman nieuw leven in. Een van de meest iconografische tekeningen uit die strip ging donderdag 5 mei onder de hamer. Een anonieme koper legde er $448.125,- voor neer.
Batman en de nieuwe Robin (Carrie Kelley – ja, een meisje) springen hoog boven de daken van Gotham City.
De originele tekening is afkomstig uit nummer #3 van de vierdelige serie uit 1986. Het tekenwerk is van Miller, Klaus Janson inkte het.
“I’ve always loved that drawing,” commented Miller, when asked before the auction what his thoughts on its imminent sale were. “Danced around my studio like a fool when I drew it. I hope it finds a good home.”
Ik vind het ook een prachtige tekening, al had ik die 400.000 niet ergens slingeren om hem te kopen. Gelukkig is de paperback van The Dark Knight Returns gewoon nog te koop. Sterker nog: De Vliegende Hollander heeft net een nieuwe Nederlandse editie op de markt gebracht. Ger Apeldoorn friste zijn vertaling uit de jaren tachtig op.
Je mag je serieus afvragen waarom er na al die tijd nog een Nederlandse vertaling van de strip verschijnt. Niet dat The Dark Knight Returns geen belangrijke Batman-strip is, maar Baldakijn Boeken heeft indertijd al een trade uitgebracht en ondertussen zal iedere Batman/Miller-liefhebber wel gewoon de Engelse editie op de plank hebben liggen. Misschien was The Long Halloween van Jeph Loeb en Tim Sale – die nog niet in het Nederlands in verschenen – een betere keuze geweest. Maar goed, misschien vergis ik me wel daarin en gaat Millers meesterwerk als een warm broodje over de striptoonbank. We zullen zien.
De Stripschapjaarprijzen, ook wel de Stripschappenningen genoemd, worden sinds 1981 jaarlijks toegekend door Het Stripschap, op voordracht van een onafhankelijke commissie. Samen met Barbara Stok, Frans Le Roux, Jan-Willem de Vries en Erwin Brakels, zat ik dit jaar in de jury voor de Stripschapprijzen. Voorzitter was Ger Apeldoorn. Hieronder een overzicht van de genomineerde albums.
In de categorie Nederlands Jeugd zijn genomineerd:
Draken met stekkers, door Edward van de Vendel (tekst) en Floor de Goede (tekeningen) (uitgeverij Querido) Het eerste album met stripgedichten van Edward van de Vendel en Floor de Goede werd vorig jaar genomineerd. In het tweede album weten de heren het niveau hoog te houden. Komisch, emotioneel, toegankelijk. Het perfecte stripalbum voor ouder en
kind.
Pipo en zijn verre vaderland, door Wim Meuldijk (tekst) en Jan van der Voo (tekeningen) (uitgeverij Stripwinkel.nl)
Een klassiek verhaal van Pipo de Clown, zo bewerkt en zo modern dat het gisteren gemaakt had kunnen zijn. Oorspronkelijk voorgepubliceerd in Donald Duck en met liefde gerestaureerd.
Roboboy de supersnotneus 6: Grote griezels!, door Willy Linthout (tekst) en Luc Cromheecke (tekeningen) (uitgeverij Catullus)
Jarenlang maakten Luc Cromheecke (Plunk!) en Willy Linthout (Het jaar van de olifant, Urbanus) Roboboy de supersnotneus voor Taptoe. De albums verschenen bij verschillende uitgevers. Het is te hopen dat dit album een voortzetting van de sympathieke serie mogelijk maakt.
In de categorie Nederlands Avontuur en Vermaak zijn genomineerd:
Haas 1: De weg terug, door Rob van Bavel (tekst) en Fred de Heij (tekeningen) (uitgeverij Don Lawrence Collection)
De eerste Nederlandse verzetstrip is de grote hit van het sinds vorig jaar opnieuw uitgebrachte tijdschrift Eppo. Fred de Heijs ruwe tekenstijl past prima bij dit doordachte avonturenverhaal.
S1ngle 9: Trio, door Peter de Wit (tekst) en Hanco Kolk (tekst en tekeningen) (uitgeverij De Harmonie)
Peter de Wit en Hanco Kolk brengen hun strip in het kielzog van de televisieserie tot nieuwe hoogte door in dit album Stella voor het eerst verliefd te laten worden. Dat kàn niet goed aflopen…
Burka Babes 2: Polderburka’s, door Peter de Wit (uitgeverij De Harmonie)
Bij het eerste deel van deze perfect uitgegeven thema-afleveringen van zijn Volkskrant-strip Sigmund hield Peter de Wit nog vol dat het gewoon om vrouwen met lange jurken ging. In dit deel begint ook bij hem langzaam het sociale commentaar binnen te sluipen.
In de categorie Nederlands Literair zijn genomineerd:
Wolken, door Wasco (uitgegeven in eigen beheer)
Wasco (Henk van der Spoel) bewijst met Wolken dat hij één van de meest eigenzinnige stripmakers van Nederland is. Wolken valt in het bijzonder op door het surrealistische verhaal en de doordachte visualisatie. Een bijzonder stripexperiment dat als ‘24 hour comic’ ver boven het gemiddelde uitstijgt.
In de schaduw van mijn lul, door Sam Peeters (uitgeverij Oog & Blik/De Bezige Bij)
In deze intelligente en absurdistische vertelling, brengt Peeters in duidelijke platen zonder tekst het leven in beeld van een stadje dat in de schaduw van zijn geslacht ligt. In deze estafette-achtige vertelling, maken God en ander buitenaards volk hun opwachting, maar blijkt de stripmaker zelf een goddelijke schepper.
Terug naar Johan, door Michiel van de Pol (uitgeverij Oog & Blik/De Bezige Bij)
Een innemende striproman over de puberteit, waarin Van de Pol op volwassen wijze, met zelfreflectie en zelfspot, vertelt over hoe hij en jeugdvriend Johan langzaam uit elkaar groeien.
In de categorie Buitenlands zijn genomineerd:
Lou! 5: Laserninja, door Julien Neel (uitgeverij Glénat)
Eén van de leukste en warmste meidenstrips uit Frankrijk weet in Nederland maar slecht z’n publiek te bereiken omdat het nergens wordt voorgepubliceerd en door de uitgever zonder al te veel bombarie op de markt wordt gebracht. Toch is het met z’n soepele mengeling van soap en humor en z’n aansprekende tekenstijl perfect voor moeders en meiden van alle leeftijden.
Magasin General 5: Montreal, door Régis Loisel en Jean-Louis Tripp (uitgeverij Casterman) De samenwerking tussen Loisel en Tripp, twee stripmakers die het heel goed zonder elkaar zouden kunnen, levert nu al vijf delen lang een bijzondere reeks op; een ontroerend verhaal over gewone mensen in een koud land waar de lezer met plezier in weg kan dromen.
Wilson, door Daniel Clowes (uitgeverij Oog & Blik/De Bezige Bij)
Daniel Clowes is één van de grote jongens uit het Amerikaanse striplandschap. Toch gaat hij niet gebukt onder zijn eigen gewicht. Met Wilson weet hij een grappig en af en toe storend beeld te schetsen van een bijzondere man. Ondertussen speelt hij met stijlen en betovert hij de lezer met zijn soepele tekenpen.
In de categorie Productie zijn genomineerd:
Joost Swarte, Cyril Koopmeiners, René Windig en Eddie de Jong, voor de vormgeving en productie van Heinz van H tot Z 1, door Eddie de Jong en René Windig (uitgeverij Oog & Blik/De Bezige Bij) Eén van de grappigste en meest aansprekende Nederlandse gagstrips ooit wordt eindelijk compleet uitgegeven. En wat een uitgave! De strips zijn opnieuw ingekleurd, er is veel achtergrondmateriaal en dat alles in een boek dat je op schoot kunt nemen en waar je uren in kunt verdwijnen.
Femke Wubben, voor de vormgeving van Pinokkio, door Winshluss (pseudoniem voor Vincent Paronnaud) (uitgeverij Oog & Blik/De Bezige Bij)
Deze genadeloze adaptatie van het oude Pinokkio-verhaal is niet alleen oogverblindend mooi, het is ook tot in de puntjes verzorgd uitgegeven, mede dankzij de grafische vormgeving van Femke Wubben van Studio de Raaf.
Nicolaas Matsier, en Hester Meijer en Peter de Raaf, respectievelijk voor de vertaling en lettering van Het boek Genesis, door Robert Crumb (uitgeverij De Harmonie/Oog & Blik/Vrijdag) Crumb vat de bijbel op zijn eigen wijze samen in een mooi uitgegeven en betaalbaar boek, wat terecht één van de grote hits van het afgelopen jaar werd. Wat daarbij nauwelijks opvalt, is hoe kunstig bijbelkenner Nicolaas Matsier diverse bijbelvertalingen naast elkaar heeft gelegd om tot een perfect leesbare tekst te komen en hoe knap het geheel door Hester Meijer en Peter de Raaf in een geheel eigen stijl is geletterd.
Wie er in de diverse categorieën wint wordt onthuld tijdens de prijsuitreiking op zaterdag 25 september op De Stripdagen in Expo Houten te Houten.
Ben je het eens met de lijst? Of oneens omdat je favoriete strip van het afgelopen jaar er niet tussenzit? Reageren kan in het commentformulier. Omdat ik echter geen commentaar kan geven op de beslissingen die we collectief als jury hebben genomen, zal ik niet reageren op je reactie. Dat je het weet.
Zaterdag 25 september krijgt Jesse van Muylwijck de Stripschapprijs voor zijn gehele oeuvre uitgereikt tijdens de Stripdagen.
Jesse van Muylwijck (Groningen, 19 maart 1961) is een eigenzinnige stripmaker, die
desondanks geheel in de mainstream werkt. Zijn komische krantenstrip De Rechter verschijnt al 17 jaar in 14 kranten. Dit jaar tekende hij de 5000e aflevering.
Hij geeft zijn strips zelf uit. Na de publicatie van zijn strip in de krant bundelt hij ieder jaar zijn beste afleveringen. Van De Rechter verschijnt het achttiende deel in september.
De commissie van de Stripschapprijzen laat weten dat Van Muylwijck niet alleen gehuldigd wordt vanwege de duur of het succes van zijn strip: ‘Het maken van een krantenstrip is een eenzame bezigheid, waarbij het vaak lijkt alsof je buiten alle clubs en stromingen valt. Toch is wat Van Muylwijck doet een typische uiting van de mogelijkheden van de strip. Terwijl andere tekenaars moeten worstelen om een platform te vinden voor hun talent, of via de graphic novel proberen nieuwe vormen te creëren om het publiek
mee te vinden heeft Jesse van Muylwijck een vorm gevonden waarmee hij dagelijks meer dan drie en een half miljoen lezers van alle leeftijden bereikt. Daarmee houdt hij de strip levend, dus hulde voor hem en voor alle kranten die hem die gelegenheid geven.’
En dan nog even een persoonlijke noot bij dit nieuws. Ik zat dit jaar, samen met Barbara Stok, Frans Le Roux, Jan-Willem de Vries en Erwin Brakels, in de jury voor de Stripschapprijzen. De commissie staat dit jaar wederom onder voorzitterschap van tekstschrijver Ger Apeldoorn.
Met veel plezier heb ik samen met mijn stripbroeders gedebatteerd over winnaars, verliezers en de prachtige albums die er in het afgelopen jaar zijn uitgekomen. Een interessante ervaring.
Over de uitslag kan overigens niet gecorrespondeerd worden 🙂
Na de zomer verschijnen er tien bundels vertaalde Marvel Comics. De Italiaanse uitgeverij Panini Comics, die de licentie beheert voor Marvelstrips in Europa, heeft een oud-medewerker Andrea Rivi toestemming gegeven voor een aantal vertaalde uitgaven. Hij zal de strips in Nederland uitgeven onder de vlag Nano Arte – wat ‘negende kunst’ betekent.
Dat hebben de vertalers, Peter de Bruin en Olav Beemer, zondag bekendgemaakt aan NRC Handelsblad. Marvel superhelden worden al jaren in het Nederlands uitgegeven. Vroeger onder de vlag van Hip Comics en Classics. In 1979 begon uitgeverij Juniorpress met het uitgeven van Marvel comics.
Nostalgie Ik koester nostalgische gevoelens wat betreft de uitgaven van Juniorpress. Ik las ze in de tijd toen ik geïnteresseerd raakte in strips en superhelden. De brievenrubriek en redactionele teksten van Ger Apeldoorn, die de X-Men vertaalde, zijn legendarisch. Ook leek de redactie van Juniorpress zeer betrokken bij de strips en haar lezers. Juniorpress stopte drie jaar geleden met het uitbrengen van Marvel Comics. Toen werden de licenties te duur en de opbrengst te laag. Zelfs tijdens de hoogtijdagen in de jaren negentig verkocht Juniorpress zo’n 5000 exemplaren per uitgebracht deeltje.
Z-press nam het over, maar ook dat was geen succes. Vorig jaar november verschenen de laatste deeltjes van Spider-Man en X-men bij Z-press. Gemiddeld verkochten ze 1000 exemplaren per nummer per maand. Geen vetpot dus.
Het is lastig om een nieuwe lezer in de wereld van Marvel te introduceren. Het universum is in de vroege jaren zestig bedacht en nieuwe verhalen bouwen voort op wat eraan voorafging. ‘De drempel is erg hoog voor een nieuwe lezer,’ vertelt Ger Apeldoorn, ‘daarom zijn ze bij Marvel tien jaar geleden begonnen met het Ultimate universum, om mensen een nieuwe ingang te bieden.’ In het ultimate universum wordt de oorsprong van de helden op een nieuwe manier verteld en geüpdatet naar de moderne tijd.
Zombies
De aankomende uitgaven zijn vertaalde tradepaperbacks, waarin min of meer complete verhalen samengebundeld zijn. De selectie van de eerste tien bundels is opmerkelijk te noemen. Het spits wordt in september afgebeten door Marvel zombies, een smakeloos verhaal waarin de Marvel-helden veranderd zijn in levende doden. De NRC meldt verder de volgende titels die verspreid tot eind volgend jaar zullen verschijnen:
Daarnaast worden klassieke verhalen als Kraven’s Last Hunt uitgegeven. In dit verhaal neemt de schurk Kraven op sublieme wijze wraak op Spiderman. Het verscheen in 1987 door de drie Spiderman-series heen. Born Again, een Daredevil-verhaal geschreven door Frank Miller en getekend door David Mazzucchelli, komt ook uit in Nederlandse vertaling. Dat ze Thor uitgeven is op zich niet verwonderlijk, want er zit een film aan te komen van deze held. Net als de Avengers.
De Vliegende Hollander
Een Nederlandse uitgeverij die zich sinds een tijdje bezighoudt met het uitgeven van vertaalde comics is De Vliegende Hollander. Daar verschijnen trades van onder meer Hellboy en Sin City. Ook is daar net het eerste deel van From Hell en twee delen van Y:The last manverschenen. Allemaal geen Marvel Comics, maar misschien dat de mensen van Nano Arte het kunstje van De Vliegende Hollander hebben afgekeken.
Of de verkoop van Nederlandse Marvel Comics nu wel een succes gaat worden, moet nog blijken. Aan de vertalingen van Peter de Bruin en Olav Beemer zal het niet liggen. Die zitten goed in de materie. Maar ik vraag me af of de superheldenliefhebbers zitten te wachten op Nederlandse versies van strips die ze waarschijnlijk al in huis hebben, of die in de Engelse versie nog overal te koop zijn. ‘Ik denk dat je de fans alleen kunt paaien als je met mooie uitgaven op de proppen komt,’ zegt Apeldoorn. ‘Ik heb zelf mijn oude versie van Watchmen weggedaan toen de nieuwe versie uitkwam.’ Of de comics van Nano Arte inderdaad bijzonder mooi zullen worden, gaan we vanaf september zien.