Categorieën
Strips

Zo neutraliseer je Geert Wilders

Het stripplaatje van de week is deze cartoon van Gerrit de Jager waarin hij doeltreffend demonstreert hoe je Geert Wilders neutraliseert:

de_jager_wilders
Cartoon van vorig jaar afkomstig uit De Jager schreeurkalender. In principe is de uitspraak van Wilders inwisselbaar, want altijd effectbejag. Het gaat mij om de strekking van de cartoon: zoals de bodyguards reageren op Wilders, zo zouden we allemaal op hem moeten reageren.
Uitspraken van politici moet je doorgaans net zo min serieus nemen als de garantie die een rolexverkoper op straat geeft. (Dat is de belangrijkste reden waarom ik het onderwerp zoveel mogelijk vermijd als ik de krant lees.) Toch is er altijd ophef als Wilders weer eens z’n mond opendoet. Laat hij zijn gevolg scanderen dat ze minder Marokkanen willen, dan is het wekenlang alleen maar Wilders in het nieuws. Het was een slimme georkestreerde zet, want meteen ging het nieuws niet meer over de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen. Wederom wist Wilders weer alle aandacht op zich te vestigen. Niet alleen de media duiken hier veelvuldig op, alle brave burgers van Nederland stonden in de rij om aangifte te doen en te laten zien hoe erg ze de uitspraak vonden.

Al die aandacht maakt een man als Wilders veel groter dan hij in werkelijkheid is, want wat je energie en aandacht geeft, groeit. Ik heb nu even het ‘minder, minder’-incident aangehaald, want dat staat me nog helder voor de geest, maar eigenlijk slaat dit natuurlijk op alles wat de PVV-leider uitkraamt.

In bovenstaande cartoon geeft Gerrit de Jager – die het haar van Wilders steevast tekent alsof het de muts van Prins Carnaval is – precies aan hoe we met dit soort mensen moeten omgaan, namelijk even uitlachen en dan weer verder met de orde van de dag. Je moet een Wilders net zo serieus nemen als je gekke oom die op verjaardagen genante seksgrappen zit te boeren tijdens het bier drinken. Niet dus.

Als we dat vanaf nu steevast doen als Ome Geert weer een stunt uithaalt, weet binnenkort niemand meer wat de PVV was.

(En ja, ik ben me bewust van de paradox in dit stukje, want wederom gaat het over Wilders, dus aandacht voor hem en niet om het feit dat Wilders natuurlijk in zijn uitspraken refereert naar gevoelens die onder een deel van de bevolking leeft. Mijns inziens gaat de media-aandacht te veel uit naar deze schreeuwer die op effectbejag uit is en te weinig de diepte in om dat onbehagen dat erachter schuilt eens goed te onderzoeken.)

Categorieën
Minneboo leest Strips

Minneboo leest: De grap is rond

Met de cartoonbundel De grap is rond gaan De Jager en De Wit zeker scoren.

voetbal_de_wit vrouwenvoetbal_de_jagerHet is weer voetbaltijd, want het WK (geloof ik) staat voor de deur. Ach, in Nederland is het altijd voetbaltijd. Je hoort het al: ik heb niet veel met de ballensport die een groot deel van de bewoners van dit kikkerlandje in zijn ban heeft. Ik gun ieder z’n lolletje en de kans om de stad af te breken, wat erbij schijnt te horen als je supporter bent, maar kijk niet uit naar de aankomende storm van oranje merchandise en het niet meer kunnen eten in een restaurant zonder dat er een televisiestoestel met een voetbalwedstrijd in je oor zit te tetteren.

Toch kan ik lachen om de voetbalcartoons uit De grap is rond. Een bundel waar Gerrit de Jager en Peter de Wit hun beste cartoons voor Hard Gras hebben samengebracht. Cartoons over voetbalvrouwen, zaakwaarnemers, bankzitters, trainers, vedetten en pupillen met bemoeizuchtige ouders. En als vanzelfsprekend komt ook de WK-koorts rijkelijk aan bod. Al vijftien jaar maken ze voetbalcartoons voor het literaire tijdschrift dus er viel veel te kiezen.

Als het om humorstrips gaat, spelen De Jager & De Wit al jaren in de eredivisie van humorstrips. Met deze bundel, die voor slechts 5,95 te koop is, gaan ze daarom vast flink scoren.

De Jager lichtte recent in het radioprogramma De Taalstaat van Frits Spits de bundel toe.

De Jager & De Wit. De grap is rond.
Oog & Blik/De Bezige Bij, € 5,95.

Daarom Minneboo leest:
Maandelijks krijg ik van veel uitgeverijen stapels strips toegestuurd. Daar zit veel moois tussen, maar niet alles is geschikt voor de bladen en opdrachtgevers waar ik voor schrijf. Toch wil ik deze uitgaven onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen.

Categorieën
Strips

Dagboek van een stripjournalist: Scheurkalenders

Potverdorie, wat kan Peter van Straaten toch tekenen! Prachtig hoe hij met een schijnbaar snelle toets dit beeld neerzet en met een paar krassige details de omgeving suggereert:

vanstraaten_schaatsen

Graag kijk ik aandachtig naar dit soort tekeningen. De houding van de personages: het kindje dat met moeite overeind blijft op zijn schaatsen, de ongeduldige volwassene voor hem. Precies goed. En dan die schurende tekst eronder. Je hoort het vader zo zeggen. Pijnlijk en herkenbaar.

Scheurkalenders
De cartoon staat in Peter’s zeurkalender 2014. Het is de gouden editie, dat wil zeggen een bloemlezing van de tekeningen uit de Zeurkalenders tussen 1994 en 1998, door Van Straaten zelf geselecteerd. Ik heb een nieuwe waardering gekregen voor het fenomeen scheurkalender. In onze wc hangt nu die van Van Straaten, daaronder hangt de scheurkalender van Gerrit de Jager met de cartoons die hij voor Nu.nl heeft gemaakt. Heel andere tekeningen dan die van zijn collega Peter, en een ander soort humor, maar even vermakelijk. Beide mannen hebben een heel eigen stijl en handschrift, en zijn meesters in hun vak.

dejager_kalender

Een avondje Harmonie
Peter’s Zeurkalender kreeg ik mee in een goodiebag toen ik maandag 6 januari De Kleine Komedie verliet na een avondvullend programma verzorgd door uitgeverij De Harmonie. In plaats van simpel de nieuwe catalogus te sturen, organiseerde de uitgeverij een bonte avond waarin auteurs en stripmakers waar binnenkort een nieuwe titel van uitkomt, een stukje voorlazen of tekenden. Erik van Muiswinkel presenteerde heel verdienstelijk en schoof zijn bewondering voor de schrijvers en dichters niet onder stoelen of banken. Al is hij waarschijnlijk net zo enthousiast op een soortgelijk avondje georganiseerd door De Arbeiderspers. Maar goed, dat hoort bij zijn vak en doet verder niets af aan de goede presentatie.

De Kleine Komedie zat vol met mensen uit het boekenvak, journalisten en auteurs van de uitgever. Slim, want als je een auteur uit eigen werk hebt zien voorlezen, ben je waarschijnlijk eerder geneigd als boekhandelaar om exemplaren aan te gaan schaffen. Zo’n optreden schept een band met, of creëert in ieder geval empathie voor de schrijvers. Je moet in tijden van crisis met nieuwe ideeën komen om je waar te presenteren.

Voor een stripjournalist als ik viel er ook inspiratie voor artikelen te halen. Stefan Verwey toonde enkele van zijn krachtige literaire cartoons. In september komt zijn Hoe open ik een boek, uit. Een collectie van zijn beste cartoons, volgens de uitgever. Verwey, die ik eerder al over zijn werk interviewde voor de VPRO Gids, tekent wekelijks een cartoon voor de Gelderlander en de Volkskrant. In september staat hij precies twintig jaar in die laatste krant, dus een goede reden voor de bundel.

Hanco Kolk & Peter de Wit waren ook van de partij. De mannen achter de succesvolle strip S1ngle waren die avond op zoek naar de ideale mannen voor hun strippersonages. Ze vroegen drie mensen uit de zaal om een krabbel op papier te zetten. Kolk maakte van de abstracte lijnen en strepen dan een man voor respectievelijk Nienke, Fatima of Stella. Kolk deed er het zwijgen toe en speelde de geniale tekenaar, terwijl De Wit het woord nam. Mannetje en Mannetje met een twist.

Overigens is dit soort live tekenen voor Kolk niet nieuw, hij deed dit onder andere al eerder tijdens Manuscripta een paar jaar geleden:

Hanco kwam iedere keer weer met mooie vondsten. Misschien moeten we hem maar Hanco Klok gaan noemen in de toekomst.

Ik heb een aantal ideeën opgedaan om te gaan pitchen aan mijn opdrachtgevers. En nee, die deel ik hier dus niet.

Wel jammer dat Peter van Straaten die avond ontbrak.

Categorieën
Strips

Gerrit de Jager: ‘Doorzon was een goudmijn’

De Familie Doorzon is terug. Dat wil zeggen: de eerste vier albums zijn in één dikke bundel opnieuw uitgebracht. Tegelijkertijd komt Gerrit de Jager met een graphic memoir over de woelige ontstaansjaren van deze strip.

Omslagontwerp: Moker.
Omslagontwerp: Moker.

Kort nadat Gerrit de Jager en Wim Stevenhagen zijn begonnen met De familie Doorzon voor de Nieuwe Revu, komt De Jager erachter dat zijn vrouw vreemdgaat met de buurman. Ze laat de tekenaar in een leegstaande nieuwbouwwoning in Lelystad en met een berg schulden achter. Terwijl de strip een ongekend succes aan het worden is, komen de jeugdvrienden Wim en Gerrit steeds vaker tegenover elkaar te staan. Er dreigt een einde te komen aan hun lange, succesvolle samenwerking. Als dan ook nog eens blijkt dat hun uitgever stelselmatig royalty’s heeft achtergehouden, lijkt het dieptepunt in De Jagers leven bereikt. Samen gaan de stripmakers de strijd aan om van hun wurgcontract af te komen en zo De Familie Doorzon bij VNU een veilig onderkomen te geven. Als na de scherpe confrontatie het stof langzaam neerdwarrelt heeft De Jager binnen een kort tijdsbestek in wezen drie scheidingen achter de rug: van zijn vrouw, zijn beste vriend en uitgever. Aldus het verhaal in Door zonder familie, de graphic memoir van Gerrit de Jager.

‘Het is allemaal dertig jaar geleden gebeurd, dus ik had een zekere afstand om er ook grappen over te kunnen maken. Toch deed het tekenen van dit verhaal emotioneel heel veel met me. De woede van toen voel ik niet meer, maar tijdens het tekenen heb ik wel veel herbeleefd. Het oude verdriet voelde ik wel. Dat slijt blijkbaar niet. Toch ben ik echt gelukkig dat ik dit boek heb gemaakt. Voor het eerst sinds lange tijd heb ik echt iets héél diep uit mezelf gehaald en ben ik niet alleen maar bezig geweest met vakmanschap,’ vertelt De Jager (Amsterdam, 1954) terwijl we in zijn zonovergoten Amsterdamse tuin aan de koffie en vruchtencake zitten.

Familie Doorsnee
Vanaf 1980 stond De Familie Doorzon dertig jaar lang in Nieuwe Revu. In de strip over de asociale familie in Zulthoven werden onderwerpen als seks, homo’s en racisme met scherpe grappen behandeld, tot groot ongenoegen van politiek correct Nederland. ‘In die tijd was je al fout als je bij de Tros werkte. Hoewel Wim heel links was, ergerden we ons allebei aan het feit dat je bepaalde dingen niet mocht zeggen. We hadden er plezier in om mensen over de zeik te krijgen, en dat was ook zó makkelijk. Nu is dat politiek incorrecte niet nieuw meer, maar toen kwam bij mensen het bloed uit de oren. Ik heb een keer in een migrantentelevisieprogramma moeten verantwoorden hoe ik negers tekende. Toen een van die negers impotent bleek te zijn, werd men daar weer boos over, terwijl we dus eigenlijk het racistische vooroordeel omdraaide.’

Zelfportret Gerrit de Jager.
Zelfportret Gerrit de Jager.

‘Doorzon is een woordspeling op “de familie Doorsnee”, wat toen nog een begrip was. De dagelijkse problemen die ik meemaakte stopten we in de strip. Ik was net verhuisd van Amsterdam naar een doorzonwoning in Lelystad, de enige plek waar je toen terecht kon met een baby. Verschrikkelijk vond ik dat. Als ze me hadden gezegd: je mag terug naar Amsterdam, maar dan moet je de afstand wel kruipend afleggen, dan had ik dat gedaan! Vader John Doorzon is qua uiterlijk gebaseerd op mijn vader en Jack Nicholson, en dochter Doortje op mijn oudere zus. Zoon Tonnie was mijn oudere broer, al moet ik er wel steeds nadrukkelijk bij vertellen dat mijn broer geen homo is. De kleine opdonder, Ronnie, was ik zelf. Die moeder was een mengeling van omroepster Loes Haasdijk en Annemarie Grewel, een linkse, uitgesproken Amsterdamse politica. Later heb ik steeds gezegd dat Doorzon de negatieve versie was van Jan, Jans en de kinderen, maar dat is helemaal niet waar.’

Goudmijn
Na vier albums gingen Stevenhagen en De Jager uit elkaar en verdeelden onderling de verschillende stripreeksen die ze maakten. De Jager ging met frisse tegenzin door met Doorzon. ‘Wim was er wel klaar mee, maar ik eigenlijk ook. Ik was met Liefde & Geluk voor het Parool begonnen, en met de strip Roel en zijn beestenboel wilde ik wereldberoemd in Frankrijk worden.’ Toch kon de tekenaar niet met Doorzon stoppen, want de strip was een enorm succes: ‘Ik zat aan de grond en had het geld hard nodig. Ik was gescheiden, had alimentatie te betalen en moest mijn huis verkopen voor de helft van wat ik ervoor betaald had. Het was toen ook crisis. Doorzon was een goudmijn. Bij VNU, nu Sanoma, verkochten we al snel 80.000 exemplaren per album. Van de eerste vier albums zijn er per stuk meer dan 100.000 verkocht. Je moet dan wel heel sterk in je schoenen staan om zo’n goudmijn dicht te spijkeren.’

Toen de strip in 2010 werd stopgezet, was dat een opluchting voor De Jager, al had hij ook vaak plezier in zijn werk. ‘Ik wilde meer de maatschappelijke, politieke kant op, en toen vroeg de Revu mij om acht pagina’s extra te maken over de bezuinigingen. Die strips zijn nu nog steeds actueel met de huidige crisis. Door die klus kreeg ik er weer lol in.’

Cover van het eerste Doorzon-album.
Cover van het eerste Doorzon-album.

Door zonder familie
Tegenwoordig zit hij dicht op de actualiteit met zijn cartoons voor nu.nl en het AD. Voor de strip Zusje in Margriet put hij wederom veel uit zijn eigen gezinsleven, net als indertijd met De familie Doorzon. Toen Oog & Blik/De Bezige Bij de eerste vier albums opnieuw wilde uitgeven, leek het De Jager leuk om in stripvorm toe te lichten op welke voorvallen de grappen gebaseerd waren. Om de uitgeverij een idee te geven hoe dat eruit zou zien, werkte de tekenaar een voorbeeld uit. In één dag tekende De Jager wat later de proloog van dertien pagina’s zou worden, waarin hij verhaalt hoe Doorzon aan de Revu verkocht wordt en dat bij thuiskomst blijkt dat zijn vrouw met het gat in haar hand hun gehele inboedel heeft vervangen voor rotanmeubelen. Woedend slaat De Jager de keuken in elkaar, net als pa Doorzon in een van de strips. Op basis van deze intensieve sequentie vroeg de uitgeverij of hij er niet een heel boek van kon maken.
De Jager tekende zijn hele beeldroman op A6-jes, direct op papier met inkt, zonder eerst in potlood te tekenen en zonder scenario. Zelfcensuur heeft hij niet gepleegd. ‘De uitgever zei: het verhaal is rauw, en zo moet je het ook op papier zetten. Door die rauwe stijl kwam er een komische zweem over de meest genante scènes, bijvoorbeeld seks met mijn ex.’

Vriendschap
De Jager laat zien dat de samenwerking met Wim Stevenhagen stroef verliep. Hun neuzen stonden vaak de andere kant op. Is Door zonder Familie toch ook bedoeld als ode aan een vriendschap? ‘Jazeker. Een van de belangrijkste relaties in mijn leven was die met Wim. Het was echt een huwelijk: we deden alles samen. Ik kan me echter weinig momenten herinneren waarin we echt plezier hadden. Momenten dat we zaten te tekenen en te keten, zoals de collega’s bij uitgeverij Espee, hadden we eigenlijk niet. We haalden wel veel voldoening uit de chemie die we samen hadden en uit het feit dat we iemand gevonden hadden tegen wie je elk idee, hoe kut ook, durfde te spuien. Toch was er altijd spanning. Dat laat ik zien, maar ik breng ook mijn waardering voor Wim en zijn werk tot uiting.’

Als Wim en Gerrit uit elkaar gaan, blijkt hun uitgever Ger van Wulften ze nog veel meer royalty’s schuldig te zijn dan ze al dachten. Als VNU interesse in Doorzon toont, begint een slepende zaak, waarbij de uitgever het onderste uit de kan wil halen voor zichzelf. Was het boek een afrekening met Van Wulften?
De Jager: ‘Nee, het is geen afrekening, want die toestanden liggen ver achter me. Het verhaal is wel een feitelijk verslag van wat ons is overkomen. Die scène dat hij achter het stuur van zijn Porsche vertelt dat ik naar beneden moet met mijn royalty’s is echt gebeurd. Er kwam ook zoveel geld binnen, je moet dan wel erg sterk in je schoenen staan om daar niet wat van mee te jatten. Ger heeft verkeerde keuzen gemaakt: hij was enorm onder de indruk van figuren als Theo van Gogh en Ischa Meijer, en ging zich met bandjes, theaterproducties en speelfilm bezighouden. Daardoor veronachtzaamde hij hetgeen waar hij geld mee verdiende en waar echt zijn kracht lag. Ik toon overigens ook de goede kanten van Ger, want we hadden ook veel aan hem te danken. Hij gaf ons een big break en was een rasverkoper. Ook was hij een soort vaderfiguur voor me. Espee voelde als een familie: de medewerkers gingen altijd samen op stap, eten in restaurants, naar concerten. Iedereen deed het met iedereen. Juist door dat familiegevoel heeft het zo lang geduurd voordat ik tegen Ger opstond.’

doorzonder-216_1
doorzonder-217_1v2

De familie Doorzon & Door zonder familie (Oog & Blik/ De Bezige Bij) liggen nu in de winkel.

Dit interview is gepubliceerd in VPRO Gids #44.

Categorieën
Daily Webhead Strips Video

Video: Op de tekentafel van Gerrit de Jager

De eerste vier albums van De familie Doorzon worden gebundeld uitgegeven door Oog & Blik/De Bezige Bij. Dat zijn de albums die Wim Stevenhagen en Gerrit de Jager begin jaren tachtig samen hebben gemaakt. Daarnaast komt van De Jager een dikke graphic memoir uit over de roerige ontstaansjaren van de strip. 10 oktober kun je gaan zien hoe die er in de winkel uitziet. Voor de VPRO Gids interviewde ik de stripmaker vorige week over zijn boek,  daarom deze exclusieve blik op zijn tekentafel en preview van Door zonder familie.

De muziek in deze Daily Webhead is natuurlijk van Marco Raaphorst.

De vroege incarnatie van De Familie Doorzon.
De vroege incarnatie van De Familie Doorzon.
Categorieën
Strips

Gerrit de Jager komt met stripmemoires

famdoorzonDe Familie Doorzon, welke stripliefhebber kent deze atypische stripfamilie niet? In deze scherpe humorstrip worden onderwerpen als homo’s, racisme en seks niet geschuwd. Wie zin heeft een nostalgisch tripje terug in de tijd of voor het eerst wil kennismaken met deze ‘asociale’ stripfamilie, of atypische familiestrip, kan binnenkort zijn hart ophalen. De eerste vier albums die Gerrit de Jager en Wim Stevenhagen samen maakten worden gebundeld in De familie Doorzon. Vanaf 26 september in de winkels. Dan ligt waarschijnlijk ook Gerrit de Jagers Door zonder familie ernaast, waarin de stripmaker de tijd beschrijft waarin hij de strip maakte.

De Jager maakte samen met jeugdvriend Wim Stevenhagen in de jaren tachtig De Familie Doorzon. Voor inspiratie putte hij veelvuldig uit eigen leven: de jonge tekenaar kocht zelf een doorzonwoning om er een gezin te stichten. Het huis waar de Doorzonnetjes in wonen is dan ook gebaseerd op de Jagers eigen woning. (Hier vertelde de stripmaker uitgebreid over in een aflevering van het televisieprogramma Beeldverhaal.)

Maar terwijl de strips over de toonbank vlogen, liep Gerrits leven allerminst op rolletjes. Zijn vrouw verliet hem voor een ander, hij had problemen met zijn toenmalige uitgever Ger van Wulften en uiteindelijk liep ook zijn vriendschap met Wim op de klippen. Ook maakte De Jager toentertijd kennis met talloze kunstenaars, zoals Herman Brood en Theo van Gogh.

Uitgeverij Oog & Blik belooft dat het ‘een bijzonder geestig, maar ook ontroerend en openhartig verslag waarin de auteur niemand spaart, zichzelf evenmin.’

Na dertig jaar publicatie verdween De Familie Doorzon in 2010 uit de (Nieuwe) Revu.

Ik ben benieuwd naar De Jagers autobio, want ik ben benieuwd naar zijn verhaal achter de schermen van de strip. Ook heb ik zin om die oude Doorzons weer eens te lezen. Nog even wachten tot september dus.

Categorieën
Strips

Typex over zijn Rembrandt: ‘Alleen met een leugen kun je de waarheid vertellen’

Illustrator en stripmaker Typex maakte een imposante beeldroman over Rembrandt van Rijn. ‘Ik heb heel veel over Rembrandt gelezen, maar besef heel goed dat alles wat in de boeken staat een kwestie van interpretatie is.’

Met de striproman Typex’ Rembrandt heeft stripmaker/illustrator Typex (Amsterdam, 1962) de verwachtingen overtroffen. Net als in de televisieserie De Gouden Eeuw brengt Typex die periode op een toegankelijke wijze tot leven: hij laat de lezer getuige zijn van gebeurtenissen uit het leven van Rembrandt van Rijn. In de 240-pagina dikke beeldroman schetst hij in potlood een gelaagd beeld van de beroemde schilder door de relaties met de mensen uit zijn directe omgeving te belichten, zoals zijn vrouw Saskia die al jong stierf, collega-schilder Jan Lievens en Hendrickje de huishoudster met wie Rembrandt een relatie had. Rond de tijd van zijn faillissement zette zij met zoon Titus een kunsthandel op waar Rembrandt in dienst was, zodat zijn inkomen niet direct naar de schuldeisers zou gaan. Eerder had Rembrandt vijf jaar een verhouding met huishoudster Geertje Dircks die hem later voor de commissie voor huwelijkse zaken daagde en geld eiste omdat hij zijn belofte met haar te trouwen niet nakwam.

Rembrandt. Illustratie: Typex
Rembrandt. Illustratie: Typex

Reflecties
‘Ik hou er erg van om de ontwikkeling van een personage te laten zien. Rembrandt is eigenlijk een stille, bijna autistische hoofdpersoon die niet praat over zijn gevoel of de dingen die hij doet. Hij uit zijn gevoelens vooral in stille blikken, maar ja, een boek vol stille blikken, daar word je natuurlijk gek van,’ vertelt Typex. ‘Iets over Rembrandt vertellen kan daarom alleen door hem te reflecteren in de mensen om hem heen. Daarom heb ik ervoor gekozen om die mensen als leidraad voor het verhaal te gebruiken. Zij hebben ieder een sterke relatie tot Rembrandt en kenmerken allemaal een unieke periode uit zijn leven. Met Jan Lievens deelde hij een atelier in Leiden toen ze vroeg-twintigers waren. Ze hebben een soort vriendschappelijke concurrentie, zoals het bij jongens gaat moet je tussen de regels door lezen om affectie te zien. Als Jan later in het boek Rembrandt op zoekt in Amsterdam, zijn het oude kerels. In de tussenliggende jaren dat ze elkaar niet zagen zijn ze eigenlijk betere vrienden geworden. In die scène hebben ze meteen fysiek contact, dat hadden ze vroeger niet. Toch zitten er in de dialoog nog steeds veel steken onderwater, net zoals vroeger.’

Elsje

Elsje door Typex, naar Rembrandt.
Elsje door Typex, naar Rembrandt.

De ontstaansgeschiedenis van Rembrandt kent een trage start. Op initiatief van stripmaker Gerrit de Jager wilde het Rijksmuseum een strip over de schilder laten maken. Toenmalig stripintendant Gert Jan Pos zou het scenario schrijven en stelde Typex voor als tekenaar. ‘Er was een korte synopsis die de basis legde voor de eerste twee hoofdstukken, maar het was nog geen rond verhaal. Dat scenario kwam maar niet en ondertussen had ik mijn agenda voor een jaar vrijgemaakt om aan dit boek te werken. Ik ben een harde werker en hou er niet van om maar af te wachten. Ik had al een stapel boeken over Rembrandt gelezen en kladblokken vol aantekeningen. Toen ben ik zelf maar aan de slag gegaan.’

De stripmaker kreeg als opdracht mee dat het geen educatief boek moest worden. Hulp kreeg hij van Martijn Pronk, hoofd publicaties van het Rijksmuseum en van Marijn Schapelhouman, de senior conservator tekeningen bij het Rijks. ‘Schapelhouman ging over de historische correctie en die zag écht alles. Die zei soms “Dat stoeltje daar klopt niet.” Verder was hij heel coulant. Eigenlijk is hij de grootste fan van het boek, daarom heb ik hem ook voor het voorwoord gevraagd.’

Helemaal historisch correct is de striproman niet. In een kroegscène ontmoet de schilder Elsje, het meisje uit Denemarken dat haar hospita doodsloeg met een bijl en daarvoor de doodstraf kreeg. In het boek verlaat Rembrandt vlak voor de moord haar huis, terwijl de schilder daar nooit is geweest. Typex: ‘Elsje heeft bestaan en toen ze dood in het galgenveld bij het IJ hing heeft Rembrandt haar getekend. In het boek speelt die scène af in zijn glorietijd terwijl het eigenlijk pas aan het einde van zijn leven speelde. Hij heeft haar ook nooit ontmoet. Zijn zoon Titus had over haar gehoord en toen is Rembrandt daar naartoe gegaan.’

Rembrandt en Saskia.
Rembrandt en Saskia.

(Zelf)portretten
‘Alleen met een leugen kun je de waarheid vertellen. Ik geloof niet in dé waarheid. Ik denk dat je een waar verhaal alleen maar kan vertellen door een parabel. Het verhaal zit in hoe mensen eruit zien en hoe ze bewegen, niet in de gebeurtenissen. Die zijn geïnterpreteerd en telkens herverteld. Er zijn natuurlijk feiten en die staan in de documenten die er nog zijn. Data van wanneer hij trouwde, wanneer zijn zoon Titus stierf. Je hebt de feiten en de rest kleur je in met je eigen ervaringen. Ik heb heel veel over Rembrandt gelezen, maar besef me heel goed dat alles wat in de boeken staat een kwestie van interpretatie is. Toen men in de negentiende eeuw over Rembrandt schreef, werd er een romantisch beeld van hem geschetst: de onuitstaanbare man met een artistieke bevlogenheid. Dat zit ook in mijn boek, maar ik probeer het wat te nuanceren. Sommige mensen zullen mijn Rembrandt een ontzettende hufter vinden, want hij is een botte beer in zijn manier van praten. Toch zijn er ook mensen die van hem kunnen blijven houden. Ik heb zeker mededogen met Rembrandt: het is vreselijk om een moeilijk mens te zijn. Voor jezelf is het eigenlijk het zwaarst, want de mensen in je omgeving kunnen weglopen, maar jij niet. Ik heb me voor de personages in eerste instantie laten leiden door de schilderijen. Bij Rembrandt heb ik veel gehad aan zijn zelfportretten, die heb ik als uitgangspunt genomen om over hem te fantaseren. Hij schilderde die portretten niet om een psychologisch beeld van zichzelf te maken maar als studie van tronies. Uit die portretten spreekt zo veel karakter, zo veel tegenstellingen. Er spreekt een soort pappige jongensachtigheid uit, maar ook arrogantie en verlegenheid. Ook zie je in die zelfportretten het ouder worden heel goed. Niet alleen de rimpels, maar ook de moedeloosheid en het verlies. Alles wat we in de zelfportretten zien is tegelijkertijd een reflectie van onszelf.’

Gezichtspunt
Behalve de portretten baseerde Typex veel op mensen uit zijn eigen omgeving. In bovengenoemende kroegscène zitten veel Nederlandse stripmakers: Typex en Peter Pontiac zitten op de achtergrond aan de bar. ‘Het uiterlijk van Rembrandt lijkt wel wat op mijn vader, al had hij niet zo’n karakter. Voor het uiterlijk van de vrouw van Titus heb ik mijn eigen vrouw als uitgangspunt genomen. Voor de dochter van Rembrandt stond mijn eigen dochter model. Als een personage niet bekend was van een schilderij dan tekende ik ze gewoon als iemand die ik ken, want elk figuur moet een inleefbaar iemand zijn. Daarbij zat ik zo lang eenzaam aan het boek te werken, zo zag ik mijn vrienden nog eens.’

'De nachtwacht'. Klik op plaatje voor grotere versie.
‘De nachtwacht’. Klik op plaatje voor grotere versie.

Rat
Point-of-view, het individuele vertelperspectief, is een belangrijk thema in het boek. Niet alleen gebruikt Typex mensen uit Rembrandts naaste omgeving om zijn karakter uit te lichten, ook ligt er veel nadruk op het observeren van de wereld en wordt er soms rechtstreeks in de camera gekeken. Wanneer Saskia doodziek op bed ligt, zien we de wereld door haar ogen: het gezichtsveld wordt letterlijk begrenst door een ovaal, de vorm van haar ogen. ‘Dat is mijn hommage aan de strip The Spirit van Will Eisner, mijn favoriete striptekenaar,’ legt Typex uit.

‘Rembrandt is natuurlijk zelf een observator en heel af en toe zien we de wereld vanuit hem, maar meestal door de ogen van anderen. In het zwaarste hoofdstuk heb ik het perspectief van een rat gekozen. Mensen stierven toen vroeg, dus de tweede helft van het boek, waarin ik de lange ondergang van Rembrandt beschrijf, vallen ze bij bosjes. Ik wilde herhaling vermijden en op zich kent Rembrandts leven veel herhaling. Twee van zijn vrouwen zijn aan ziekte gestorven. De dood van Saskia is een intiem gebeuren, want zij was zijn grote liefde. Ik werd er zelf ook hopeloos verdrietig van toen ik die scènes maakte. De dood van Hendrickje, die stierf aan de pest, mocht daar niet op lijken, want dat was een heel ander soort verhouding. Dus toen dacht ik: voor de ziekteoverbrenger is het allemaal niet erg wat er gebeurt. De rat doet gewoon wat hij doet en voor hem gaat het gesmeerd. Door het gezichtspunt van de rat te kiezen kon ik vaart in het verhaal houden. Ik ben als de dood voor ze, dus ik vond het leuk om me in die beesten te verplaatsen. Tegelijkertijd staat de rat symbool voor dreiging, als lezer voel je dat het niet de goede kant opgaat.’

De tekenaar heeft zich grafisch ook laten inspireren door zijn onderwerp. ‘Ik heb dit boek helemaal met potlood getekend terwijl ik normaal gesproken penseel gebruik. Penseel vond ik hier niet bij passen. Ik wilde een wat losse stijl gebruiken die Rembrandt ook hanteert in zijn tekeningen en in zijn schilderijen. Vooral zijn latere werk is vrij los van streek. Daarbij heb ik veel met licht-donkercontrast gedaan en veel met schaduwen. Het kleurenpalet bestaat vooral uit ingeschoten kleuren, er zit een laag overheen met een beetje bruintint. Dit soort boeken moet je niet in te felle kleuren doen, het moet iets ouderwets uitstralen.’

Vrouwenhater
Typex_Rembrandt-coverToen Typex na tweeëneenhalf jaar het tekenwerk afhad, is hij samen met vormgever en beeldredacteur Borinka Beeke om de tafel gaan zitten. ‘Omdat het verhaal per hoofdstuk van tijdsperiode verspringt, moest er een duidelijke scheiding tussen de verhaaltjes komen. Borinka stelde voor de hoofdstukken op de rechterpagina te eindigen en te beginnen. Op de linkerpagina vóór een nieuw hoofdstuk moest er dus nog een beeldelement komen en daarvoor hebben we telkens een andere inheemse vogelsoort gekozen die met dat hoofdstuk te maken heeft. In de inhoudsopgave heb ik mezelf getekend: terwijl ik aan het verhaal bezig ben, gaat mijn vrouw voor de zoveelste keer alleen naar bed. Ik zet in dat opzicht Rembrandt en mezelf naast elkaar. In wezen zijn Rembrandt en ik allebei freelancers die in opdracht werken. Het gedoe met geld en opdrachtgevers herken ik dus. Ook herken ik me in zijn weigering om dingen te idealiseren. Er werd over Rembrandt gezegd dat hij beroerd vrouwen tekende omdat hij ze uitbeeldde met puttige dijen en dat soort zaken. Zelf ben ik een tegenstander van het tekenen van pin-ups van geïdealiseerde vrouwfiguren. Dat zijn geen vrouwen, dat zijn stripfiguren! Ik wil ze wel aantrekkelijk maken, maar dan wel aantrekkelijk zoals een vrouw ís. Ik ben wel eens een vrouwenhater genoemd, omdat ik ze soms lelijk teken. Ik vind je juist een vrouwenhater als je vrouwen mooier tekent dan dat ze werkelijk al zijn. Dan teken je een mannenfantasie.’

Typex’ Rembrandt (Oog & Blik, De Bezige Bij), verkrijgbaar als paperback, als e-book en als gelimiteerde gesigneerde luxe-editie. Tegelijk verschijnt in Groot-Brittannië en de VS een Engelstalige versie bij uitgeverij SelfMadeHero (Londen) en een Spaanstalige bij uitgeverij Norma (Barcelona.)

Zondag 14 april is de grote boekpresentatie in Paradiso Amsterdam met o.a. de bands Spilt Milk en ET Explore Me, een lezing van Joost Swarte en de korte documentaire Typex tekent Rembrandt van Lex Reitsma.

Dit interview is gepubliceerd in VPRO Gids #15 (2013).

Categorieën
Strips

Stripboekenbal in Hollands Diep

Wat hebben IJsbrand Oost, Hanco Kolk, Hein de Kort, Gerrit de Jager, Gerben Valkema, Jeroen de Leijer, Daan Jippes, Erik Kriek, Fred de Heij, Jan Vriends, Mark Retera, Gerard Leever, Alex Turk, Floor de Goede, Pieter Hogenbirk, Peter Koch, Mars Gremmen en Ype Driessen met elkaar gemeen? Al deze stripmakers staan in het laatste nummer van Hollands Diep.

Voor Hollands Diep schreef Ger Apeldoorn speciaal Het stripboekenbal. Hierin komen verschillende stripfiguren uit de lage landen samen in de stadsschouwburg. Ieder stripfiguur is door zijn eigen tekenaar in de strip gezet.

Hun gastheer is Arnon Grunberg. Grunberg? Wat heeft die nu weer met strips te maken? Nou eigenlijk weinig, behalve dan dat Hanco Kolk hem zeer verdienstelijk opvoerde in Van Instanbul naar Bagdad (2010). Ook mocht hij in 2010 op de Stripdagen in Haarlem een lezing geven over de graphic novel, maar desondanks staat Grunberg niet bekend als een stripliefhebber of -kenner.

Volgens de redactie van Hollands Diep ‘is Grunberg de enige schrijver die ook stripfiguur is’, vandaar dat hij als gastheer mag optreden. Conform de werkelijkheid blijkt Grunberg in het verhaal van Apeldoorn in de stripwereld en vreemde eend in de bijt te zijn. Hij krijgt het dan ook flink te verduren.

Fragment uit Het stripboekenbal.

Laatste nummer
Deze Hollands Diep is overigens de laatste. Hoofdredacteuren Ruud Hollander en Martine Kamsma schrijven:

We hebben het economische tij niet mee. Na bijna vijf jaar is gebleken dat we, ondanks een hoge oplage en veel waardering van lezers en vakjury’s, het hoofd niet boven water kunnen houden. In dat opzicht is er sinds de jaren zeventig, toen het oude Hollands Diep werd opgeheven, weinig veranderd.

Weer een mooi cultuurmagazine dat in het stof bijt. En eentje die nog aandacht besteedt aan strips ook. Erg jammer.