Categorieën
Strips

Google eert Guust

Ongetwijfeld ben je bekend met de Google doodle. Vandaag siert stripfiguur Guust Flater de homepage van Google.nl. Iedereen die deze zoekmachine bezoekt (en dat is tegenwoordig bijna iedereen die online iets zoekt) ziet de vrolijke Flater op een gemodifeerde fiets.

andre-franquins-57th-anniversary-of-gaston-lagaffe

De reden hiervoor is dat Guust vandaag 57-jaar oud is geworden. Op 28 februari 1957 dook deze luie maar vindingrijke stripheld voor het eerst op in het weekblad Spirou.

Daan was zo aardig me op de Google doodle van Guust te wijzen. Recent publiceerde ik een stukje over de geschiedenis van Flater.

Zo’n Google Doodle blijkt een mooie manier om strips onder de aandacht te brengen, want er wordt door veel media over geschreven. Ook Jean-Marc van Tol, een van de creators van Fokke & Sukke, heeft een mening over de Flater doodle. Hij vindt eigenlijk dat Googles tekening een grote Flater slaat. Lees meer op zijn blog (met dank aan de innemende Mars Gremmen, die me op de blogpost wees).

Categorieën
Media

Lachen met Google advertenties

Gisteren publiceerde ik een blogpost over Bloggen na de dood. Blogvriend Peter de Kock reageerde daarop. Zoals altijd kwam zijn reactie ook binnen op Gmail. Toen ik deze opende viel mijn oog op de advertenties die automatisch gegenereerd worden op basis van de tekst in de mail. Toen moest ik nog wel even lachen, want Google ging er voor het gemak maar van uit dat als je over de dood schrijft, je meteen depressief bent.

Advertenties, wat moet je er eigenlijk mee? Ik kijk er nooit naar. Ook Facebook zit er vol mee, maar als ik die al zie, dan klik ik nooit op een linkje. Ik ben er zo goed als blind voor geworden. Ze zijn net als een vlekje op je bril: op een gegeven moment zie je ze niet meer.

Categorieën
Media Mike's notities

Dubbele identiteiten. Of: dit is niet mijn Hyvesprofiel!

Mooi hoor, hoe je overal tegenwoordig een profiel kunt aanmaken en je leven, gedachtes en andere zaken met vrienden, kennissen en wildvreemden kunt delen. Maar het heeft ook een nadeel als je online iemand tegenkomt met jouw naam.

Ik ben mijn ouders altijd dankbaar geweest voor mijn naam. Ik ben er erg op gesteld en vind dat mijn voor- en achternaam lekker allitereren. Michael Minneboo. Ook ben ik dankbaar dat het eind jaren zeventig in onze gemeente nog niet mogelijk was om ‘Michael’ als ‘Maikel’ te spellen omdat de Engelstalige spelling van mijn naam toen nog verplicht was. Een feit waar ik toen ik in Amerika woonde veel profijt van heb gehad.

Hoewel mijn ouders met de naam ‘Michael’ niet erg origineel waren, daar ik al een neef heb rondlopen die Michel heet. Dat ene lettertje verschil heeft al heel wat verkeerd-verbonden-momenten opgeleverd.

Welke voornaam je draagt is belangrijk. Een naam moet bij je passen. Er is natuurlijk niets ergers dan wanneer je een Ronald bent maar Patrice heet. Ook moeten mensen in staat zijn je naam makkelijk te onthouden. En vooral: ze moeten je naam kunnen spellen. (Da’s met mijn achternaam altijd lastig, maar goed, ook daar raak je naar dertig plus jaren wel aan gewend.)

Wat ik zelf nog een belangrijke eigenschap van een naam vind is dat deze uniek moet zijn. Kijk, we kunnen natuurlijk niet allemaal met de naam Hallie Lama geboren worden, maar hoe onhandig is het niet als vijf andere collega’s ook Jan heten? Helaas ben ik al lang niet meer de enige Michael Minneboo in de wereld. Naar mijn weten lopen er nog twee anderen rond.

Toen ik nog bij Intermediair werkte, kreeg ik op zekere dag een mailtje van een onbekende vrouw. Ze was net bevallen van haar zoontje en die had ze ook Michael genoemd. Toevallig deelden deze jonge spruit en ik dezelfde achternaam, hoewel we naar mijn weten geen directe familie zijn. Ze had de naam van haar zoon gegoogled en was zo op mijn site terechtgekomen. Ook woont er nog een naamgenoot in Zeeland. Die heeft sinds 2008 een Hyvesprofiel onder mijn naam, euh zijn naam aangemaakt. En daarmee begint de ellende.

Als journalist en videomaker wil je dat mensen je kunnen googlen, zodat ze een indruk krijgen van je werk en je hopelijk een leuke opdracht aanbieden. Daarom ben ik nu ook druk bezig met mijn eigen domeinsite op te zetten. Maar tijdens de virtuele zoektocht moeten mensen natuurlijk niet op Hyves terechtkomen en denken dat ik die aardige gozer met die twee kleine kinderen op de profielpagina ben. Het kan natuurlijk nog erger: foto’s van een uit de hand gelopen studentenfeestje waarop handelingen staan waar je nooit van je leven mee geassocieerd wilt worden. Ik hoop dat mijn naamgenoot zich een beetje gedraagt, want stel dat hij extreme meningen op zijn pagina uitspreekt waardoor je niet meer zonder bewaking over straat kunt. Je zult bijvoorbeeld maar een vriendelijke tuinman zijn die Geert Wilders heet.

Het is ironisch dat ik een tijd geleden een column schreef waarin ik aankondigde dat ik mijn Hyvesaccount had gewist omdat ik die virtuele hangplek maar abject vind en dat er nu nog steeds een Hyvesaccount bestaat met mijn naam erop. De verwarring van identiteit en nare Hyvesplekken: het zijn enkele van de grote nadelen van de virtuele wereld waar we niet omheen kunnen.

Zucht.

Goed, voor de duidelijkheid: dit is dus niet mijn profiel. En wie precies wilt weten wat ik tegen Hyves heb, kan daar hier alles over lezen.

Categorieën
Fotoblog

Foto: Alwetend

Van Baerlestraat, Amsterdam

“God zoekt jou!”. En ik maar denken dat Hij alwetend is… Tssss. Zeker nog nooit van Google gehoord.

Categorieën
Media

Macademisch, jawel!

Journalist en blogger Jeroen Mirck schreef op zijn blog maandag dat hij een nieuw woord in het leven heeft geroepen, namelijk ‘macademisch’.
Het bericht op JeroenMirck.nl is als volgt:

Macademisch

Ik heb vandaag een nieuw Nederlands woord bedacht. Op een waarschuwing van Fred Zelders dat een App die hij tipte alleen geschikt was voor de Mac antwoordde ik: “Geen probleem. Thuis ben ik Macademisch.” Fred blogde prompt: “Een kleine drie kwartier geleden geleden bestond dit Nederlandstalige woord nog niet. Nu wel.” Ons volgende doel: wereldheerschappij. Blog ook over het woord ‘Macademisch’ en zorg dat het niet alleen vaker opduikt bij Google, maar straks ook in de Dikke Van Dale. Doe mee!

Macgebruiker
Nu ben ik zelf sinds een paar maanden een macgebruiker. Hoewel ik niet meteen het evangelie van de Apple wil verkondingen, kan ik wel stellen dat ik over het algemeen een tevreden gebruiker ben. Ook ik beschouw mezelf daarom als een macademicus. Dankzij Mirck hebben we misschien binnenkort een officiële term voor macgebruikers. En, laten we eerlijk zijn, het klinkt beter dan macnerd of maccer (mekker).Lange adem
Ik ben benieuwd hoe het verder zal gaan met deze term. Om officieel in de Van Dale terecht te komen moet een woord namelijk algemeen gebruikt worden. Veel modewoorden halen het niet omdat ze veel te kort in de mond genomen worden. Op de site van Van Dale kun je lezen wat er moet gebeuren voordat een woord in het heilige woordenboek officieel leven ingeblazen krijgt:

Het woord moet beklijven in de taal. Het moet langdurig, gedurende een aantal jaren, op veel verschillende plekken gebruikt worden om eventueel terecht te komen in een woordenboek.

Om te weten of maandag 13 oktober 2008 de geschiedenisboeken in zal gaan als de historische dag dat het woord macademisch voor het eerst gebruikt werd, vereist dus nog enige jaren geduld.
Lees ook:

Categorieën
Bloggen

Google op bezoek

Vanmorgen checkte ik bij de ochtendkoffie traditiegetrouw de bezoekcijfers van mijn blog. Ik was blij verrast met al bijna vijftig bezoekers die dag – en het was nog niet eens negen uur. Dat beloofde wat.
Zou dat stuk over Dick Matena’s Parijs 25/44 zo populair zijn, of dat stuk over Fokke & Sukke? Google was here
Een snelle blik in de statistieken leerde mij dat Google was langs geweest die nacht. Of liever gezegd: de Google crawlbot die het internet indexeert. Prima natuurlijk, want geïndexeerd worden door Google betekent een grotere kans om gevonden te worden door zoekers. Google is de vriend van iedere blogger die gevonden en gelezen wil worden. Natuurlijk vallen mij ook die gesponsorde links op die verdacht goed corresponderen met de inhoud van mijn geopende Gmail. Google scant immers ook mailtjes op sleutelwoorden. Ook valt het mij op dat informatie zoeken met Google tegenwoordig langer duurt. Webpagina’s die langgeleden gepubliceerd zijn staan vaak bovenaan. Deze bevatten lang niet altijd nog relevante en actuele informatie. Het is dus flink doorklikken tegenwoordig om te vinden wat je zoekt. Google lijkt in dat opzicht niet meer wat ze geweest is. Maar ja, we zijn dan ook verwend.Zoekmachines
Mochten er betere zoekmachines zijn, dan hoor ik het graag. Anders google ik nog even dankbaar door. Al gaf het bezoekje van de grawlbot dan wat scheve statistieken; het bleek uiteindelijk evengoed een goede pageview-dag te worden. Misschien wel dankzij het nachtelijk bezoek.Lees ook:

Categorieën
Mike's notities

Fuck multitasken: Een paar maanden later

Terwijl ik gezellig met een vriendin in het Crea Café zat te praten, werd ik gebeld door een redacteur van Rondom 10, het discussieprogramma van de NCRV. Hij zocht mensen voor de uitzending over ‘infostress’ en had op mijn blog een column gelezen waarin ik het multitasken vaarwel zei. De redacteur wilde weten of ik nog steeds last had van een overdosis informatieprikkels, of ik me liet afleiden door mijn omgeving of dat alles sinds die column beter was geworden.De column was uit maart dit jaar. Is er in de tussentijd veel veranderd in mijn leven wat betreft het multitasken? Eigenlijk wel. Ik werk tegenwoordig niet meer op een drukke redactie vol ruis afkomstig van hardwerkende collega’s. Ik werk lekker thuis in alle rust achter mijn Mackie. Toch staan er de laatste tijd weer heel wat Firefox-windows open en is de straat waarin ik woon zelden gespeend van rumoer. Maar als ik me echt wil concentreren op een tekst, dan gaan radio en e-mail uit. Ook de telefoon mag een paar uurtjes offline als ik rustig wil werken. Dat bevalt best moet ik zeggen. Lege momenten
Toch is mijn leven tegenwoordig lang niet multitask-vrij: ik gebruik internet voor mijn stukken, dus het online woordenboek en google staan altijd paraat. Ook is schrijven met de juiste muziek vaak een must. Op momenten dat ik even over een zin of paragraaf moet nadenken, klikken mijn vingers al naar m’n netvibespagina om nieuwe blogsposts te checken of naar mijn inbox om te zien of er nog nieuwe mail is binnengekomen. Het zijn dus vooral de lege momenten waarin ik op zoek ga naar nieuwe prikkels.
Willen we allemaal het leven ten volle benutten. Geven we ons daarom over aan gelijktijdige informatiestromen? Is het dus slechts een kwestie van er zoveel mogelijk uithalen? Of zijn we allemaal bang om ons te vervelen?
Tijdelijk
Overigens denk ik dat al het gepraat en gepubliceer over lifehacking, tips en software om met de informatiestroom om te gaan, een tijdelijke trend is. We zitten in een overgangsfase waarin we vooral aan het wennen zijn aan de nieuwe applicaties die de nieuwe media met zich mee brengen. De jongere generatie kan al schijnbaar veel beter omgaan met de verschillende informatieprikkels. Dat is een van de conclusies die in de uitzending van Rondom 10 naar voren kwam. Ik denk dat dit ook klopt. Het is dus gedeeltelijk een generatiekloof. Toch heb ik goede hoop voor mezelf en mijn generatiegenoten. Uiteindelijk zullen we beter leren omgaan met de nieuwe media en samenvallende informatiestromen. Overigens hoeft dit niet meteen te betekenen dat we allemaal ultieme multitaskers worden. Er zijn dan ook al tegengeluiden te horen tegen het multitasken.Aandacht als oplossing
Volgens Marjoleine de Vos in de NRC van zaterdag 6 september, moeten we dat multitasken helemaal niet als een ideaal zien. Zij pleit er voor dat we weer één taak tegelijk uitvoeren:

‘Seriële volle aandacht (SVO), dat moet het nieuwe ideaal zijn. Niet langer het ouderwetse ideaal van je hele leven aan één ding wijden – dat is voorbij, althans voor de meeste mensen. Net zoals het levenslange huwelijk voor de meeste mensen niet meer bestaat. Maar zoals het ‘vrije huwelijk’, met afgeschafte jaloezie en meerder partners tegelijk en naar believen, voor bijna niemand werkte, zo werkt ook de vrije aandacht, de altijd verdeelde, niet. Seriële monogamie is het antwoord van veel mensen op de teloorgang van het ouderwetse huwelijk geweest, seriële volle aandacht zou wel eens het antwoord kunnen zijn op de multitask-ellende.’

Dat betekent in de praktijk dus veel signalen negeren, planmatig werken en je niet laten afleiden. Maar hoe lang kun jij het sms-signaal van je telefoon negeren voordat je je werk laat liggen en het berichtje leest? Als ik het bericht heb gelezen, voel ik ook vaak de drang om meteen te antwoorden.Uitzending
Overigens zul je mij niet in de uitzending van Rondom 10 terugzien: mijn mening kwam te veel overeen met een van de gasten die al was uitgenodigd en ze zochten zoveel mogelijk uiteenlopende visies. Het was in ieder geval interessant om eens ondervraagd te worden over het onderwerp.
Na het telefoongesprek ging ik weer fijn verder met mijn een-op-een gesprek in het café – wat mij betreft nog steeds de prettigste manier van communiceren. Wordt ongetwijfeld vervolgd…
Hoe staat het met jou en multitasken? Ga je er goed mee om met alle informatieprikkels of concentreer je je op één ding tegelijk?
Lees ook:

Categorieën
Bloggen

Weblog: Hyves versus Blogger

No more Hyves, part deuxEnkele maanden geleden schreef ik een column over het opzeggen van mijn Hyves-account. Een van de lezers die recent op het stukje reageerde, vroeg zich af waarom iemand überhaupt de behoefte zou hebben om een lading persoonlijke gegevens op het internet te plaatsen in een profielpagina van Hyves. Een goede vraag die wat mij betreft sociologisch uitgezocht mag worden. In een reactie op een recente column vroeg iemand zich af waarom ik wel blog bij Google, maar het vervelend vind om mijn gegevens af te geven aan Hyves. Daar heb ik wel een antwoord op.
Voor mij zijn Hyven en Bloggen twee heel verschillende dingen. En wel hierom:1. Ik bepaal zelf bij het bloggen welke privé-gegevens ik prijsgeef. Lezers van dit blog zullen weten dat het merendeel van de posts gaan om media, strips en films. De stukjes hebben dikwijls een persoonlijke insteek, het zijn dan ook vaak recensies of observaties. Daar ben je filmwetenschapper voor. Posts die meer over de persoonlijke levenssfeer gaan geven eigenlijk niet zo veel prijs en zijn vaak in een verhalende vorm gegoten. Ze zijn waarheidsgetrouw, dat wel, maar strikt gedoseerd. Natuurlijk kun je op Hyves zelf ook bepalen wat je wel en niet prijsgeeft, maar het is wel de bedoeling zoveel mogelijk van jezelf te laten zien. En alles achter een slotje verbergen, een pseudoniem nemen: het kan allemaal, maar gaat in tegen het principe van Hyves om alles te delen met je vrienden. 2. Ik kan me niet vinden in de cultus van het zoveel mogelijk vrienden verzamelen. Of zoveel mogelijk connecties met anderen te tonen. Dit sociaalexhibitionisme is niet meer dan een populariteitswedstrijd en ik zit niet meer op de middelbare school.3. Het is waar dat Google heel veel gegevens verzamelt, gegevens die wellicht commercieel interessant voor ze zijn. Maar aan mijn blog verdienen ze geen cent. (Ik ook niet trouwens, maar daar doe ik het ook niet voor.) Ik heb geen banners op mijn pagina staan, geen Google-ads of andere commerciële tie-ins. En de gegevens die ik prijsgeef aan Google zijn zoals gezegd strak geregisseerd. (Wat ze met de gegevens van mijn zoekacties doen is een andere kwestie.) Op Hyves is iedere profielhouder een potentiële gouden kip voor de beheerders van Hyves. Iedereen die op zijn Hyves-pagina aangeeft welke merken hij adoreert is een potentiële klant die benaderd kan worden. In de marketingwereld zijn gegevens van mensen goud waard en worden profielen, cv-databases, etc. voor veel geld verkocht. Iedere Hyver maakt het netwerk méér waard. Als het geheel wordt verkocht aan een andere partij, steken Spanjar en zijn posse veel geld in hun zak. Dat is natuurlijk slim zakendoen en dat kun je ze niet kwalijk nemen. Alleen wil ik daar geen deel van uitmaken. 4. Bloggen is voor mij vrijheid. Ik kan zelf de pagina opmaken zoals ik hem wil hebben en het template aanpassen waar ik wil. Voor zover ik weet is Hyves nogal beperkt. Bovendien ziet bijna alles op Hyves eruit alsof het bestemd is voor kinderen uit groep vier. En Blogger is niet traag.Het evangelie van Hyves in boekvorm
Recent las ik het boekje Hyves van Eva Kol. Kol werkte eerst als stagiair bij Hyves en was later ook medewerker. Het boekje is een bewerking van haar scriptie. In Kols boekje zijn weinig kritische noten te vinden, het lijkt wel of ze de Blijde Boodschap verkondigt. Het glas is altijd halfvol. Als er beschreven wordt dat Hyves te kampen heeft met traagheid, wordt er opgemerkt dat het vroeger veel erger was. Waar dus niet mee gezegd is dat Hyves nu niet meer traag is, alleen minder traag dan eerst. De toon van het boekje werkt aanstekelijk. Halverwege had ik bijna de neiging om een nieuw profiel aan te maken. Kol plaats Hyves wijselijk wel in de bredere context van het fenomeen social networks. Maar goed, dat mag je dan ook verwachten van een communicatiewetenschapper. Tot slot moet iedereen natuurlijk doen waar hij zelf zin in heeft. Het hebben van een Hyves-profiel heeft veel voordelen. Al is het alleen maar dat vijf miljoen Nederlanders zich hebben aangesloten bij dat netwerk. Dat zijn een hoop potentiële lezers, geliefden, vijanden en spammers en stalkers. Dus, voor de Hyves-adepten die vinden dat non-liefhebbers van de netwerkmaffia niet moeten zeuren en dan maar gewoon geen profiel moeten aanmaken (ik parafraseer nu even een van de reacties op het vorige stukje): ga lekker je gang met je te uiten op Hyves of waar dan ook, dan doe ik dat fijn op mijn eigen blog.Wat mij betreft genoeg geneuzeld over Hyves.Update:

Lees ook (of vooral niet):