Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Peter Parker komt weer terug (uiteraard!)

Iedereen wist dat dit eraan ging komen, toch hou ik mijn hart vast over hoe Marvel het allemaal precies gaat aanpakken. In ieder geval is nu bevestigd dat Peter Parker weer terugkomt. ‘Ja, duh’ hoor ik je zeggen…

Toen Doctor Octopus dertien maanden geleden in het hoofd van Peter Parker ging zitten en ervoor zorgde dat onze beste Peter in het doodzieke lijf van Octopus terechtkwam, waarna hij vervolgens ‘overleed’, wist iedereen natuurlijk dat Parker weer terug zou komen. Natuurlijk wisten we dat: The Amazing Spider-Man #2 komt volgend jaar uit in de bioscoop. Een film die een berg geld moet opbrengen en waar Peter Parker als Spider-Man de hoofdrol in speelt, niet een superintelligente blaaskaak met de naam Doctor Octopus. Maar bovenal: we hebben al zo vaak striphelden zien sterven om vervolgens weer terug te zien komen zodat de uitgeverij weer extra boekjes kan verkopen (bij het sterven schiet de oplage omhoog en bij het terugkomen ook), dat het voor de hand lag dat de echte Spider-Man ook weer tot leven gewekt zou worden. Daar heb ik in het recente verleden al over geschreven, evenals over mijn afkeer van de serie Superior Spider-Man, dus laat ik het daar even niet over hebben.

De variant cover van Amazing Spider-Man #1 door Jerome Opeña. De officiële cover is getekend door Humberto Ramos, dus daar krijg ik hoofdpijn van.
De variant cover van Amazing Spider-Man #1 door Jerome Opeña. De officiële cover is getekend door Humberto Ramos, dus daar krijg ik hoofdpijn van.

En nu heeft schrijver Dan Slott het ook bevestigd in dit artikel van de New York Daily News:

Writer Dan Slott had known Parker’s demise wasn’t permanent and the wall-crawling Mets fan would be back in the relaunched “Amazing Spider-Man” series that debuts this April, but he had to endure reaction ranging from death threats to Internet backlash to childrens’ tears while maintaining secrecy.

“To do that for a solid year of my life, that’s the hardest thing I’ve had to do — to look small children in the eye at a convention and lie to them,” says Slott. “One of them with an honest-to-God Little League uniform and a quivering lip. Inside, part of me was dying.”

He did, however, cave under the pressure when he met actor Andrew Garfield on the set of “Amazing Spider-Man 2.” After the actor who plays Parker on the big screen expressed his shock over the death of the beloved character, Slott admits he dropped some secretive hints.

“(Parker’s coming back) just in time, fancy that, for a major Spider-Man motion picture,” quipped Slott. “It seems uncanny. It was very nice for Sony to schedule the movie around the story.”

Interessant genoeg claimt Axel Alonso, de hoofdredacteur bij Marvel, dat hij het idee van de mindswap eigenlijk niet zag zitten toen Slott dit enkele jaren geleden voorstelde.

Alonso, however, adds that after five decades of stories that featured Parker battling a recurring set of villains and personal problems, “I do feel people will appreciate him a little more after this. I do think people have been taking him for granted.”

Daar heeft Alonso een punt. Uiteraard zal het weer fijn zijn om Peter terug te hebben in het pak. Na meer dan een jaar afwezigheid, krijgen hij en de lezers weer een frisse start. Of dat goed gaat uitpakken moeten we nog maar zien, want Dan Slott is de schrijver van Amazing Spider-Man #1 en Humberto Ramos is de tekenaar, dus erg enthousiast word ik er eerlijk gezegd nog niet van. Slott heeft de laatste twee jaar laten zien dat hij eigenlijk niet in staat is om boeiende verhalen te schrijven. Ik was er geruster op geweest als een goede schrijver en tekenaar op de titel waren gezet. Dat zou pas echt een frisse start hebben betekend voor Peter Parker. En bovendien eindigt het artikel met Slotts uitspraak: “But there’s a twist. There’s always a twist.” Ik moet het dus nog zien of Marvel met iets komt waar we blij van kunnen worden.

Voorlopig vind ik de serie Amazing Spider-Man wederom bij nummer één beginnen al niet erg origineel.

Overigens kregen de fans van Peter Parker recent vijf deeltjes te lezen waarin Peter weer even Spider-Man was. Deze verhalen, gepubliceerd als Amazing Spider-Man 700.1 t/m 700.5, speelden allemaal voor zijn ‘dood’ af.

Categorieën
Media Strips

Column: Doodzonde

Illustratie: Paul Stellingwerf
Illustratie: Paul Stellingwerf

Wie comics leest, weet dat het verhaal nooit echt afloopt en eeuwig doorgaat. Comics zijn superheldensoaps: overleden personages komen terug en grote veranderingen worden – meestal – weer teruggedraaid.

Eind 2012 overleed Peter Parker in Amazing Spider-Man #700, het laatste nummer van de serie, en tegenwoordig zit superschurk Doctor Octopus in zijn lichaam om als ‘Inferieure’ Spider-Man het Marvel Universum onveilig te maken. Dat klinkt inderdaad net zo fout als de huidige verhalen die schrijver Dan Slott hierover uithoest. Verhalen van een lager niveau dan menig fan-fiction of Vijftig tinten grijs-achtige lectuur. Ik troost mij met de gedachte dat Slott ooit vervangen zal worden en dat Peter Parker dan wel weer terug zal keren, net als Superman, Batman en andere dode (super)helden die het eeuwige voor het tijdelijke inruilden. Want zo gaat dat in comics.

Die troost ontbreekt echter volledig bij televisieseries die ongelukkig eindigen.

Neem Dexter bijvoorbeeld. Acht jaar lang leefden we mee met een psychopaat die misdadigers omlegt. Langzaamaan zagen we hoe Dexter in een echt mens veranderde. De avonturen van deze sympathieke messentrekker zouden aan het eind van seizoen 8 tot een spannende conclusie komen. Helaas, in plaats daarvan presenteerden de schrijvers een verschrikkelijke cop-out: wat logisch leek gebeurde niet. Dexter werd niet ontmaskerd door zijn politiecollega’s van Miami Metro, noch leefde hij nog lang en gelukkig met zijn geliefde Hannah, de aantrekkelijke blonde seriemoordenaargroupie met een voorkeur voor giftige salades. De makers kozen voor een flauwe middenweg en niet voor een bevredigende climax. In 50-minuten werd acht jaar kijkgenot veranderd in een waste of time. Omdat tijd geld is, overweeg ik een fikse schadevergoeding van betaalzender Showtime te eisen om deze verloren tijd te compenseren.

Dexter is natuurlijk niet de enige serie die slap afloopt. Gelukkig heb Lost nooit gekeken, want naar het schijnt krijgt het merendeel van de fans nog steeds therapie bij dokter Sigmund om de grote teleurstelling van de laatste aflevering te verwerken. De frisse scifi-serie Fringe (met het sympathiekste trio uit de televisiegeschiedenis en meer onverwachte plot-twists dan menig kabinetsbeleid) had beter kunnen eindigen na de spannende climax van seizoen vier en niet met het halfbakken, clichématige invasieverhaaltje uit het slotseizoen.

Vroeger werden series niet afgerond. De omroep trok simpelweg de stekker eruit, waardoor er nooit echt een einde kwam aan de avonturen van de personages waarmee je een emotionele band had opgebouwd. Eigenlijk was dat beter, want je kon zelf fantaseren hoe het verhaaltje verderging. Nu rest ons niets anders dan het risico op teleurstelling te minimaliseren en de laatste aflevering van een geliefde serie niet te bekijken. Nog beter: laat de televisie uit en ga comics lezen. Maar uiteraard niet de huidige Spider-Man-reeks.

Illustratie: Paul Stellingwerf.
Illustratie: Paul Stellingwerf.

Gepubliceerd in Schokkend Nieuws #105.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: De wake

Dood gaan we allemaal. Zoveel is zeker. Ik kijk niet bepaald uit naar het moment dat ik het leven achter me laat om het in te ruilen voor het grote niets. Begrafenissen zijn ook niet aan mij besteed. Gelukkig hoef je bij die van jezelf niet aanwezig te zijn. Geestelijk niet in ieder geval.

dewakeDaar dacht schrijver Ronald Giphart wellicht anders over. Hij schreef een kort verhaal genaamd De wake, waarin Siem, een hoogleraar, met zijn vrouw Margot een bergwandeling in Zweden maakt. Siem valt van de berg en sterft. De vriendenclub van de hoogleraar besluit zich aan een oude belofte te houden en houdt een wake.

Wat ik heel sterk aan dit verhaal vind is dat we vanaf het moment dat Siem valt, alles wat er met zijn lichaam gebeurt stap voor stap kunnen volgen, omdat de hoofdpersoon alles kan volgen. Het verhaal is vanuit zijn perspectief verteld. Hierdoor geeft Giphart een aardige indruk van wat ons te wachten staat als we eenmaal overleden zijn. Je gaat bij het lezen toch even fantaseren over hoe je eigen begrafenis eruit zou kunnen zien. Het verhaal mag op sommige punten wat sentimenteel zijn, alleen het uitgangspunt al maakt dat de vertelling niet in je koude kleren gaat zitten.

De wake, een kort verhaal dat oorspronkelijk als kerstgeschenk van de Vrije Universiteit Amsterdam is geschreven, werd in een bundel van drie verhalen uitgegeven.

Nanne Meulendijks maakte een beeldromanversie van De wake. Zij blijft in de verbeelding dicht bij het perspectief dat Giphart heeft gekozen: veel illustraties zijn vanuit het perspectief van Siem getekend. Dat levert soms koude rillingen op: wanneer de lijkzak waarin Siem ligt, wordt open geritst bijvoorbeeld en zijn twee zoons en vrouw ‘ons’ aan staren.

"Dag Siem"
“Dag Siem”

Gelukkig is Meulendijks geen slaaf van de tekst en voegt ze haar eigen interpretatie aan het geheel toe. Ze zit dus niet vast aan het perspectief van Siem en wisselt tussen zijn blik en die van de alwetende verteller. Ondanks het feit dat de tekst van Giphart integraal in het boekwerk is opgenomen, voegen de illustraties dus een extra laag toe. Dat is bij sommige verstrippingen waarin de brontekst geheel is overgenomen wel eens anders.

Het boek opent en eindigt met een extreme close-up van Siems gezicht. Bij de opening heeft Siem de schrik op zijn gezicht staan omdat hij naar beneden stort, bij het slotbeeld een soortgelijke uitdrukking omdat hij in de crematieoven ligt en zijn lijf in rook opgaat. Dat impliceert volgens mij dat de hele vertelling ook een fantasie kan zijn geweest die door Siems hoofd flitste terwijl hij zijn laatste adem uitblies. Maar dat is voor interpretatie vatbaar. En dat maakt het boek ook zo goed vind ik, dat Meulendijks in haar visualisering genoeg ruimte laat voor eigen invulling.

Kortom: De wake van Meulendijks & Giphart is een intrigerende vertelling geworden.

Wel erg jammer is dat het boek na een keer lezen uit elkaar viel: kennelijk niet goed geplakt bij de drukker, want het omslag liet de rest van het boek al vallen voordat Siem de oven in ging. De fysieke vorm van het boek gaf als het ware de geest voordat de vertelling voorbij was. Van een boek dat € 22,50 kost mag je toch een betere productie verwachten. En dit verhaal verdient sowieso beter.

Ronald Giphart & Nanne Meulendijks. De wake
Uitgeverij Podium, € 22,50
ISBN 9789057595950

Categorieën
Strips

Pieter van Oudheusden: ‘Ik deed altijd dingen die me leuk leken’

Scenarist en vertaler Pieter van Oudheusden heeft het Nederlandse beeldverhaal verrijkt met mooie, poëtische verhalen. Hij overleed in november, 56 jaar oud, aan de gevolgen van een hersentumor.

Pieter van Oudheusden; Bron: De eenhoorn.be
Pieter van Oudheusden; Bron: De eenhoorn.be

‘Iedereen leeft in zijn eigen fictie en gebruikt die om het leven dragelijk te maken. Schrijven is voor mij een vlucht voor de dingen die je niet kunt beheersen en die zijn er natuurlijk in ieder mensenleven. Je kunt hoog en laag springen, maar op een gegeven moment ben je echt het haasje. In de tussentijd hou je het leven dragelijk door elkaar verhalen te vertellen,’ aldus Pieter van Oudheusden toen ik hem in 2010 interviewde naar aanleiding van De wraak van Bakamé, een vuistdikke striproman geïnspireerd op Afrikaanse volksverhalen die hij samen met tekenaar Jeroen Janssen maakte.

September 2012 werd bij Van Oudheusden een hersentumor gevonden. Vrijwel meteen werd hij geopereerd en bestraald. Die behandelingen en de grote invloed die de tumor had op zijn functioneren en persoonlijkheid werden vastgelegd in de documentaire Ik van Jona Honer, bekroond met de VPRO-documentaireprijs voor beste eindexamenfilm. In Ik wordt Van Oudheusden belicht als anonieme patiënt, over de mens en zijn carrière komt de kijker niets te weten. Dat zetten we nu even recht.

Van Oudheusden (Puttershoek, 1957 – Rotterdam, 2013) was schrijver, vertaler, journalist en fotograaf. Hij schreef boeken over onder andere Rotterdam: De Hef, biografie van een spoorbrug (1984) en De Mensch Deelder (1986) en kinderboeken als Ik verveel me nooit! (2002) en Een grote plons (2002). In dienst van Studio Peter de Raaf vertaalde hij naar eigen zeggen zo’n veertig tot vijftig strips en populair wetenschappelijke kinderboeken per jaar. Als scenarist werkte hij samen met een scala Nederlandse en Vlaamse striptekenaars. ‘Van alle dingen die ik doe, ligt schrijven mij het beste, want dat is de meest directe manier waarop ik dingen op papier kan zetten,’ vertelde Van Oudheusden september dit jaar in zijn huis te Rotterdam. ‘Omdat ik mijn geld verdiende als vertaler heb ik dat schrijven er altijd met plezier bij gedaan en was het ook niet erg dat je daar niets voor kreeg. Daarom heb ik altijd de dingen gedaan die mij leuk leken. Toen ik opeens bij de kinderboeken voor ieder ditje of datje geld kreeg, besefte ik wat we al die jaren gemist hadden.’

Cover illustratie De wraak van Bakamé door Jeroen Janssen.
Cover illustratie De wraak van Bakamé door Jeroen Janssen.

Schubert
Met de Vlaamse stripmaker Jeroen Janssen maakte hij meerdere albums waaronder de fantasierijke biografische striproman over Schubert die volgend jaar april moet uitkomen. Van Oudheusden dacht de boekpresentatie niet meer mee te maken, want inmiddels was bekend dat de tumor terug was en gestaag groeide. Tijdens het gesprek had Pieter moeite zich dingen te herinneren, ook was het soms zoeken naar woorden.

Met het einde in zicht was het moment om achterom te kijken aangebroken. ‘Ik keek altijd alleen vooruit als ik aan het schrijven was, met het idee dat wat er nog geschreven gaat worden belangrijk is, niet wat je al geschreven hebt. Daarmee hou je jezelf ongelooflijk voor de gek, vind ik. Nu ben ik gedwongen om terug te kijken en niet te letten op wat ik binnenkort verlies, maar om te zien wat ik allemaal gedaan heb. Nu besef ik pas dat ik erg veel heb geschreven. Als ik naar dat werk kijk zijn er altijd dingen die me meevallen. Bij nader inzien word ik dus door mijn eigen verhalen blij verrast.’

Melancholie
Van Oudheusdens verhalen bevatten vaak een melancholieke ondertoon. Die komt duidelijk naar voren in de reeks korte strips Liefde & Verraad die hij samen met Fred Marschall in de jaren tachtig voor het stripblad Titanic maakte en het album Een nachtegaal in de stad (1999). In deze verhalen leidt de liefde vooral tot teleurstellingen. ‘Er zit inderdaad relatief veel melancholie in mijn verhalen. Het enige wat ik daarvoor ter verklaring heb is dat dit blijkbaar de manier is waarop ik tegen het bestaan aankijk. Eigenlijk is dat wel gek, want het houdt geen verband met mijn dagelijkse realiteit. Ik ben bijvoorbeeld al 35 jaar met dezelfde vrouw, dus waarom ik per se de verhalen vertel over slecht aflopende liefdesrelaties snap ik zelf ook niet goed.’

In het korte verhaal Comeback (2002), getekend door Kim Duchateau en gepubliceerd in Zone 5300, duikt een oude vrouw in het zwembad. Ze zwemt steeds dieper, onderwijl wordt ze langzaamaan jonger. Zich vasthoudend aan een manta komt ze bij een grot terecht waar ze steeds verder in zwemt. Vervolgens wordt ze als baby herboren. Het verhaal is een mooi voorbeeld van Pieters filosofische inslag en hang naar surrealistische en magische vertellingen.

‘Dit verhaal vertelt over een handeling die tegenstrijdig en toch ook hetzelfde is. Oud en jong; doodgaan en opnieuw geboren worden. Beter kan ik het niet uitleggen. Ik zat te worstelen met het idee dat de tijd ingehaald moest worden. In de trein van Antwerpen naar Gent kwam een erg zwangere mevrouw binnenlopen. Dat was de sleutel die ik nodig had om het verhaal af te schrijven.’ Met reïncarnatie heeft Comeback niets te maken, daar geloofde Van Oudheusden niet in: ‘Het staat voor mij vast dat er na het leven niets meer is. Dat is een grote troost, mag ik wel zeggen, want dan hoef je je daar in ieder geval geen zorgen over te maken,’ zei hij lachend. ‘Ik weet nog dat Bernlef vlak na mijn operatie overleed. Die was 75 geworden. Ik dacht toen: Of je nu nog twee of twintig jaar te gaan hebt, zoveel stelt het niet voor. Die tijd is zo voorbij.’

'Comeback'.
‘Comeback’.

comeback_vanoudheusden2

Eigenheid
Als scenarist en redacteur heeft Van Oudheusden aan verschillende striptijdschriften gewerkt, zoals Titanic, Stripschrift en Zone 5300. Hij schreef recensies en sprak met veel stripmakers en kunstenaars: ‘Het interview met schrijver A. Moonen is me het beste bijgebleven. Alles aan die man was merkwaardig. Hij had overal groot commentaar op. Ik weet nog dat hij allerlei problemen had met zijn flat en de eigenaren en… Sorry, hier laat mijn geheugen me even in de steek.’

In 2010 vertelde Pieter dat hij eigenheid het belangrijkste bij het schrijven vindt. ‘Fransen hebben het mooie woord vécu: ervaren, aan de lijve ondervonden. Je moet altijd je eigen werkelijkheid je scenario intrekken. Niet afgaan op dingen die anderen gezien hebben, maar dingen die je zelf gezien hebt. Toen ik Joost Swarte jaren geleden interviewde zei hij dat als iets kwaliteit heeft het altijd komt bovendrijven. Als je altijd je eigen ding blijft doen, komen mensen naar je toe om wat jij kunt. Als je andermans kunstje nadoet, dan zullen ze nooit naar jou toekomen maar naar die ander gaan.’

Wie zijn werk leest, weet dat Van Oudheusden die raad ter harte heeft genomen. 11 november overleed Pieter aan de gevolgen van zijn hersentumor.

Filmlab: Ik
zondag 1 December, Nederland 2, 01:00 -01:30

Dit interview is gepubliceerd in VPRO Gids #48 (2013).

Categorieën
Strips

Pieter van Oudheusden overleden

Maandag 11 november is Pieter van Oudheusden overleden. Als scenarist en vertaler heeft hij het Nederlandse beeldverhaal verrijkt met mooie, poëtische verhalen. Ik zal hem gaan missen.

Pieter van Oudheusden; Bron: De eenhoorn.be
Pieter van Oudheusden; Bron: De eenhoorn.be

Pieter van Oudheusden (1957, Puttershoek – 2013, Rotterdam) was scenarioschrijver van strips, schrijver van kinderboeken en vertaler. Hij studeerde audiovisuele vormgeving aan de kunstacademie van Rotterdam. Sinds de jaren tachtig werkte hij voor verschillende striptijdschriften zoals Stripschrift, Zozolala, Titanic en Zone 5300. Hij maakte interviews met kunstenaars, schrijvers en stripmakers. Ook gaf hij les aan de schrijversvakschool.

Als scenarist schreef hij vooral korte verhalen en de lijst met wie hij samenwerkte is lang. Een kleine greep: Fred Marshall met wie hij de reeks Liefde & Verraad maakte, Lian Ong, Jan Vriends, Fred de Heij, Michiel de Jong, Kim Duchateau en natuurlijk Jeroen Janssen met wie hij denk ik wel het meeste heeft samengewerkt. Zij maakten samen onder andere Een nachtegaal in de stad, Klaarlichte nacht en De wraak van Bakamé, een fantasievolle striproman gebaseerd op Afrikaanse volksverhalen, vol zijpaden, satire en expressieve erotiek tussen mensen en dierfiguren. Met Eric Wielaert maakte hij een moderne versie van het sprookje Blauwbaard en met Adri van Kooten  Spertijd, een verhaal dat zich afspeelt in een denkbeeldig, door legers bezet Europa.

Als medewerker van Studio Peter de Raaf in Rotterdam verzorgde hij naar eigen zeggen de Nederlandse vertaling van zo’n vijftig titels per jaar. Reeksen als Thorgal, Akira, Samber, De kronieken van Panchrysia, De Smurfen, maar ook Troebele feesten van Régis Loisel, Het portret van Edmond Baudoin en de reeks Blast van Manu Larcenet. Vertalen was voor Pieter toch vooral een manier om zijn brood te verdienen: ‘Ik heb vertalen altijd gezien als het oplossen van een cryptogram. Dat is ook de aardigheid meteen. Van de 50 boeken die ik vertaal in een jaar zou ik er tien vrijwillig gedaan hebben en twee zelf gekocht.’ Schrijven deed hij ongeveer een uur per dag, als de rest van Nederland naar DWDD zat te kijken.

Daarnaast was Pieter auteur van diverse kinderboeken en gelegenheidsuitgaven.

Ik zal me hem vooral herinneren als de intelligente en vriendelijke man met de zachte stem wiens verhalen iets bij me los wisten te maken en me lieten denken over mijn eigen plek en functie in deze wereld. Net als een andere ingewijden, wist ik dat Pieter ernstig ziek was en dat zijn dood slechts een kwestie van tijd zou zijn.

Pieter kende ik beroepsmatig. In 2010 had ik hem geïnterviewd voor Het Parool over De wraak van Bakamé. Tijdens dat gesprek hadden Pieter en ik een klik en ik kijk nog steeds met plezier terug op dat uurtje dat we in Stanislavski aan het praten waren over scenario schrijven en zijn ontmoeting met Keith Haring. Daar had hij een mooi boekje over geschreven dat hij me na het gesprek toestuurde. We hielden contact maar door wederzijdse drukke agenda’s spraken we nooit af. Dat komt wel een keer, er is tijd zat. Dacht ik.

Tussendoor kwamen we elkaar nog wel eens tegen, zoals die keer tijdens Manuscripta toen hij samen met Jantiene de Kroon van Mooves en Natasja van Loon het Nederlandse stripscenario aan het bespreken was. Daar ben ik toen bij gaan zitten. Het was altijd boeiend om Pieter te horen spreken over scenarioregels en wat volgens hem nu een goed verhaal was. Omdat ik zelf ook een scenario-opleiding heb gevolgd en beroepsmatig strips recenseer zijn dit interessante onderwerpen.

Vorig jaar september werd er een tumor in Pieters hoofd ontdekt. Hij werd vrijwel meteen geopereerd, maar na een paar maanden bleek dat het gezwel weer aan het groeien was. Ik kwam Pieter begin deze zomer bij toeval tegen toen mijn vriendin en ik een kopje koffie zaten te drinken op het Westergasfabriekterrein. Ik herkende Pieter bijna niet terug: hij was sterk vermagerd. Hij kwam even bij ons zitten en toen ik hem vroeg hoe het met hem ging, vertelde hij op berustende toon dat hij een hersentumor had en dat hij vermoedde niet lang meer te zullen leven. Hij vertelde ook dat Jona Honer een documentaire had gemaakt over zijn behandeling en dat die binnenkort uitgezonden zou worden.

Toen ik een paar weken later deze documentaire bekeken had, wilde ik heel graag Pieter nog een keer interviewen voor de VPRO Gids. In de film wordt Pieter namelijk afgebeeld als een patiënt. In wezen had patiënt Pieter iedereen kunnen zijn. Over zijn belangrijke werk voor de Nederlandse strip werd niet gesproken. Een duidelijke keuze van de regisseur en een heel begrijpelijke, want Honer was geïnteresseerd in het proces van de tumorbestrijding, niet zozeer in de stripscenarist.

Daarom wilde ik Pieter interviewen, zodat de gidslezer ook die andere kant zou horen. Dat men zou weten dat Pieter prachtige strips, vaak met een surrealistische en met een filosofische inslag, heeft geschreven die de moeite van het lezen meer dan waard zijn. Dat hij heeft samengewerkt met meer dan twintig striptekenaars en dat hij nu nog werkte aan een striproman over Schubert, wederom met Jeroen Janssen.

September dit jaar zat ik bij Pieter aan de keukentafel in zijn huis in Rotterdam. Ik hoopte dat we een flinke boom konden opzetten over zijn werk. Helaas. Pieter was welwillend en vriendelijk als altijd, maar de tumor had flink huisgehouden in zijn brein. Hij kon zich veel dingen niet meer herinneren. Halverwege het antwoorden viel hij dikwijls stil omdat zijn geheugen niet mee wilde werken. Ook moest hij soms zoeken naar woorden. Het was alsof de tumor de plaats in had genomen van Pieters geheugen en zijn persoonlijkheid. Dat had hij zelf ook door en hij zei dat hij merkte hoeveel hij in het afgelopen jaar was veranderd.

Pieter had zich berust in zijn lot en legde zich neer bij zijn naderende einde: ‘Het staat voor mij vast dat er na het leven niets meer is. Dat is een grote troost, mag ik wel zeggen, want dan hoef je je daar in ieder geval geen zorgen over te maken,’ zei hij lachend. ‘Ik weet nog dat Bernlef vlak na mijn operatie overleed. Die was 75 geworden. Ik dacht toen: Of je nu nog twee of twintig jaar te gaan hebt, zoveel stelt het niet voor. Die tijd is zo voorbij.’

Het was een moeizaam gesprek en in sommige opzichten het moeilijkste interview dat ik tot nu toe heb gevoerd. Het gesprek met Pieter was een confrontatie met mijn eigen sterfelijkheid, met het besef dat je nooit weet wanneer de tijd om is.

Pieter werd 56 jaar. Ik zal hem missen en het spijt me dat we nooit eens hebben afgesproken zonder dat daar een journalistieke reden voor was. Mijn gedachten gaan uit naar zijn vrouw Anette en hun twee dochters.

Stripmaker Aimée de Jongh schreef een mooi en persoonlijk in memoriam over Pieter.

Categorieën
Strips Video

Column: Dode striphelden als promotiemiddel

Donderdagavond 13 juni was in Pakhuis de Zwijger een bijeenkomst over strips georganiseerd door Shop Around. Ik was daarbij om een column voor te dragen en heb indertijd een verslagje over de avond geschreven. Kennelijk stond er al een tijdje een video-impressie van de avond (wat niet door de organisatie is doorgegeven), dus bij deze nog even deze, ietwat, manisch gemonteerde impressie.

Gezien de lugubere marketingactie voor Amoras deze week, lijkt het me wel gepast om de column die ik die avond presenteerde, hier te publiceren. De column haakt namelijk in op marketingcampagnes die met de dood kokketteren.

Wat hebben Wiske, van Suske & Wiske, en Peter Parker, ook wel bekend als the Amazing Spider-Man met elkaar gemeen? Goed, het zijn allebei stripfiguren. Da’s één. En van zowel Wiske als Spider-Man kennen we verschillende versies. Sterker nog: in de recent opgestarte reeks Amoras wordt de lezer getrakteerd op de jongvolwassen versies van Suske en Wiske. En daarin lijkt onze Wiske dood te gaan. En dat heeft ze ook gemeen met Peter Parker, want die is recent ook overleden. Alweer.

Bono... Euh Krimson
Bono… Euh Krimson

Maar eerst even iets over Amoras.

Amoras is geschreven door Marc Legendre en getekend door Charel Chambré (van o.a. Jump). Het is verhaal een nieuwe benadering van de klassieke reeks van wijlen Willy Vandersteen.Wat is er allemaal zo nieuw en fris aan Amoras? Het verhaal speelt zich af in de toekomst, namelijk 2047, waar schurk Krimson de scepter zwaait over het eiland Amoras. Hij laat de plaatselijke bevolking als slaven in de mijnen werken. Die werkzaamheden zorgen voor zeebevingen en scheuren in de bodem. Sus en Wis komen door een ongeluk met de teletijdmachine in deze toekomst terecht.

Overigens, dit is hoe Krimson eruit ziet in de strip. Denk er een zonnebril bij en Krimson had de tweeling broer van de heilige Bono kunnen zijn.

De tekenstijl van Amoras is duidelijk anders dan hoe de reguliere reeks wordt getekend. De personages hebben een meer volwassen uiterlijk gekregen. Kleine Wiskes worden groot en krijgen borsten zullen we maar zeggen.

De schrijver zoekt de volwassenheid van het stripduo echter vooral in hun woordkeus: Suske en Wiske zijn grofgebekter dan we van ze gewend zijn. Suske zegt heel vaak ‘Fuck!’ bijvoorbeeld. En het is ook allemaal gewelddadiger: het personage Jerusalem, die wel iets wegheeft van Wiske, gaat heel Die Hard te keer in het album.Vooral nieuw is de manier waarop de reeks werd gepromoot. Weken voor de lancering begon men campagne te voeren via sociale media. Kijk, dat ze een facebookpagina opende is niet zo heel bijzonder. Tegenwoordig hebben kinderen die nog in de embryonale fase verkeren er al één waarop hun verschrikkelijke truttige ouders uit hun naam updates op zetten…

De campagne van Amoras bestond verder uit een briefkaartje en een poster met daarop de boodschap dat Wiske werd vermist. Die poster werd gevolgd door een heuse rouwbrief waarin de dood van Wiske werd aangekondigd. Dit bleek uiteindelijk een uitnodiging te zijn voor de perspresentatie in Antwerpen, maar ik was toch wel even geschrokken.

En het is waar: aan het einde van het eerste deel van Amoras lijkt Wiske het loodje te leggen.

death_of_spiderman

De dood van een stripheld aankondigen om de verkoop te stimuleren is een oud marketingtruucje. Vorig jaar december ging Peter Parker, mijn geliefde held en toeverlaat, dood. Hij werd vermoord. Vermoord door schrijver Dan Slott en de redactionele staff van Marvel Comics. Of door de marketingafdeling. Tegenwoordig is het verschil nog moeilijk te zien tussen de schrijvers en marketeers in de comicswereld.

Vorig jaar bestond het Webhoofd maar liefst 50 jaar en Marvel besloot dit te vieren, door zich te ontdoen van Peter Parker. En dat terwijl Spider-Man toch het boegbeeld van de uitgeverij is. Na bijna 700 afleveringen Amazing Spider-Man neemt de stervende Doctor Octopus het lijf en geest over van Peter Parker.

Octopus doet een mindswap: zijn geest zit in het hoofd van Peter Parker. En Peters brein zit in de hersenpan van de doodzieke Octopus. Als die even later aan zijn kanker bezwijkt komen de avonturen van Parker ten einde. Vanaf nu speelt Doctor Octopus voor Spider-Man en de arrogante kwal noemt zichzelf superior Spider-Man.

Inferior Spider-man kun je het beter noemen. Want, de verhalen zijn verschrikkelijk slecht geschreven. Dan Slott heeft er een handje van om de karakters van zijn personages zo om te buigen dat ze in zijn waanzinnige plots passen, terwijl we allemaal weten dat een goed verhaal en een boeiend plot, voorkomen uit de handelingen en wensen van de personages.

De fans waren er dan ook niet blij mee. Ik ook niet. Ik stuur Dan Slott af en toe een vriendelijke doch giftige tweet. Al hou ik het in tegenstelling tot andere fans erg netjes, want doodsbedreigingen, daar doe ik niet aan.

Overigens was Stan Lee, de geestelijk vader van Spider-Man ook niet blij met deze plotwending.

stanleetweet

We weten allemaal dat in stripland en in het bijzonder in comics land, stripfiguren nooit lang dood blijven en dat het ‘sterven’ van een personage niets meer is dan een afgekloven plannetje van de marketingafdeling om ‘nieuw leven’ in een reeks te blazen.

Peter Parker stierf al eerder. In de jaren negentig werd hij jarenlang vervangen door zijn kloon. Een paar jaar later stierf Peter om zichzelf in een cocon te wikkelen om er daarna als herboren en verbeterd uit te komen in The Other. Ook Peters Tante May kwam terug uit de dood. Zelfs de euvele Norman Osborn die Peters vriendin Gwen Stacy vermoordde kwam jaren later terug en bleek het meesterbrein te zijn achter heel wat pech in Peters leven.

En dan heb ik het nog niet eens gehad over de legendarische dood van Superman uit de jaren negentig en die van Bruce Wayne nog niet zo heel lang geleden. En Captain America. En zo zijn er nog wel meer helden die uit de dood zijn herrezen. In tegenstelling tot het echte leven, blijven superhelden zelden dood. Maar u moet het met me eens zijn dat in de aangekondigde dood van een strippersonage nog weinig originaliteit schuilt.

En daarom begrijp ik de verontwaardiging van de fans heel goed. Als je bepaalde strips maar lang genoeg leest, worden de personages vrienden van je die je geregeld opzoekt.

Fans leven mee met deze personages en het raakt hen emotioneel als een stripfiguur overlijdt of slecht geschreven wordt. De dood is een serieuze zaak en zou geen goedkope marketingtruc moeten zijn. Daarom wil ik de hier aanwezige stripmakers het volgende meegeven: als je een strippersonage omlegt, laat de reden dan zijn dat je een goed verhaal wilt vertellen. Laat de dood iets betekenen.

Categorieën
Strips

Graf van Wiske op Museumplein

Je kunt niet zeggen dat ze er bij de Standaard Uitgeverij niet alles aan doen om de spin-off reeks van Suske en Wiske, Amoras, onder de aandacht te brengen. Vanaf woensdag 6 november ligt het tweede deel in de winkel, dus groef men vandaag een graf op het Museumplein te Amsterdam voor stripfiguurtje Wiske die – schijnbaar – in het eerste deel om het leven kwam.

Persfoto_Suske&Wiske_Amoras

Publiciteitsposter die het eerste deel onder de aandacht bracht.
Publiciteitsposter die het eerste deel onder de aandacht bracht.

Dat laatste is op dit moment niet zeker en het antwoord zou in het tweede album staan. Ik gok dat onze blonde wijsneus nog wel ergens ronddoolt en dat de berichten over haar dood wat voorbarig zijn.

Amoras is een stripreeks van tekenaar Charel Cambré en scenarioschrijver Marc Legendre. De hoofdpersonages zijn dezelfde als die van Suske en Wiske, maar de stijl van Amoras is ietwat realistischer dan de oorspronkelijke reeks en de figuren zijn een aantal jaar ouder.

De reeks speelt zich af in 2047, precies 100 jaar na de eerste publicatie van Op het eiland Amoras, het eerste album rond Suske en Wiske. Er staan zes albums voor de korte reeks gepland. Het eerste album van Amoras verscheen op 8 mei 2013. Het tweede album, getiteld Jérusalem, verschijnt dus op 6 november 2013.

Ik moet zeggen dat ik ook zonder alle poespas benieuwd ben naar het album. Er valt veel op Amoras aan te merken, en velen hebben dat ook gedaan. De giftige brief van Hans Matla in de Eppo staat me nog helder voor de geest. Die vond het allemaal maar niks, maar goed, Amoras is ook niet gericht op lezers van zijn leeftijd en achtergrond. Het is een poging om de young adults aan te spreken. Ik vind het verfrissend dat de uitgeverij met deze limited serie een nieuwe interpretatie van Suske en Wiske aandurft. Lees hier mijn recensie van het eerste deel.

Hier alvast de trailer voor het tweede album:

Categorieën
Film Mike's notities

Column: Een veilig Halloween

Illustratie: Paul Stellingwerf
Illustratie: Paul Stellingwerf

Sinds enkele jaren kennen ze in Amerika ‘Trunk or Treat’. In deze variant van ‘Trick or Treat’ gaan de kinderen tijdens Halloween om snoep te scoren niet verkleed langs de huizen, maar lopen ze langs geparkeerde auto’s waarin lekkernijen liggen uitgestald in de versierde kofferbak. Bezorgde ouders hopen zo toezicht te kunnen houden op de kleintjes en te voorkomen dat ze slachtoffer zullen worden van pedofielen.

Waarom de ouders niet gewoon met de jonge kinderen meelopen als ze langs de huizen gaan, is me een raadsel. Kennelijk houden ze er gewoon van om zoveel mogelijk met hun auto te doen. De plaatselijke kerkgemeenschap is vaak de organisator van deze ‘Trunk or Treats’ en daarom vinden ze dikwijls op de parkeerplaats van een kerk plaats. Dat is toch wel ironisch gezien de reputatie van de kerk als pedofielenclub. Over de kat op het spek binden gesproken.

Verhalen waarin kinderen tijdens Halloween gevaarlopen doen al jaren de ronde. Iedereen kent de verhalen over vergiftigd snoep of fruit waar scheermesjes in verstopt zitten. Dit zijn meestal urban legends, behalve de anekdote over Ronald Clark O’Bryan die in 1974 zijn eigen zoon vergiftigde met Halloweensnoep om het geld van de levensverzekering op te kunnen strijken. Hij kreeg heel toepasselijk The Candy Man als bijnaam.

In de huidige commerciële variant van Halloween komt het gevaar dus niet meer van spoken, heksen of het feit dat de grens tussen onze wereld en het dodenrijk op de 31ste van oktober vervaagt, maar uit de hoek van pedo’s en niet-brave vaders die op een creatieve wijze de financiële crisis binnen het huishouden proberen te beslechten. Reallifehorror versus de sprookjesachtige, gothic-kitsch die mijn Halloweenbeleving bepaalt.

Dankzij mijn intolerantie voor suikergoed en liefde voor films als Sleepy Hollow en The Nightmare Before Christmas, draait Halloween voor mij om pompoenen snijden, horrorfilms kijken met vrienden en oude kerkhoven bezoeken. Dat laatste doe ik bij voorkeur in pittoreske steden als het Schotse Edinburgh. Daar worden de mythes rondom geestverschijningen levend gehouden door diverse ghost tours. Door ’s nachts op een middeleeuws kerkhof te lopen waar een miljoen pestslachtoffers onder je voeten begraven ligt, worden die geesten bijna tastbaar en is het makkelijk voor te stellen dat ieder moment een onthoofde ruiter tussen de graven door voorbijrijdt om vervolgens in de mist te verdwijnen. Nog een voordeel: de kans om een pedofiel tegen het lijf te lopen is nihil. En aangezien je als levende kerkhofbezoeker niet interessant bent voor bodysnatchers of necrofielen is zo’n prachtig kerkhof eigenlijk de veiligste plek om Halloween door te brengen. Je kunt er alleen moeilijk je auto kwijt.

Illustratie: Paul Stellingwerf.
Illustratie: Paul Stellingwerf.

Gepubliceerd in Schokkend Nieuws #104.

Categorieën
Daily Webhead Video

Video: Looking for My Love at St Mary’s Churchyard

Illustratie: Erik Wielaert
Illustratie: Erik Wielaert

Terwijl het al begon te schemeren togen Linda en ik naar de locale stripwinkel in Bath. Onderweg kwamen we een pittoresk kerkhof tegen van St. Mary’s Church. Een medewerker van de kerk liep ons tegemoet toen we het kerkhof opliepen. ‘Natuurlijk mochten we even rondkijken,’ zei hij. Ik hou van de verstilde sfeer op kerkhoven. Vooral de oude die midden in de stad staan. Een mooie plek voor de doden midden in de drukte van het leven. En een fijne plek voor de levenden voor kalme contemplatie.

Het werd de locatie van mijn Halloweeneske video voor dit jaar. Enjoy.

Tussen twee (): Er popt een reclamebanner in beeld omdat ik muziek van Danny Elfman heb gebruikt en dacht dat YouTube dit niet door zou hebben. Weer wat geleerd dus.

Categorieën
Video

Parijs was toen. En nu?

Parijs, wat moet je ermee? Daar bedoel ik in dit geval niet de stad mee, maar de ruim vijftig minuten videomateriaal die ik daar gedraaid heb. Vorig jaar zomer waren Linda ik in de Franse hoofdstad om Tim Burton en Robert Crumb te bezoeken. De respectievelijke exposities over deze heren welteverstaan dan, ik heb geen directe lijnen met deze grootheden der cultuur.

parijs3

Sinds thuiskomst staat het videomateriaal op mijn harde schijf geparkeerd. Ik monteerde een Daily Webhead over Crumb, maar shots van de stad, Père-Lachaise, prachtige beelden van Jardin du Luxembourg, etc. zijn nog steeds ongebruikt.
Ik weet niet zo goed wat ik ermee moet. Natuurlijk schiet je vooral videomateriaal op vakantie voor jezelf, maar tot nu toe wist ik daar altijd wel een aardige aflevering voor mijn webreeks te maken. Bezoekjes aan Londen en Edinburgh leverden verschillende kijkjes op: van een blik in de stripwinkel tot een studie van kerkhoven.

parijs1

Maar Parijs… noppes. Ooit deed ik wel een poging een reisverslag te maken, maar toen kwam de verhuizing, gevolgd door een reeks artikelen die geschreven moesten worden. En mijn gedachten dwaalden steeds verder van die zomer in Parijs. Daarbij: wie zit er eigenlijk op vakantieverhalen te wachten? Wat voegt jouw reisje nog toe aan die duizenden verhalen die al over Parijs verteld zijn? En wat valt er eigenlijk voor verhaal te maken van een reeks losstaande shots en gebeurtenissen die alleen voor de reizigers die er waren herinneringen oproepen? Goed, dat verhaal over die vervelende ober kan ik vertellen. En die toeristengekte die je daar ziet. maar levert dat een lekker lopend geheel op?

Ik heb lange shots gedraaid waarbij ik door een bepaalde omgeving wandel. Dat geeft een aardige indruk van die plek, maar lange shots kosten ook veel screentijd.

parijs2
Internetvideo’s moeten kort en krachtig zijn, anders kijkt men ze niet uit. Wat laat je zien? Wat laat je weg? Wordt het een video? Of een reeks korte, thematische afleveringen?

Trek je je als maker eigenlijk iets aan van je publiek? In principe en uit principe moet je gewoon maken waar je zelf zin in hebt. De mogelijkheden zijn eindeloos. En daarom roept het materiaal ook zo veel vragen op.

Het zijn allemaal particuliere vragen. Vragen die een ieder op een eigen wijze antwoordt. Mijn antwoord presenteer ik binnenkort op dit blog.

Of niet.

Categorieën
Stripplaatjes onder de loep Strips

Stripplaatje onder de loep: Dood in Meccano

In de prachtige vierdelige stripreeks Meccano (1993-2007) rekent stripmaker Hanco Kolk op satirische wijze af met de excessen van onze maatschappij. De verhalen spelen zich af in Meccano, lees Monaco, een vorstendommetje aan de Middellandse zee waar een decadente levensstijl de norm is.

Klik op plaatje voor grotere versie.
Klik op plaatje voor grotere versie.

In Schlager, het derde deel uit 1999, bezoekt volkszanger Johnny Paul het vorstendom om zijn enige hit ooit ten gehore te brengen. Hij is uitgenodigd door het ministerie van defensie. Het ministerie meent dat er juist tijdens de burgeroorlog veel behoefte is aan cultuur. Een verkeerde gedachte want al snel blijkt de burgeroorlog juist te zijn veroorzaakt door entertainers en hun goedkoop amusement. Het wordt dus een gevaarlijke reis voor de zanger. Johnny Pauls vliegtuig stort neer in een voorpui van een kantoorgebouw, een van de weinige panden die nog overeind staan. De schlagerzanger komt midden in de puinhoop van een verloren beschaving terecht. Een van de rebellen begeleidt hem door de het kantoorpand. Ze hebben een kostuum nodig zodat Johnny Paul zijn entertainersuniform uit kan trekken en minder opvalt tussen het overlevende kantoorpersoneel. Al snel hebben ze een slachtoffer gevonden.

In bovenstaand fragment schiet deze rebel ‘een jonge Armani’ door het hoofd. Door de impact van de kogel vliegen de hersenen van het slachtoffer uit diens schedel. In de plas bloed zijn scènes uit het leven van de stervende kantoorpik afgebeeld. De stripmaker verbeeldt op prachtige wijze het cliché dat je op het moment van sterven je leven voorbij ziet flitsen.

Het is nog een mooie dood ook, want de oplettende striplezer ziet dat vooral positieve herinneringen aan het geestesoog van de man voorbijtrekken. Passend in de rest van het verhaal zien we een paar seksuele escapades met verschillende partners, een paar gelukzalige jeugdmomenten en een tv-optreden. In een van de brokstukjes is zelfs een zeiljacht te ontwaren. Wie goed kijkt ziet dat het slachtoffer ooit Kolks stripcollega’s Peter de Wit en Aloys Oosterwijk heeft ontmoet. Hij staat namelijk tussen hen in met een glimlach op zijn gelaat, de stripmakers tegen zich aan duwend. Wellicht lachen de mannen voor de foto.

Met Johnny Paul loopt het overigens niet goed af. Hij weet de doodstraf te ontlopen door de mensen in de rechtzaal in vervoering te brengen met zijn liedje ‘Dans met mij de hoela’. Ook ziet het ernaar uit dat hij een einde zal maken aan de burgeroorlog door het volk met hem mee te laten zingen. Toch raakt Johnny uiteindelijk onder het puin van een ingestorte nachtclub bedolven. De carrière van entertainers kent nu eenmaal hoogtepunten maar vooral ook dieptepunten.

Meccano: De eenzame planeet. Tekst en tekeningen: Hanco Kolk.

Deze eerste aflevering van de rubriek Stripplaatje onder de loep verscheen in Eppo #2 (2012).

Categorieën
Minneboo leest Strips

Minneboo leest: We gaan u eens lekker doodmaken

Zaterdag 23 februari bestaat de NVVE, de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde, alweer veertig jaar. De vereniging geeft voorlichting en informatie over euthanasie en hulp bij zelfdoding, verstrekt wilsverklaringen, houdt onderzoek en ondersteunt en faciliteert initiatieven met betrekking tot het zelfgewilde levenseinde.

Het is een vereniging die ik een warm hart toedraag, want ik vind dat je zelf je levenseinde moet kunnen bepalen en dat dit geen zaak is waar de overheid of de kerk zich mee hoort te bemoeien.
Maar wat heeft stripmaker Peter de Wit daarmee te maken, vraag je je wellicht af. Goede vraag! De Wit, natuurlijk bekend van Sigmund en S1ngle, tekent cartoons voor Relevant, het tijdschrift van de NVVE. Die cartoons zijn nu gebundeld in We gaan u eens lekker doodmaken.

Euthanasie is natuurlijk een serieus onderwerp daarom is het maar goed dat Peter de Wit als geen ander met zijn cartoons de zaak kan verluchtigen. Dat doet hij vaak op sarcastische toon en soms cynische toon, zoals hier:

peterdewit_johndemol

Maar soms ook met een sterke beeldgrap:

peterdewit_zelfmoord_wind

Psychiater Sigmund speelt een rol in het boekje, maar niet in alle tekeningen. Doodgelachen heb ik me (gelukkig) niet, maar vermakelijk is de bundel wel. In tegenstelling tot de andere cartoonbundels van De Wit, betwijfel ik of deze als verjaardagscadeautje goed zou vallen bij de ontvanger.

Peter de Wit: We gaan u eens lekker doodmaken
De Harmonie, €12,50
ISBN 978 90 76168 71 5