Categorieën
Strips

Stripdagen Haarlem 2012: Kijk! Lees! Arabische strips!

Tijdens de elfde editie van de Stripdagen Haarlem, die in het eerste weekend van juni plaatsvindt, staat de Arabische strip centraal. Programmadirecteur Joost Pollmann licht toe.

Affiche getekend door Peter van Dongen.

In de thematentoonstelling Chouf! Qra! (Kijk! Lees!) wordt het werk van tien stripmakers uit de Arabische wereld getoond, waaronder Marokko, Egypte en Soedan. Van hen zijn strips, cartoons en andere publicaties te zien, evenals stripbladen en albums.

Al sinds de eerste editie in 1992 van Stripdagen Haarlem kijkt het stripfestival ver buiten de landsgrenzen. Eerder kwamen onder meer Brazilië, Scandinavië en Indonesië aan bod. Waarom eigenlijk? ’Op een paar liefhebbers na weten mensen vaak niets over strips uit andere landen. Het is gewoon nodig dat men weet dat het er is en wat er allemaal is. Ik heb daarom ook nu weer geprobeerd om zoveel mogelijk tijdschriften en boeken te verzamelen,’ vertelt Joost Pollmann, programmadirecteur en samensteller van de expositie. ‘Oost-Europa hebben we in de vorige editie toegankelijk gemaakt met een online database en een tentoonstelling. Nu geven we een beeld van de Arabische strip, die op dit moment erg in ontwikkeling is. Er ontstaan nieuwe initiatieven, er komen nieuwe stripbladen uit en een jonge generatie stripmakers laat van zich horen. Die ontwikkeling staat eigenlijk los van de Arabische Lente, al is de aandacht die de regio’s daardoor krijgen een gelukkig toeval voor ons. Het lijkt nu alsof we daarop inspelen, maar ik was al een jaar met mijn onderzoek bezig voordat de volksopstand in Tunesië begon.’

Censuur
Behalve laten zien wat er allemaal is, hoopt Pollmann ook zekere vooroordelen te ontkrachten: ‘Mensen hebben veel vooroordelen en aannames, die worden natuurlijk ook erg gepusht door een zekere blonde politicus. Een zo’n hardnekkig misverstand is dat het maken van afbeeldingen in islamitische landen verboden zou zijn. Maar is er is juist ontzettend veel beeld, alleen in de moskee mag het niet. In de gebedsruimte zijn vooral arabeske en abstracte vormen te zien. Daarbuiten wordt er gewoon gefilmd, getekend en gefotografeerd.’

Censuur kennen de landen wel, hetzij vanuit de heersende macht of vanuit de religie, al verschilt de mate van land tot land. Onder Mubarak werd in 2009 de striproman Metro van Magdy El Shafee een jaar na publicatie verboden. Deze grafische roman over het drukke en rumoerige leven in Caïro, met corrupte politici en criminele jongeren, beviel het regime van Mubarak niet. El Shafee werd door zijn verboden boek voor buitenlandse stripliefhebbers en journalisten een boegbeeld voor de Egyptische stripcultuur.

‘Het ergste geval van censuur is natuurlijk Ali Ferzat uit Syrië,’ vertelt Pollmann. ‘De geheime politie sloeg de cartoonist in elkaar, brak zijn vingers en dumpte hem langs de weg. Naar verluidt was de directe aanleiding voor deze aanval een cartoon waarop Assad bepakt en bezakt probeert mee te liften met Khadaffi, die per jeep de stad verlaat. Het is ironisch dat voordat Assad aan de macht was, hij een fan was van het werk van Ferzat.’

Illustratie: Kifah al Reefi.

Facebook
Ferzat is een van de stripmakers van wie er werk te zien is in Chouf! Qra! Iedere stripmaker vertegenwoordigd een land, zodat er verschillende aspecten van de Arabische strip worden getoond. Zoals Kifah al Reefi. Hij was een bekend tekenaar in de landen rond Irak en is gevlucht voor Saddam Hoessein die zijn cartoons niet kon waarderen. Hij woont tegenwoordig in Amsterdam-Noord. ‘Zijn geschiedenis is interessant, want exemplarisch voor veel tekenaars uit moeilijke politieke landen. Reefi heeft een prachtige woordeloze stijl, je moet als kijker meedenken om de symboliek van de prenten te interpreteren. Hij tekent veel over identiteitsproblemen en traumatische ervaringen.’

Sara Qaed uit Bahrein publiceert haar politieke prenten over de Arabische Lente op Facebook en Twitter. ‘Voor onze begrippen neemt ze een nogal radicaal standpunt in. Ze is van mening dat het volk is opgehitst door Hezbollah en Iran om de eenheid in het land te verstoren.’

Ook zijn er strips over The 99 te zien: een groep superhelden die genoemd is naar de negenennegentig namen of eigenschappen van Allah. De helden danken hun krachten aan een handvol mystieke Noor Stenen en strijden tegen het onrecht in de wereld. ‘De bedenker hiervan, Dr. Al-Mutawa, wilde iets plaatsen tegenover het negatieve stereotype beeld van de Arabier. Ook wilde hij de Arabische jeugd nieuwe rolmodellen bieden. Overigens zegt hij er wel expliciet bij dat het geen islamitische helden zijn, maar superhelden die islamitische waarden vertegenwoordigen, zoals tolerantie en moed,’ zegt Pollmann. Saillant detail: de comics worden door Amerikaanse vrouwen getekend.


Het is niet alleen politiek of escapisme wat de klok slaat. Recent werd het magazine Tok Tok uit Cairo opgericht. Met een kleine oplage vooral populair bij een hip, jong publiek. ‘Het blad staat vol met alledaagse taferelen. Mannen die twijfelen of ze wel of niet hun baard moeten afscheren, verhalen vol straatscènes waarin men met de scooter door de stad rijdt. En het ziet er allemaal heel luchtig uit. Niet dat dat een reactie is op de zwaarte van het leven daar overigens. Al zijn in de strips agenten en officieren wel prominent aanwezig.’ Mohammed Shennawy uit Egypte is de aanvoerder van Tok Tok, hij is een representant van de nieuwe jonge stripmakers in de Arabische regio. ‘Een heel goede tekenaar, zijn stijl lijkt veel op die van de Franse stripmaker Philippe Vuillemin. Maar dat berust op toeval, hij heeft Vuillemin pas kortgeleden ontdekt.’

Kinderwerk

Cartoon: Sara Qaed

Pollmann schreef een essay dat Forum, centrum voor multiculturele ontwikkeling, tegelijkertijd met de expositie uitbrengt. De stripspecialist geeft hierin voorbeelden van de Arabische stripcultuur. ‘De Arabische landen hebben een veel langere stripgeschiedenis dan dat ik aanvankelijk dacht. In de negentiende eeuw had je al satirische tijdschriften, net als hier. De geschiedenissen verlopen eigenlijk parallel. Wij hadden de Pep, zij Sinbad en andere jeugdbladen. Het merendeel van de huidige markt bestaat uit commercieel product gericht op jonge lezers. Disney is bijvoorbeeld actief in tien landen in het Midden-Oosten, ook Superman is in het Arabisch te lezen. Populaire stripbladen als Majid en Basim worden in oplagen boven de 100.000 exemplaren uitgebracht. De graphic novel-markt, strips voor een volwassen publiek gemaakt door auteurs, is klein maar in opmars. Er zijn veel initiatieven van jonge stripmakers, maar de zichtbaarheid van het medium is over het algemeen niet groot door slechte distributie en kleine oplagen.’

Manga
Natuurlijk moet men oppassen met het trekken van algemene conclusies bij een begrip als ‘Arabische strip’: we praten over stripculturen uit verschillende landen, geen homogeen gebied. Toch vielen Pollmann enkele overeenkomsten op in de twee jaar dat hij onderzoek deed. ‘Als je de typografie even wegdenkt, die overigens wel erg mooi is trouwens, is het opvallend hoe westers de strips ogen. Ik zie qua stijl niet veel verschillen met de Europese strip. Opvallend veel stripmakers tekenen in de manga-stijl. (Japanse strip met een expressieve stijl, red.) Op zich is dat logisch, want manga is op dit moment wereldwijd ontzettend populair bij jongere tekenaars, van Afrika tot Oost-Europa. Ook opvallend is het vrij grote aandeel van vrouwen onder de stripmakers. Ik heb een aantal Libanese stripmaaksters gesproken en van hen heb ik begrepen dat mannen vooral een “echte” loopbaan volgen. Strip maken wordt als beroep niet serieus genomen omdat men in de Arabische landen het medium toch vooral als leesvoer voor kinderen ziet. Precies zoals hier in de jaren tachtig.’

Maar er gloort hoop volgens Pollmann: ‘Naarmate meer tekenaars zich zullen bezighouden met verhalen voor volwassenen, al dan niet met politieke onderwerpen, zullen pers en publiek meer waardering krijgen voor het medium.’

De tentoonstelling Chouf! Qra! is tijdens de Stripdagen Haarlem in Galerie 37 te zien, in oktober en november ook in het Persmuseum te Amsterdam. Joost Pollmann geeft ook een gratis lezing over de Arabische strip in de Stadsbibliotheek van Haarlem op 2 juni om 16 uur.
Zie ook: www.stripdagenhaarlem.nl

En verder biedt de Stripdagen Haarlem:

Stripatlas
De Stripdagen Haarlem werpt de blik ook op de Nederlandse stripcultuur. Via de digitale Stripatlas wordt met één klik duidelijk waar stripwinkels, stripinitiatieven en stripmakers te vinden zijn. Nederland telt namelijk een aantal boeiende strip scenes, van de Inktpot in Utrecht, G’runn in Groningen tot stripantiquariaat Lambiek in Amsterdam. Stichting Beeldverhaal maakte deze geografische inventarisatie, na het festival zal Stichting Stripstift de gegevens updaten en aanvullen. De Stripatlas is bedoeld voor de branche en voor iedereen die op zoek is naar praktische stripinformatie.

Exposities
Traditiegetrouw zijn er veel exposities tijdens de Stripdagen Haarlem over stripmakers en beeldcultuur. Een kleine greep uit het aanbod: Turkartoon in Hotel Lion D’or laat de rijkdom zien van de hedendaagse Turkse strip; in Galerie Année II is een intergalactische expositie naar aanleiding van 15 jaar stripcollectief Lamelos; in een overzichtstentoonstelling van Joost Swarte in Tipitina hangt werk dat niet in zijn recente bundeling (Bijna) Compleet staat en de tentoonstelling bij Mark Keppel Lijstenmakerij & Galerie toont het ontwerpproces van het affiche voor de Stripdagen Haarlem 2012, ontworpen door huisstijltekenaar Peter van Dongen.

Muziek en strips
Zaterdagavond 2 juni is in het Patronaat het Zone 5300 festival. Zone 5300 is een tijdschrift gewijd aan strips, cultuur en curiosa. Op het podium onder meer striptheater met Eefje Wentelteefje en rock uit de Verenigde Staten met Swearing at Motorists/Marble Alley. Tussen en tijdens de optredens zijn cartoonjocks (live-striptekenen op muziek) actief. In samenwerking met de Turkatoon-expositie brengt Zone 5300 een special uit waarin een zestal Turkse striptekenaars voor het voetlicht wordt gebracht die behoorlijk afwijken van het beeld dat we hier hebben van Turkse cartoonisten.

Dit artikel is gepubliceerd in VPRO Gids #21 2012.

Categorieën
Strips

Erik Wielaert: Dwalen in de wereld van elfjes en duivels

De hele maand september exposeert illustrator en stripmaker Erik Wielaert in Galerie Lambiek. Sprookjesachtig werk waarin het bovennatuurlijke een centrale plaats heeft.

In Galerie Lambiek, Kerkstraat 132, hangt deze maand het grafische werk van Erik Wielaert (Amersfoort, 1957): beeldend kunstenaar, illustrator en stripmaker. In de verzameling schilderijen, illustraties en originele strippagina’s komt een duidelijke voorkeur voor sprookjes en het bovennatuurlijke naar voren. Wielaerts wereld zit vol elfjes, duivels, vampiers en andere monsters, schuilend in de schaduwen van de alledaagse wereld tot het moment dat ze zich onverwachts kenbaar maken aan nietsvermoedende voorbijgangers.

‘Dit soort figuren vind ik fijn om te tekenen. Het komt vanzelf uit mijn pen als ik ga schetsen,’ vertelt Wielaert. ‘Van kinds been af heb ik al een fascinatie met het bizarre, bovennatuurlijke en het fantastische. Het bovennatuurlijke is een terrein dat wetenschappelijk moeilijk bewijsbaar is, het behoort niet tot de tastbare realiteit. Juist daarom is het een domein waar je je verbeelding op los kunt laten.’
Wielaerts grafische werk, dat qua stijl ergens zit tussen karikatuur en realisme, is bont en rijk aan details. Je kunt er als toeschouwer flink in ronddwalen. ‘Ik hoor vaak van mensen dat ze bij herhaald kijken steeds meer dingen erin zien.’

Mr. TV
Wielaert studeerde in 1982 af aan de Kunstacademie in Groningen, richting vrije grafiek en schilderkunst. Hij verdient zijn geld voornamelijk als illustrator. Hij ontwerpt posters en illustreert educatieve boeken voor uitgevers als Meulenhof en Malmberg. Ook is hij een van de stripmakers die bijdragen heeft geleverd aan Mr. TV, het boek van tv-regisseur Bert van der Veer over leven in de televisiewereld dat in september uitkomt.
‘Het stripachtige, het karikaturale is altijd aanwezig geweest in mijn tekenwerk. Vanaf eind jaren tachtig zijn strips een belangrijke rol gaan spelen doordat ik opnieuw kennis met het beeldverhaal maakte. Stripmakers als Moebius, Milo Manara en Charles Burns inspireerden mij om zelf strips te gaan maken. Alle drie hebben ze een unieke tekenstijl. In het bizarre universum van Burns lijkt ook onder een alledaagse werkelijkheid van alles schuil te gaan.’


Schaduwkant
In Wielaerts strips komt de mensheid niet altijd positief naar voren en het loopt vaak slecht af met zijn personages. In Waanklanken leidt een groepje jonge straatmuzikanten toehoorders af zodat hun zakken gerold kunnen worden, in Kommer & Kwel wordt een man belaagd door een steeds groter wordende groep zwervers. ‘Akelige dingen gebeuren nu eenmaal. De mens heeft een heel donkere zijde. Je hoeft het Journaal maar aan te zetten en je weet er alles van. Maar dat betekent niet dat mijn mensbeeld per definitie zwart of somber is. Je zoekt als stripmaker ook naar een bepaald spanningselement: verhalen waar niets in gebeurt of die alleen maar goed aflopen, zijn niet boeiend. Er zitten wat horrorachtige en fantastische elementen in, maar mijn werk is niet hard of zwaar. Het bevat altijd wel humor of relativering.’

Smallpress
Wielaerts stripverhalen zijn verschenen in stripbladen als Zone 5300, Incognito en het Groningse Gr’nn dat dit jaar vijftien jaar bestaat en waar hij een van de drijvende krachten van is. Los van enkele albums voor de Belgische Standaard Uitgeverij en de verhalenbundel Nacht & Ontij bij uitgeverij Sherpa, zijn de strips van Wielaert vooral in het smallpress circuit gepubliceerd. De stripmaker is nog vrij onbekend bij het grote publiek. ‘In smallpress ben je in feite vrij om je lekker uit te leven. Je hoeft je niet op de markt te richten, en kunt je eigen ding doen.’

Het smallpresswerk bleef niet onopgemerkt en samen met Willy Linthout mocht Wielaert voor Standaard de driedelige reeks Het laatste station maken, over een verzuurde politieagent die geconfronteerd wordt met een seriemoordenaar. De serie werd niet het gehoopte succes. Linthout is de bedenker en tekenaar van de, in Vlaanderen, succesvolle strip rondom grappenmaker Urbanus. Andere koek dan Het laatste station dat qua aard en stijl niet was toegesneden op een groot publiek, aldus Wielaert.

‘Als het een langere reeks was geworden, had die strip misschien langzamerhand een plaats had kunnen verwerven. Maar uitgeverijen zijn niet geneigd om snel in nieuwe reeksen te investeren. Na een paar albums moet iets echt geld opleveren anders stopt men ermee. Ik ben blij dat we het drieluik wel hebben kunnen afronden. Als ik ze bij mij in de kast zie staan tussen allerlei andere stripboeken, dan ben ik daar toch trots op.’

De expositie van Erik Wielaert is onderdeel van het Striptember festival dat dit jaar voor het eerst wordt gehouden: de hele maand zijn er diverse festiviteiten rondom het beeldverhaal in Amsterdam.

Dit artikel is gepubliceerd in Het Parool van 3 september.

Categorieën
Strips

Erik Wielaert exposeert in Galerie Lambiek

Even een kort nieuwtje dat ik graag onder de aandacht breng. Tot mijn vreugde exposeert Erik Wielaert namelijk in Galerie Lambiek.

De expositie zal bestaan uit vrij werk, illustraties, originele strippagina’s, schetsen en gesigneerde prenten. Wielaert is beeldend kunstenaar, illustrator en stripmaker en publiceert sinds 1996 in verschillende smallpress uitgaven, zoals Incognito. Zijn werk staat ook geregeld in Zone 5300. Hij is één van de stuwende krachten achter het Gronings striptijdschrift Gr’nn, dat dit jaar zijn 15de verjaardag viert. (Zie voor meer informatie over Gr’nn dit artikel op de site Stripster.nl.)

Samen met Willy Linthout maakte hij voor uitgeverij Standaard de driedelige serie Het Laatste Station. In 2006 verscheen bij uitgeverij Sherpa een bundel van zijn hand onder de titel Nacht en Ontij. In deze bundel toont de tekenaar een voorkeur voor magische verhalen, mysterieuze figuren en buitenaardse wezens. Niet zo gek wellicht: in een interview met 8Weekly Magazine vertelde Wielaert dat hij  zijn inspiratie haalt uit het werk van Moebius, Mike Mignola en Trondheim.

Ik zie Eriks tekenwerk graag en kom zeker de expositie bezoeken.

Op donderdag 1 september, vanaf 17.00 vindt de opening plaats van de expositie. Uiteraard zal de kunstenaar zelf aanwezig zijn.

De expositie van Erik Wielaert is onderdeel van het Striptember festival – het eerste stripfestival van Amsterdam. Zie hier het volledige programma.

Lambiek: Kerkstraat 132 – 1017 GP Amsterdam