Het Groninger Museum toont de complete trilogie van de nieuwe video-installatie Aeon van beeldend kunstenaar en filmmaker Gabriel Lester (1972) in het Coop Himmelb(l)au-paviljoen. Speciaal voor de solotentoonstelling The Return of Lester’s Loops maakte Lester het drieluik compleet.
Ook zag ik de tentoonstelling Hide & Seek, Maarten Baas. Dit is de eerste solotentoonstelling van Baas. Zijn werk bevindt zich op het snijvlak van kunst en design en staat bekend als humoristisch, rebels en theatraal. Hide & Seek, Maarten Baas is een overzicht van zijn belangrijkste werk van de afgelopen 15 jaar. Deze afbrandde piano is onderdeel van de installatie die Smoke heet en waarin Baas beroemde ontwerpen in de fik heeft gestoken om op figuurlijke wijze afstand te nemen van zijn beroemde voorgangers.
De eerste Groninger Museumnacht was een groot feest. Tenminste, zo heb ik mijn avond in het Stripmuseum ervaren.
Ik mocht namelijk twee keer mijn lezing over Mijn vriend Spider-Mangeven en de superheld was zelf aanwezig om de avond te openen. Cosplayer Yakeem Pfluger, ook bekend als Urban Cosplay Ninja, bleek een sympathieke twintiger die ook echt een fan was van Spider-Man. Nadat zijn superheldentaken erop zaten hebben we nog even gezellig gepraat en heb ik een exemplaar van mijn boek voor hem gesigneerd.
Yakeem was aanwezig tijdens mijn eerste lezing, wat het geheel een extra tintje gaf. De tweede ronde was beter bezocht dan de eerste, maar dat kwam omdat de eerste sessie tegelijk plaatsvond met een optreden van Nina Hagen in het Groninger Museum. Tegen zo’n legende kon ik als simpele debutant natuurlijk niet op.
Ook Dim Junius was van de partij: hij gaf een workshop striptekenen.
Tussen de twee lezingen door werd ik geïnterviewd door Laura Popken, student journalistiek aan de Hogeschool Windesheim die aan de slag was voor de site Kunstspot.nl – een website over kunst en cultuur in Groningen. Ze had een paar goede en spontane vragen voor me. Die kreeg ik later ook nog van het publiek na de lezing. Voordat ik tegen 11 uur vertrok werd ik nog voorgesteld aan een journalist van De Telegraaf. Ik hoop hem binnenkort te spreken voor een artikel in de krant over Mijn vriend Spider-Man.
De museumnacht werd heel goed bezocht. In totaal bezochten 3100 mensen de verschillende musea in Groningen. En in het Stripmuseum was het ook lekker druk. De organisatoren waren dus dik tevreden.
En ik ook. Het was erg fijn om mensen te spreken en ze toe te spreken. En geïnterviewd worden is voor deze journalist nog altijd een bijzondere ervaring. Bovendien: over Spider-Man praat ik graag zoals je weet. En er werden ook nog een paar boeken verkocht die avond. Da’s weer mooi meegenomen.
De avond sloot ik af met een bezoek aan een café gerund door Australische barmannen, bier en een boeiende conversatie met goed gezelschap. Meer kon deze Spidey-fan op dat moment niet wensen.
Als tiener raakte ik gefascineerd door Bowie’s muziek. Vooral zijn werk uit de jaren zeventig raakte bij mij de juiste snaar. Volgens mij was dat zijn beste periode, maar er zijn ongetwijfeld kenners en fans die een andere voorkeur uitspreken.
Dat is ook tevens de kracht van Bowie: omdat hij zoveel verschillende muziek heeft gemaakt en uitgeprobeerd is er voor ieder wat wils. In het verleden las ik wat biografieën over Bowie en studies van zijn werk. Echt een kenner zou ik mezelf niet durven noemen, maar ik herken Bowies verschillende gedaanten en de perioden die daarbij horen. Ook ben ik redelijk thuis in zijn oeuvre en weet zo’n beetje welk album ongeveer uitkwam. Geen overbodige kennis voor bij het bezoeken van de expositie David Bowie is, want er komt nogal veel op je af.
‘Meer dan 300 objecten uit het David Bowie Archief, waaronder handgeschreven songteksten, originele kostuums, fotografie, ontwerpen van bijvoorbeeld albums, en zeldzaam materiaal van de afgelopen 50 jaar zijn voor het eerst samengebracht. Het demonstreert hoe Bowie’s werk is beïnvloed door en invloed heeft gehad op uiteenlopende stromingen in kunst, design, theater en de hedendaagse cultuur. Hierbij ligt de focus op creativiteit, vernieuwing en samenwerking met veel vormgevers op het gebied van geluid, mode, vormgeving, theater en film,’ aldus de tekst op de site van het Groninger Museum. Daar was niets op af te dingen: veel mooie dingen gezien. In kostuums ben ik niet zo geïnteresseerd, maar het verbaasde me wel hoeveel er bewaard is gebleven. Bowie had nogal wat kostuums namelijk.
Originele aantekeningen van songteksten vind ik erg interessant om eens te zien. De tekst van het nummer ‘Ziggy Stardust’ bijvoorbeeld. Slechts een paar woordjes heeft Bowie hier en daar doorgekrast en vervangen, maar het ziet ernaar uit dat hij de lyrics al in zijn hoofd had voordat hij deze op papier zette. Dat weet ik niet zeker natuurlijk, dat is wat ik vermoed als ik naar de blaadjes op de muur kijk.
Filmacteur
Ik genoot erg van de filmfragmenten van films waarin David Bowie een rol heeft gespeeld. Labyrinth, Merry Christmas Mr. Lawrence, Absolute Beginners, maar ook een opname van zijn optreden als The Elephant Man op Broadway in 1980. Zonder prothetische make-up maakte Bowie door zijn spel duidelijk hoe ongemakkelijk de vergroeiingen zijn die John Merrick op zijn lichaam heeft.
Sowieso maken de fragmenten duidelijk wat een goede acteur Bowie eigenlijk was. De hoofdrol van buitenaards wezen dat op aarde leeft in The Man Who Fell To Earth was hem natuurlijk op het lijf geschreven, maar persoonlijk geniet ik vooral van zijn ingetogen spel als Nikola Tesla inThe Prestige. En vind zijn interpretatie van Andy Warhol nog steeds de beste van alle acteurs die deze kunstenaar gestalte hebben gegeven. Ik wist overigens niet dat hij tijdens de opnamen een pruik op had die Warhol echt heeft gedragen en dat zijn acteercarrière begon in een horrorfilm zonder dialoog.
Ook interessant vond ik de ontwerpenschetsen en de foto’s die gebruikt werden voor covers. Je zag namelijk niet alleen de foto die gekozen is als albumcover, maar ook de andere foto’s uit de sessie die niet door de selectie kwamen. Het maakte duidelijk hoe hard werken het eigenlijk is om tot het juiste beeld te komen. David Bowie, in het echt natuurlijk David Jones zoals je weet, was een constructie. Eentje waar Jones hard aan werkte.
Muziek
Gelukkig was er tussen alle kostuums en bijzaken ook ruim aandacht voor Bowies muziek en dan vooral het maakproces. Vooral zijn Berlijnperiode werd aardig belicht met een interviewfragment. Menno Kooistra schreef ooit drie informatieve artikelen over die periode en ook nu heb ik me weer voorgenomen om die albums binnenkort eens goed te luisteren.
Bowie had een computerprogramma waarmee hij zinnen kon invoeren die deze dan in stukjes opbrak om hem op die manier associatief te laten denken. De windowsversie van William Burroughs zeg maar. Ik lees graag boeken over hoe nummers tot stand zijn gekomen en hoe het er in de opnamestudio aantoeging. Documentaires over dit onderwerp: nog beter. Misschien hadden de samenstellers daar nog wat meer mee kunnen doen. In ieder geval was de concertzaal, waarop we video-opnames zien van Bowie in concert op grote schermen, wel erg tof. Ze gaven een lekkere vibe en laten nog maar eens zien wat een goede performer David Bowie eigenlijk was.
Vol = vol
Van tevoren dienden we kaartjes te kopen voor de tentoonstelling en alleen op het aangewezen tijdstip mochten we naar binnen. Het viel me desondanks een beetje tegen hoe druk het was zaterdagavond om 18 uur. De expositieruimtes waren warm en benauwd. Ik was constant aan het schakelen tussen Bowie, mensen ontwijken en proberen niet op een kruipende peuter te gaan staan. Ook de audio-apparatuur werkte niet naar behoren.
‘De multimedia van de tentoonstelling is verzorgd door Sennheiser. De geavanceerde geluidstechnologie die behoort bij de toneelensceneringen, animaties en video-installaties, creëert een meeslepende reis langs de artistieke invloeden van David Bowie,’ aldus de site van het museum. Men heeft inderdaad prachtige fragmenten geselecteerd en de expositie biedt een aardige combinatie van videobeelden en aanwezige voorwerpen. Technisch verliep het allemaal niet vlekkeloos. Het audioapparaatje zou automatisch moeten oppikken waar je je in de ruimte bevond en dan het juiste fragment afspelen. Dat werkte dus niet helemaal lekker. Soms hoorde ik een fragment van een onderdeel dat ik net bezocht had en wilde het ding niet laten horen waar ik op dat moment stond. Kortom, onderweg was ik veel met dit technische ongemak bezig.
De catalogus van de expositie heb ik uiteindelijk niet gekocht: de opmaak van het boek ziet er wat slordig uit en eerlijk gezegd heb ik betere boeken over Bowie in de kast staan.
Al met al ben ik blij dat ik David Bowie is heb bezocht. Eigenlijk zou je zo’n tentoonstelling een tweede keer moeten bezoeken om alles goed te kunnen lezen en zien en op je in te laten werken. Dat gaat niet meer lukken voor 10 april, wat de laatste dag zal zijn. Geeft niks, Bowie kun je ook het beste thuis beleven: zet een album op en luisteren maar.
De afgelopen dagen waren Linda en ik in Groningen voor familiebezoek. Dinsdag hadden we echter de dag helemaal voor onszelf en toen hebben we schaamteloos de toerist uitgehangen.
Zo hebben we de Martinitoren voor het eerst beklommen. Veel nauwe trapjes met af en toe een tussenverdieping, om uiteindelijk tot dit uitzicht te komen:
Zo hoog boven de straat, zag ik uiteraard kleine mensfiguren en autootjes rijden. Het lijkt dan alsof je naar een levende maquette of levend treinbord zit te kijken. Het madurodam-effect, zeg maar. Ik kan daar erg van genieten.
Daarna hebben we een lekker kopje koffie gedronken in Coffee-Break waar ze onder andere Simon and Garfunkel draaiden, dus we zaten prima. Bij koffie of thee luister ik graag wat milde singer-songwriters in plaats van housemuziek of Hollandse hits, wat toch voornamelijk Hollandse missers zijn. Toen we ’s avonds in de Smederij zaten te eten werd er een dubbele live-cd van Paul McCartney gedraaid. Twee uur lang genoot ik van zijn Beatle-liedjes en zijn solowerk. Heerlijk, al zal het voor een McCartney-hater een hel zijn.
Als toerist mocht een trip met de rondvaartboot natuurlijk niet overgeslagen worden. Het leek een rustige rit te worden, totdat een groep van 25 vrouwen vlak voor vertrek opeens aanboord stapte en het vaartuig in een kippenhok was veranderd. Gelukkig hadden de bootjes langs de kade een rustgevende uitwerking op me:
In 2015 herdenkt het Groninger Museum Werkmans zeventigste sterfdag met de overzichtstentoonstelling H.N. Werkman (1882-1945) Leven & Werk. In deze tentoonstelling zijn druksels en schilderijen, experimenteel drukwerk en de bijzondere publicaties uit de oorlogsjaren voor De Blauwe Schuit te zien. De eigenzinnige ontwikkelingen in zijn werk laten een kunstenaar zien die zich steeds bleef vernieuwen, en die zich niet hield aan regels die anderen hem oplegden. Hij gaf zijn eigen draai aan de begrippen abstract en figuratief. ‘Het resultaat is naar mijn aard, niet naar een princiep’, schreef hij in 1942 aan een vriend.
Werkman maakte drukwerk en ook dit soort schilderijen:
Overigens, wat een lelijk gebouw is dat Groninger Museum. Het lijkt erop alsof de architect met Play Doh wat stukjes aan elkaar heeft gekleid. Groningen heeft er sowieso een handje van om oude, aantrekkelijke panden af te wisselen met hypermoderne gedrochten die het straatbeeld overheersen. Alsof de architect van Rotterdam opeens in Groningen is gaan wonen.
Daar staat tegenover dat het centrum vol staat met prachtige sculpturen.