Tag: Groot-Brittanië
Earl Grey is mijlpaal van beschaving
Van dit soort nieuws word ik, als theedrinker en groot liefhebber van de smaak Earl Grey, erg vrolijk:
Uit de Volkskrant van donderdag 13 maart 2014.
Video: Engeland…een impressie
Voordat je het weet zijn de impressies van de vakantie alweer weggezakt in de drukke brei van werk, boodschappen en afspraken waarin we ons dagelijks in begeven. Stress en zorgen over werk overheersen het geluksgevoel dat je ervoer in het moment dat je rustig in de zonnige tuin van het museum in Salisbury een kopje thee zat te drinken terwijl op de achtergrond de beroemde kathedraal als decor diende.
Het is daarom noodzakelijk om videobeelden en foto’s te maken om het geheugen te ondersteunen. Dit is mijn sfeerimpressie van de reis die Linda en ik in oktober maakten naar Salisbury, Bath en Bristol, met tussenstops in Stonehenge en Avebury. Pak er iets te drinken en een koekje bij en ga achterover zitten.
De muziek in deze Daily Webhead video is gemaakt door Christopher Young en Marco Raaphorst.
Terwijl het al begon te schemeren togen Linda en ik naar de locale stripwinkel in Bath. Onderweg kwamen we een pittoresk kerkhof tegen van St. Mary’s Church. Een medewerker van de kerk liep ons tegemoet toen we het kerkhof opliepen. ‘Natuurlijk mochten we even rondkijken,’ zei hij. Ik hou van de verstilde sfeer op kerkhoven. Vooral de oude die midden in de stad staan. Een mooie plek voor de doden midden in de drukte van het leven. En een fijne plek voor de levenden voor kalme contemplatie.
Het werd de locatie van mijn Halloweeneske video voor dit jaar. Enjoy.
Tussen twee (): Er popt een reclamebanner in beeld omdat ik muziek van Danny Elfman heb gebruikt en dacht dat YouTube dit niet door zou hebben. Weer wat geleerd dus.
Typex bij Forbidden Planet
Meestal probeer ik een boek maar één keer te behandelen, want op die manier kan ik meer titels onder de aandacht brengen, maar omdat ik van de week in Forbidden Planet te Bristol Rembrandt van Typex tegenkwam, wil ik je dat toch even laten zien. Hij stond in de kast van independent publishers en voor zover ik me kan herinneren, was hij de enige Nederlandse stripmaker die daarin stond. Zoals je kunt zien bevindt Typex zich in goed gezelschap:
Bij de kassa stond deze interessante figuur trouwens:
Wat deed ik in Bristol? Linda en ik waren een weekje in Zuid-Engeland. We deden Salisbury, Bath en Bristol aan. Uiteraard bezocht ik meer stripwinkels dan alleen Forbidden Planet, maar daarover later wellicht meer.
Posy Simmonds was jaren een goed bewaard geheim van de Britse strip. Met stripromans over de getormenteerde heldinnen Gemma en Tamara brak ze in het buitenland pas echt door als stripmaker. ‘Opeens was ik een graphic novelist!’
‘Het tekenen vind ik het leukste gedeelte van mijn werk. Je kunt dan lekker zingen of muziek luisteren. Als ik aan het arceren ben is het fijn om Bach te draaien. Dan kan ik in het ritme van de muziek de lijnen trekken. Als ik iets dramatisch moet tekenen, draai ik iets verdrietigs. Bijvoorbeeld ‘Dido’s Lament’, een prachtige aria van componist Henry Purcell. Goed, ik moet er niet te hoogdravend over doen, want uiteindelijk hebben we het over het schrijven over stripfiguren, maar het helpt wel bij het werk om in de juiste gemoedstoestand te komen,’ zegt Posy Simmonds.
Tot enkele jaren geleden was Simmonds (Berkshire, 1945) een goed bewaard geheim van de Britse stripwereld. Jarenlang werkte ze als illustrator en stripmaker voor verschillende kranten en tijdschriften. Daarnaast illustreerde en schreef ze kinderboeken.
In eigen land is ze een gelauwerd vakvrouw. Ze kreeg tweemaal de prijs voor beste cartoonist van het jaar. In 2002 werd ze opgenomen in de Orde van het Brise Rijk voor haar verdiensten voor de krantenindustrie. Hoewel ze in 1981 al een graphic novel publiceerde, geniet ze naar eigen zeggen pas echt bekendheid als stripmaker sinds de publicatie van de stripromans Gemma Bovery (inderdaad, niet ‘Bovary’) en Tamara Drewe. ‘Jarenlang was ik een illustrator voor kranten, maar door die boeken ben ik op eens een stripmaker geworden, een graphic novelist!’ zegt Simmonds met een glimlach, niet gespeend van enige zelfspot. ‘Ik heb een heel nieuwe wereld ontdekt. Heel bijzonder, ik word nu op verschillende plekken uitgenodigd. Dat is niet het geval als je voor kranten tekent, dan zit je vooral thuis te werken.’
Ik spreek haar in december op het Strip Turnhout festival waar ze eregast is. Op het tweejaarlijkse Vlaamse festival staat de Britse strip centraal.
Schoonmaakster
Simmonds is een dame op leeftijd, ze praat met zachte stem maar toont zich een geanimeerd spreker. Soms praat ze vloeiend Frans: als tiener studeerde Simmonds beeldende kunst aan de Sorbonne in Parijs. Daarna volgde ze een opleiding grafisch ontwerp aan de Central School for Art and Design in Londen, waar ze tekenen en graphic design studeerde. Toen Simmonds in de tweede helft van de jaren zestig de collegebanken verliet, wist ze niet meteen wat ze wilde gaan doen. Ze stelde een portfolio samen en liep de deuren van kranten, redacteuren en uitgevers plat. ‘Ik ging bij iedereen langs die illustraties gebruikte. In het begin ving ik vaak bot. Dus werkte ik als schoonmaakster en hondenuitlater. Een van de eerste illustraties die ik gepubliceerd kreeg was voor de vrouwenpagina van The Times. Ik was al eerder bij ze langs geweest, maar toen hadden ze geen werk voor me. Op een gegeven moment belden ze op. Ze hadden een gat op de pagina; of ik daarvoor een illustratie wilde maken voor vijf uur die middag. Ik hou erg van deadlines. De spanning zorgt ervoor dat de ideeën komen.’
Simmonds illustreerde in beginsel artikelen over prozaïsche onderwerpen als isolatie, begrafenisondernemers en verzekeringen. Het echte stripwerk mocht ze voor The Sun in 1969 maken, met de dagelijkse strip Bear. Later volgde regulier illustratiewerk voor The Guardian en cartoons over de literaire wereld. Simmonds: ‘Wat ik fijn vind aan werken voor een krant is dat het vergankelijk is. Na een dag verdwijnt het. Maar ja, nu niet meer, want op het web is het blijvend.’
Lezerspost
In 1977 mocht ze voor The Guardian een strip maken voor de vrouwenpagina: The Silent Three of St Botolph’s. De strip ging voornamelijk over de familie Weber, middleclass inwoners in Londen. ‘Mijn opdracht was om over de lezers van The Guardian te schrijven, verder mocht ik het overal over hebben, van scheidingen tot anticonceptie,’ zegt Simmonds. ‘Die strip kwam uit in de tijd dat vrouwenemancipatie een belangrijk en nieuw onderwerp was. De vrouwenpagina was berucht. Het waren interessante tijden. Mannen waren bang dat je hun stropdassen doorknipte of hun broek in de fik stak,’ zegt Posy met een serieus gezicht, maar ze vervolgt met: ‘I’m kidding.‘
Ruim tien jaar lang stond er iedere week een nieuwe aflevering van The Silent Three in de krant. Simmonds leverde vaak sociaal commentaar in haar werk en wist haar lezers te beroeren. De strip was zo’n succes dat de personages kerst- en valentijnskaarten van lezers kregen toegezonden. Ook de stripmaakster kreeg postzakken vol: ‘Mensen legden mij hun problemen in hun brieven voor en vroegen me om raad. Soms kregen de personages ook dat soort brieven. Ik schreef de lezers terug dat ik niet de kennis in huis had om ze te helpen. Je kunt mensen raken door schaamte. Als je over bepaald gedrag iets schrijft dan schrijven mensen je dat ze zich weliswaar schamen maar zich er wel in herkennen.’
Overspel
Het grote publiek buiten Engeland kent Simmonds vooral vanwege haar graphic novels Gemma Bovery en Tamara Drewe. Twee heldinnen die nogal wat ophef veroorzaken in hun directe omgeving en die zijn verwikkeld in overspelige relaties. Overspel fascineert Simmonds niet in het bijzonder, het is een prominent thema in de literaire bronnen waar ze zich door liet inspireren.
Gemma Bovery is Simmonds vrije, eigentijdse en satirische bewerking van Gustave Flauberts Madame Bovary. Gemma en haar man Charlie Bovery verhuizen van Londen naar Normandië waar Gemma zich al snel begint te vervelen. Ze verlangt terug naar haar ex-minnaar Patrick en begint een relatie met een jonge Franse rechtenstudent. De plaatselijke bakker Raymond Joubert raakt geobsedeerd door Gemma: in zijn ogen lijkt haar leven precies dat van haar literaire naamgenoot te volgen.
Prinses Diana
Gemma Bovery verscheen zes dagen per week als vervolgverhaal in The Guardian. Simmonds kwam op het idee van de bewerking door een toevallige ontmoeting: ‘Ik was in Italië en ik zag een Italiaanse vrouw die me deed denken aan Madame Bovary. Ze had haar handen vol Prada-tassen en net gekochte kleren. Ze leek erg verveeld en pissig. Op dat moment kochten veel Engelsen huizen in Normandië en de Dordogne. Ik besloot dat Gemma Engelse zou zijn en dat haar leven op een bepaalde manier het verhaal van Flaubert zou weerspiegelen. Het uiterlijk van Gemma baseerde ik op Diana, de prinses van Wales, die toen nog leefde. Ik vond de manier waarop Diana vanuit haar ooghoeken omhoog kon kijken, heel intrigerend. Ik heb Gemma dezelfde ogen gegeven.’
Net als in Flauberts roman moest Simmonds heldin sterven. Toch ging dat niet zo makkelijk: ‘Net als Madame Bovary zou Gemma zelfmoord plegen. Ik was de aflevering aan het maken waarin ze een overdosis nam, maar op de een of andere manier wilde ze niet sterven. Ik dacht: “Sterf!”, maar ze kwam telkens weer overeind en zei: “Nee, dit doe ik gewoon niet.” Toen realiseerde ik me dat haar karakter was veranderd. Ze was niet suïcidaal, maar iemand die zichzelf opnieuw zou uitvinden. Toch moest ik haar wel vermoorden, want het verhaal wordt in flashback verteld en in de eerste aflevering staat dat Gemma dood is.’ Uiteindelijk zou Gemma stikken in een stuk brood van bakker Joubert, terwijl haar man en haar ex-minnaar met elkaar op de vuist gaan. Zo waren de drie mannen in Gemma’s leven verantwoordelijk voor haar dood.
Minnaars
Tamara Drewe, de heldin uit het gelijknamige feuilleton, de striproman en de verfilming door Stephen Frears, overleeft het verhaal gelukkig wel. Omdat de reeks oorspronkelijk in de literaire sectie van The Guardian stond, wilde Simmonds een verhaal maken over een toevluchtsoord voor schrijvers op het platteland. ‘Pas toen ik me deze plek, verborgen in het landschap, voorstelde, dacht ik aan “Far from the madding crowd”. Een welbekend citaat van het gedicht “Elegy Written on a Country Graveyard” van Thomas Gray, dat gaat over het platteland. Hardy gebruikte het als titel voor zijn boek over een vrouw met drie potentiële minnaars. Dat leek me een interessante situatie. Gemma en Tamara zijn uiteindelijk mijn verhalen, ik leen bepaalde elementen uit de literaire bronnen. Het is niet belangrijk dat je de bronnen kent, maar als je ze wel gelezen hebt, geeft dat de leeservaring iets extra’s.’
In Simmonds nieuwste project zit ook een negentiende-eeuwse roman begraven. ‘Op dit moment praat ik er nog niet graag over, want als je eraan werkt is een boek als een luchtkussen: zodra je erover begint te praten loopt de lucht eruit. Meer wil ik er niet over zeggen, behalve dan dat alle menselijke zwaktes er in zullen zitten.’
Knip- en plakwerk
De term graphic novel lijkt te zijn uitgevonden voor de grafische vertellingen van Simmonds waarin ze op effectieve wijze stripstroken en proza afwisselt. ‘Daar ben ik aanvankelijk opgekomen vanwege efficiëntie. Ik had met Gemma Bovery een behoorlijk lang verhaal dat in honderd afleveringen verteld moest worden, en ik had een grote ruimte op de pagina te vullen. Ik wilde de lezer waar voor zijn geld geven. In een aflevering moet echt iets gebeuren. Achteraf gezien gaf deze manier van vertellen me de mogelijkheid om een meerstemmig verhaal te maken. Ik kon zo makkelijk wisselen van verhaalperspectief. Ik kon bijvoorbeeld beginnen met de gedachten van een personage, gevolgd door een stuk beschrijving dat het eerdere stuk verdiept of tegenspreekt. Vervolgens kon ik op een ander personage overspringen.’
Simmonds heeft sinds anderhalf jaar een computer, maar maakt haar strips nog geheel met de hand. Zij ontwerpt de lay-out van de pagina’s en schrijft de tekst eerst uit. Haar man Richard, die typograaf is, tikt deze in op zijn pc, waarna Posy de print tussen de stripplaatjes plakt.
De Australische schrijver Clive James roemt Simmonds om haar goede gevoel voor dialoog. Vaak overhoort ze mensen als ze op locatie research doet voor haar verhalen. Voor Tamara Drewe maakte Simmonds op locatie veel tekeningen en nam enkele foto’s. ‘Herkenbaarheid is heel belangrijk in mijn werk. Het landschap is als dat van Dorset. Engelse lezers herkennen het soort boerenhoeve waar de schrijvers verblijven meteen.’
Gemma Bovery en Tamara Drewe zijn door De Harmonie uitgegeven.
Dit interview is in VPRO Gids #1 (2012) gepubliceerd.
Britse invasie op Strip Turnhout
Kijk, dat vind ik nou leuk nieuws. Groot-Brittannië is gastland tijdens Strip Turnhout 2011. Stripmaker Posy Simmonds is eregast.
De Engelse Posy Simmonds (1945), is in december 2011 eregast van het Strip Turnhout-festival: een van de leukste stripfestivals in de lage landen, al moet je daar wel even de grens voor over.
Simmonds maakt al decennia strips voor de krant The Guardian, waarvoor ze ook feuilletons als Gemma Bovery en Tamara Drewe tekende. De albumversies daarvan maakten furore op de internationale boekenmarkt. Tamara Drewe werd in 2010 ook verfilmd door Stephen Frears. De film heb ik tot mijn spijt nog niet gezien, maar de graphic novel vond ik indertijd een fijn boek.
Simmonds illustreert overigens ook kinderboeken.
(Zie hier een interview met Simmonds en regisseur Stephen Frears. Weet je meteen hoe Posy eruit ziet.)
Britse invasie
De organisatie laat weten dat de komst van Posy Simmonds een gevolg is van een intensieve samenwerking tussen Strip Turnhout en The British Council, die maakt dat Groot-Brittannië dit jaar het gastland is van het festival. Nog tal van andere Britse stripmakers zullen hun opwachting maken in Turnhout. Strippublicist Paul Gravett, ook organisator van het Londense Comica-festival, treedt op als curator.
Strip Turnhout had eerder de Amerikaan Scott McCloud te gast.
Allure
Ik vind dat een serieuze stripbeurs enkele internationale stripmakers als gast moet hebben. We moeten verder kijken dan alleen de Nederlandse strip. Daarbij denk ik dat een gast van allure ervoor kan zorgen dat een grotere groep stripliefhebbers de beurs bezoekt. Vorig jaar stond bijvoorbeeld tijdens de Stripdagen Haarlem de Oost-Europese strip centraal en in Breda liep Mike Mignola rond om de Nederlandse editie van Hellboy onder de aandacht te brengen.
Strip Turnhout is op 9, 10 en 11 december in Turnhout.