In Holland Suburbia (I.H.S.) van stripmaker en filmmaker Guido van Driel gaat over het volgende:
In een typische Hollandse buitenwijk met eentonige rijtjeshuizen wordt op een nacht het lijk van een 18-jarige jongen gevonden. De dode is Jonas van der Geest. Hij is lid van het ’garage‘-bandje In Holland Suburbia (I.H.S). Jonas heeft alleen een bloederige snee op zijn voorhoofd. Waaraan hij is bezweken is niet meteen duidelijk. Een buurman vertelt dat hij hem de avond ervoor op handen en voeten door de voortuinen van de huizen heeft zien kruipen. Inspecteur van politie Harry Kleijn gaat de dood van Jonas onderzoeken. De inspecteur onderzocht ook de zaak van een ander bandlid van I.H.S., Ido Lindemans. Die moest een half jaar geleden onverwacht zijn linkerarm missen. Die werd eraf geslagen door een rondvliegende metalen schijf. Gewoon op straat, toen ze op een avond terugliepen na een repetitie.
Wat is er aan de hand?
Tóen beweerde Jonas bij hoog en bij laag dat hij voorafgaand aan de ’aanval met de metalen schijf‘ drie lichten boven de wijk had zien hangen. En Jonas‘ vader, een grondwerker, ontdekte dat de mysterieuze schijf het afsluitdeksel was geweest van de boorput op het Wilde Landje. Die boorput was in de jaren zestig gegraven door de NAM. Ondanks dat er een diepterecord werd verbroken (4850 meter) werd er gas noch olie gevonden.
Het onderzoek van de inspecteur brengt een keten gebeurtenissen aan het licht. Is er iets buitenaards de buurt binnengedrongen? Of juist iets ónderaards? Horen we bij de hemel of horen we bij de aarde? De ogenschijnlijk saaie buurt blijkt een reeks kleurrijke personages te bevatten die ieder zo hun eigen geheimen met zich meedragen.
Wasco tekende de markt in Amsterdam West in een van zijn strips. Natuurlijk doet in de wereld van Wasco een pinguïn de boodschappen.
Guido van Driel gebruikte Amsterdam als decor van zijn strip Gasten.
Peter Pontiac tekende het bezoek van Robert Crumb aan Amsterdam op. In een strip voor Highlife toont Pontiac hoe uitgever Hansje Joustra (weergegeven als stripfiguur DirkJan) samen met Pontiac (potlood) de beroemde stripmaker Robert Crumb meeneemt naar een coffeeshop die naar hem is vernoemd.
Zondag ben ik met een nieuw projectje begonnen: een tumblr met de naam Comic Book Cities.
Hierin zal ik stripplaatjes publiceren waarop steden op een interessante manier verbeeld zijn. Natuurlijk zit daar veel New York tussen, want die stad kom ik in de comics van Marvel het meeste tegen. Maar vandaag plaatste ik ook wat afbeeldingen van Amsterdam uit de strip Gasten van Guido van Driel. En eentje van Wasco.
Oorspronkelijk wilde ik een tumblr beginnen met de titel New York State of Mind, en het alleen bij afbeelding van de Big Apple houden. Maar die titel was al vergeven. Toen kwam ik op Comic Book Cities.
Eigenlijk vind ik dit concept beter, want daar kun je meer kanten mee op. Stripsteden kunnen namelijk bestaande steden zijn, maar ook het fantasierijke werk van Moebius komt nu in aanmerking.
Ik vind het starten van dit soort projecten erg leuk. Het biedt me de kans om weer op een andere manier met beeldverhalen bezig te zijn. En met bloggen.
Donderdag 13 oktober was het een gezellig samenzijn in stripwinkel het Beeldverhaal in Amsterdam. Het tweede album van Floris van Dondermonde werd immers gepresenteerd. Makers Remco Polman en Wilfred Ottenheijm voorzagen de albums desgewenst van een tekeningetje.
Floris van Dondermonde is een geslaagde parodie op ridderverhalen en een zekere Floris tv-serie. Droge humor, woordgrappen, ondeugende seksgrappen, anachronismen, literaire verwijzingen en draken… Dat de strip soms dezelfde lachspieren stimuleert als Dirkjan is ook niet vreemd, want zowel Polman als Ottenheijm zijn onderdeel van het team stripmakers dat er al jaren voor zorgt dat Dirkjan zo’n beetje de best lopende strip van Nederland is. Floris van Dondermonde is een van de paradepaardjes van Eppo.
In de stripwereld is er geen tekort aan leuke feestjes en de signeersessie was dan ook een vrolijke boel. Ype Driessen, die ‘autobiografische’ fotostrips maakt, gaf een gevatte toespraak:
‘Goed, Remco en Wilfred zijn dus samen verantwoordelijk voor de tekst, tekeningen en kleur. Bij de tekeningen wil ik niet te lang stilstaan. Ik vind tekeningen eigenlijk altijd het minst interessante aan een strip. Sterker nog, ik denk in veel gevallen; als je die tekeningen nou eens zou vervangen door foto’s, dan zou het allemaal nog veel mooier worden.
Niets ten nadele van de tekeningen van Floris overigens. Die zijn hartstikke mooi. Een beetje Dirkjan-achtig, maar dan mooier.
Waar ik wel nog iets over wil zeggen is de taal in Floris. Ik denk dat ik dat het allerleukste aan de serie vind. In welke andere strip vind je woorden als ‘Kladderadatsj’, bepalingen als ‘Bij ontstentenis’, of verwijzingen naar liedjes als: ‘Drie schuintamboers die kwamen uit het oosten’?
Of een verteller die achteloos een stripje inleidt met: ‘De nacht had reeds haar mantel over het aardse tranendal geworpen’.
Of de geweldige zelfverzonnen anachronismen. De mooiste is toch wel als Heer Floris zegt ‘Watimmer’, waar men tegenwoordig ‘Whatever’ zou zeggen.’
Driessen eindigde zijn relaas met het uitdelen van ‘het eerste’ exemplaar aan de stripmakers.
Dj’s Tonio van Vugt en Frits Jonker luisterden het geheel op met rake oude popklassiekers waar door sommigen zelfs op gedanst werd.
En er was echte Floris-wijn… Of nu ja, wijn met toffe Floris etiketten. Want van hoofse etiquetten heeft de blonde ridder wel kaas gegeten, zelfs al is hij, voor iemand van adel, niet de meest snuggere.
Voor mij was het alweer een tijd geleden dat ik een boekpresentatie bijwoonde en het was gezellig om bekenden weer te spreken. Het is altijd fijn om Merel Barends (die een prominente rol heeft in bovenstaande video) weer te zien. Guido van Driel vertelde dat hij met de voorbereiding van een nieuwe film bezig is. Met Ger Apeldoorn zette ik onze online dialoog over hokjesgeesten en mainstream versus graphic novels voort tussen de stapels strips om ons heen. Ondertussen zaten Polman en Ottenheijm weer druk te signeren.
Het Beeldverhaal is ook een zeer geschikte locatie voor dit soort happenings met de ruime achtertuin. Sinds Lambiek verhuisd is lijken er ook steeds meer signeersessies bij Het Beeldverhaal plaats te vinden. Tegelijkertijd vond in The American Book Center een presentatie plaats van de Engelse versie van Aimée de Jonghs De terugkeer van de Wespendief.
Floris van Dondermond #2: Heer Floris vraagt erom Uitgeverij Don Lawrence Collection €8,95
Zaterdag 31 mei en zondag 1 juni is Haarlem weer even stripstad van Nederland, want dan vinden de Stripdagen plaats. Veel aandacht voor de Eerste Wereldoorlog en de nieuwe garde stripmakers. De highlights van het festival.
De charme van de Stripdagen Haarlem zit hem in het feit dat alles afspeelt op ver-schillende locaties binnen de stad en de stripliefhebber niet naar een of ander afthans industrieterrein hoeft af te reizen om zijn stripliefde te bedrijven, zoals bij sommige beurzen het geval is. Daarnaast biedt het programma veel exposities, lezingen en workshops.
WO I
Aangezien het honderd jaar geleden is dat de Eerste Wereldoorlog uitbrak, kun je niet om dit thema heen. Ook de Stripdagen Haarlem speelt hier uitgebreid op in met verschillende tentoonstellingen, zoals ‘Inktzwart – WO I herdacht in strips en cartoons’, die zich concentreert op enkele belangrijke titels in dit genre. In de Vishal is tot en met 22 juni werk te zien van gerenommeerde internationale makers als Jacques Tardi, Ivan Adriaenssens en Joe Sacco. Ook is er beeld te zien uit de legendarische anti-oorlogstrip Charley’s War van Pat Mills en Joe Colquhoun, waarin de belevenissen van working class hero Charley Bourne centraal staan. Mills, door sommigen ook wel de godfather van de Britse strip genoemd, stond ook aan de wieg van het bekende stripblad 2000 AD, waarin Judge Dredd debuteerde en waar Mills ook veel verhalen over heeft geschreven.
Volgens Mills is het een enorme uitdaging om een goede strip over de Eerste Wereldoorlog te maken: ‘Het is makkelijker om een comic over WO II te maken want je hebt dan als verteller veel mogelijkheden om dynamiek en drama in het verhaal te brengen. Je kunt bijvoorbeeld gebruik maken van tanks in actie en paratroepers. Tijdens de Eerste Wereldoorlog zit de held van het verhaal in een loopgraaf en ziet hij weken, soms maanden lang de vijand niet. Met andere woorden: hij zit alleen maar in dat gat in de grond. Dat is op creatief vlak nogal een uitdaging.’ Mills is tijdens het festival aanwezig en wordt op zondag 1 juni 2014 om 13 uur in de Doelenzaal van de Stadsbibliotheek openbaar geïnterviewd. Prof. Kees Ribbens van het NIOD geeft na het interview een lezing.
Dirkjan
Het is overigens niet allemaal zwaarmoedigheid wat de exposities betreft, want de tentoonstelling ‘Oorlog op papier – Prenten en foto’s uit de Eerste Wereldoorlog’ in het Noord-Hollands Archief, toont de satirische en kritische blik van cartoonisten op het grimmige oorlogscircus, terwijl in het Partronaat Café in een serie stripachtige tekeningen van kunstenaar John Klinkenberg de band Motörhead tijdens de Grote Oorlog door het kapotgeschoten landschap toert.
In Studio Burgwal wordt het nog leuker, want daar hangen oorlogstaferelen uit de strip Dirkjan van Mark Retera. Leent Dirkjan zich eigenlijk makkelijk voor grappen over de Eerste Wereldoorlog? ‘Het voordeel van Dirkjan is dat je hem overal kunt inzetten. Hij is bijvoorbeeld ook een tijdje oermens geweest. De lezertjes accepteren zoiets onmiddellijk,’ zegt Retera. ‘Toen ik dacht dat WO I een leuk onderwerp was voor een reeks grappen, ben ik me gaan documenteren. Eerst dacht ik dat het misschien te heftig zou zijn en niet meer leuk. Ik had als documentatie het boek Loopgravenoorlog van Tardi gelezen en daar word je niet echt vrolijk van. Maar als je het eenmaal in een komische strip giet, dan blijkt het toch lollig te werken, en vergeten mensen gewoon dat het gruwelijk is. Het is maar hoe je het brengt.’ Naast de strips van Retera hangt werk van collega’s Peter de Wit (Sigmund), Hanco Kolk (S1ngle) en cartoons van Peter van Straaten. In één ruimte dus werk van de beste humoristische stripmakers van Nederland. Al hebben die laatste drie dan weer niets met de oorlog te maken.
Nieuwe garde
Behalve oudgedienden richt het stripfestival de schijnwerpers ook op relatief nieuwe stripmakers onder de noemer ‘De nieuwe garde’. Wat de makers, behalve dat het merendeel op de kunstacademie heeft gestudeerd, met elkaar gemeen hebben? ‘Elk van de talenten werkt aan of heeft recent gewerkt aan ambitieuze graphic novels die het niveau van de Nederlandse stripcultuur een grote boost geeft,’ aldus de organisatie. Even voor de duidelijkheid: graphic novels, of stripromans, zijn strips gericht op een volwassen publiek. Qua ambitie zijn graphic novels in zekere zin vergelijkbaar met literaire romans. De laatste jaren wordt de term ingezet in de hoop het medium strip te legitimeren en een meer highbrow publiek aan te spreken. Dat neemt overigens niet weg dat sommige uitgeverijen het label te pas en te onpas op pretentieuze projecten plakken, maar dat terzijde.
Tot de nieuwe garde behoort onder meer Amanda Majoordie op dit moment werkt aan Swing und bratwurst, een boek over jazzy jongeren ten tijde van het Derde Rijk. Veel van de geselecteerde makers houden zich bezig met journalistiek in stripvorm, zoals Ted Struwer die opzien baarde met Wachten op het zoet, een driedelige beeldreportage waarin ze gedupeerden van de crisis een gezicht geeft, en Jules Calis die Afghanistan bezocht en getekende interviews met soldaten in Uruzgan publiceerde.
In de Refter van het Stadhuis is werk te zien van Ruben Steeman, een van de oprichters van Recensiekoning.nl. Steeman publiceert al sinds 2002 semi-autobiografische tekeningen op Elkedagrust.nl en sinds 2009 dagelijks. Inmiddels zijn dat meer dan 2500 tekeningen die in een gang van 20 meter zullen hangen. De karakters hebben vaak hun ogen dicht waardoor de tekeningen een verstilde kwaliteit hebben. ‘Door de gesloten ogen vraag je je sneller af wat de personages denken of voelen,’ aldus Steeman.
Ook is er op verschillende locaties werk te zien van stripmakers die al wat langer meegaan, zoals Aimée de Jongh, bekend van Snippers in Metro, Guido van Driel, Paul van der Steen, Typex en vele anderen. Eigenlijk zou het gek zijn als het je lukt tijdens het festival niet per ongeluk een expositieruimte binnen te stappen, want die zijn over de hele stad verspreid.
Strips kopen
Uiteraard omvat het festival meer dan alleen kijken naar stripwerk aan een muur, wat toch een vermoeiende bezigheid is. Er zijn maar liefst drie beurzen waar de lezer strips kan kopen en wellicht een tekening van een stripmaker kan scoren. In de Philharmonie vindt de binnenbeurs plaats met voornamelijk uitgevers en signerende tekenaars. De buitenbeurs loopt als vanouds vanaf de Philharmonie langs beide kanten van de St. Bavokerk naar de Grote Markt. Hier zijn voornamelijk de stripwinkels en -handelaren te vinden. Op de Grote Markt en Riviervismarkt is ook de small-pressbeurs waar tekenaars en genootschappen hun eigen werk verkopen. Dit is dus de perfecte plek om aanstormend talent te ontdekken en bijzonder, afwijkend en met liefde gemaakt stripwerk in kleine oplagen aan te schaffen.
Zaterdagavond presenteert Typex samen met stripcollectief Lamelos in Patronaat een avond vol chaos, kunst, tekeningen, exposities en drank, inclusief optredens van ruige rockbands. Met onder andere Elle Bandita, de Zwitserse band What’s Wrong With Us? en de Haarlemse garagerock band De Kliko’s. Mensen met last van zelfoverschatting kunnen het podium beklimmen en zelf zingen onder begeleiding van de Hardrock Karaoke band.
Stripbier
Dat stripmakers graag een biertje lusten weet iedereen die wel eens op de vrijdagmiddagborrel in Lambiek te Amsterdam is geweest. Het is daarom niet verwonderlijk dat de Stripdagen Haarlem samen met Jopen bieriedere editie een speciaal biertje brouwt. De stripmaker die de huisstijl van het festival verzorgt, bepaalt welk bier er gebrouwen wordt en ontwerpt het etiket van het bierflesje. Dit keer is dat Typex. Mocht de smaak niet bevallen, dan mag de dorstige lezer bij hem zijn beklag doen. Zeven collega’s gingen Typex voor met als meest opmerkelijke wellicht Barbara Stok in 2004. De eerste vrouw in het gezelschap koos namelijk voor een witbier met witte chocolade smaak.
Bovenstaande is slechts het topje van een de spreekwoordelijke ijsberg. Voor het laatste nieuws en het volledige programma ga naar www.stripdagenhaarlem.nl.
Dit artikel is gepubliceerd in Nieuwe Revu #21 (21 t/m 27 mei 2014).
Syd gaat bij een hoer op bezoek terwijl zijn vriend Roger met een eikel op zijn hoofd buiten blijft wachten. De Engelse jongens zijn op bezoek in Amsterdam voor een voetbalwedstrijd en daar hoort een bezoek aan de rosse buurt en het eten van paddo’s bij. Tot zover de clichés, want Guido van DrielsGasten gaat dieper dan het doorgaans oppervlakkige gedrag van voetbalsupporters in de openbare ruimte.
Syd is namelijk niet alleen naar Amsterdam gekomen om een wedstrijd bij te wonen, maar ook om de laatste dag van zijn tweelingbroer, die in het IJ verdronken is, na te lopen. Hun relatie was niet geheel vlekkeloos. Zijn maatje Roger is steenrijk, want hij heeft net de loterij gewonnen. Maar hij gaat gebukt onder een schuldgevoel.
Tijdens het lezen van deze knappe striproman kon ik me niet aan het idee ontrekken dat ik naar een storyboard voor een nog niet gemaakte film zat te kijken: Van Driel gebruikt, op een enkele uitzondering na, constant kaders van dezelfde grootte in de beeldverhouding van het filmkader. De bladspiegel lijkt zo veel op dat van een storyboard.
Wie de plaatjes goed bekijkt, ziet dat Van Driel veel aandacht heeft besteed aan het getrouw weergeven van het decor: je zou de route van Syd en Roger door Amsterdam makkelijk in het echt kunnen volgen.
Guido van Driel. Gasten Oog & Blik/De Bezige Bij € 19,90 ISBN 9789054923169
Daarom Minneboo leest:
Maandelijks krijg ik van veel uitgeverijen stapels strips toegestuurd. Daar zit veel moois tussen, maar niet alles is geschikt voor de bladen en opdrachtgevers waar ik voor schrijf. Toch wil ik deze uitgaven onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen. Verwacht vooral veel recent verschenen strips, met zo nu en dan een album dat ik op dit moment lees en waar ik iets over kwijt wil.
Ik heb de expo zelf nog niet gezien, maar tot 15 januari kun je bij galerie NEST in Den Haag terecht voor de tentoonstelling The comic side of art. Een tentoonstelling die draait om het grensgebied tussen comics en beeldende kunst.
De samengebrachte kunstenaars van The comic side of art gebruiken de visuele taal van het stripverhaal binnen een beeldende kunstcontext. In deze tentoonstelling zal een combinatie van jonge lokale kunstenaars en gevestigde internationale helden te zien zijn.
Donderdagavond 12 januari is er om 20.00 uur een discussie tussen (strip)kunstenaars Guido van Driel, Tim Enthoven en Gijs Assmann, onder leiding van Gert Jan Pos.
Galerie NEST in Den Haag, aan het De Constant Rebequeplein 20B.
Een paar jaar geleden schreef ik een stuk voor de VPRO Gids waarin de vraag in hoeverre het medium strip als kunst kan worden gezien, centraal staat.
Zelfbeeld van het beeldverhaal
Strips zijn meer dan alleen kinderverhaaltjes, maar in Nederland denkt men bij ‘strips’ toch vaak eerst aan Suske & Wiske en Donald Duck. Er moet anders naar het medium gekeken worden, vinden stripmakers en uitgevers.