Lone Sloane, the notorious interstellar explorer and neo-earthling, has a bounty on his head and an armada at his heels. Then a religious group called Red Redemption asks him to help them steal a big sum of money from the Imperator, the ruler of a planet called Delirius, a hedonistic pleasure planet.
Sloane agrees, since he likes the idea of stealing money from the man who put a price on his head. But the mission is not going to be easy, and after Sloane has made his mark on Delirius, the place will never be the same again.
In 1966 French comic book artist Philippe Druillet, influenced by his favorite writers H.P. Lovecraft and A.E. van Vogt, created Lone Sloane. The first stories appeared in the Franco-Belgian comics magazine Pilote. Later on, Druillet, together with Moebius and Dionnet, created the legendary comics magazine Métal Hurlant for which he made more Sloane adventures. Delirius was written by Jacques Lob and was originally published in Pilote.
Druillet is known for his spectacularly bold page designs and the pages in Lone Sloane: Delirius are anything but traditional comic book pages. Sometimes these pages look like big montage sequences with large visuals. Rich with details, the pages read like picture puzzles. These are certainly eye-catching and at the time, this was a fresh approach to how one can tell stories in the sequential art form we call comics. However, because of this visual approach I found the storytelling somewhat lacking.
In comics the transition from panel to panel is very important. Some time passes between panels, within a scene usually a couple of seconds, sometimes just a fraction of that, sometimes more. It’s up to the reader to fill in the gaps between panels. For me, this is part of the beauty of comics. With Druillet’s visualization, the storytelling rhythm is somewhat jarred and makes for a less easy reading experience, especially when it comes to dialogue scenes. Lone Sloan: Delirius reads like a film in which the director is only interested in the special effects and big action sequences, and mostly uses medium-to-long shots when it comes to dialogue scenes. It dehumanizes the story somewhat.
Moreover, it doesn’t help that drawing convincing facial expressions isn’t Druillet’s strong suit either. For most of the book Sloane just looks very pissed off or determined – depending on your point of view. This makes Sloane a cardboard character; someone we observe, not someone we feel concerned for.
Druillet’s visual strength lies in drawing eye-catching architecture, spacecrafts and alien landscapes. I especially liked how he visualized the landscape of Delirius and the creatures that inhabit it. If that’s your sort of thing then Lone Sloane: Delirius is definitely worth a read.
This review was written for and published on the wonderful blog of the American Book Center.
Lone Sloane ook in het Nederlands Mocht je het Frans niet machtig zijn en geen zin hebben in een Engelse vertaling, dan kun je ook bij uitgeverij Sherpa terecht voor Nederlandstalige albums van de reeks Lone Sloane. In ieder geval zijn al uitgegeven Lone Sloane 1 – De zes reizen van Lone Sloane, waarin de eerste zes korte verhalen gebundeld zijn. En ook Delirius kwam recent uit op groot formaat. De hardcover kost € 29,95. Er is ook een luxe editie met linnen rug en gesigneerde piezografie voor € 75,00.
Wie goed in de Halloweensfeer wil komen moet zeker Nocturnals van Dan Brereton lezen. Een van de personages heet zelfs Halloween Girl!
31 oktober is voor mij ieder jaar een heugelijke dag, want dan is het Halloween: volgens de legende is dan de grens die onze realiteit van het geestenrijk scheidt op zijn dunst en dolen geesten, vampiers en ander bovennatuurlijke en monsterlijke verschijnselen over ons aardoppervlak. In de praktijk betekent dit meestal dat volwassenen zich verkleden als allerlei spookfiguren en monsters om op feestjes uit hun bol te gaan. Kinderen gaan verkleed langs de huizen om snoep te scoren en zich scheel te eten aan suiker zodat ze drie dagen later nog groen van de misselijkheid rondlopen. Tegenwoordig gebeurt dat ook steeds vaker in Nederland en is Halloween dus niet alleen meer een traditie die in de Verenigde Staten of Groot-Brittannië wordt gevierd.
Schilderijen
Voor mij is Halloween vooral een fijne tijd om samen met vrienden horrorfilms te kijken en dito strips te lezen. De reeks Nocturnals van de Amerikaanse schrijver/illustrator Dan Brereton (1965) ademt de Halloweensfeer bij uitstek. Voor mij zit de charme van de reeks vooral in de combinatie van gangsterverhalen, sciencefiction, bovennatuurlijke monsters, horror en Halloween. Dit alles brengt Brereton tot leven in prachtige, geschilderde illustraties.
De serie draait om een groep vreemdsoortige nachtwezens die kwaadaardige demonen, vampiers, gangsters en heksen bestrijden in de fictieve Amerikaanse stad Pacific City. Ik zal een paar leden voorstellen, maar heb helaas niet de ruimte om ze hier allemaal te bespreken. In bovenstaande afbeelding is een deel van het team van de Nocturnals afgebeeld. In het midden zien we de leider: de zonschuwe Doctor Horror, een wetenschapper en een expert in occulte zaken die geïnfecteerd is met het weerwolfvirus. Net als zijn dochter Evening is hij afkomstig uit een andere dimensie. Na hun komst op aarde opereerde Doctor Horror eerst als probleemoplosser voor een maffiabaas voordat hij de groep Nocturnals samenbracht.
Dochter Evening laat zich graag Halloween Girl noemen en draagt altijd een plastic emmertje in de vorm van een pompoenenhoofd bij zich. Hierin zit speelgoed dat door geesten bezeten is en dat op monsterlijke wijze tot leven komt als Eve beschermd moet worden. Eve wordt ook bijgestaan door haar bodyguard The Gunwitch, een combinatie van een weer tot leven gewekte cowboy en vogelverschrikker, die zoals alle zombies nogal onfris ruikt. Gunwitch staat niet op de afbeelding, maar neem maar van mij aan dat hij er, mede door zijn dichtgenaaide mond, eng uitziet.
Mensdieren
Polychrome, helemaal links in beeld, is de geestverschijning van een vrouw die op gewelddadige wijze om het leven kwam en nu probeert de levenden te beschermen tegen het kwaad. Rechts van Doctor Horror staat de visachtige Starfish, een amfibie met een pittig karakter en scherpschutter. Sommige Nocturnals zijn kruisingen tussen mens en dier. Ze zijn ontwikkeld in het laboratorium van de Narn K Corporation, een kwaadaardig bedrijf dat verboden experimenten uitvoert en wapens ontwikkelt. Het bedrijf werkt samen met de Crim, parasitaire wezens uit Doctor Horrors dimensie. De Crim zien eruit als een soort octopussen en doen denken aan de monsters uit verhalen van horrorschrijver H.P. Lovecraft. Ze zijn de belangrijkste vijanden van de Nocturnals.
In het verhaal Witching Hour gaat Eve langs de deuren met Halloween, de enige avond dat de Nocturnals niet opvallen op straat met hun vreemde uiterlijk. Bij een oud huisje krijgen Eve en Gunwitch the maken met de Pumpkinheads: kwaadaardige pompoenwezens die haar emmertje aanzien voor het afgehakte hoofd van een soortgenoot. Als Gunwitch is uitgeschakeld door duiveltjes en boomwezens, wordt Eve meegenomen naar een heks die van haar een lekker maaltje wil maken. Nog voor de andere Nocturnals Eve kunnen redden, komt haar speelgoed tot leven en jagen de heks en de pumpkinheads de stuipen op het lijf, waardoor ze in vleermuizen veranderen en wegvluchten. Ook met Halloween weet Eve het gevaar in de ogen te kijken, er lachend vanaf te komen en haar naam dus eer aan te doen.
Het werk van Erik Kriek geeft me altijd veel leesplezier en op persoonlijk vlak mag ik de sympathieke stripmaker & illustrator ook graag. Daarom toog ik een paar weken geleden voor de derde keer naar zijn atelier om hem te interviewen.
Ik wilde graag weten hoe het met zijn Lovecraft-boek is gegaan. Erik vertelt in de video ook over zijn nieuwe project: strips losjes gebaseerd op zogenoemde Murder Ballads. Uiteraard laat hij daar ook het een en ander van zien. Tot mijn grote verbazing onthult Kriek ook dat het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie zijn subsidieaanvraag voor dit project heeft afgewezen. Gekkenwerk natuurlijk, want Kriek is een van de beste striptekenaars van Nederland en zijn boek vol Lovecraft verstrippingen is een succes in binnen- en buitenland. Maar goed, hetzelfde overkwam Fred de Heij, die dit jaar de Stripschapprijs krijgt en toch ook geen kleintje in de Nederlandse stripwereld is. Ik begijp Eriks mineurstemming aan het einde van ons gesprek dan ook goed.
Overigens gaat het boek In the pines heten. Oftewel Onder de sparren.
Dit tweede deel van het interview met Erik Kriek had je nog van me tegoed. Kriek praat over het ontstaan van Gutsman – de strip waar hij mee doorbrak. Komt Gutsman eigenlijk ooit nog terug, of richt de stripmaker sinds het verstrippen van H.P. Lovecraft zich liever op andere projecten? Een interessant, persoonlijk gesprek met beelden van de recente signeersessie in Lambiek.
De muziek in deze Daily Webhead is weer als vanouds van Marco Raaphorst.
Striptekenaar en illustrator Erik Kriek bewerkte vijf verhalen van de klassieke horrorschrijver H.P. Lovecraft in stripvorm. ‘Er valt ook wat te lachen, het is wel Lovecraft-light.’
‘De verhalen van Lovecraft raken slechts aan het topje van de ijsberg. Ik houd ervan als een auteur doet alsof hij op een berg van kennis zit, maar voor jou alleen maar een klein raampje opendoet. Dat doen andere fantasy-auteurs als Tolkien ook. Lovecraft vertelt over wezens die miljoenen jaren geleden op aarde leefden. Over oude culturen en rare, kosmische beschavingen,’ zegt Erik Kriek. De stripmaker vertelt enthousiast over het werk van H.P. Lovecraft, waarvan hij vijf verhalen in stripvorm heeft bewerkt. Zijn striproman Het onzienbare en andere verhalen van H.P. Lovecraft ligt vanaf half maart in de winkels.
‘Wat mij ook aanspreekt is dat er geen moraal in zijn verhalen zit. Lovecraft ziet geen goed of kwaad. Hij ziet alleen maar de ontoereikendheid van het menselijk verstand. De grote horror van Lovecraft is het besef dat je als mens niet de geestelijke vermogens bezit om te bevatten wat de kosmos inhoudt. Dat raakt aan de fundamentele vraag waarom we hier überhaupt op aarde zijn. Het idee dat we op kosmisch niveau minder zijn dan een molecuul vind ik heel louterend.’
Kriek is een veelgevraagd illustrator in binnen- en buitenland. Geregeld tekent hij ook de cover van de VPRO Gids. Zijn bekendste strip is Gutsman: een op het eerste gezicht tekstloze parodie op het superheldengenre, maar eigenlijk een strip die vooral over Kriek zelf gaat. ‘Het begon als parodie, maar superheldenverhalen zijn van zichzelf al heel erg camp, dus dat is snel niet meer interessant. Gutsman werd steeds meer een poëtische soap en ging over mezelf, over hoe ik toen in het leven stond. Nu ben ik een burgerman met een hypotheek en een auto, toen was ik een alleenstaande striptekenaar met een rock-‘n-roll-leven die altijd in de kroeg zat,’ zegt Kriek luid lachend.
God-monsters
Gutsman is verleden tijd, nu zijn er de vijf Lovecraft-verhalen die een Kriek-bewerking hebben gekregen. De stripmaker koos deze vertellingen uit om zo in grote lijnen de verschillende soorten verhalen uit het oeuvre te representeren. Zo selecteerde hij het pure sciencefiction verhaal ‘De kleur uit de ruimte’, waarin een meteoriet een boerengezin en het land vergiftigd en bijzondere eigenschappen geeft. In ‘Het onzienbare’ (Engelse titel ‘From beyond’) speelt angst voor techniek en wetenschap een grote rol: een wetenschapper bouwt een machine waardoor monsterlijke wezens die ons constant omringen zichtbaar worden voor het blote oog. De verhalen ‘Dagon’ en ‘Schaduwen boven Innsmouth’ zijn onderdeel van de Cthulhu-cyclus, een serie losjes samenhangende vertellingen rondom het idee dat de wereld vroeger bevolkt werd door god-monsters. Deze voormalige heersers van het heelal zitten nu gevangen in andere dimensies of houden zich schuil op de diepste plekken van de oceaan, wachtend op het moment dat ze los kunnen breken om de boel weer over te nemen. En tot slot ‘De buitenstaander’, een pastiche op de verhalen van Edgar Allen Poe, een auteur die Lovecraft inspireerde.
Angst
‘Ik denk dat Lovecrafts wereldbeeld expliciet dystopisch is. Er is geen humor, er is geen hoop en er is geen uitzicht,’ vertelt Kriek. ‘Zijn belangrijkste thema is het verlies van controle. Volgens mij was het een ontzettend bange man, een fobisch iemand. Hij durfde de deur niet uit. Ook was hij een xenofoob, op het racistische af. Tijdens zijn huwelijk, dat maar vier jaar duurde, heeft hij in New York gewoond. Ze waren arm en moesten daarom in Brooklyn wonen, tussen allemaal buitenlanders. Lovecraft beschrijft in een verhaal dat hij daar over straat loopt en allemaal enge mensen ziet. Met grote neuzen en grote oren. Volgens mij was Lovecraft ook absoluut fobisch voor de vrouw en voor seksualiteit. Er komt geen seks in zijn verhalen voor en als vrouwen er al een rol in spelen, zijn het behekste oude gekken. De vrouw heb ik in mijn verhalen wat meer airtime gegeven.’
Volgens de stripmaker is Lovecrafts werk nog steeds relevant: ‘Er is veel rumoer in de wereld. We leven in onzekere, bange tijden. Ik denk dat Lovecraft juist dan soelaas biedt, want zijn werk verergerd die angstige gevoelens. Daardoor werkt het als een soort catharsis. Horror zet iets uit fase, maakt dingen absurd en daardoor kun je ermee omgaan.’
Ironie
Door het spelen van roleplaying games kwam de stripmaker als adolescent in aanraking met het werk van Lovecraft. ‘Op het regelboek van het spel The Call of Cthulhu stond dat het gebaseerd was op het werk van ene H.P. Lovecraft. Daar had ik nog nooit van gehoord, maar ik vond het een geweldig spel, dus toen heb ik de hele rits boeken uit de bibliotheek meegenomen en ben me daar doorheen gaan worstelen. Ik was meteen verkocht.’ Het onzienbare is voor Kriek een labour of love: ‘Ik wilde er al heel lang iets mee doen omdat ik het al zo lang dicht bij me draag. Verhalen en goede boeken draag ik altijd dicht bij mijn hart. Daar mag eigenlijk niemand aankomen, dat is van jou. Maar als verhalend striptekenaar is het toch leuk om daar een strip van te maken. Om te kijken wat je ermee kunt doen.’
Toch stuitte de stripmaker wel op een aantal vertalingsproblemen bij het bewerken van Lovecrafts werk. Zijn teksten zijn vaak slecht gestructureerd en de langere vertellingen ontberen een echte spanningsboog. We leren nooit zijn personages of hun achtergrond kennen. Ook zijn Lovecrafts beschrijvingen erg abstract. Maar dat is volgens Kriek juist een voordeel: ‘Het leuke en makkelijke aan Lovecraft is juist dat hij dingen niet goed beschrijft. Dan heb je de vrijheid om je eigen nachtmerries erop los te laten. Zijn taal werkt bij mij altijd heel visueel, ik krijg er meteen beelden bij. Aanvankelijk mocht ik van mezelf niet aan de tekst komen, het zijn immers zijn teksten. Maar gaandeweg stopte ik er steeds meer van mezelf in en herschreef ik meer. Ik legde de oorspronkelijke verhalen ook weg en hield me aan mijn eigen interpretatie. Ik wilde ook dat het een Kriek-boek werd en niet een slaafse adaptatie. Het is echt een bewerking.’
Wat verstaat de stripmaker eigenlijk onder een Kriek-boek? ‘Dat er ook wat te lachen valt. Op de een of andere manier weet ik altijd een ironische toon te vinden, hoe serieus een onderwerp ook is. Ook in mijn illustratiewerk, trouwens. Het is mijn algemene visie op het leven. Je kunt toch niet alles serieus nemen? Dat is onmogelijk. Zo zou ik niet kunnen leven. Door er humor in te stoppen is het boek wel Lovecraft-light geworden. Ik denk ook dat heel veel hardcore fans het niet zullen accepteren. Die vinden het te licht, denk ik.’
Verstrippingen
Sinds Dick Matena een paar jaar geleden literaire klassiekers van Gerard Reeve en Jan Wolkers verstripte, zijn dergelijke stripadaptaties een trend geworden waar Krieks Lovecraft-project perfect in past. Los van zijn passie voor de Amerikaanse pulpauteur was de keuze voor Lovecraft ook ingegeven door commerciële motieven: ‘Ik had ook een obscure Slowaakse auteur kunnen kiezen. Of Ambrose Bierce, maar die kent helemaal niemand. Lovecraft heeft een grote cult following, dat maakt het voor een uitgever interessant. En ja, literatuurverstrippingen liggen goed in de markt. Ik zal toch verdomme niet twintig jaar lopen sappelen met mijn strips en dan nu niet op die wagen springen? Ik wil ook zo’n kloek, mooi boek. Ik wil ook wel eens iets maken wat goed verkoopt en goede recensies krijgt. Overigens vind ik verstripping een rotwoord. Dat klinkt altijd alsof je iets verscheurt, ik heb het altijd liever over bewerking tot strip.’
Het grote verschil tussen Krieks aanpak en die van Matena is wel, dat de laatste de tekst van de roman integraal in zijn werk opnam. Hierdoor vertellen beeld en tekst precies hetzelfde en worden de visuele aspecten van het medium genegeerd. ‘Voor Matena is de tekst heilig, maar waarom zou je er dan een strip van maken? Die bewerking van De avonden, daar is niet doorheen te komen. Eigenlijk heeft Matena het voor ons allemaal verpest, want hij heeft met zijn stripadaptaties een soort standaard gezet waar je aan moet voldoen om strips salonfähig te maken.’
Erik Kriek: Het onzienbare en andere verhalenH.P. Lovecraft Oog & Blik/De Bezige Bij
Howard Phillips Lovecraft De Amerikaanse schrijver Howard Phillips Lovecraft (1890 – 1937) leefde bijna zijn hele leven in Providence, Rhode Island. Een zonderlinge figuur en amateur-astroloog, die in zijn korte leven meer dan honderd macabere verhalen en enkele novelles schreef. Ook was hij een verwoed briefschrijver. Zijn werk verscheen in eerste instantie in pulp- en sciencefictiontijdschriften zoals Weird Tales, en kreeg vooral postuum bekendheid. Auteurs als Stephen King en Neil Gaiman lieten zich door Lovecraft inspireren. Ook liggen zijn verhalen aan de basis van veel strip- en filmbewerkingen. Toen Lovecraft twee jaar oud was, verloor zijn vader tijdens een acute paniekaanval zijn verstand en bracht de rest van zijn leven in een gesticht door. Lovecraft was atheïst en geloofde in de wetenschap. Misschien dat zijn verhalen daarom vooral lezen als wetenschappelijke verslagen vol bizarre voorvallen: wetenschappers zijn getuige van monsterlijkheden waardoor ze beseffen dat de wereld heel anders in elkaar steekt dan dat ze tot nu toe hadden gedacht.
Dit artikel is gepubliceerd in VPRO Gids #12 (2012).
Zaterdag 24 maart signeert Erik in Lambiek vanaf 15.00 uur.
Van stripmaker/illustrator Erik Kriek komt half maart een striproman uit waarin vijf bewerkingen van H.P. Lovecraft verhalen staan. Het onzienbare, en andere verhalen van H.P. Lovecraft heet het boek dat bij Oog & Blik/De Bezige Bij zal verschijnen. Ik interviewde Kriek recent voor de VPRO Gids hierover. Ook nam ik deze video op waarin Kriek vertelt hoe hij een strippagina maakt en waarom strips maken significant moeilijker is dan illustreren.
Daily Webhead
Dit gesprek met Kriek is de eerste aflevering van een nieuwe reeks Daily Webhead-video’s. Een serie korte webvideo’s over verschillende onderwerpen: interviews met stripmakers, bloggers en andere creatieven. Maar ook episodes met meer persoonlijke verhalen. Zo was ik recent in Edinburgh samen met Paul, dus daar komt nog een videoverslag van vergelijkbaar met Lekker nerden in Londen.
De planning is nu dat de video’s om de week op zondag online komen, dus verwacht de volgende op 18 maart. De muziek is wederom gecomponeerd door blogwonder Marco Raaphorst.
Kriek
Het gesprek met Erik Kriek verliep heel informeel. Nadat ‘het echte werk’ er op zat, het interview voor de VPRO Gids, pakte ik mijn camera en stelde Erik voor de vuist weg enkele vragen. Ik vind het zelf altijd erg boeiend om te horen hoe creatievelingen hun dingen maken en stripmakers in het bijzonder.
Zone 5300 verzorgt de 8e IMG LAB avond in de Unie op maandag 16 mei. Het wordt een bonte avond met een aantal coryfeeën uit de stal van de Zone: Erik Kriek over H.P. Lovecraft, Frits Jonker over van alles, Robert van Raffe over zijn aanstaande graphic novel en de animaties van studio Mooves (Jantiene de Kroon, Remco Polman en Wilfred Ottenheijm).
Het Image Festival organiseert niet alleen het jaarlijks symposium en expositie festival over beeld en beeldmakers maar laat ook maandelijks van zich horen. Elke derde maandagavond van de maand toont het festival in samenwerking met collega’s als bijvoorbeeld de BNO, Playgrounds of Zone 5300 thema-avonden, uiteraard over beeld, vormgeving en ontwerp.
Wat kun je op de avond van Zone 5300 verwachten?
Mooves(Jantiene de Kroon, Remco Polman en Wilfred Ottenheijm) is een onafhankelijke producent van animatiefilms met studio’s in Amsterdam en Nijmegen. De studio is gespecialiseerd in zowel traditioneel getekende bioscoopfilms als geanimeerde webapplicaties; het bekendst zijn de Dirkjan-tekenfilms.
Erik Kriek is striptekenaar en illustrator. Hij is vooral bekend van zijn reeks Gutsman (sinds 1994). Hij werkt als illustrator voor o.a. Schokkend Nieuws, VPRO Gids, Volkskrant en Vrij Nederland. Zone 5300 #92 bracht een voorpublicatie uit zijn binnenkort te verschijnen bundel met H.P. Lovecraft-bewerkingen.
Robert van Raffe (aka Dandy Raffe) debuteerde in 2005 in Zone 5300 met de strip A conversation piece over de historische dandy’s Oscar Wilde en James Abbott McNeill Whistler. Hij publiceerde ook in o.a. Passionate, NRC Next, AD, The Daily Tiger en Eisner en bracht diverse boekjes uit in eigen beheer.
Frits Jonker is samen met Milan Hulsing verantwoordelijk voor de populaire rubriek Fool’s Gold in Zone 5300, waarin vreemde verzamelingen, Pakistaanse psychedelica en andere curiosa de boventoon voeren. Met Dolf Hell schreef hij het boek De muzikale verleiding, over reclamesingles.
Stripmaker/illustrator Erik Kriek – misschien wel het beste bekend van zijn strip Gutsman – is al een tijdje bezig met het verstrippen met verhalen van horror en sf-schrijver HP Lovecraft. Later dit jaar komt daar een graphic novel van uit bij Oog&Blik/De Bezige Bij: Het onzienbare & andere verhalen.
Door De Buitenstaander moedigde uitgever Hansje Joustra Kriek aan om meer Lovecraft te verstippen. In Zone 5300#92 stond een voorpublicatie van de korte strip Het Onzienbare. Hierin activeert uitvinder Crawford Tillenghast een machine waarin afzichtelijke wezens zichtbaar worden die zich tussen ons begeven maar die we niet met het blote oog kunnen zien. Een dergelijke openbaring kan natuurlijk niet zonder ernstige gevolgen blijven.
De paar pagina’s waarop Kriek de lezer tot nu toe trakteerde smaakten zeker naar meer en ik ben dan ook erg benieuwd als Kriek aanstaande vrijdag wat van zijn werk presenteert op het Imagine Amsterdam Fantastic Film Festival.
Kriek wordt dan samen met regisseur Sean Branney geïnterviewd door festivaldirecteur Phil van Tongeren. Branney maakte de Lovecraft-verfilming The Whisperer in Darkness, die natuurlijk ook tijdens het festival is te zien.
De Amerikaanse regisseur is een van de sleutelfiguren in de H.P. Lovecraft Historical Society, in 1984 opgericht door een groepje RPG-spelers, en inmiddels verantwoordelijk voor films, boeken, cd’s en hoorspelen naar het werk van de schrijver.
Kortom, wees er vrijdag 22 april bij om 12.30 in Kriterion 2. Toegang is gratis.
Check ondertussen het blog van Kriek waarin hij meer voorproefjes geeft van dit project.