Februari was voor mij: een leuke presentatie van de nieuwe Schokkend Nieuws, een muzikale boekpresentatie van Erik Kriek (niet op de foto), een vervelend bezoek aan de diëtist (niet op de foto), een leuke ontmoeting met een oud-middelbareschoolgenote (niet op de foto), de Stripdagen, veel schrijfwerk (niet op de foto) en herten in het wild.
Een nieuwe maand dus een nieuw kalenderblad. De twee personages uit de strip Haas kijken niet echt vrolijk.
Tja, het blijft een katholiek land hè… Hoe zou de lucht er op andere planeten uitzien? In Galerie Movie Ink werd zaterdag 13 februari werd Schokkend Nieuws #118 gepresenteerd. Een toepasselijke plek, want dit nummer van mijn favoriete filmblad bevat een grote filmposter special. Check it out dus. Overigens wist Wim Jansen, eigenaar van Movie Ink, boeiend te vertellen over Italiaanse filmposters. Ook hij wordt in SN geïnterviewd.
Na de presentatie gingen Paul, Marlies, Linda en ik naar een cafétje om gezellig bij te praten en wat te eten. Een mooie tent trouwens, met een prachtig dakraam. De kroketten waren ook prima te eten.
In het laatste weekend van februari vonden de ‘nieuwe’ Stripdagen plaats in de Broodfabriek in Rijswijk. Een nieuwe locatie die een hele verbetering was ten opzichte van de deprimerende plek in Gorinchem. Nu ben ik al een paar jaar niet meer op de Stripdagen geweest omdat ik daarna te veel prozac moest slikken, maar Ton Schuringa, de nieuwe directeur van de Stripdagen, had me dit jaar overgehaald om een paar interviews te doen op zaterdag.
Helemaal nieuw waren de stripdagen overigens niet, vooral bekend publiek en bekend stripwerk op zaterdag, maar wel een interessant programma dit jaar. Al was daar niet altijd veel aandacht voor, had ik het idee. Mensen kwamen toch vooral weer ‘boekies’ scoren. Misschien moeten ze volgend jaar een groot podium midden op de beurs maken en daar alle interviews en presenaties laten plaatsvinden in plaats van in een aparte zaal die tevens dient als doorloop naar de toiletten en expositieruimte. Al hadden ze wel hun best gedaan om die mooi aan te kleden. Met hulp van de mensen van uitgeverij Xtra overigens, die deze muurversiering geregeld hadden:
Vond het tof om mijn Belgische collega Geert De Weyer de hand te schudden en eens kennis te maken. Hij gaf een boeiende lezing over zijn boek België Gestript en behandelde hoe de Belgische strip geleden heeft onder de Franse censuur.
Op zondag had ik geen zin in Stripdagen maar hebben Linda en ik de zon opgezocht in Zandvoort.
Bij sommige berichten zeg ik: beter laat dan laat maar. Fred de Heij krijgt eindelijk de Stripschapprijs. En dat is natuurlijk meer dan terecht. De liefhebber van goedgetekende strips in een realistische stijl en erotische strips met een knipoog kent het werk van Fred de Heij natuurlijk al, toch plaats ik hier integraal het persbericht dat het Stripschap zondag 24 november naar buiten bracht. Gefeliciteerd, Fred!
De winnaar van de Stripschapprijs 2014 is behalve stripmaker ook schilder en illustrator. Fred de Heij (Amsterdam, 1960) studeerde in 1983 af aan de Gerrit Rietveld Academie. Hij vond werk als illustrator van kinderboeken, waaronder Bolke de beer, maar het boeide hem niet. Hij pakte vervolgens zijn oude jeugdliefde op, het striptekenen, en met een aantal eigen probeersels tekende hij vanaf 1990 korte en langere verhalen voor de tijdschriften Donald Duck, Tina, Taptoe, Kuifje, Wordt Vervolgd en Penthouse Comix. Daarnaast begon hij ook meer en meer te experimenteren met ‘underground’-strips, satirische en erotische verhalen waarin de invloed van de Italiaanse tekenaar Milo Manara goed te zien is.
Nadat hij aan het eind van de jaren negentig de strip Filo, over een gewelddadige clown, in eigen beheer had uitgebracht, kwam hij in contact met uitgeverij Xtra van Ger van Wulften, die vanaf dat moment zijn vaste uitgever werd. In 2005 maakte hij de erotische thriller Afgezaagd en vanaf 2009 verschenen 15 nummers van het tijdschrift Pulpman, een erotisch satirisch pulpblad dat vrijwel geheel door Fred de Heij werd volgeschreven en getekend. Daarin rekende hij af met Bolke de beer in de sarcastische dierenstrip ’t Landje, liet hij de anti-western herleven in De schuilplaats en maakte hij korte metten met Amerikaanse striphelden als Rip Kirby en Batman.
Ondertussen had hij het schilderen ook weer ontdekt, wat goed te zien is aan de prachtig geschilderde hommages aan de oude pulpcovers die hij voor het tijdschrift Pulpman maakte. Diverse strips uit Pulpman werden naderhand in boekvorm uitgegeven door Xtra. In 2012 voegde Fred de Heij daar ook nog eens de direct voor album gemaakte thriller Phinnyaan toe.
In 2009 verbaasde Fred de Heij vriend en vijand met een nieuwe strip voor het stripblad Eppo. De serie Haas, op tekst van uitgever en hoofdredacteur Rob van Bavel, is één van de nieuwe strips in dit om nostalgische redenen opnieuw gestarte tijdschrift. Haas is een oorlogsstrip die zich afspeelt in het Brabant van de Tweede Wereldoorlog. De hoofdpersoon Haas is de leider van een verzetgroep, die zich met hand en tand tegen de Duitse bezetter verzet. Maar de dreiging komt niet alleen van buiten. De spanningen binnen de groep, de verleiding van het geweld en het leven in een tijd van grote leugens zijn belangrijke thema’s.
De realistische stijl waarmee Fred de Heij deze emotionele actiestrip neerzet, is een belangrijk onderdeel van het succes. Door jarenlang pulpstrips te tekenen, heeft hij een vanzelfsprekende striptaal ontwikkeld, waarin expressief geacteerd wordt. Het zijn niet alleen de gezichtsuitdrukkingen van De Heij die aanspreken; zijn hele vertelstijl, de decoupage van de pagina’s waar hij zich van de schrijver vrijelijk mee mag bemoeien, hoe het ene moment in het andere overvloeit, laat zien dat we hier met een stripmaker van internationale allure te maken hebben. Soms zien we invloeden van buitenlandse pulptekenaars als Milo Manara, Jordi Bernet en Sergio Bonelli, die De Heij ook inderdaad bewondert. Maar net als deze tekenaars grijpt hij regelmatig terug op de oude meesters, zoals Alex Raymond, Milton Caniff en Will Eisner. Fred de Heij is een toegewijde tekenaar, die de ‘roots’ van zijn vak kent en er inspiratie uithaalt.
Als we met die ogen terugkijken naar het tijdschrift Pulpman is vooral ook te zien dat het een plek was waar De Heij naar hartelust heeft kunnen experimenteren, zijn vaardigheden heeft kunnen bekwamen en vooral ook tempo heeft leren maken. Want wie een succesvol tekenaar wil zijn, moet regelmatig met nieuw werk komen. Voor dat laatste hoeven we bij Fred de Heij niet bang te zijn. In het afgelopen jaar heeft hij met schrijver Willem Ritstier gewerkt aan een nieuwe horrorwestern voor een groot publiek, tekende hij de documentairestrip Peking – Oorlog in de diplomatenwijk naar aanleiding van zijn gelijknamige tentoonstelling in het Nationaal Archief en loopt vanaf november het vijfde avontuur van Haas in het stripblad Eppo met als titel Dodenlijst.
Daarnaast heeft De Heij ook het schilderen weer ontdekt. In zijn atelier in Zaandam tekent hij portretten en landschappen. In 2010 werkte hij mee aan het televisieprogramma Sterren op het doekvan Hanneke Groenteman. Ook zijn satirische kant is niet verdwenen. Voor het Nederlandse tijdschrift Mad maakte hij een vlijmscherpe ‘spoof’ van het televisieprogramma Voetbal International en in Pulpman 11 haalde hij Matthijs van Nieuwkerk en De wereld draait door onderuit.
De commissie van de Stripschapprijzen roemt met Fred de Heij een stripmaker pur sang. Een expressieve tekenaar die alle middelen die de realistische tekenaar ter beschikking staan gebruikt om de lezer mee te slepen in zijn verhaal. Hij is een unieke tekenaar met een eigen stem, die desondanks goed in staat is om op scenario van een ander te werken. Op die manier heeft hij in de afgelopen vijf jaar een voor Nederland ongekend œuvre opgebouwd.
Beknopte bibliografie van Fred de Heij 1995Don’t Panic (scenario: Martin Leijen) t.g.v. 50 jaar Verenigde Naties
Kun je die recente Minneboo leest over Haasnog herinneren waarin ik meende Kuifje te herkennen in één van de personages? Ger Apeldoorn, eindredacteur van Eppo en samensteller van de nieuwsrubriek V@ria, heeft mijn blogpost ook gelezen en haalde deze aan Eppo #14.
Ja, inderdaad er staat Michel in plaats van Michael, maar laten we nu even niet de kniesoor uithangen.