Brand New Day, de reboot van Spider-Mans wereld, is inmiddels alweer ruim tien jaar oud.
Peter Parker onderging een verjongingskuur nadat hij een deal had gesloten met Mephisto, zodat jonge lezers zich beter met hem konden identificeren. Mephisto redde het leven van Tante May, maar in ruil daarvoor wilde hij het huwelijk tussen Peter en MJ hebben. Na de deal was het stel nooit met elkaar getrouwd.
Het een en ander vertel ik hierover in Mijn vriend Spider-Man. Om de nieuwe situatie aan de lezers uit te leggen stond onderstaand overzicht in de Spider-Man-comics:
Dat je beste vriend een van je ergste vijanden wordt.
Peter Parker heeft het allemaal meegemaakt toen Harry Osborn de Green Goblin werd en de pompoenbommen van wijlen zijn vader overnam. Het conflict tussen de twee beste vrienden wordt mooi verbeeld in deze cover van John Romita Sr.
De Green Goblin, Harry Osborn in dit geval, vliegt erop uit om zijn gezin te beschermen nu New York wordt overspoeld met allerlei demonen. Deze scène speelt namelijk tijdens het grote Inferno-verhaal uit 1989. Al maanden denk ik eraan om deze verhaallijn uit X-Men nog eens te gaan lezen, maar de Nederlandse uitgaven zijn niet compleet. Er missen wat deeltjes in de X-Mannen van Juniorpress.
Hoe dan ook, het ziet er tof uit, zoals Osborn over New York vliegt op zijn Batglider, vind ik. Ik zou dat ook wel een handig vervoersmiddel vinden. Nooit file. En je bent overal lekker snel.
Illustratie afkomstig uit Amazing Spider-Man #312 (februari 1989)
Tekst: David Michelinie.
Tekeningen: Todd McFarlane
Op dit moment ben ik druk met het schrijven van de biografie van Peter Parker. Geen tweede Spider-Man-boek hoor, maar wel een extraatje achter in Mijn vriend Spider-Man waarin ik kort en bondig een selectie van belangrijke momenten uit het leven van Spider-Man behandel.
Daarvoor moet ik soms weer even een strip uit de kast trekken, zoals laatst The Spectacular Spider-Man #200 (mei 1993), geschreven door J.M DeMatteis en getekend door Sal Buscema.
In dit verhaal is Harry Osborn weer vrij en wil wraak op Peter Parker. Sterker dan ooit dankzij een versterkte chemische Goblin-formule, stalkt en treitert Harry Peter een tijd, en dreigt zijn geheim openbaar te maken. Osborn weet immers dat Peter Spidey is. Hij is behoorlijk in de war en hemelt zijn vader Norman op. Harry denkt zelfs dat Peter verantwoordelijk is voor Normans dood en ontkent dat Norman Gwen Stacy vermoordde. (Zo van de pot gerukt is hij op dat moment dus.)
Het komt tot een confrontatie tussen de Goblin en Spider-Man in het gebouw waar ze allebei wonen. Harry weet Spider-Man tijdelijk te verlammen met een chemisch goedje. Harry heeft bommen geplaatst om het hele pand op te blazen zodat ze allebei zullen sterven, maar dan realiseert hij zich dat Mary Jane en zijn zoon ook in het gebouw zitten. Uiteindelijk redt hij hen en Peter voordat de bommen afgaan. Harry sterft in de ambulance aan de gevolgen van de goblinformule die hem zo sterk maakte. Peter verliest zijn beste vriend.
Sal Buscema illustreert de comic op prachtige wijze in een expressieve stijl en een feilloos gevoel voor storytelling. Spectacular Spider-Man #200 is een van de beste comics die hij ooit heeft getekend. DeMatteis was zo van het tekenwerk onder de indruk dat hij besloot de sterfscène van Osborn in de ambulance tekstloos te houden.
Hieronder enkele afbeeldingen uit de strip die duidelijk het vakmanschap van Buscema laten zien.
Dit plaatje zou zo in een museum mogen hangen wat mij betreft.
De situatie is in een oogopslag duidelijk en Buscema lijkt de personages op precies de juiste plek neergezet te hebben. De achtergrond bevat slechts het hoogstnodige en is nogal minimalistisch, zodat deze niet te veel afleidt van de actie, dus wat er verteld moet worden. Ondertussen tekent Buscema de personages met veel meer details.
Dit is de pagina waar het stripplaatje onderdeel van uitmaakt. Iedere afbeelding is raak waardoor er een vloeiende leesbeweging ontstaat.
Prachtig hoe de tekenaar de Green Goblin en MJ net laat omringen door de maan.
Laten we nog een pagina doen: Wat Buscema deels zo’n goede tekenaar maakt is zijn gevoel voor expressie. Je kunt van de gezichten van de personages heel goed aflezen wat ze denken en hoe ze zich voelen. Ook daarin toont hij zich een meesterlijk verteller.
Kijk maar eens naar MJ’s gezicht op deze pagina:
Het is bovendien een erg dynamische plaat waarin een dwingende diagonale lijn van rechtsboven naar linksonder overheerst. Ook is Mary Jane hier letterlijk in de hoek gedreven, zodat we weten dat ze niet aan de Goblin zal kunnen ontsnappen.
Met dit soort krachtig tekenwerk vind ik het niet erg om oude strips weer eens te lezen.
Naarmate je ouder wordt, lijkt het steeds moeilijker om vriendschappen te onderhouden. Sommige vrienden raken in de vergetelheid. Dat ondervindt Peter Parker, de spectaculaire Spider-Man, ook.
Als een ongebruikt ziekenhuis in de fik vliegt, vermoedt Spider-Man dat de Molten Man wel eens de dader kan zijn. Daarom wil hij Harry en Liz Oborn waarschuwen, want Molten Man is de stiefbroer van Liz en die zou wel eens richting zijn zusje kunnen gaan om problemen te veroorzaken. Peter wil Harry bellen, maar beseft dat hij eigenlijk geen idee heeft waar zijn oude, voorheen beste vriend, tegenwoordig woont. Een telefoontje naar Flash Thompson benadrukt nog maar eens hoe de oude vriendengroep uit elkaar is gegroeid:
De scène deed me beseffen hoe weinig mensen ik tegenwoordig nog zie van mijn middelbareschooltijd. Ik heb daar één goede vriend aan over gehouden, terwijl de mensen met wie ik toentertijd omging en ik, onafscheidelijk leken. Hetzelfde geldt, weliswaar in mindere mate, voor mijn studietijd. Zelfs een van mijn beste vriendinnen uit die tijd zie ik tegenwoordig een stuk minder. Sterker nog: via een Facebookupdate kwam ik erachter dat ze inmiddels een derde dochtertje had gekregen. Ik wist niet eens dat ze zwanger was.
Natuurlijk mis ik haar, maar ik besef me ook dat onze levens heel anders zijn geworden sinds onze studietijd. Zij heeft een man en drie kinderen. En ik niet. Het leven van een stel met kinderen is significant anders dan een stel zonder. En agenda’s synchroon met elkaar krijgen is een echte uitdaging.
Naarmate je ouder wordt, lijkt het steeds moeilijker om vriendschappen te onderhouden. Sommige vrienden raken in de vergetelheid. Vaak komen daar weer andere mensen voor in de plaats.
Dat zie je ook in dit verhaal uit Peter Parker, The Spectacular Spider-Man #63. Molten Man blijkt inderdaad bij Harry en Liz te zijn. Als Spider-Man aanbelt ontstaat er een heftig gevecht tussen hem en de superschurk. Molten Mans lichaamtemparatuur is zo heet dat hij de omgeving in de fik steekt. Tijdens het gevecht brandt het huis van Liz en Harry tot op de grond af. De buren komen echter een handje helpen om Molten Man tegen te houden:
Dit doet de temperatuur van het heethoofd iets dalen, waardoor Spider-Man kans ziet de schurk in het zwembad te slaan. Hierdoor koelt hij volledig af en is hij uitgeschakeld. Ondertussen is het huis van de Osborns afgebrand en oppert Harry dat ze opnieuw moeten beginnen. Dan volgt een hartverwarmend moment waarin de buren van de Osborns hen te hulp schieten:
Inderdaad, beter goede buur dan een verre vriend. Sinds Harry en Liz naar New Jersey verhuisd zijn, hebben ze nieuwe sociale contacten gelegd en nieuwe vrienden gemaakt.
Peter Parker, The Spectacular Spider-Man #63 (1982). Verhaal: Bill Mantlo, tekeningen Greg Larocque. Inkt: Jim Mooney.
We maken het allemaal een keer mee, het moment dat we het ouderlijk huis verlaten om op onszelf te wonen. Ook Peter Parker is dit natuurlijk eens overkomen.
In Amazing Spider-Man#46 (maart 1967) is Peter net gaan studeren aan de Empire State University. Zijn studiegenoot en nieuwe beste vriend Harry Osborn vraagt of Peter zijn huisgenoot wil worden. Peter denkt eerst dat hij de huur niet kan betalen, maar het mooie is dat Harry’s vader die voor zijn rekening neemt. Hoe ironisch: the Green Goblin betaalt de huur voor Spider-Man.
Peter wil eerst nog even overleggen met Tante May, hij is immers haar laatste familielid. Als hij haar ophaalt van het zojuist gebouwde Penn Station, heeft Tante May zelf ook iets te vertellen aan Peter. Ze wil namelijk bij Tante Anna Watson intrekken, want die voelt zich eenzaam nu Mary Jane uit huis is, maar is bang dat ze Peter in de steek laat. ‘I know how DEPENDENT you are upon me, dear, and…’ Hier toont Lee hoe de verhoudingen tussen May en Peter liggen: de een maakt zich altijd zo veel zorgen over de ander, terwijl ze het beiden ook alleen zullen redden. Het is dat het zo’n aardige vrouw is met het hart op de goede plek, anders zou ik Tante May als ziekelijk bezorgd bestempelen.
Wanneer de grote dag eindelijk is aangebroken, nemen May en Peter afscheid van elkaar. Ik moet toegeven dat de tekst van Lee nogal dik aangezet is, het lijkt verdorie wel alsof Peter naar de andere kant van de planeet gaat verhuizen in plaats van Forest Hills naar Manhattan. Maar goed, zo is die relatie tussen May en Peter nu eenmaal. Zie je hoeveel tekst Stan Lee in de stripplaatjes weet te proppen? Het lijkt wel een Kuifje-strip!
Het is sowieso een aflevering waar veel in gebeurt. Spider-Man ontmoet voor het eerst schurk the Shocker die de lezer ook tussendoor zijn oorsprong uit de doeken doet. Er zitten nog scènes in het verhaal waarin Peter met MJ uit gaat en merkt dat hij Gwen Stacy toch ook een lekker ding vindt. Journalist Frederick Foswell, vermond als Patch, achtervolgt Peter om erachter te komen hoe het toch komt dat de tiener altijd foto’s van Spider-Man kan maken en weet bijna te ontdekken dat Peter en Spidey dezelfde persoon zijn. Kortom, veel boeiend leeswaar voor je geld. En de tekeningen van John Romita Sr zijn ook om te smullen. Zijn grafische kunsten blijven overeind staan in al het tekstgeweld van Lee.
Op kamers
Zelf ging ik op mijn achttiende het huis uit, een paar maanden nadat ik mijn middelbareschooldiploma had gehaald. Ik dacht het meteen goed aan te pakken en nam het vliegtuig naar de Verenigde Staten om daar een tijdje te wonen. Niks op kamers om de hoek voor mij dus. Dat kwam later, toen ik weer terug was in Nederland en ging studeren aan de kunstacademie. Toen heb ik overigens ook nog een tijd in huis gewoond met mijn toenmalige beste vriend. En daarna nog een tijdje bij mijn oma, omdat ik geen huis in Hoorn kon krijgen. Maar goed, daar houdt de overeenkomst tussen Peter Parker en mij wel weer mee op.
Hoe was dat eigenlijk voor jou om je ouderlijk huis te verlaten?
Spannende cliffhangers en comics gaan, net als politici en leugens of pindakaas en smakelijk, hand in hand. Het hoort bij de seriële vertelvorm die ervoor moet zorgen dat we iedere maand een nieuwe aflevering kopen. Sommige cliffhangers zijn ware kunststukjes.
Dit stripplaatje sluit Amazing Spider-Man #178 (coverdatum maart 1978) af. Ik vind het een prachtige cliffhanger, want alles is netjes in één frame verpakt. Terwijl Tante May hoognodig geopereerd moet worden, de arme schat heeft in korte tijd twee hartaanvallen gehad, wacht het operatieteam op toestemming van een familielid. Dat is natuurlijk haar neefje Peter Parker, maar zoals je door het raam kunt zien, heeft die op dit moment heel andere dingen aan z’n hoofd. Op weg naar het ziekenhuis werd hij onderschept door the Green Goblin.
Dit keer zit overigens niet Norman Osborn achter het masker van de Goblin, want die is dood. (Tenminste, toen nog wel.) Het is ook niet Harry Osborn, zoals Peter vermoedt, maar Bart Hamilton, de psychiater die de opdracht heeft Harry te genezen van zijn criminele gekte. Je zou kunnen zeggen dat Hamilton er nogal onorthodoxe methoden op na houdt om zijn patiënt te genezen, maar in werkelijkheid denkt Hamilton een betere criminele superschurk te zijn dan Harry of Norman Osborn. Een psychiater die ze zelf niet helemaal geestelijk op een rijtje heeft, wie had dat kunnen denken?
Hoe dan ook, in een stripplaatje is duidelijk hoeveel het leven van een superheld soms op een aflevering uit een soap lijkt. Met dank aan schrijver Len Wein, tekenaar Ross Andru en inktwerk van Jim Mooney.
Wat als Gwen Stacy niet gestorven was toen de Green Goblin haar van de Brooklyn Bridge gooide en het Peter was gelukt haar te redden?
Je zou denken, dat we dat nooit zullen weten. Gelukkig is in strips van alles mogelijk. Marvel gaf ooit een maandelijkse comic uit onder de titel What if…? en daarin worden alternatieve gebeurtenissen getoond die afwijken van de ‘officiële geschiedenis’ in het Marvel Universum. Bijvoorbeeld wat er gebeurd zou zijn als Spider-Man in Amazing Spider-Man #1 wel lid was geworden van the Fantastic Four of hoe Peters leven was gelopen als hij wel de dief had tegengehouden die later zijn oom zou vermoorden. In het werkelijke leven kunnen we alleen maar fantaseren over hoe de dingen anders waren gelopen als we andere beslissingen hadden genomen. (Ik lig daar wel eens wakker van, en jij?) In What if..? zijn we er zelf bij.
In de eerste serie worden de verhalen verteld door the Watcher: een buitenaards wezen dat het gebeuren op aarde nauwgezet observeert. De What if-vertellingen zijn versies uit parallelle universa.
Wat maakte nu het verschil? In de oorspronkelijke geschiedenis schoot Spidey een webdraad af die Gwens onderbeen raakte. Dit stopte haar val, maar de schok zorgde er voor dat de arme meid haar nek brak. De reddingsactie was dus mede de oorzaak van haar dood. (Als Spidey geen poging had gedaan, was Gwen trouwens evengoed overleden, want als je van die hoogte het water raakt, voelt het wateroppervlak aan alsof je op beton te pletter slaat.)
Ontmaskering
De Goblin denkt dat ze allebei verdronken zijn en vliegt weg. Dan komen Spidey en Gwen weer boven water en slingert de held zijn geliefde op het droge. Ze blijkt echter niet meer te ademen, maar mond-op-mond beademing zorgt ervoor dat Gwen weer lucht krijgt. Als de schoonheid bijkomt, schrikt ze eerst omdat ze Peter in het Spider-Man-kostuum zit. Ze denkt nog steeds dat Spidey verantwoordelijk is voor de dood van haar vader. Peter biecht zijn dubbelleven aan haar op en vertelt dat haar vader om het leven kwam door de schoorsteen die Doctor Octopus naar beneden gooide. (Zoals we alllemaal hier hebben kunnen lezen.) Gwen draait bij en Peter vraagt zijn lief ten huwelijk.
Voor ze kunnen trouwen moet Peter eerst nog met the Green Goblin afrekenen, want die weet immers ook dat hij Spider-Man is. De eindconfrontatie tussen de twee aartsvijanden vindt plaats in het huis van Osborn, waar zoon Harry getuige van is. Omdat Harry het voor zijn vader opneemt, verdwijnt de waanzin die Osborns geest beheerst door de trose gevoelens voor zijn zoon. Harry vraagt aan Peter of hij ze de kans wil geven de zaken zelf op een rijtje te zetten en daar gaat hij mee akkoord.
Trouwerij
Niets kan het huwelijksgeluk tussen Gwen en Peter nog in de weg zitten? Helaas, Peters leven kent veel tragedie en vlak na het ja-woord komt J. Jonah Jameson samen met de politie de ceremonie verstoren. Voordat Osborn weer normaal ging denken heeft hij Jameson namelijk het bewijs van Spider-Mans ware identiteit gestuurd. De hoofdredacteur van The Bugle komt Peter arresteren voor alle misdaden die Spider-Man heeft gepleegd. Tante May, die beseft dat haar geliefde neef die enge muurkruiper is, valt flauw en heeft mogelijk een hartaanval. Peter slaat op de vlucht om uit handen van de politie te blijven.
Ondanks dat Gwen in deze realiteit blijft leven, is het voor het stel geen ‘ze leefden nog lang en gelukkig’. Arme Peter. Arme Gwen.
What if…? #24. Script: Tony Isabella. Tekeningen: Gil Kane & Frank Giacoia.
Onderstaande spread staat in de recent uitgekomen Superior Spider-Man #30, waarin we kunnen lezen hoe Peter Parker zijn lichaam en geest weer terugclaimt van Doctor Octopus.
Hoe dat precies gaat is nu niet zo relevant, en dat de dertigdelige reeks vol met plotgaten en beroerde karakterisaties zit, is reeds eerder behandeld. Daar wil ik het niet over hebben, want het gaat mij nu om de positieve boodschap die deze spread van tekenaar Guiseppe Camuncoli uitstraalt, namelijk dat Peter Parker dol is op zijn leven. Hij neemt de goede dingen en accepteert de slechte dingen, en samen vormen die elementen zijn leven. ‘Every triumph, every tragedy. The headache.. and the joy. Family. Friends. The adventure of it all. And the fun. My god, there was so much FUN,’ roept de ziel/geest uit die in het hoofd van Peter Parker rondwaart.
Over de fragmenten die in het web te zien zijn zou ik een heel boek vol kunnen schrijven. De plaatjes zijn uit voorgaande strips gehaald en dus door diverse tekenaars gemaakt. Links onder zien we Gwen Stacy en Peter kussen, getekend door John Romita Sr. Daarnaast staat het fragment waarin Tante May en Jameson Sr. trouwen uit Amazing Spider-Man #600, getekend door John Romita Jr. Bij Peters rechterhand zien we een fragment uit Amazing Spider-Man #97 getekend door Gil Kane, waarin Harry Osborn bezwijkt aan de drugs die hij heeft genomen. (Samen met het voorgaande nummer was dit verhaal omstreden omdat Stan Lee hier de negatieve gevolgen van drugsgebruik aan de kaak stelt terwijl de Comics Code Authority dergelijke verhalen verbood. Toen heeft Marvel het verhaal zonder het zegel van de Comics Code uitgebracht.)
Nu we het toch over de Osborns hebben: bij de tekstballon ‘All of it!’ zien we hoe the Green Goblin zichzelf ontmaskert en aan Peter laat zien dat hij Norman Osborn, Harrys vader is. Aan de andere kant van de balloon komt Spidey tot de ontdekking dat zijn zwarte kostuum een buitenaards wezen is dat zijn lichaam probeert over te nemen en daarnaast zien we de eerste ontmoeting tussen Mary Jane en Peter. Die zijn later natuurlijk getrouwd, maar van die gebeurtenis zien we geen plaatje, omdat Marvel dat huwelijk in 2008 gewist heeft uit de geschiedenis van Spider-Man. Als staalkaart van Spider-Mans historie is de spread dus niet geschikt, want er wordt maar een beperkt aantal herinneringen getoond. Toch, voor een Spidey-fan als ik is het een feest van herkenning.
En daarbij spreekt de positieve boodschap mij dus aan. Nu ga ik voor raad en inspiratie wel vaker te rade bij Peter Parker en er zijn genoeg momenten te noemen in zijn 52-jarige geschiedenis die lezers op een positieve manier inspireren. En waar ik het in de toekomst nog wel eens over zal hebben.
Andrew Garfield speelt zoals je ongetwijfeld weet, op het witte doek Peter Parker. Ter promotie van The Amazing Spider-Man 2 gaf hij een interview met IGN. Tijdens het interview geeft Garfield goede raad. Natuurlijk hebben we een dergelijke boodschap eerder gehoord, maar het kan nooit kwaad om dit soort dingen nog eens te horen zodat er zelf ook in gaan geloven:
In the first movie we were obligated to retreading the origin story which Tobey Maguire and Sam Raimi did so beautifully. But now that that’s done, we get to own the character as filmmakers and we get to own it as Peter [Parker]. There is a life imitating art kind of thing going on, I think. So, I am super excited because [THE AMAZING SPIDER-MAN 2] was more fun to make. Because of that, I think when I put on that suit I felt freer, I felt like, you know, I can’t think of a word to use that is not the F-word, but like, “Screw the critics, screw the scrutiny.” And that’s the motto for life as well. If there’s one bit of advice I could give my childhood self, it would be don’t care what people think of you. Growing up and being a high school kid, you’re constantly self-conscious. There are those few rare kids who just know who they are from the womb onwards which I envy greatly. But that’s what Peter’s going through. He’s [saying], “I’m gonna make this my own. Because that’s the only way I can do this if this is mine,” and, “This is me.”
Tim Sale heeft maar een echt Spider-Man-verhaal getekend, maar zijn unieke stijl is dermate oogstrelend, dat ik er toch even een stukje over wil schrijven.
Samen met schrijver Jeph Loeb maakte Sale een reeks superheldenverhalen die een geheel eigen sfeer hebben. Ze maakten boeiende Batman-verhalen als The Long Halloween en het vervolg Dark Victory die zijn doordrenkt met nostalgie en tegelijkertijd heel eigentijds aanvoelen. Sales tekenstijl voelt retro aan. Wie zijn tekeningen goed bestudeert, herkent hierin de hand van een meesterlijk verteller.
Loeb en Sale maakten samen de zesdelige miniserie Spider-Man: Bluedie in 2002 en 2003 in losse comics verscheen en later als trade. In dit verhaal is Peter Parker zelf de verteller. Hij spreekt in een reeks van cassettetapes het verhaal in van hoe Gwen Stacy en hij met elkaar verkering kregen. Dat ging allemaal niet zo makkelijk, want hoewel zowel Gwen als Mary Jane interesse in de niet onaantrekkelijke boekenwurm toonden, stonden Spider-Mans gevechten met verschillende schurken in de weg van het liefdesgeluk. In eerste instantie is The Green Goblin de vijand, maar die loopt tijdens een gevecht met Spidey geheugenverlies op. (Dat heb je kunnen lezen in deze aflevering van Spidey’s web.) Ondertussen worden Peter en Harry Osborn, de zoon van de goblin, steeds betere vrienden en gaan een appartement in de stad delen.
Spider-Man: Blue grijpt terug naar de late tienerjaren van Peter Parker die oorspronkelijk verteld werden door Stan Lee, Steve Ditko en John Romita Sr. Dankzij de voice-over van Peter krijgen deze oude verhalen een nieuwe dimensie. En dankzij het prachtige tekenwerk van Sale wordt deze oude geschiedenis gepresenteerd alsof ze vandaag de dag plaatsvindt terwijl er tevens een retrosfeertje omheen hangt.
Ieder deeltje toont na de openingspagina van de comic, de splashpage, een spread: een plaatje dat twee pagina’s bestrijkt. Deze spreads zijn van een ongekende schoonheid. De bovenste afbeelding in deze blogpost is de spread van #2. Hoewel gedetailleerd, kennen de illustraties van Sale ook grote kleurvlakken waardoor het oog gemakkelijk de informatie tot zich neemt.
Ook kent het werk van Sale mooi gebruik van diepteperspectief wat de tekeningen dynamisch maakt. Vooral bij de actiesequenties komt dat goed uit de verf:
In deeltje #4 vecht Spidey tegen een gangster die het pak van The Vulture gestolen heeft. Sale toont het gevecht waarin ons Webhoofd het onderspit delft door een reeks platen waarin onze held opbokst tegen de grote vleugels. Keer op keer krijgt Spidey klappen van ze totdat hij tegen een grote kerkklok aangeknald wordt. Pas daarna zien we de nieuwe Vulture van top tot teen. Een knap staaltje visuele vertelling waarbij goed duidelijk gemaakt wordt hoe hard die enorme vleugels eigenlijk aankomen als je erdoor geraakt wordt. Je moet niet vergeten dat de vaste Spider-Man-lezers the Vulture al jaren kennen en dat hij net als schurken als Kraven of Doctor Octopus eigenlijk een beetje sleets is geworden. Door de kracht van de vleugels te benadrukken op een visuele wijze is Sale in staat om de sleetse schurk weer opnieuw dreigend over te laten komen.
Wat ook opvalt is dat Sale relatief grote platen gebruikt om zijn verhaal te vertellen. Zijn stripplaatjes zijn vaak paginabreed. Dat geeft zijn werk een ‘cinematografishe’ kwaliteit. Hij kiest ook de juiste keyframes om zijn verhaal in relatief weinig afbeeldingen te maken. Toch heb je het gevoel dat je niets mist van de vertelling.
Het enige minpuntje aan Sales interpretatie van Spider-Man vind ik dat hij de held iets te gespierd tekent. Spidey hoort een slanker te zijn en niet het lijf te hebben als bijvoorbeeld Captain America of Thor.
Toch zijn zoals gezegd de gevechten voornamelijk een afleiding van de rode draad in het verhaal, namelijk hoe Peter en Gwen eindelijk bij elkaar komen. Spider-Man: Blue eindigt dan ook op het moment dat ze elkaar voor het eerst kussen en hun relatie begint. Een korte epiloog, waarbij we Peter op de zolder van het huis van Tante May zien terwijl hij zijn laatste tapeje aan Gwen inspreekt en waarin blijkt dat Mary Jane al een tijdje meeluistert, maakt het verhaal af. Peter sprak de tapes dus in als een soort liefdesbrief aan zijn verloren liefde Gwen. En ook al heeft hij op dat moment in Mary Jane de liefde van zijn leven gevonden, Gwen zal altijd een speciale plek in zijn hart houden.
Loeb en Sale hebben een hele reeks van dit soort mini-series gemaakt, allemaal getiteld naar een bepaalde kleur: Daredevil: Yellow (2002), Hulk: Grey (2004) en Captain America: White (2008).
Toen de identiteit van the Green Goblin werd onthuld in Amazing Spider-Man #39 was dat een big deal.
Spidey’s grootste vijand bleek niemand minder dan Norman Osborn te zijn: de vader van een van Peters studiegenoten Harry. Harry zou later Peters beste vriend worden. Maar de grootste schok in dit nummer is dat de Goblin eerst Spider-Man zelf ontmaskerd. Het mooie aan dit verhaal is echter dat het ook over twee uiteenlopende families gaat. Stan Lee zet de liefdevolle relatie tussen Peter met zijn Tante May tegenover de koude verhoudingen tussen Osborn en zijn zoon.
De twee deeltjes #39 en #40 zijn slim geconstrueerd door schrijver Stan Lee en tekenaar John Romita Sr, die zijn Spider-Man debuut maakt. Peter Parker heeft last van een koudje en gaat daarom langs bij dokter Bromwell. Die vertelt hem dat Tante May na haar operatie nog erg zwak is. Ze mag vooral niet onverwachts schrikken of spannende dingen meemaken. Daarna gaat Peter met een kop vol zorgen over zijn tante naar college. Daar praat hij voor het eerst eens goed met Harry Osborn. Tot nu toe zaten die twee vooral op elkaar te fitten maar nu Harry zich zorgen maakt over zijn vader en daar openlijk over praat, hebben de twee mannen een klik. Dit is een belangrijk verhaalelement omdat een paar bladzijden later blijkt dat Harry’s vader Peters grootste vijand is.
Ondertussen is Osborn vastbesloten om te ontdekken wie Spider-Man nu eigenlijk echt is. Hij lokt onze held in de val door een stel kruimeldieven een overval op het dak van het Empire State Building te laten plegen. Als Spidey de mannen in een gevecht tegenhoudt slagen ze erin een gasbom naar zijn hoofd te gooien. De explosie van de bom lijkt in eerste instantie onschadelijk, maar het gas schakelt Peters spinneninstinkt uit. Dit huidige zintuig waarschuwt hem voor gevaar. Nu zijn interne alarmsysteem is uitgeschakeld, kan de Green Goblin Spider-Man van een afstandje volgen. Zodra Spidey zijn burgerkloffie aantrekt ziet Norman Osborn dat zijn tegenstander een jonge tiener is. Peter bezoekt The Daily Bugle en omdat Osborn buiten het gesprek afluistert weet hij ook dat Spider-Man Peter Parker heet.
Hij volgt Peter naar huis en valt hem vlak voor de deur aan. Let wel: Peter woonde toen nog bij Tante May, dus als zij uit het raam zou kijken en ziet dat haar neefje aangevallen wordt door the Green Goblin, zou dat een schok zijn waar ze niet meer overheen komt. (Denk nog maar even terug aan de waarschuwing van dokter Bromwell.) Gelukkig zorgt de dikke rook van de Goblin Glider ervoor dat May niets dan rook ziet als ze uit het raam kijkt om te horen wat het kabaal allemaal is.
The Goblin schakelt Peter uit en neemt hem mee naar zijn schuilplaats. Daar onthult hij aan Peter zijn ware gezicht en vertelt hij zijn levensgeschiedenis (zo hoort dat in comics en Bond-films), want hij zal hierna toch zijn vijand voor eeuwig het zwijgen opleggen.
Omdat ik de beroerdste niet ben, (en geen zin heb om alles uit te tikken), presenteer ik hier de ontstaansgeschiedenis van the Green Goblin uit ASM #40. (Klik vooral op de plaatjes voor grotere versies om de tekst goed te kunnen lezen.)
Een enorme klootzak
Wat ik vooral interessant aan het verhaal van Osborn vind is dat hij weliswaar gek werd door de explosie, maar dat duidelijk wordt dat hij daarvoor al een enorme klootzak was. ‘After all.. I had a business to take care of! Money was the most important thing of all! I had to get rich! I needed wealth… for that was the key to power!’, aldus Osborn. Hij klinkt hier overigens niet anders dan hoe die bankiers en andere geldwolven die de crisis hebben veroorzaakt zouden klinken.
Osborns obsessie met geld en macht maakt hem blind voor de behoeften van zijn zoon. De familieperikelen van de Osborns staan in schril contrast met die van de Parkers. Osborn koopt zijn schuldgevoel jegens Harry af door hem te overladen met cadeaus terwijl de Parkers het niet ruim hebben, maar wel zo goed mogelijke ouders voor hun neefje Peter proberen te zijn.
Ondertussen maakt Tante May zich erge zorgen over Peter die nog steeds niet thuis is. Niet dat Peter er iets aan kan doen: die arme jongen zit stevig geboeid aan een stoel naar het geratel van The Goblin te luisteren. In een moment van overmoed bevrijdt de Goblin zijn vijand voor een laatste gevecht. Dat gevecht eindigt als Spidey Osborn tegen chemicaliën trapt waar spanning op staat. Door de schok is the Goblin bewusteloos. Als hij bij kennis komt, kan hij zich niets meer herinneren van zijn Goblin-verleden noch dat Peter Parker Spider-Man is. Voorlopig lijkt zijn identiteit veilig gesteld. Al zal dat natuurlijk niet al te lang duren.
Als Peter thuiskomt blijkt dat Tante May van onrust bijna bezweken is. De dokter spreekt Peter dan ook vermanend toe: hij had toch gewaarschuwd dat May het rustig aan moest doen? Wat een onverantwoorde tiener is die Peter eigenlijk? Wij weten wel beter natuurlijk. Als May bijkomt maakt ze zich karakteristiek meer zorgen over haar neefje dan haar eigen gezondheid. in het laatste plaatje dient ze dan ook een soepje op terwijl Peter van haar rust in bed moet houden. Ondertussen staat Harry Osborn bij het ziektebed van zijn vader die zich niets kan herinneren van de afgelopen jaren. Vanaf nu zal het allemaal beter gaan, denken ze.
Familierelaties
Wat dit verhaal een klassiek Spidey-verhaal maakt is de balans die Lee weet te vinden tussen het avontuurlijke leven van Spidey en de zorgen die dat leven oplevert in Peter Parkers omgeving. De zorg van Tante May spreekt boekdelen en Peter, die toch eigenlijk ook maar gewoon zijn best doet, weet haar toch telkens weer ongerust te maken. Uiteindelijk gaat het verhaal over twee tieners en de relatie met hun ouders. Die van Peter en May is een liefdevolle relatie van twee mensen die voor elkaar willen zorgen, terwijl de relatie tussen Osborn en zijn zoon behoorlijk mank loopt. Osborn denkt eigenlijk alleen aan zichzelf en ziet Harry als een zwakkeling die hem van zijn werk afhoudt. De herstellende Osborn belooft aan het einde van het verhaal beterschap, maar die belofte zal hij snel weer verbreken.