En ik had me nog zo voorgenomen om me bij deze aflevering van mijn film ABC in te houden en me te beperken tot een paar films. Het zijn toch weer vijf titels geworden. Twee maatschappijkritische flicks, verder veel horror. Enjoy.
Falling Down (Joel Schumacher, 1993)
Het grappige aan regisseur Joel Schumacher is dat hij de ene film bagger aflevert en de volgende film een klein juweeltje is. In de laatste categorie valt Falling Down. (Ik vind Flatliners ook een prima film van Joel, maar als ik tussen Flatliners en Falling Down moet kiezen, wordt het toch de laatste.)
Het is 12 juni 1991, Los Angeles, de warmste dag van het jaar. William ‘D-Fens’ Foster, een medewerker van het ministerie van defensie, gespeeld door een onovertroffen Michael Douglas, heeft geen beste dag. Als hij vast staat in de file besluit hij lopend naar het huis van zijn ex-vrouw te wandelen, waar zijn dochtertje haar verjaardag viert. Maar de man heeft een nogal opvliegend karakter en wordt tijdens zijn wandeling opgehitst door alles wat in zijn ogen onrechtvaardig is in deze maatschappij. En verdomd, hij heeft nog gelijk ook!
William is een man die tot over zijn grens wordt gedreven en al het gezeur niet meer langer pikt. Zo voelen we ons allemaal wel eens. Het is spijtig dat hij zo tragisch aan zijn einde komt. Schumacher heeft met Falling Down eigenlijk een prima therapiefilm gemaakt. Bekijk deze scene maar eens. Vaak als ik langs een McDonald’s loop, moet ik eraan denken:
Fight Club (David Fincher, 1999)
Natuurlijk mag Fight Club niet aan een dergelijke filmlijst ontbreken. Edward Norton is een fenomenale acteur, Brad Pitt is erg overtuigend in deze flick en Helena Bonham Carter speelt weliswaar wederom het aparte vrouwtje waar van alles mee mis lijkt, maar doet het hier als de beste. En wat te denken van Meat Loaf met zijn man boobs. Fight Club is een prachtig gestileerde aanklacht tegen de consumptiemaatschappij en alle bullshit die we ons iedere dag weer laten voeren door commerciële instituten en rijksinstanties. De onzinnige ongelijkheid die achter De American Dream schuilgaat is alleen te bestrijden met een flinke dosis cynisme. Zeg nee! tegen alle bullshit die van ons slapende schoothondjes maakt! Ironisch natuurlijk dat we wakker geschud worden door een Hollywoodfilm: commerciëler komen ze bijna niet.
Fight Club is Zeep voor de Ziel.
Frankenstein (James Whale, 1931)
Wie van horror houdt, kan eigenlijk niet om de klassieke horrorfilms van de Universal studio heen. In de jaren dertig van de vorige eeuw produceerde deze filmstudio niet alleen een reeks Dracula-films, maar ook Frankenstein en de Wolfman werden meerdere malen verfilmd. Het monster van Frankenstein vond ik vroeger altijd het engste van het stel – een mens gecreëerd uit meerdere lijken. Brrrr. Toch heeft het monster zoals verbeeld door Boris Karloff ook wel iets van een onschuldig kind dat met een verward hoofd een weg probeert te vinden in de wereld.
Robert De Niro was als het monster in Kenneth Branaghs versie uit 1994 ook niet onaardig, maar mijn hart zal altijd uitgaan naar de oerfilmversie van Universal. Ook al was dat niet de allereerste filmversie van Frankenstein, die is uit 1910 gemaakt door de filmstudio van Thomas Edison.
The Frighteners (Peter Jackson, 1996)
Er was een tijd dat de films van Peter Jackson de moeite van het uitzitten waard waren. Films die niet te overdadig waren, niet te lang en – verdomd – nog ergens over gingen. Heavenly Creatures is zo’n film. En wat mij betreft The Frighteners ook. Hierna houdt het wat mij betreft op met Mr. Jackson. Mijn ongenoegen over de Bored of the Rings trilogie heb ik vaak genoeg al vermeld, en King Kong was mij een monster te veel en verder: te lang, te saai, te overbodig. (Zie hier een recensie die ik indertijd over die apenfilm schreef in De Filmkrant.) Wat mij betreft mag Jackson lekker met pensioen, samen met Francis Ford Coppola wijn verbouwen. Qua uiterlijk lijken die filmmakers immers wel wat op elkaar.
Waarom The Frighteners? Ik heb een grote zwak voor Michael J. Fox. Van tv-ster naar filmster naar tv-ster, naar stemmetjesinspreker voor animatiefilms. Ik heb Fox een keer live gezien, bij David Letterman in de prachtige zomer van 1996 toen ik New York bezocht. Aardige vent.
In The Frighteners speelt Fox Frank Bannister die zijn brood verdient als spokenjager. Alleen is hij een oplichter: hij kan weliswaar communiceren met de doden, maar heeft ze in loondienst om bij mensen te gaan spoken. Een oplichtende Ghostbuster dus. Totdat een geest aan het moorden slaat en de hele stad denkt dat Bannister de moordenaar is.
Zoals het horror betaamt is de film bij vlagen eng en naargeestig, maar biedt humor op de juiste momenten verlichting. En – heel toepasselijk natuurlijk – sluit het nummer ‘Don’t Fear The Reaper’ van The Mutton Birds de film af.
Bij het zien van dit soort films vraag ik me des te meer af hoe mensen ooit in de fratsen van kwakzalvers als Derek Ogilvy of Char kunnen trappen. Ze hebben niet eens half de charme van Michael J. Fox.
The Frighteners is de Ghost whiperer met kloten.
From Dusk till Dawn (Robert Rodrigues, 1996)
Ik zeg: Quentin Tarantino, George Clooney, Harvey Keitel en Cheech Marin in één film. Dat is al reden om deze originele vampierfilm te kijken. Jammer alleen dat Juliet Lewis een rol speelt – ik kan dat kindvrouwtje niet uitstaan. Maar goed. Verder prima vermakelijke flick met een aardige twist halverwege de film.
Come on, pussy lovers!
Wat? Geen Full metal Jacket in de F, vraag je je wellicht af. Nope. Knap gemaakte flick, maar geen favoriete film van me. Volgende week gaan we verder met G. Opmerkingen en eigen favoriete F-titels zijn zoals altijd welkom.