De laatste tijd ben ik me aan het verdiepen in het leven en carrière van acteur Vincent Price (St. Louis, 27 mei 1911 – Los Angeles, 25 oktober 1993). Ik vind het een heerlijke acteur en ben vooral een liefhebber van de horrorfilms die hij maakte.
Een dikke (auto)biografie moet ik ooit nog lezen, maar deze documentaire gaf al een aardig overzicht.
Ik ben met name een aantal van de films waarin hij speelt aan het kijken. Eergisteren was dat het vermakelijke Theatre of Blood, waarin Price een acteur speelt die wraak neemt op zijn critici. Gisteren was Diary of a Madmanuit 1963 aan de beurt, waarin Price onder invloed van een monster uit een andere dimensie aan het moorden slaat. Zijn nieuwbakken verloofde is een de mensen die eraan moet geloven. Price hakt flink op haar in, in een scène die doet denken aan het drie jaar ervoor gedraaide Psycho van Alfred Hitchcock.
Price speelt zijn rollen soms dik aangezet en lekker camp. Dan weer verrast hij met een zeer gevoelige en subtiele performance.
Tegenwoordig prikken we meteen door kunstmatigheid van de studiodecors heen, maar eigenlijk is dat artificiële tintje van dit soort films een extra attractie voor mij. Ik kan erg genieten van een minimalistisch decor als deze:
Waarom de rubriek Frames? De verhalen die we lezen en zien maken net zo goed deel uit van onze levensloop als de gebeurtenissen die we in reallife meemaken. In de rubriek Frames verzamel ik stills uit de films die ik heb gezien om zo die herinneringen te kunnen bewaren en koesteren.
‘I was born in Denmark 1978. I write and direct television shows for kids. I have a set of twins and not much time for anything. But when I have time I draw monsterdrawings on post-it notes… it is a little window into a different world, made on office supplies.’ Zo luidt het voorwoord van Sticky Monsters, een verzameling tekeningen van John Kenn Mortensen dat in 2012 werd uitgegeven door Square Peg.
Een kort en bondige introductie op een reeks illustraties waarnaar je uren kunt staren. Illustraties waarin bijvoorbeeld een groot ovaalvormig, harig monster met een lange spitsneus en een soort van gewei op zijn hoofd, achter een kind met een paraplu aan sluipt dat van steen tot steen springt. Of een vampierachtig meisje met grote oren en gevaarlijke tanden dat buiten de boomhut van een jongetje zweeft. Net boven de rand van de vensterbank staart het jongetje het meisje aan. Of een groep bleke, vettige creaturen met uitpuilende ogen, een grote bek en enorme klauwen als handen, die niet zou misstaan in een aflevering van Doctor Who. Ze lopen stampvoetend over de brug waar een jongetje met geruite pet onder schuilt.
De creaturen ademen soms de sfeer uit van een nachtmerrie of een horrorscenario, maar de andere keer lijken ze wel wat op de vriendelijke monstermuppets die je in Sesamstraat voorbij ziet komen.
Met dunne lijnen brengt Mortensen (die zichzelf online ook wel Don Kenn noemt) in zeer gedetailleerde tekeningen een bijzondere wereld tot leven, waar kinderen en monsterachtige verschijningen in allerlei vormen en maten de hoofdrol spelen. Een wereld die alleen bestaat op gele post-it-velletjes – vandaar de titel ‘Sticky’ Monsters – wat alle tekeningen een herkenbare lichtgele kleur geeft. In het boekje zijn de illustraties even groot als de originele afgedrukt. Juist omdat de tekenaar verder geen uitleg geeft en tekst ontbreekt, kun je je eigen verhaal bij het werk verzinnen. In wezen is het iedere bladzijde Halloween, zij het dan wel in het herkenbare handschrift van een verder bij mij onbekende illustrator.
Wie lang genoeg kijkt ziet bepaalde thema’s en patronen terugkeren. Zo houden veel kinderen een ballon in hun hand, of houden ze een zwevend monster aan een touwtje vast alsof ze een ballon zijn. Veel monsters komen voor op zee waar iemand met een bootje vaart. De creaturen achtervolgen de kinderen vaak opgemerkt, en als ze wel door het kleine grut worden gezien, dan staart het kind ze met grote ogen aan. Soms maken de monsterlijke verschijningen onderdeel uit van het landschap.
Het werk van Kenn was ik wel eens tegengekomen op Tumblr. Hij houdt zelf al sinds 2009 dit blog bij en ook heeft hij zelf een Tumblr. Toen ik eerder dit jaar het boekje Sticky Monsters bij de American Book Center zag liggen, moest ik het aanschaffen. Geregeld pak ik het op en sla ik het boekje ergens open. Telkens ontdek ik weer een nieuw detail: een specifieke blik of een klein element op de achtergrond dat ik niet eerder zag. Het is heerlijk bladeren en vertoeven in de excentrieke, monsterlijk leuke en magische wereld van John Kenn Mortensen.
Iedere maand komen er tientallen comics uit op de Amerikaanse markt. Maar welke zijn nu echt de moeite van het lezen waard, op papier of gedownload op tablet? De beste series op een rij.
Batman (DC Comics) In 2011 besloot uitgeverij DC Comics alle lopende series stop te zetten om met 52 nieuwe reeksen bij nummer 1 te beginnen. Helden als Superman, Wonder Woman en Green Arrow werden gemoderniseerd, evenals hun origin story. Handig, want zo kre-gen lezers een nieuwe kans om kennis te maken met de striphelden zonder dat ze jarenlange geschiedenis in hun achterhoofd moesten houden. Sommige personages zijn namelijk allang bejaard: Batman wordt volgend jaar 75. Zijn maandelijkse avonturen in de comicserie Batman, geschreven door Scott Snyder en sfeervol getekend door Greg Capullo, steken met kop en schouders boven de rest uit. In de eerste verhalen neemt Bats het op tegen the Court of Owls: een geheim genootschap dat al eeuwen de touwtjes in handen heeft in Gotham. Snyder biedt nieuwe inzichten in de psyche van Batman en diens familiegeschiedenis. Een hele prestatie.
Beginnen bij Batman: Court of Owls.
Fables (Vertigo/DC Comics) Leefden ze nog lang en gelukkig? De succesvolle en met prijzen overladen reeks Fables van Bill Willingham en diverse tekenaars, vertelt wat er na het einde van het sprookje gebeurde. Overbekende sprookjesfiguren zijn uit hun rijk gesodemieterd door The Adversary en wonen tegenwoordig in ballingschap in onze wereld en proberen voor normale mensen door te gaan. Sneeuwwitje, inmiddels gescheiden van haar prins omdat hij vreemdging, is de baas, de grote boze wolf is de sheriff van Fabletown, etc. De figuren die zich geen menselijk uiterlijk kunnen aanmeten wonen in een sprookjesdorp buiten New York. Sinds 2002 schrijft Willingham deze inventieve interpretatie van bekende folkloristische en sprookjesfiguren. Willingham, een uitgesproken conservatief, schroomt niet om hedendaagse thema’s als abortus aan te snijden en een pro-Israël standpunt in zijn werk door te laten schemeren.
Beginnen bij Fables vol 1: Living in exile.
Hawkeye (Marvel Comics)
Marvel Comics kon na de grote herstart bij DC Comics niet achterblijven en startte vorig en dit jaar allemaal nieuwe series onder de vlag Marvel Now!. Superhelden-teams werden door elkaar gehusseld en creatieve teams wisselden van serie. Hawkeye, de soloserie over de boogschutter van The Avengers, is in de rivier van papier die maandelijks uitkomt een fijne verrassing. Schrijver Matt Fraction focust in de verhalen op wat de superheld in zijn vrije tijd doet. Dan pakt hij bijvoorbeeld op ludieke wijze de louche huisbaas aan die zijn buren afzet door de huur drievoudig te verhogen. Hawkeye is fris, gevat en grafisch oogstrelend.
Beginnen bij Hawkeye, Vol. 1: My Life as a Weapon.
Locke & Key (IDW Publishing)
Al jaren een regelrechte page-turner. Na de gruwelijke moord van hun vader, verhui-zen de drie Locke-kinderen en hun moeder naar het huis van hun voorouders, ge-naamd Keyhouse. Deuren in dit bijzondere huis zijn poorten naar andere werelden en een aantal magische sleutels in het huis geven de dragers bijzondere gaven. De demon Dodge wil deze sleutels in zijn bezit krijgen om zo zijn vriendjes uit de hel op onze wereld los te laten. Ondanks de vele magische elementen in deze griezelstrip, weet schrijver Joe Hill (Stephen King Jr.) deze te aarden door goed uitgedachte personages te schrijven in een allesbehalve kinderlijk verhaal. De levendige tekenstijl van Gabriel Rodriguez is net cartoony genoeg om de horror te verlichten.
Beginnen bij Locke & Key: Welcome to Lovecraft.
Saga (Image Comics)
Geheel terecht kreeg Saga dit jaar Eisner Awards (de Amerikaanse strip-Oscars) voor beste nieuwe en beste lopende serie en beste auteur, plus een Hugo Award voor beste beeldverhaal. Scribent Brian K. Vaughn was al eerder verantwoordelijk voor intelli-gente series als Y: The Last Man en Ex Machina, waarin een ex-superheld burgemeester van New York wordt. Saga draait om de verboden romance tussen een man en vrouw van twee verschillende soorten die in oorlog met elkaar verkeren. Als deze intergalactische Romeo en Juliet een kind krijgen, is het gezin op de vlucht voor auto-riteiten van beide zijden. Vaughn omschrijft zijn strip als ‘Star Wars for perverts’ en noemt dat ruimte-epos als een de inspiratiebronnen voor deze inventieve strip waarin humor, science fiction en menselijkheid samenkomen. Tekenaar Fiona Staples laat de personages overtuigend acteren en vindt een mooie balans tussen grootschalige sf-actie en momenten van emotie.
Beginnen bij Saga, Vol. 1.
The Wake (Vertigo) Scott Snyders tiendelige serie The Wake is al net zo goed als zijn Batman-verhalen. The Wake is een spannende horrorthriller die doet denken aan films als The Abyss en The Thing. Walvisdeskundige Dr. Lee Archer en een team van uiteenlopende experts staan oog in oog met een zeemonster dat de evolutie van de mens in een ander dag-licht stelt. Snyder verweeft drie tijdsperioden met elkaar: het heden, het verre verle-den en gebeurtenissen die over 200 jaar zullen plaatsvinden in een postapocalyptische toekomst. Tekenaar Sean Murphy, die ook de reeks American Vampire van Snyder visualiseerde, zet het spektakel met een energieke doch trefzekere toets op papier. Er zijn inmiddels vier delen uit.
Beginnen bij The Wake, issue 1.
The Walking Dead (Image Comics) Wie de succesvolle televisieserie niet gezien heeft, denkt wellicht dat de term ‘The Walking Dead’ slaat op het groepje ronddolende hersendoden waaruit Rutte II bestaat, maar ingewijden weten dat hiermee de overlevenden van de zombie-apoclaypse worden bedoeld die zich staande proberen te houden in een wereld bevolkt door levende doden. De televisieserie is gebaseerd op de gelijknamige en succesvolle comicreeks die al tien jaar loopt en geschreven wordt door Robert Kirkland. Kirkland weet menselijk drama en horroractie goed te combineren in deze zombiesoap die begint als politieagent Rick Grimes ontwaakt uit een coma en op zoek gaat naar zijn gezin. De visueel sterke zwart-wit strip is volgens de schrijver geen horrorverhaal, maar een studie naar hoe mensen zich gedragen in extreme situaties en hoe ze daardoor veran-deren. Inmiddels zijn er 115 deeltjes verschenen die ook in Nederlandse bundels worden uitgegeven, door uitgeverij Silvester.
Beginnen bij Volume 1: Days Gone Bye.
Dit artikel is gepubliceerd in Nieuwe Revu #45 (2013)
Sinds enkele jaren kennen ze in Amerika ‘Trunk or Treat’. In deze variant van ‘Trick or Treat’ gaan de kinderen tijdens Halloween om snoep te scoren niet verkleed langs de huizen, maar lopen ze langs geparkeerde auto’s waarin lekkernijen liggen uitgestald in de versierde kofferbak. Bezorgde ouders hopen zo toezicht te kunnen houden op de kleintjes en te voorkomen dat ze slachtoffer zullen worden van pedofielen.
Waarom de ouders niet gewoon met de jonge kinderen meelopen als ze langs de huizen gaan, is me een raadsel. Kennelijk houden ze er gewoon van om zoveel mogelijk met hun auto te doen. De plaatselijke kerkgemeenschap is vaak de organisator van deze ‘Trunk or Treats’ en daarom vinden ze dikwijls op de parkeerplaats van een kerk plaats. Dat is toch wel ironisch gezien de reputatie van de kerk als pedofielenclub. Over de kat op het spek binden gesproken.
Verhalen waarin kinderen tijdens Halloween gevaarlopen doen al jaren de ronde. Iedereen kent de verhalen over vergiftigd snoep of fruit waar scheermesjes in verstopt zitten. Dit zijn meestal urban legends, behalve de anekdote over Ronald Clark O’Bryan die in 1974 zijn eigen zoon vergiftigde met Halloweensnoep om het geld van de levensverzekering op te kunnen strijken. Hij kreeg heel toepasselijk The Candy Man als bijnaam.
In de huidige commerciële variant van Halloween komt het gevaar dus niet meer van spoken, heksen of het feit dat de grens tussen onze wereld en het dodenrijk op de 31ste van oktober vervaagt, maar uit de hoek van pedo’s en niet-brave vaders die op een creatieve wijze de financiële crisis binnen het huishouden proberen te beslechten. Reallifehorror versus de sprookjesachtige, gothic-kitsch die mijn Halloweenbeleving bepaalt.
Dankzij mijn intolerantie voor suikergoed en liefde voor films als Sleepy Hollow en The Nightmare Before Christmas, draait Halloween voor mij om pompoenen snijden, horrorfilms kijken met vrienden en oude kerkhoven bezoeken. Dat laatste doe ik bij voorkeur in pittoreske steden als het Schotse Edinburgh. Daar worden de mythes rondom geestverschijningen levend gehouden door diverse ghost tours. Door ’s nachts op een middeleeuws kerkhof te lopen waar een miljoen pestslachtoffers onder je voeten begraven ligt, worden die geesten bijna tastbaar en is het makkelijk voor te stellen dat ieder moment een onthoofde ruiter tussen de graven door voorbijrijdt om vervolgens in de mist te verdwijnen. Nog een voordeel: de kans om een pedofiel tegen het lijf te lopen is nihil. En aangezien je als levende kerkhofbezoeker niet interessant bent voor bodysnatchers of necrofielen is zo’n prachtig kerkhof eigenlijk de veiligste plek om Halloween door te brengen. Je kunt er alleen moeilijk je auto kwijt.
In I Am Legend is Will Smith schijnbaar de laatst overgebleven mens op aarde. Het merendeel van de mensheid is gestorven aan een gemuteerd virus, een kleine zeshonderd miljoen mensen is veranderd in een soort vampierachtige wezens met een kannibalistische eetlust. Smith is om de een of andere manier immuun voor het virus en woont als enige nog in New York.
I Am Legend is een verfilming van het gelijknamige boek van Richard Matheson dat al eerder verfilmd werd als The Omega man (1971) met Charlton Heston en The Last Man on Earth (1964) met de fantastische Vincent Price. Persoonlijk vind ik Price een veel betere acteur dan Smith die ik altijd blijf associëren met The Fresh Prince of Bell Air. Dat komt natuurlijk omdat die comedy uitentreuren herhaald wordt bij Veronica.
I Am Legend is vermakelijk in de actiescènes maar zakt volledig door het ijs als Will Smith tegen objecten begint te praten om zijn gevoel van eenzaamheid te verminderen. Dat hij een dialoog met zijn hond voert is goed voor te stellen en bovendien een handige manier van de scriptschrijvers om ons van informatie te voorzien. Als hij echter tegen een paspop in de videotheek een praatje begint te maken om kennis te maken en wanneer hij alle dialoog van Shrek begint op te dreunen, verliest I Am Legend al zijn kracht, als een dood biertje dat sinds gisteravond op de bar staat en is vergeten. Laat Smith maar rennen en schieten, daar is hij wel goed in.
De decors van I Am Legend vond ik wel fantastisch. Heel mooi wordt in beeld gebracht tot welke woestenij New York vervalt als de mens is vertrokken. Dat is toch een van de aantrekkelijke factoren van postapocalyptische films, om te aanschouwen hoe de aarde er na ons uit ziet. Getuige zijn van hoe de natuur de geasfalteerde straten weer langzaam begroeit met onkruid en de betonnen jungle langzaam in een echte jungle verandert als de gebouwen vervallen en vermoeid in elkaar storten.
In The Wicker Man, een horrorfilm van Robin Hardy uit 1973, reist een zeer vrome politie-inspecteur af naar een afgelegen Schots eiland om een verdwenen meisje op te sporen. Op het eiland houdt de bevolking er zo zijn eigen geloof op na en aanbidden ze natuurgoden. De film eindigt dan ook als de heidenen de christen in een ‘Wicker Man’ levend verbanden als offer aan hun goden in de hoop volgend jaar een betere oogst te krijgen.
Het boeiende aan deze film is dat de legitimiteit van religie wordt bevraagd. Het strenge christelijke geloof van de politie-inspecteur is namelijk net zo ongeloofwaardig als het ‘heidense’ geloof dat de eilandbewoners aanhangen. Dat een christen in vlammen opgaat zou je trouwens als poëtische gerechtheid kunnen zien: door de christelijke kerk zijn er in het verleden duizenden vrouwen en mannen op de brandstapel ter dood gebracht omdat ze heksen zouden zijn.
In 2006 werd er een Amerikaanse remake van The Wicker Man gemaakt met Nicholas Cage in de hoofdrol. Ik heb die nog niet gezien, maar betwijfel of die zoveel decoratief naakt bevat als zijn voorganger.
Waarom de rubriek Frames?
De verhalen die we lezen en zien maken net zo goed deel uit van onze levensloop als de gebeurtenissen die we in reallife meemaken. In de rubriek Frames verzamel ik stills uit de films die ik heb gezien om zo die herinneringen te kunnen bewaren en koesteren.
De film Ginger Snaps(John Fawcett, 2000) kwam jaren geleden eens voorbij in een zapsessie en is me altijd bijgebleven. Een verhaal over twee hechte zussen waarvan er eentje gebeten wordt door een weerwolf.
De transformaties die Ginger (Katharine Isabelle) doormaakt zijn gelinkt aan die ze ervaart als puber, waarbij de menstruatiecyclus gekoppeld is aan de maancyclus die zo bepalend is voor het leven van een weerwolf. De weerwolf als metafoor voor de puberteit dus. Naarmate Ginger meer en meer verandert in een wolfachtig wezen, neemt ook haar libido toe en raakt ze steeds meer seksueel actief. Maar het is oppassen geblazen voor wie met haar het bed deelt, want als je ze je al niet aan stukken scheurt, onveilige seks draagt de weerwolfziekte over. Nou ja, het metaforische plaatje lijkt me duidelijk. Niets subtiels aan, wel prachtig gedraaid en veel girlpower in deze Canadese horrorfilm die uitgroeide tot een trilogie.
De afgelopen anderhalve week zat ik dankzij de griep thuis en kon ik niet veel meer dan films kijken, slapen en dom voor me uit staren. Dan is het fijn om dit soort wilde meiden als gezelschap te hebben om de boel een beetje op te leuken. Een nadeel: de volgende dag is het flink haren uit je bed kloppen.
Waarom de rubriek Frames?
De verhalen die we lezen en zien maken net zo goed deel uit van onze levensloop als de gebeurtenissen die we in reallife meemaken. In de rubriek Frames verzamel ik stills uit de films die ik heb gezien om zo die herinneringen te kunnen bewaren en koesteren.
Sinds een paar weken zit ik mijn hart op te halen met de verschillende Tumblrs die Halloween als thema hebben. Prachtige foto’s van herfsttaferelen, vintage illustraties en postkaarten en natuurlijk foto’s van jack-o’-lanterns en spookkastelen. De meeste bloggers beginnen al van begin september met het posten van Halloweenspul. Sommigen plaatsen het hele jaar door materiaal, maar nu de eerste bladeren van de bomen beginnen te vallen zit de sfeer er al aardig in.
Het grootste plezier heb ik echter van horrorfilms waarvan het verhaal rond de 31ste oktober speelt of die qua sfeer gewoon goed bij Halloween passen.
Zoals Halloween III: Season of the Witch (1982) geschreven en geregisseerd door Tommy Lee Wallace. Hierin wil een fabrikant van Halloweenmaskers miljoenen Amerikaanse kinderen omzeep helpen. Het is de bedoeling dat de kinds met hun maskers op het hoofd met Halloween om negen uur voor de televisie gaan zitten, zodat de sinistere verrassing in het masker geactiveerd zal worden. De enige die de snode plannen kan verijdelen is een arts (Tom Atkins) die nu niet bepaald ‘actieheld’ uitstraalt.
Het grappige is dat dit verhaal geen bal te maken heeft met de voorgaande Halloween-films. Dat klinkt op zich verfrissend, maar een goede film is Halloween III allerminst. Toch geniet ik als filmliefhebber in het bijzonder van de art-direction. Die vind ik heel mooi weergeven hoe Halloween er in Amerika uitziet. Vooral die maskers van the Silver Shamrock Corporation zien er erg aantrekkelijk uit.
Heksen vliegen tegenwoordig niet meer op bezemstelen, maar schieten voorbij op hun BMX crossfiets.
Yep, van teveel televisiekijken word je een zombie, kids! Je gaat er in ieder geval heel bleek of groen van uit zien.
Waarom de rubriek Frames?
De verhalen die we lezen en zien maken net zo goed deel uit van onze levensloop als de gebeurtenissen die we in reallife meemaken. In de rubriek Frames verzamel ik stills uit de films die ik heb gezien om zo die herinneringen te kunnen bewaren en koesteren.
Fans van filmmaker en stripschrijver Kevin Smith herkennen zijn hoofd en het gebouwtje waar hij voor staat meteen: de Quick Stop convenience store waar hij jarenlang werkte en de eerste Clerks-film opnam. Bij de foto schreef Smith: ‘Doing some way, way-preliminary scouting at the little shop of pleasures that changed my life forever…’
Ja, fans, haters en alles er tussenin: Smith is een derde (!) Clerks-film aan het voorbereiden. Op zijn site zegt hij daar het volgende over:
In the very near future, I’ll be making Clerks III. It’s an epic l’il swan-song – my g’bye to film, meant to showcase everything I’ve learned in 20 years of making movies. Since The Weinstein Company was behind Clerks II, they got first shot at any potential sequel. My producer Shannon McIntosh and I spent months preparing the submission package for Bob Weinstein: the 120 page script, 3 separate budgets for shooting in 3 different states, a cast list, a cash-flow schedule, and sundry other items with which Bob Weinstein would decide whether or not he wanted to be involved in Clerks III. The deal gives him a month to decide.
Eigenlijk zou Smith met Clerks III stoppen met films maken. Tot hij opeens een heel vreemd idee voor een horrorfilm kreeg. Over een huiseigenaar die een kamer gratis verhuurd, zolang als de huurder maar af en toe een walruspak aantrekt. Gekkigheid? Ja en gebaseerd op een krantenartikel: ‘The story concerns a listing from GumTree.uk, a website that specializes in living situations and apartments to rent. In one memorable listing, a homeowner offers a living situation free of charge – the only caveat being the lodger would have to dress like a walrus from time to time,’ schrijft Smith.
Daar is hij nu druk meebezig. Ze gaan draaien in september om Tusk voor Sundance 2014 af te kunnen maken. Daarna gaat Smith dus waarschijnlijk Clerks III opnemen.
This doesn’t change the retirement thing at all: I’m still wrapping up my film career. I intend to close it with Clerks III – which we’re now aiming to shoot March of 2014 (more on that when I get the info).
Ik ben eigenlijk erg benieuwd naar deze nieuwe horrorflick van Smith. Red State was op zijn minst origineel te noemen en lapt de klassieke scenarioregels van Hollywood aan zijn laars. De film toont dat het echte gevaar bij je om de hoek kan wonen, want godsdienstgekkies zitten overal. En een nieuwe Clerks? Als het verhaal goed is, waarom niet? Clerks II is een van de beste films over mannenvriendschap ooit gemaakt en heeft een speciaal plekje in mijn filmhart veroverd.
Ik vind dit een erg toffe tekening van Kim Duchateau. Hoewel ik zelf nog nooit van een moordende Schanulleke heb gedroomd, roept het beeld bij mij meteen associaties op met the Stay Puft Marshmallow Man, Chuckie en vrouwen die ik in het verleden gedatet heb. Met andere woorden: personages die we als liefelijk beschouwen maar opeens heel gevaarlijk uit de hoek kunnen komen.
Arme Aldegonne!
Overigens is deze afbeelding de cover van de nieuwste Stripgids, nummer35. Lees daar hier meer over.
Geen opleiding. Geen budget. En tóch films maken in de geest van Romero, Kubrick en andere genre-iconen. Op zaterdag 1 juni presenteert Schokkend Nieuws in het kader van de Week van de Amateurkunst een avondvullend programma gewijd aan Nederlandse amateurfilmmakers. Aan de hand van anekdotes, fragmenten en ontmoetingen met de makers illustreren we hoe zij hun films produceren.
Zaterdag 1 juni in Het Werkteater, Oostenburgergracht 75, Amsterdam. Voor slechts 5 euro.
Filmjournalist Barend De Voogd is de hoofdredacteur van Schokkend Nieuws, daarnaast schrijft hij recensies voor NU.nl. Ook is hij een van de programmeurs van het Imagine Filmfestival. Het werd hoog tijd om hem eens te ondervragen over zijn filmliefde en zijn fascinatie met de fantastische film in het bijzonder. En hoe gaat het programmeren van een filmfestival in zijn werk?
De muziek in deze Daily Webhead is natuurlijk van Marco Raaphorst.