Categorieën
Strips

Erik Kriek: Het onzienbare getekend

Striptekenaar en illustrator Erik Kriek bewerkte vijf verhalen van de klassieke horrorschrijver H.P. Lovecraft in stripvorm. ‘Er valt ook wat te lachen, het is wel Lovecraft-light.’

‘De verhalen van Lovecraft raken slechts aan het topje van de ijsberg. Ik houd ervan als een auteur doet alsof hij op een berg van kennis zit, maar voor jou alleen maar een klein raampje opendoet. Dat doen andere fantasy-auteurs als Tolkien ook. Lovecraft vertelt over wezens die miljoenen jaren geleden op aarde leefden. Over oude culturen en rare, kosmische beschavingen,’ zegt Erik Kriek. De stripmaker vertelt enthousiast over het werk van H.P. Lovecraft, waarvan hij vijf verhalen in stripvorm heeft bewerkt. Zijn striproman Het onzienbare en andere verhalen van H.P. Lovecraft ligt vanaf half maart in de winkels.

‘Wat mij ook aanspreekt is dat er geen moraal in zijn verhalen zit. Lovecraft ziet geen goed of kwaad. Hij ziet alleen maar de ontoereikendheid van het menselijk verstand. De grote horror van Lovecraft is het besef dat je als mens niet de geestelijke vermogens bezit om te bevatten wat de kosmos inhoudt. Dat raakt aan de fundamentele vraag waarom we hier überhaupt op aarde zijn. Het idee dat we op kosmisch niveau minder zijn dan een molecuul vind ik heel louterend.’

Kriek is een veelgevraagd illustrator in binnen- en buitenland. Geregeld tekent hij ook de cover van de VPRO Gids. Zijn bekendste strip is Gutsman: een op het eerste gezicht tekstloze parodie op het superheldengenre, maar eigenlijk een strip die vooral over Kriek zelf gaat. ‘Het begon als parodie, maar superheldenverhalen zijn van zichzelf al heel erg camp, dus dat is snel niet meer interessant. Gutsman werd steeds meer een poëtische soap en ging over mezelf, over hoe ik toen in het leven stond. Nu ben ik een burgerman met een hypotheek en een auto, toen was ik een alleenstaande striptekenaar met een rock-‘n-roll-leven die altijd in de kroeg zat,’ zegt Kriek luid lachend.

God-monsters
Gutsman is verleden tijd, nu zijn er de vijf Lovecraft-verhalen die een Kriek-bewerking hebben gekregen. De stripmaker koos deze vertellingen uit om zo in grote lijnen de verschillende soorten verhalen uit het oeuvre te representeren. Zo selecteerde hij het pure sciencefiction verhaal ‘De kleur uit de ruimte’, waarin een meteoriet een boerengezin en het land vergiftigd en bijzondere eigenschappen geeft. In ‘Het onzienbare’ (Engelse titel ‘From beyond’) speelt angst voor techniek en wetenschap een grote rol: een wetenschapper bouwt een machine waardoor monsterlijke wezens die ons constant omringen zichtbaar worden voor het blote oog. De verhalen ‘Dagon’ en ‘Schaduwen boven Innsmouth’ zijn onderdeel van de Cthulhu-cyclus, een serie losjes samenhangende vertellingen rondom het idee dat de wereld vroeger bevolkt werd door god-monsters. Deze voormalige heersers van het heelal zitten nu gevangen in andere dimensies of houden zich schuil op de diepste plekken van de oceaan, wachtend op het moment dat ze los kunnen breken om de boel weer over te nemen. En tot slot ‘De buitenstaander’, een pastiche op de verhalen van Edgar Allen Poe, een auteur die Lovecraft inspireerde.

Angst
‘Ik denk dat Lovecrafts wereldbeeld expliciet dystopisch is. Er is geen humor, er is geen hoop en er is geen uitzicht,’ vertelt Kriek. ‘Zijn belangrijkste thema is het verlies van controle. Volgens mij was het een ontzettend bange man, een fobisch iemand. Hij durfde de deur niet uit. Ook was hij een xenofoob, op het racistische af. Tijdens zijn huwelijk, dat maar vier jaar duurde, heeft hij in New York gewoond. Ze waren arm en moesten daarom in Brooklyn wonen, tussen allemaal buitenlanders. Lovecraft beschrijft in een verhaal dat hij daar over straat loopt en allemaal enge mensen ziet. Met grote neuzen en grote oren. Volgens mij was Lovecraft ook absoluut fobisch voor de vrouw en voor seksualiteit. Er komt geen seks in zijn verhalen voor en als vrouwen er al een rol in spelen, zijn het behekste oude gekken. De vrouw heb ik in mijn verhalen wat meer airtime gegeven.’

Volgens de stripmaker is Lovecrafts werk nog steeds relevant: ‘Er is veel rumoer in de wereld. We leven in onzekere, bange tijden. Ik denk dat Lovecraft juist dan soelaas biedt, want zijn werk verergerd die angstige gevoelens. Daardoor werkt het als een soort catharsis. Horror zet iets uit fase, maakt dingen absurd en daardoor kun je ermee omgaan.’

Ironie
Door het spelen van roleplaying games kwam de stripmaker als adolescent in aanraking met het werk van Lovecraft. ‘Op het regelboek van het spel The Call of Cthulhu stond dat het gebaseerd was op het werk van ene H.P. Lovecraft. Daar had ik nog nooit van gehoord, maar ik vond het een geweldig spel, dus toen heb ik de hele rits boeken uit de bibliotheek meegenomen en ben me daar doorheen gaan worstelen. Ik was meteen verkocht.’
Het onzienbare is voor Kriek een labour of love: ‘Ik wilde er al heel lang iets mee doen omdat ik het al zo lang dicht bij me draag. Verhalen en goede boeken draag ik altijd dicht bij mijn hart. Daar mag eigenlijk niemand aankomen, dat is van jou. Maar als verhalend striptekenaar is het toch leuk om daar een strip van te maken. Om te kijken wat je ermee kunt doen.’

Toch stuitte de stripmaker wel op een aantal vertalingsproblemen bij het bewerken van Lovecrafts werk. Zijn teksten zijn vaak slecht gestructureerd en de langere vertellingen ontberen een echte spanningsboog. We leren nooit zijn personages of hun achtergrond kennen. Ook zijn Lovecrafts beschrijvingen erg abstract. Maar dat is volgens Kriek juist een voordeel: ‘Het leuke en makkelijke aan Lovecraft is juist dat hij dingen niet goed beschrijft. Dan heb je de vrijheid om je eigen nachtmerries erop los te laten. Zijn taal werkt bij mij altijd heel visueel, ik krijg er meteen beelden bij. Aanvankelijk mocht ik van mezelf niet aan de tekst komen, het zijn immers zijn teksten. Maar gaandeweg stopte ik er steeds meer van mezelf in en herschreef ik meer. Ik legde de oorspronkelijke verhalen ook weg en hield me aan mijn eigen interpretatie. Ik wilde ook dat het een Kriek-boek werd en niet een slaafse adaptatie. Het is echt een bewerking.’

Wat verstaat de stripmaker eigenlijk onder een Kriek-boek? ‘Dat er ook wat te lachen valt. Op de een of andere manier weet ik altijd een ironische toon te vinden, hoe serieus een onderwerp ook is. Ook in mijn illustratiewerk, trouwens. Het is mijn algemene visie op het leven. Je kunt toch niet alles serieus nemen? Dat is onmogelijk. Zo zou ik niet kunnen leven. Door er humor in te stoppen is het boek wel Lovecraft-light geworden. Ik denk ook dat heel veel hardcore fans het niet zullen accepteren. Die vinden het te licht, denk ik.’

Verstrippingen
Sinds Dick Matena een paar jaar geleden literaire klassiekers van Gerard Reeve en Jan Wolkers verstripte, zijn dergelijke stripadaptaties een trend geworden waar Krieks Lovecraft-project perfect in past. Los van zijn passie voor de Amerikaanse pulpauteur was de keuze voor Lovecraft ook ingegeven door commerciële motieven: ‘Ik had ook een obscure Slowaakse auteur kunnen kiezen. Of Ambrose Bierce, maar die kent helemaal niemand. Lovecraft heeft een grote cult following, dat maakt het voor een uitgever interessant. En ja, literatuurverstrippingen liggen goed in de markt. Ik zal toch verdomme niet twintig jaar lopen sappelen met mijn strips en dan nu niet op die wagen springen? Ik wil ook zo’n kloek, mooi boek. Ik wil ook wel eens iets maken wat goed verkoopt en goede recensies krijgt. Overigens vind ik verstripping een rotwoord. Dat klinkt altijd alsof je iets verscheurt, ik heb het altijd liever over bewerking tot strip.’

Het grote verschil tussen Krieks aanpak en die van Matena is wel, dat de laatste de tekst van de roman integraal in zijn werk opnam. Hierdoor vertellen beeld en tekst precies hetzelfde en worden de visuele aspecten van het medium genegeerd. ‘Voor Matena is de tekst heilig, maar waarom zou je er dan een strip van maken? Die bewerking van De avonden, daar is niet doorheen te komen. Eigenlijk heeft Matena het voor ons allemaal verpest, want hij heeft met zijn stripadaptaties een soort standaard gezet waar je aan moet voldoen om strips salonfähig te maken.’

Erik Kriek: Het onzienbare en andere verhalen H.P. Lovecraft
Oog & Blik/De Bezige Bij

Howard Phillips Lovecraft
De Amerikaanse schrijver Howard Phillips Lovecraft (1890 – 1937) leefde bijna zijn hele leven in Providence, Rhode Island. Een zonderlinge figuur en amateur-astroloog, die in zijn korte leven meer dan honderd macabere verhalen en enkele novelles schreef. Ook was hij een verwoed briefschrijver. Zijn werk verscheen in eerste instantie in pulp- en sciencefictiontijdschriften zoals Weird Tales, en kreeg vooral postuum bekendheid. Auteurs als Stephen King en Neil Gaiman lieten zich door Lovecraft inspireren. Ook liggen zijn verhalen aan de basis van veel strip- en filmbewerkingen. Toen Lovecraft twee jaar oud was, verloor zijn vader tijdens een acute paniekaanval zijn verstand en bracht de rest van zijn leven in een gesticht door. Lovecraft was atheïst en geloofde in de wetenschap. Misschien dat zijn verhalen daarom vooral lezen als wetenschappelijke verslagen vol bizarre voorvallen: wetenschappers zijn getuige van monsterlijkheden waardoor ze beseffen dat de wereld heel anders in elkaar steekt dan dat ze tot nu toe hadden gedacht.

Dit artikel is gepubliceerd in VPRO Gids #12 (2012).

Zaterdag 24 maart signeert Erik in Lambiek vanaf 15.00 uur.

Categorieën
Fotoblog

City of the Dead

Je mag het een macabere hobby vinden, maar ik vind dit soort plekken prachtig. Edinburgh heeft een paar zeer pittoreske begraafplaatsen waar ik graag vertoef.
Op het hek hierboven een heel waarschuwingsbordje. Er wordt afgeraden om niet tussen de grafstenen door te lopen… Je weet immers nooit wie er met je mee loopt.

Categorieën
Daily Webhead Strips Video

Video: Op de tekentafel van Erik Kriek

Van stripmaker/illustrator Erik Kriek komt half maart een striproman uit waarin vijf bewerkingen van H.P. Lovecraft verhalen staan. Het onzienbare, en andere verhalen van H.P. Lovecraft heet het boek dat bij Oog & Blik/De Bezige Bij zal verschijnen. Ik interviewde Kriek recent voor de VPRO Gids hierover. Ook nam ik deze video op waarin Kriek vertelt hoe hij een strippagina maakt en waarom strips maken significant moeilijker is dan illustreren.

Daily Webhead
Dit gesprek met Kriek is de eerste aflevering van een nieuwe reeks Daily Webhead-video’s. Een serie korte webvideo’s over verschillende onderwerpen: interviews met stripmakers, bloggers en andere creatieven. Maar ook episodes met meer persoonlijke verhalen. Zo was ik recent in Edinburgh samen met Paul, dus daar komt nog een videoverslag van vergelijkbaar met Lekker nerden in Londen.

De planning is nu dat de video’s om de week op zondag online komen, dus verwacht de volgende op 18 maart. De muziek is wederom gecomponeerd door blogwonder Marco Raaphorst.

Kriek
Het gesprek met Erik Kriek verliep heel informeel. Nadat ‘het echte werk’ er op zat, het interview voor de VPRO Gids, pakte ik mijn camera en stelde Erik voor de vuist weg enkele vragen. Ik vind het zelf altijd erg boeiend om te horen hoe creatievelingen hun dingen maken en stripmakers in het bijzonder.

Overigens keert Kriek binnenkort nog terug in een nieuwe aflevering, dan vertelt hij over zijn creatie Gutsman.

Categorieën
Strips

Charles Burns: Puberen in de Twilight Zone

De Amerikaanse stripmaker Charles Burns werkt al jaren aan een somber, nachtmerrieachtig universum. Zijn werk schittert in een retrospectief in Leuven. ‘Ik probeer eerlijk te zijn en weer te geven wat ik zie, denk en voel.’

In de meesterlijke striproman Black Hole van Charles Burns (Washington, 1955) raken tieners besmet met een seksueel overdraagbare ziekte die lichamelijke afwijkingen veroorzaakt, zoals een mond in de nek, vergroeiingen in de rug of een staart. De meeste besmette tieners leven als verschoppelingen in het bos en proberen er het beste van te maken. Volgens Burns is de puberteit als een ziekte: de één groeit erover heen, de ander blijft er eeuwig in hangen. In de wereld van Burns kent deze periode daarom veel horrorachtige elementen, het is alsof je in de Twilight Zone pubert.

‘Misschien heb ik die tijd ook wel zo beleefd. Vrienden van mij hebben hetzelfde ondergaan als ik. Ze verkopen nu vastgoed en zijn gelukkig, dus misschien ligt het aan mij,’ zegt de stripmaker lachend. ‘Ik vind de puberteit een belangrijke periode. Ik word aangetrokken door de intensiteit van je emoties en van de transformaties die je fysiek en mentaal doormaakt.’

Fragment uit ‘Black Hole’


Opgroeien

Burns’ jeugd blijkt een eindeloze bron van inspiratie voor hem te zijn. De stripmaker groeit in zijn werk langzaam op, men zou bijna kunnen spreken van surrealistische memoires. ‘In de loop der jaren heb ik verschillende leeftijden behandeld in mijn strips. De verhalen over Big Baby, de bijnaam van het jongetje Tony wiens hoofd veel lijkt op dat van een ruimtewezen, gaan over opgroeien in de vroege jaren zestig. Black Hole neemt me de middelbare school in. Ik wilde de personages in de wereld plaatsen die ik kende van mijn jeugd in de vroege jaren zeventig, toen ik opgroeide in Seattle. De drie boeken waar ik nu aan werk beginnen in de late jaren zeventig en het punktijdperk. Ik maak altijd de grap dat ik tegen de tijd van mijn sterfbed aan het schrijven over mijn midlifecrisis toe ben.’

Sombere visie
Naast strips maakt Burns ook commercieel werk: al jaren tekent hij de omslagen voor het literaire tijdschrift The Believer, maakt hij illustraties, advertenties en platenhoezen. Hij brak begin jaren tachtig door met strips in het avant-gardistische striptijdschrift RAW. In Museum M te Leuven is nu een retrospectief van zijn tekeningen en illustraties te zien. ‘Veel mensen die de expositie zien realiseren zich dat mijn obsessies en visie, wat die ook mogen zijn, vanaf het begin al aanwezig waren. Er zitten geen radicale veranderingen in mijn werk, alleen subtiele. Over het algemeen is het allemaal heel herkenbaar.’

Het universum van Burns kenmerkt zich door een sombere visie op de mensheid. ‘Dat is deel van mijn DNA, deel van wie ik ben,’ bekent de stripmaker. ‘Ik probeer eerlijk te zijn en weer te geven wat ik zie, denk en voel. ‘Het is niet een compleet zwart beeld van de wereld, ik ervaar niet overal walging of afkeer bij, maar sommige van die dingen komen wel aan de oppervlakte als ik aan het werk ben.’

De beroemde platenhoes die Burns maakte voor Iggy Pop

Body horror
De strips van Burns zijn vaak gecompliceerde vertellingen vol symboliek, vertelt vanuit meerdere perspectieven. Ze kennen een ingewikkelde narratieve structuur met flashbacks en flashforwards. De verhalen roepen associaties op met het surrealisme in de films van David Lynch en de body horror van regisseur David Cronenberg: ‘Met hen word ik het vaakst vergeleken. Er zijn ook zeker overeenkomsten tussen hun werk en het mijne. Toch zijn ze geen inspiratiebronnen voor me, want Lynch en Cronenberg kende ik niet toen ik jong was. Invloeden zijn voor mij dingen waar ik als kind aandachtig naar keek, stripmakers wiens werk ik natekende en die ik probeerde te evenaren. Zoals Saul Steinberg die in complexe en fantastische lijnen cartoons voor The New Yorker tekende. Een directere invloed in verband met wat ik nu maak is Harvey Kurtzman. Toen ik nog erg jong was keek ik naar Kurtzmans Mad Comics, niet te verwarren met het latere magazine zoals dat nog steeds wordt uitgeven. Mad Comics kwamen oorspronkelijk uit als een comic in de jaren vijftig, mijn vader had er zwart-witte heruitgaven van.’

Zelfportret
Om de vooroordelen omtrent zijn inspiratiebronnen tegen te spreken, staat in de expositie een muur volgehangen met honderd boekomslagen. ‘Het zijn boeken uit mijn boekenkast. Op een bepaalde manier is het een soort van zelfportret. De algemene aanname is namelijk dat ik alleen maar Amerikaanse horrorcomics uit de jaren vijftig en zestig ken, en ik wilde laten zien dat de reikwijdte van waar ik mee ben opgegroeid veel groter is dan dat.’

Burns nieuwste project wordt een trilogie, waarvan het eerste deel in 2010 verscheen: X’ed Out. De titel refereert volgens Burns naar twee zaken in het verhaal. De tiener Doug, die gewond en ziek het bed houdt, probeert de inname van zijn medicijnen te minderen. Hij heeft een schema gemaakt van het aantal dagen dat hij nog moet slikken en streept deze door, als een gevangene die de dagen tot zijn vrijlating bijhoudt. De andere verwijzing is naar de punkcultuur: de punks sloten zichzelf buiten de maatschappij en zetten als het ware een kruis door hun participatie daaraan.

Kuifje
Een belangrijke inspiratiebron zijn de strips van Hergé, geestelijk vader van Kuifje en uitvinder van de ‘klare lijn’-stijl. ‘Een groot deel van mijn kindertijd moest ik mezelf vermaken en dat deed ik door te tekenen en strips te lezen. Nog voordat ik kon lezen kreeg ik Kuifje-albums van mijn vader en werd verliefd op ze. Ze maakten grote indruk op mij.’ In X’ed Out zijn de invloeden van Hergé duidelijk terug te zien in de tekeningen: hoofdpersoon Doug lijkt in zijn dromen op een popartversie van Hergés held maar dan met een zwart kuifje haar. ‘Uiteindelijk hebben het verhaal, de personages en wat ik wil vertellen niets te maken met de wereld van Kuifje of die van Hergé, maar de beeldtaal en misschien ook de sfeer die ik als kind tot me genomen heb, komen er nu op deze manier uit.’

Charles Burns: Zwart gat (oorspr. Black Hole en X (oorspr. X’ed Out)
Oog & Blik/De Bezige Bij

Charles Burns in Museum M in Leuven te zien tot en met 11 maart.

Dit artikel is in VPRO Gids #9 gepubliceerd.

Categorieën
Mike's notities

Rondspoken in Edinburgh

Ik ben verliefd en wel op een stad. Het prachtige Edinburgh in Schotland, waar de grens tussen feit en fictie, folklore en fantasie erg dun is en misschien zelfs niet bestaat. Het is ook niet belangrijk wat waar is en wat op basis van de geschiedenis is verzonnen om de mythe van de spookstad levend te houden. Mij onderdompelen in dit soort verhalen vind ik heerlijk.

Vier dagen bracht ik er door. Samen met vriend Paul, tekenaar en jurist.Net als ik is hij een groot liefhebber van het beeldverhaal. We bezochten dan ook de twee stripwinkels die de moeite waard zijn: Forbidden planet en Deadhead comics. Maar daarover later meer. Ik wil het eerst hebben over de romantische kant van de stad.

Halloween
In de stad zijn enkele oude kerkhoven te vinden. Schilderachtige plekken van gotiek, rijk aan spookverhalen, bovennatuurlijke verschijningen en geestige episodes. Omdat de geschiedenis van Edinburgh nogal wat onheil, dood en verderf kent, van pestepidemieën tot en met duizenden armen die onder erbarmelijke omstandigheden onder de stad leefden en stierven, stikt het er van de spookverhalen. De stad heeft de reputatie de meest haunted stad van de wereld te zijn. Eigenlijk is het daar dus elke dag Halloween.

Zelf geloof ik niet in een leven na de dood en dus ook niet in spoken. Ik geloof wel dat mensen een rijke fantasie hebben en onder invloed van allerlei factoren zich van alles kunnen inbeelden. Het geestenrijk fascineert me dus vooral als setting voor boeiende verhalen.

Geestig
Paul en ik hebben een ghosttour gedaan van City of the dead. Een energieke jongeman genaamd Jerry leidde ons naar plekken onder de stad, waar volgens de legende de armsten van Edinburgh leefden. Daarna nam hij ons mee naar Greyfriars kirkyard om de Mackenzie poltergeist te bezoeken. Dit is tevens de plek waar ’s werelds eerste concentratiekamp is geweest, dankzij mr. Mackenzie, dus je begrijpt dat er veel getraumatiseerde zielen rondwaren op deze plek. Geen wonder dat bezoekers van het kerkhof claimen dat ze door een geest zijn aangevallen. Sommigen worden alleen duizelig, anderen krijgen opeens schrammen en snijwonden op hun armen. We werden door onze gids gewaarschuwd voor zogenaamde cold spots. Zodra je die voelde, moest je een stap verderop gaan staan. Als je echter nog eens koude rillingen over je lijf voelde gaan, was het zaak de tombe zo snel mogelijk te verlaten. Weird stuff.

Onze gids, Jerry, had qua uiterlijk het jonge broertje van Ewan McGregor kunnen zijn. Gekleed in lange leren jas, vertelde hij energiek en niet zonder drama over de spookgeschiedenissen. Dat deed hij zo overtuigend dat je bijna in spoken zou gaan geloven. Zeer vermakelijk.

Ik heb enkele boeken aangeschaft over Edinburgh als stad des doods en een boek over de ondergrondse stad. Onder andere van schrijver Jan-Andrew Henderson die meerdere van die titels op zijn naam heeft staan en zeer beeldend schrijft. Lekkere lectuur om in Nederland te lezen en me af te leiden van de onzinnigheden van alle dag. Ik heb nu al zin om daar diep in te duiken.

Daily Webhead
Ook had ik mijn videocamera mee op reis, dus binnenkort presenteer ik een paar nieuwe Daily Webheads die zich in Edinburgh afspelen. De eerste afleveringen gaan echter over stripmaker Erik Kriek wiens Lovecraft stripadaptaties binnenkort uitkomen. Lovecraft past overigens ook heel goed in de bovennatuurlijke sfeer in Edinburgh.

In de tussentijd publiceer ik op mijn andere blog Daily Webhead een serie foto’s over mijn verblijf in Schotland.

Categorieën
Film Video

Video: I see dead people

Illustratie: Merel Barends

Cinema is bij uitstek het medium waarin de doden weer tot leven komen. In films zijn overleden acteurs immers weer in hun volle glorie te zien. Om over de vele zombiefilms nog maar te zwijgen. (Wat dat betreft is het een zegen dat smell-o-vision nooit echt is aangeslagen.) De verbeelding van doden in cinema, een mooi thema voor een mash-up.

Menno Kooistra maakt al een tijdje speciale video mash-ups voor CinemaTV, het online filmmagazine van de VPRO. Dit keer combineerde hij 22 filmfragmenten waarin dode mensen rondwaren. Een erg vermakelijke montage met enkele leuke verrassingen.

Categorieën
Fotoblog

Erik Kriek

Gisteren was ik te gast bij Erik Kriek om hem te interviewen over zijn aanstaande Lovecraft-boek. Erik heeft vijf verhalen van de meester van de horror bewerkt tot een prachtig stripalbum. Het boek ‘Het onzienbare’ verschijnt half maart in de winkels.

Categorieën
Film

Elvis 34 jaar dood, maar op het scherm springlevend

Vandaag, 34 jaar geleden overleed Elvis Presley. Dat kun je herdenken door zijn platen weer te draaien of, godbetert, een van de musicals waarin hij speelt in de dvd-speler te stoppen. Je kunt echter ook voor Bubba Ho-Tep kiezen.

Een van de beste films over The King is Bubba Ho-Tep. Hierin speelt Bruce Campbell, B-acteur extra-ordinaire, Elvis Presley op leeftijd. Hij heeft ooit van plaats gewisseld met een Elvis-imitator en slijt zijn oude dag in een bejaardentehuis waar niemand natuurlijk gelooft dat hij werkelijk de King of Rock-‘n-roll is. Maar wij weten wel beter. Zijn beste vriend is een zwarte bejaarde die beweert John F. Kennedy te zijn. Nog niet gek genoeg voor je? Er waart ook een eeuwenoude mummie door het huis die zich tegoed doet aan de zielen van de bejaarden.
JFK en Elvis zijn de enige die hun huisgenoten het vege lijf kunnen redden en nemen het op tegen Bubba Ho-Tep.

Bekijk hier een compilatie van scènes waarin Campbell dik aangezet en zeer vermakelijk een Elvis op zijn oude dag speelt.

Wie serieus van het talent van Elvis wil genieten, kan het beste de documentaire Elvis: That’s the way it is opzetten. Prachtige concertregistraties afgewisseld met scènes van Elvis on the road en in de repetitieruimte. Toen de film gemaakt werd, was Elvis nog in goede vorm. Snel daarna kwam hij terecht in de neerwaartse spiraal die leidde tot overgewicht, overmatig drugsgebruik en uiteindelijk zijn dood.

Categorieën
Daily Webhead Video

Video: Horrorportretten

Jezelf als zombie laten portretteren, of als vampier of weerwolf. Het was allemaal mogelijk afgelopen zondag in de Fame in Amsterdam. Daar zaten tekenhelden Maarten Janssens en Menno Kooistra een paar uurtjes tussen de dvd’s een ieder die dat wenste op papier van een metamorfose te voorzien.

Ik was erbij met mijn cybershotje en maakte de volgende video:

Daily Webhead: Horrorportretten from Mike’s Webs on Vimeo.

Wil je nog meer horror zien? Check ook onderstaande korte video’s die ik dit jaar maakte rondom Halloween.

Categorieën
Daily Webhead Video

Video: Zombie Walk Amsterdam

Zondagmiddag 31 oktober liep er een groepje zombies door Amsterdam. De pro Wilders demonstratie was een dag eerder, dus daar heb ik het niet over. Het was een officiële Zombie Walk door de binnenstad van Amsterdam.

Ongeveer 25 verkleedde enthousiastelingen liepen van de Dam naar het Vondelpark. Omdat ik nieuwsgierig was naar hoe dit eruit zou zien was ik er bij en schoot onderstaande video met mijn cybershotje.

Daily Webhead: Zombie Walk Amsterdam from Mike’s Webs on Vimeo.

‘Brains!’ riepen de meeste zombies die zich al strompelend door het winkelende publiek – consumentenzombies – begaven. Je kunt je afvragen of mensen die besmet raken met het Zombie-virus zich opeens alleen maar in het Engels kunnen uitdrukken. Daarbij zou ik niet weten wat er zo smakelijk is aan een stel hersenen. Nog los van het feit dat er met Zombies natuurlijk niet echt te praten valt. De eerste intellectuele zombie moet nog gevonden worden.

Categorieën
Fotoblog

“Brains!”

Dam, 2:00 pm
On Halloween afternoon, a Zombie walk took place in downtown Amsterdam. About twenty-five people showed up to walk the streets dressed up like a zombie, yelling “BRAINS!” I admire people who dare dress up like this and walk in public like a loony. Personally, I wouldn’t want to be caught dead wearing make-up like that or any kind of make-up for that matter. But it was quite a sight and got different responses from the shopping public. Since it was such a busy shopping day this Sunday, it sometimes was hard to see the dressed up zombies between the crowds of the zombies of consumerism.

I shot some video of the Zombie Walk and will put that online later this week.

Categorieën
Daily Webhead Mike's notities Video

Mijn Halloween in Amsterdam

Er stond een rij voor de feestwinkel Louis Wittenburg (‘halloween en party supplies’) vrijdagmiddag. Ze hadden er dan ook werk van gemaakt: bewegende poppen uit horrorfilms voor het pand trokken de aandacht. Een man van de ‘Halloween crew’ liet mensen met kleine groepjes binnen. Zo groot is de winkel inderdaad niet, maar wel helemaal volgestouwd met Halloween-artikelen.

Daily Webhead: Halloween store from Mike’s Webs on Vimeo.

In Nederland lijkt Halloween vooral een feest voor volwassenen te zijn. Grote (dans)feesten waarin mensen verkleed gaan, een zombiewalk op de Dam zondagmiddag en je als Zombie laten tekenen in Fame door stripmakers. Kinderen komen aan hun trekken met Sint Maarten en Sinterklaas. Hoewel er wel ook speciale evenementen voor kids worden georganiseerd, zag ik gisteren op het Jeugd Journaal.

Ik spendeer Halloween graag met een stel vrienden: lekker horrorfilms kijken. Gisteravond waren Paul, Matt, Rob en Marloes bij ons thuis om Bride of Frankenstein, de eerste aflevering van The Walking Dead en The Frighteners te kijken.

The Walking Dead

Over de tv-bewering van de horrorstrip The Walking Dead ben ik gematigd enthousiast. Zag er wel goed uit allemaal en een aardige spanningsopbouw, maar wil eerst een paar andere afleveringen zien voordat ik een eindoordeel fel. Never judge a series by its pilot alone. De stripserie vind ik erg goed: mooi getekend, boeiende verhalen waarin de aard van de mens in moeilijke tijden wordt blootgelegd.

Vorige week nam ik alvast een voorproefje met het opnieuw bekijken van Sleepy Hollow. Deze film van Tim Burton is voor mij een van de ultieme Halloween-films. Schilderachtige beelden, een sfeervolle setting en een spookachtig verhaal dat nergens echt eng wordt. Ik associeer Halloween in eerste instantie ook niet met slasher-horror, maar meer met intrigerende spookverhalen. Ook hou ik erg van het uiterlijk vertoon wat bij deze feestdag komt kijken.

Halloween en horror mag wat mij betreft iedere dag gevierd worden. Zaterdag was de opening van de expositie Hell Awaits in de Melkweg. Een groepsexpositie samengesteld door kunstenaarcurator Arno Coenen. De titel Hell Awaits verwijst naar de gelijknamige plaat van Slayer en gaat over de esthetiek en thematiek van metal. Niet helemaal Halloween, maar het heeft er wel wat van weg. Daarom was ik gisteren ook bij de opening. Een video ervan volgt later. Eerst maar eens die Zombiewalk op de Dam checken vanmiddag.