These two old covers of Time Magazine I saw in a window display somewhere in downtown Amsterdam. I’ve always liked actor Humphrey Bogart’s style of acting. It’s a pretty good portrait of him. Sophia Loren looks like she has an axe to grind. Maybe she’s mad with Bogart?
Tag: Humphrey Bogart
Film A-Z: C
Zoals iedere liefhebber heb ik zo mijn favorieten. Het leek me tijd om deze met de wereld te delen. Dat doe ik in de vorm van een ABC, omdat ik eerlijk gezegd niet een nummer één heb. En als die er al is, dan is het morgen weer een andere film. Daarom presenteer ik de komende weken op vrijdag mijn, geheel particuliere, film ABC.
Vandaag komt de C aan bod. In dit overzicht zit zelfs een documentaire – dat is immers ook film, nietwaar?
Net zoals bij de vorige afleveringen zie ik graag jullie reacties tegemoet. Schroom niet om onder deze post je eigen favoriete films toe te voegen die met een C- beginnen en antwoord te geven op deze vraag: Welke films van mijn rijtje heb je gezien en wat vond je van ze?
Casablanca (Michael Curtiz, 1942)
Casablanca speelt zich af in de gelijknamige stad ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Humphrey Bogart speelt de rol van Rick Blaine, een eigenaar van een nachtclub die de lokale overheid, lees Nazi’s, te vriend probeert te houden. Op dag stapt zijn oude geliefde Ilsa Lund (Ingrid Bergman) door de deur. Oude liefde roest niet, maar Lund is tegenwoordig de geliefde van verzetsheld Victor Laszlo. De vraag is: kiest Blaine ervoor om Laszo te helpen uit Casablanca te ontsnappen of gaat hij voor de liefde? Oftewel: is Blaine daadwerkelijk de opportunist die hij lijkt te zijn of schuilt er nog een echte held in de man? Zo kort samengevat klinkt het verhaal wellicht wat simpel, maar de film Casablanca heeft een hoop sfeer én Bogart en Bergman in de hoofdrol. Ook nu is de film nog prima kijkvoer voor romantische zielen. Daarbij wordt er in enkele hedendaagse romantische komedies verwezen naar deze klassieker.
Persoonlijk kan ik erg genieten van de studiodecors van Warner Bros. uit die tijd. Je weet dat je naar een decor zit te kijken en dat geeft duidelijk het gevoel van Old Hollywood weer.
Capote (Bennet Miller, 2006)
De film Capote is een eersteklas portret van schrijver Truman Capote tijdens het schrijven van zijn bestseller In cold blood‘. Philip Seymour Hoffman geeft overtuigend gestalte aan de excentrieke schrijver en kreeg terecht een Oscar voor zijn vertolking. Capote is een boeiende, gelaagde film die prachtig gefotografeerd is. Zie hier de volledige recensie die ik indertijd schreef.
The Celluloid Closet (Rob Epstein en Jeffrey Friedman, 1995)
Deze documentaire van Rob Epstein en Jeffrey Friedman geeft een uitgebreid en verrassend beeld van homoseksualiteit in de Amerikaanse film. Echt een aanrader. Homo’s werden door de jaren heen in Hollywood gerepresenteerd als de Ander: als afwijking van de norm. De Ander is in de film de komische noot, de crimineel, geesteszieke of dient als spektakel (bijvoorbeeld kussende lesbiennes). Homoseksuele Hollywood-acteurs hielden hun seksuele geaardheid geheim uit angst dat dit hun carrière zou schaden. In dat opzicht is er niet veel veranderd, toch Tom Cruise?
Ik zag The Celluloid Closet toen hij uitkwam in een Amerikaanse bioscoop en werd er zeer door geraakt. Vooral de eindmontage waarin shots uit een reeks oude films voorbijkomen is, mede dankzij de muziek van Carter Burwell, zeer effectief.
Chinatown (Roman Polanski, 1974)
Een prachtig doortimmerd script van Robert Towne werd bijzonder goed verfilmd door omstreden regisseur Roman Polanski. De film is een zogenaamde neo noir film: een film noir gemaakt na de jaren vijftig. (Alleen films uit de jaren veertig tot en met eind jaren vijftig rekenen we tot klassieke film noirs.)
Chinatown speelt in Los Angeles in de tijd van de Grote Depressie. De cynische privé-detective Jake ‘J.J.’ Gittes (Jack Nicholson) wordt ingehuurd om de gangen na te gaan van Hollis Mulwray (Darrell Zwerling), de hoofdingenieur van de afdeling waterbeheer van deze stad. Gittes fotografeert Mulwray terwijl deze een blonde jongedame kust, wat tot een schandaal in de pers leidt. Kort daarop verdrinkt Mulwray. In opdracht van Mulwrays echtgenote (Faye Dunaway) onderzoekt Gilles de toedracht rond diens dood. Hij stuit daarbij op een ingewikkeld complot rond waterrechten en een groot familiegeheim.
Qua sfeer komt deze film dicht in de buurt van de klassieke Noir-films. Jack Nicholson speelt hier een van zijn beste rollen, al stond hij toen nog aan het begin van zijn carrière. Jaren later regisseerde hij de film The Two Jakes dat een officieus vervolg is op Chinatown en het lang niet haalt bij het origineel.
Clerks II (Kevin Smith, 2006)
Een vervolg op de lowbudgetfilm Clerks uit 1993 waar de carrière van debuterend regisseur Kevin Smith mee van start ging. Het script van Clerks baseerde Smith op zijn ervaringen als winkelbediende in de Quick Stop, een kruidenierswinkeltje naast een videotheek, ergens in New Jersey. In deze film volgen we een dag uit het leven van Dante Hicks en zijn sidekick Randal Graves. De humor in de film is typisch Smith: puberaal, hard en oh zo prikkelend.
In Clerks II werken beide heren achter de balie in een fastfoodketen. Memorabele momenten in Clerks II zijn Randals uitbeelding van de Bored of the Rings-films (het meest verschrikkelijke filmavontuur van de afgelopen jaren), een knap staaltje intersoortelijke seks en het ritje in de kartbaan waarmee Randal en Dante laten zien nog niets van hun tienerharen verloren te zijn. Dit tweede deel is verreweg superieur aan zijn voorganger, maar goed, Smith had in die ruim tien jaar tijd ook wel wat bijgeleerd wat het film maken betreft. Het goede aan Smiths films is dat onder de oppervlakte van puberale grollen er een gemeende emotionele lading zit die weet te beroeren. Thema’s als ware vriendschap, echte liefde en familiewaarden worden op verfrissende wijze aangepakt door Kevin Smith.
Kort samengevat: verreweg een van de mooiste en grappigste films over mannenvriendschap. Zie hier de volledige recensie die ik indertijd schreef.
Benieuwd wat mijn eerdergenoemde topfilms zijn? Bekijk aflevering A en B.
Film A-Z: B
Zoals iedere liefhebber heb ik zo mijn favorieten. Het leek me tijd om deze met de wereld te delen. Dat doe ik in de vorm van een ABC, omdat ik eerlijk gezegd niet een nummer één heb. En als die er al is, dan is het morgen weer een andere film. Daarom presenteer ik de komende weken op vrijdag mijn, geheel particuliere, film ABC.
Vandaag deel twee van mijn Film ABC. Er zijn veel goede films die met een B beginnen, dus dit keer maar liefst zeven flicks. Ik vond het leuk om de reacties op de A-films te lezen. Schroom dus niet om onder deze post je eigen favoriete films toe te voegen die met een B- beginnen. En antwoord te geven op deze vraag: Welke van mijn rijtje heb je gezien en wat vond je van ze?
Back to the Future (Robert Zemeckis, 1985)
Het script geschreven door Robert Zemeckis en Bob Gale een schoolvoorbeeld van hoe je in Hollywood een scenario dient te pennen. Alles klopt binnen het verhaal: wat je in de eerste tien minuten ziet aan details en gebeurtenissen, wordt later volledig uitgespeeld. Geen overbodige details of scènes. Ieder zinnetje uit de dialoog staat in dienst van het verhaal. Daarnaast prachtige specialeffects en heerlijk gestoei met tijdsparadoxen. En natuurlijk wonderboy Michael J. Fox en Christopher Lloyd als enthousiaste, gekke professor.
Batman (Tim Burton, 1989)
Ik geef als eerste toe dat deze film niet zonder gebreken is, maar ik hou een zwak voor Michael Keatons Bruce Wayne en de prachtige gothicsfeer die Gotham City in deze film heeft. Mijn oordeel is niet gespeend van enige nostalgie. Burtons eerste Batman-film introduceerde mij met een paar nieuwe dingen die tot de dag van vandaag deel uitmaken van mijn leven: het werk van Tim Burton, de muziek van Danny Elfman, mijn passie voor cinema en natuurlijk een diepgeworteld plezier aan de verhaalwereld van de Batman. Ook de muziek van Prince leerde ik kennen, hoewel ik die tegenwoordig bijna niet meer draai. Sommige dingen ontgroei je. Maar mijn passie voor Batman-strips, Burton en Elfman is gebleven. Ik schreef ooit een paar blogposts over Batman van Burton. The Bat & Prince; De wereld van Tim Burton; Terug naar de bron; Waarom Batman en de Joker niet zonder elkaar kunnen en Nicholson, de Joker op het lijf geschreven.
The Big Lebowski (Coen Brothers, 1998)
Misschien wel de beste film van de Coen Brothers. Dat hij alweer 12 jaar oud is, zie je er niet aan af. Jeff Bridges speelt de rol van zijn leven als hippie of leeftijd Lebowski en John Goodman is goed te pruimen in de rol van Walter Sobchak, de geflipte vriend van Lebowski met een oorlogstrauma. Kijk maar naar deze compilatie (maar ga vooral de hele film zien:)
The Big Sleep (Howard Hawks, 1946)
The Big Sleep wordt, evenals The Maltese Falcon, in vrijwel elk handboek en door vrijwel iedere filmliefhebber als hoogtepunt van de Film Noir bestempeld. Film Noir refereert naar die Hollywood films uit de jaren veertig en vijftig die zich afspelen in een wereld van donkere natte straten, in steden waar misdaad en corruptie heersen; een wereld vol duistere schaduwen en wanhoop, waar vervreemding en paranoïde gevoelens de actie van de personages bepalen.
Wat maakt deze Noir-film zo goed? Als eerste speelt Humphrey Bogart – een van de meest prominente acteurs uit Hollywood jaren ’40 en ’50 – de rol van Philip Marlowe; een rol waarmee hij de belichaming werd van de filmdetective (niet in de laatste plaats omdat hij tevens de rol van detective Sam Spade op zich heeft genomen in The Maltese Falcon; vaak genoemd als de eerste Film Noir.) Het spel tussen Bogart en Lauren Bacall, een belangrijk element in The Big Sleep, is sterk en straalt dat nu ook nog uit. Bacall is een van de eerste femme fatales van het witte doek en vormde samen met Bogart een van de klassieke romantische koppels van Hollywood.
The Blues Brothers (John Landis, 1980)
Het genre musical is niet aan mij besteed. Toch vind ik dit een van de beste muzikale films ooit. Prachtige gastoptredens van James Brown, Aretha Franklin, Ray Charles en Matt ‘Guitar’ Murphy. Erg grappig verhaal waarin de twee criminelen Jake (John Belushi) en Elwood (Dan Aykroyd) Blues hun band weer samenbrengen om geld in te zamelen voor het Katholieke tehuis waar ze opgroeiden. Ze zijn niet te stoppen, want they are on a mission from God. De laatste achtervolgingsscene is een klassieker. Prachtig om te zien hoe de oude Dodge, na al die lanceringen, uit elkaar valt op het moment dat de twee broers hun doel bereikt hebben. En natuurlijk: de beste film van de onvergetelijke John Belushi.
The Breakfast Club (John Hughes, 1985)
Van de koning van de tienerfilm, John Hughes, die ons vorig jaar is ontvallen. Met films als Pretty in Pink, The Breakfast Club en Ferris Bueller’s Day Off, sprak hij de jongeren van de jaren tachtig aan. Hughes toonde ons innemende, gewiekste tieners met al hun angsten, onzekerheden en rebelsheid. Hij introduceerde acteurs als Molly Ringwald, Anthony Michael Hall, Ally Sheedy en Judd Nelson. Het is ook nu nog boeiend om te zien hoe regisseur John Hughes tieners met uiteenlopende karakters naar elkaar toe laat groeien tijdens een zaterdag nablijven op school.
Butch Cassidy and the Sundance Kid (George Roy Hill, 1969)
Butch Cassidy en The Sundance Kid zijn twee outlaws. Wanneer ze te vaak een trein overvallen wordt er een speciale posse achter ze aan gestuurd. Ze vluchten en belanden uiteindelijk in Bolivia, maar het blijkt lastig bankenovervallen als je de taal niet spreekt.
Wederom een film met Robert Redford in dit overzicht. Dit keer speelt hij met Paul Newman in een van de leukste films uit de jaren zestig. Het klassieke verhaal over Butch Cassidy (Newman) en the Sundance Kid (Redford) wordt lichtvoetig gebracht, maar de vriendschap tussen de twee mannen lijkt er niet minder echt door. Deze acteurs zijn goed op elkaar ingespeeld, alsof ze elkander al jaren kennen. De film is mooi gefotografeerd en bevat maar liefst drie muzikale sequenties, gecomponeerd door Burt Bacharach: toch uniek in die tijd in dit genre. Het nummer ‘Raindrops keep falling on my head’ werd een hit en klinkt nu ook nog prima in het gehoor.
Regisseur George Roy Hill vermengt verschillende filmtechnieken, de middelste muzieksequentie is een fotomontage waarin de acteurs zijn gemonteerd in oude archieffoto’s en de film eindigt op een dramatisch hoogtepunt met een stilstaand beeld. De aanhoudende achtervolging van de posse is adembenemend. En ook bijzonder: geen van de actiescènes heeft filmmuziek. Een uniek juweeltje in het genre van de western.