Categorieën
Film Strips

Terugblik Imagine: Superhelden, meneer!

Wat een feest was de 28ste editie van het Imagine filmfestival. Een berg leuke films gezien, gepraat met gelijkgestemden en interessante lezingen bijgewoond. En wat is er dan leuker dan na te genieten door even terug te blikken op het hoofdthema van deze editie: de immer inspirerende superhelden!

Superhelden stonden centraal dit jaar. Je weet wel, die vrolijke snuiters in kleurrijke outfits met superkrachten die het onrecht bestrijden. Hoewel, in de documentaire Superheroes van Michael Barnett zijn het vooral brave burgers die de straat op gaan in zelfgemaakte pakjes en dito identiteiten. Ze noemen zich Master Legend, Mr Extreme of Zimmer en ze beschikken weliswaar niet over superkrachten maar wel over een flinke dosis zelfoverschatting.

Tijd voor een biertje
Goed, sommigen van hen zijn kundig in een vechtsport, maar die vormen eerder de uitzondering op de regel. En dan is het nog steeds lastig kogels ontwijken, vooral als je Master Legend heet en je je energie haalt uit het consumeren van grote hoeveelheden bier. Het moment dat de oude man in vol ornaat op een barkruk plaatsneemt, een biertje achterover slaat en vervolgens probeert indruk te maken op een veel jonger meisje staat me nog helder voor de geest.

Ik vond het een aandoenlijke documentaire: hoewel de real-life superheroes handelen met goede bedoelingen, krijg je natuurlijk al snel kick-ass situaties waarin de ‘held’ door dealers en autodieven in elkaar wordt getimmerd. Dergelijke taferelen zien overigens niet in Barretts film, wel superhelden die overlevingspakketjes uitdelen aan zwervers in San Diego en een groep vigilantes die een potenrammer in de val willen lokken. Op YouTube zijn wat dat betreft schokkender beelden te zien van de lotgevallen van deze beunhaashelden.

In de keuken van Stan
In Superheroes wordt striplegende Stan Lee ook gevraagd naar zijn visie over de ‘echte helden.’ Lee kwam tijdens deze editie van Imagine wel vaker in beeld. Hij kreeg de Career Achievement Award en er draaide een boeiende documentaire over de man en zijn leven. Aangezien Lee een van mijn helden is, wilde ik With great power: The Stan Lee Story bijzonder graag zien. Lee’s carrière wordt behandeld, maar ook zien we beelden uit zijn privéleven. Stan is al zestig jaar met Joan getrouwd, en de een-tweetjes tussen hen zijn vermakelijk om te zien. Ze plagen elkaar met veel affectie, en die Joan is net als echtgenoot Stan niet op haar mondje gevallen.

Bijzonder is de scène in de keuken waarin de dood van een van hun kinderen ter sprake komt. De 89-jarige Lee wordt daar nog steeds zichtbaar emotioneel van. Het zijn dit soort kijkjes in Stans privéleven die de film een meerwaarde geven, want verstokte fans weten natuurlijk allang hoe en wanneer hij Spider-Man en de andere helden bedacht. With great power biedt de persoonlijke kant van de striplegende en dat vind ik bijzonder. Lee had overigens wel final cut: hij bepaalde uiteindelijk wat de filmmakers wel en niet mochten laten zien. Verwacht dus geen kritische noten.

Zelf kan ik geen genoeg krijgen van deze energieke, inspirerende opa van de Amerikaanse strip, die nog dagelijks aan het werk is om nieuwe personages te bedenken, media-projecten uit te stippelen of boekjes te signeren op een stripbeurs. Hij vindt het allemaal nog veel te leuk om te stoppen en kan zeer aanstekelijk vertellen over zijn werk. Daarmee onthult Lee waarschijnlijk zijn grootste geheim: wie positief in het leven staat, leeft nog lang en gelukkig.


Stans dankwoord voor zijn award.

Saillant detail: Will Hess, een van de drie regisseurs van de film was op het festival aanwezig. Na de eerste vertoning kreeg de regisseur, zwaar vermoeid door jetlag, een epileptische aanval. De dag erna was Hess gelukkig weer helemaal de oude.

Persoonlijk ben ik hem en zijn partners zeer dankbaar dat deze documentaire is gemaakt. Het werd verdomme een keer tijd dat de man die in de jaren zestig de renaissance van het superheldengenre veroorzaakte een eigen film kreeg. Renaissance? Sterker nog: als Lee niet met zijn meer menselijke helden op de proppen was gekomen, was het superheldengenre allang uit saaiheid overleden. Zo, dat is er uit.

Lachen met en om superhelden
Behalve fictiefilms en documentaires had Imagine ook een paar speciale presentaties in petto. Cabaretier én stripliefhebber Thijs van Domburg is een van de leden van Comedy Train, met als thuisbasis het befaamde Amsterdamse theater Toomler. Als trouwe bezoeker van Imagine raakte Thijs zo geïnspireerd door het thema superhelden, dat hij speciaal voor het festival een voorstelling bedacht: Stand-up Superhero. In ruim een uur kwamen clips uit zo’n veertig superheldenfilms voorbij die door Thijs met veel humor werden gerecenseerd.

Zelf was ik vergeten dat de Captain America in de film uit 1990 een watje was, maar Van Domburg presenteerde een paar clips uit deze film waarin de roodblauwe soldaat van Marvel er flink van langst krijgt. Zijn grootste vaardigheid is de auto uitrennen en faken dat hij moet kotsen. Ook goed gevonden was de samenvatting van de film Wolverine. Wanneer Hugh Jackman het moeilijk krijgt, schieten de klauwen uit zijn handen, strekt hij zijn armen en brult hij heel hard in de camera. Dat doet hij iets van vijf keer, waarmee alle oppervlakkigheid van het scenario aan het licht is gebracht.

Ik vond Van Domburgs show een fijne en frisse manier om naar het genre te kijken. Ik hoop dat ze op Imagine vaker van dit soort dingen gaan presenteren. Aangezien de festivalleiding erg blij was met deze specials in het programma, voorspel ik dat we volgend jaar meer van dit soort dingen gaan zien.

Andere speciale voorstellingen tijdens het festival waren de lezing van Franca Jonquiere over geluid in de film, het interview met de animatieproducenten van Il Luster en natuurlijk mijn goedbezochte lezing over mijn favoriete Webhoofd. Dit soort extraatjes verbreden het aanbod van het filmfestival en bieden ook wat verdieping.

Overigens is Van Domburg een van de genomineerden voor de Comic House debuutprijs. Agentschap Comic House neemt het stokje over van de VPRO en sponsort vanaf dit jaar de Debuutprijs die wordt uitgereikt tijdens de Stripdagen Haarlem 2012. Van Domburg is genomineerd voor zijn strip 2017, getekend door Aimée de Jongh. Het is een prequel van zijn theatershow.

Het superheldenprogramma omvatte nog meer, maar helaas heb ik die films gemist tijdens het festival. Niet getreurd, het filmoverzicht staat gewoon nog online, dus er valt nog een hoop uit de virtuele videotheek op te halen.

Categorieën
Strips

Geïnterviewd over Spider-Man

Tijdens het Imagine Filmfestival mocht ik een lezing geven over Spider-Man. Daarmee kwam de wens uit om voor een groot publiek op een festival eens over mijn favoriete stripheld te kunnen praten. Goed, ik heb wel eerder over Spider-Man een lezing gehouden, bij Comic Design bijvoorbeeld, en ook bij de NOS, toch is er geen grotere kick dan op een filmfestival als Imagine helemaal los te mogen gaan over Spidey.

Tot mijn grote plezier is de lezing goed bezocht. En ik ben al door anderen gevraagd ook bij hen eens een Spidey-praatje te houden.

Ter promotie van de lezing afgelopen donderdag, interviewde Ruben Allersma mij over het webhoofd voor de dagkrant van het festival.

(Klik op plaatje voor grotere versie.)
Categorieën
Strips

Lezing over de fascinerende wereld van Spider-Man

(Strip)journalist Michael Minneboo schrijft in het dagelijks leven over strips, graphic novels en beeldcultuur. Sinds hij op zijn zevende een stapel Spider-Man comics las, heeft het webhoofd hem niet meer losgelaten. Spidey wordt dit jaar 50, reden waarom Minneboo tijdens Imagine in de wereld van Peter Parker duikt.

Hij bezocht enkele locaties uit de strips in New York en ontmoette daar ene Mr. Parker. Ook legt hij uit waarom Spider-Man zo’n boeiende stripfiguur is en op welke manieren de schrijvers en tekenaars van Marvel ervoor zorgen dat hij door de jaren heen relevant is gebleven. Rijk geïllustreerd met beeldmateriaal uit de strips, films en tv-incarnaties.

Wanneer? Donderdag 26 april, 15.50.

Waar? Kriterion 2, Amsterdam.

Meer over Imagine: Amsterdam Fantastic Film Festival vind je op de site.

 

Categorieën
Film Strips

Spider-Man lezing tijdens het Imagine filmfestival

Superhelden staan centraal op het Imagine Amsterdam Fantastic Film Festival dit jaar. Daarom mag ik een lezing geven over Spider-Man. Zet donderdag 26 april maar alvast in je agenda, want vanaf 15.50 praat ik in zaal 2 over mijn favoriete webhoofd.

Spider-Man wordt dit jaar 50, dus dat is een mooi moment om stil te staan bij deze bijzondere stripheld. Ik duik samen met het publiek in de wereld van Peter Parker. Wat maakt hem eigenlijk zo’n boeiende stripfiguur? Om hem bij de tijd te houden hebben de schrijvers en tekenaars van Marvel Comics af en toe aparte wendingen in zijn leven bedacht. Niet alle beslissingen en veranderingen zijn even geslaagd. Wist je bijvoorbeeld dat er van Peter Parker meerdere klonen rondlopen? En dat de duivel himself een grote rol heeft gespeeld in de scheiding tussen Peter en Mary Jane? De verontwaardiging die dat veroorzaakte onder de fans was niet gering.

Ook vertel ik over mijn bedevaart naar locaties uit de Spider-Man strips en mijn ontmoeting met ene Mr. Parker in het huis van tante May in Forrest Hills te Queens. Daarnaast is er een vragen rondje onder het mom van Everything you wanted to know about Spider-Man but were afraid to ask.

Kortom, ik zie je graag donderdag 26 april, 15.50, in Kriterion 2.

Toegang is gratis!

Superheroes galore!
Deze zomer worden de liefhebbers in de bioscoop getrakteerd op maar liefst drie superhelden films: The Avengers, Batman: The Dark Knight Rises en The Amazing Spider-Man. Maar op Imagine draaien er ook een paar interessante superflicks.

Wat dacht je van een documentaire over Stan – The Man – Lee? Een grotere legende op comicsgebied is er niet. De man bedacht een hele stal vol met superhelden, zoals het webhoofd, the Fantastic Four, De Hulk en Iron Man. Hij revolutioneerde het superheldengenre.

Met zijn documentaire Superheroes richt regisseur Michael Barrett zijn camera op ‘echte’ superhelden; gewone mannen en vrouwen die zich door hun collega’s uit stripboeken en films laten inspireren tot goede daden.

Maar ook fictie zoals de Chinese film Let’s Go.

Cabaret
Speciaal voor Imagine bedacht cabaretier Thijs van Domburg de voorstelling Stand-Up Superhero. Van Domburg maakte recent nog de strip 2017 met Aimée de Jongh als prequel voor zijn voorstelling Van Nare Mensen en de Dingen die Kapot Gaan.

En verder is er nog een interessante masterclass van Jim Cornish over storyboarden en een interessante lezing over het geluid in de film: Tijdens de lezing Op het tweede gehoor zal Franca Jonquiere, filmwetenschapper, docente (Universiteit van Amsterdam, Universiteit Utrecht) én Imagine-veterane, de uiteenlopende functies van geluid in film bespreken en illustreren met behulp van fragmenten. Jonquiere zal specifiek ingaan op het creëren van suspense door middel van geluid, waarbij onder andere gebruik wordt gemaakt van scènes uit films als The Eye, White Noise 2 en Insidious.

Laten we het nog even over Spider-Man hebben, want Stan Lee, geestelijk vader van het webhoofd krijgt dit jaar de Career Achievement Award.
De inmiddels 89-jarige legende zal niet lijfelijk aanwezig zijn op het festival. Een exclusief interview met Lee, inclusief dankwoord, wordt vertoond na afloop van de documentaire With Great Power: The Stan Lee Story.
Zaterdag 21 april – 18.00 – Kriterion 1

Goed, check de site van Imagine voor meer info en updates.

Categorieën
Film Filmrecensie

The People versus George Lucas: Fans willen hun jeugd terug

Veertien, vijftien jaar oud moet ik geweest zijn toen ik voor het eerst de eerste trilogie van Star Wars bekeek. Op een vhs’je – het waren de originele versies. Toen een paar jaar later de opgepoetste en digitaal aangevulde versies van de films in de bioscopen draaiden, heb ik niet de moeite genomen om deze te bekijken. Ik vond Star Wars leuk en heb me wel vermaakt met de prequels. Goed, Jar-Jar Binks irriteerde mij ook, maar ik vond dat jochie dat Anakin speelde in de film eigenlijk ook irritant. Toch heb ik niet meteen de neiging om George Lucas als de antichrist te bestempelen, zo diep zit Star Wars niet bij mij, in tegenstelling tot de die hard-fans die in de documentaire The People versus George Lucas aan het woord komen. Die willen hun jeugd terug. Wie niet?

‘George Lucas raped our childhood’ is een van de liedjes die in de documentaire The People versus George Lucas voorbij komt. Veel van de vroege fans, die zelf kind waren toen ze in de bioscoop Episode IV, V en VI zagen, voelen dat zo. Lucas bracht namelijk behoorlijke aanpassingen aan zijn films aan, zoals het digitaal toevoegen van extra personages, maar ook veranderingen die op karakterniveau veroorzaken. Schoot Han Solo in de oorspronkelijke versie een collega premiejager zonder pardon dood, in de nieuwe versie schiet de collega eerst op hem. Ongeloofwaardig vinden de fans dat, want een professionele premiejager zou nooit van een halve meter afstand moeten missen. De verandering maakt Solo softer en aardiger en dat spoort niet met hoe de fans de ruimteschavuit kennen. En ze hebben natuurlijk gelijk.

Geschiedvervalsing
In 1988 sprak George Lucas het Amerikaanse congres toe om ervoor te pleiten dat men oude zwart-witflms vooral niet digitaal mocht inkleuren. Dat zou geschiedvervalsing zijn. Nog geen tien jaar later probeerde diezelfde (?) George Lucas zijn eigen filmgeschiedenis te herschrijven door de oorspronkelijke Star Wars-trilogie aangepast uit te brengen. Ik schrijf bewust probeerde, want hoewel in de toekomst misschien alleen de nieuwe versies beschikbaar zijn, waren er miljoenen toeschouwers getuige van de originele trilogie. Geschiedenis kan pas volledig gewist worden als er geen getuigen meer over zijn.

Wat de fans vooral steekt, is dat de creator weigert de trilogie in haar oorspronkelijke staat uit te brengen. Hierdoor zijn ze niet langer in staat om een nostalgische trip naar hun jeugd te maken, want als ze nu Star Wars: A new Hope opzetten, zien ze een andere film dan toen. Hopeloos dus. Ze voelen zich door hun god in de steek gelaten, want in wezen zegt Lucas dat de Heilige Schrift waar ze zo van houden niet perfect was en dat ze een inferieure versie van de Star Wars mythologie aanhangen. De christenen zouden het ook niet pikken als God opeens de bijbel zou herschrijven.

Fanfilms
Fascinerend volkje, die fans. Ze maken eigen remakes van Star Wars of films die voortborduren op het universum dat Lucas creëerde. Ze zijn bereid om voor Episode I: The Phantom Menace meerdere malen in de rij te gaan staan in de hoop dat ze zich na de zoveelste voorstelling kunnen verzoenen met de kinderachtige film die Lucas uitbraakte en die niet voldoet aan hun verwachtingen. Ze kopen alle merchandise waar het Star Wars-logo op staat, maar beklagen zich dat Lucas zo’n commercieel mannetje is geworden.

The People versus George Lucas van regisseur Alexandre Philippe is een fascinerende documentaire die interessante vragen aanstipt en oproept. Wie is nu eigenlijk de baas over Star Wars? Zijn dat de fans of is dat Lucas? Als je het vanuit het auteursrecht bekijkt, is de vraag gemakkelijk te beantwoorden. Lucas maakte de films, hij is de eigenaar. Maar, zo oppert iemand in The People versus George Lucas: vanuit ethisch oogpunt behoort het Star Wars universum de fans toe. Het is onderdeel van onze cultuur geworden en daarmee collectief bezit.

Overigens is het opvallend dat de kinderen van de oude fans geen moeite hebben met de nieuwe films en een figuur als Jar-Jar Binks juist heel grappig vinden. Nu heeft Lucas altijd gezegd dat Star Wars voor kinderen is bedoeld, dus wellicht heeft de man simpelweg gelijk door telkens nieuwe versies uit te brengen: op maat gemaakt voor een nieuwe generatie. Moeten die oude fans niet gewoon een kindertijd achter zich laten en eindelijk eens volwassen worden?

Hoe het ook zij: ik denk niet dat Lucas, stinkend rijk geworden dankzij zijn Star Wars, er wakker van zal liggen. En terwijl Lucas zijn eigen weg gaat, is het voor ons flink genieten van alle fanfilms die uit de liefde-haat gevoelens voor Lucas zijn voortgekomen.

The People vs. George Lucas – Trailer #3 from The People vs. George Lucas on Vimeo.

Meer over Imagine: Amsterdam Fantastic Film Festival kun je lezen op het blog van Zone 5300.

4 sterren

Categorieën
Strips

Kriek verstript Lovecraft

Stripmaker/illustrator Erik Kriek – misschien wel het beste bekend van zijn strip Gutsman – is al een tijdje bezig met het verstrippen met verhalen van horror en sf-schrijver HP Lovecraft. Later dit jaar komt daar een graphic novel van uit bij Oog&Blik/De Bezige Bij: Het onzienbare & andere verhalen.

Coversdesign voor 'Het onzienbare en andere verhalen'

Wie Eisner #2 erop naslaat, weet dat Kriek al sinds 2009 korte verhalen van Lovecraft in stripvorm giet. Daarin stond De Buitenstaander, waarin een rottend lijk dat niet doorheeft niet meer te leven, zich weer onder de levenden begeeft, met alle schrikachtige gevolgen van dien.

Door De Buitenstaander moedigde uitgever Hansje Joustra Kriek aan om meer Lovecraft te verstippen. In Zone 5300#92 stond een voorpublicatie van de korte strip Het Onzienbare. Hierin activeert uitvinder Crawford Tillenghast een machine waarin afzichtelijke wezens zichtbaar worden die zich tussen ons begeven maar die we niet met het blote oog kunnen zien. Een dergelijke openbaring kan natuurlijk niet zonder ernstige gevolgen blijven.

De paar pagina’s waarop Kriek de lezer tot nu toe trakteerde smaakten zeker naar meer en ik ben dan ook erg benieuwd als Kriek aanstaande vrijdag wat van zijn werk presenteert op het Imagine Amsterdam Fantastic Film Festival.

Kriek wordt dan samen met regisseur Sean Branney geïnterviewd door festivaldirecteur Phil van Tongeren. Branney maakte de Lovecraft-verfilming The Whisperer in Darkness, die natuurlijk ook tijdens het festival is te zien.

De Amerikaanse regisseur is een van de sleutelfiguren in de H.P. Lovecraft Historical Society, in 1984 opgericht door een groepje RPG-spelers, en inmiddels verantwoordelijk voor films, boeken, cd’s en hoorspelen naar het werk van de schrijver.

Kortom, wees er vrijdag 22 april bij om 12.30 in Kriterion 2. Toegang is gratis.

Check ondertussen het blog van Kriek waarin hij meer voorproefjes geeft van dit project.

Categorieën
Film Filmrecensie

Metropia

Omdat de masterclass van Bob Murawski niet doorging, toonde Imagine maandag middag de Zweedse animatiefilm Metropia. Een verrassingsfilm dus die helaas weinig verrassends bood.


Positieve toekomstbeelden in cinema zijn op één hand te tellen. Ik kan er op dit moment even geen bedenken in ieder geval. Mistroostig is de toekomst in Metropia ook. Alle olie is opgeconsumeerd en de wereld is grijsgrauw gekleurd. Heel Europa is verbonden door een uitgebreid metronetwerk dat in handen is van een bedrijf, Trexx genaamd.

Big Brother is watching you, again!
Trexx houdt de bevolking in de gaten. Als ze tv-kijken, kijkt Trexx via de beeldbuis terug. Dankzij een speciale antiroosshampoo kunnen ze zelfs gedachten lezen en via de ogen van de subjecten meekijken.

Big Brother is watching you and making sure you’ve got clean hair. Of zoiets.

Voor een film waarin een coöperatie tot de gedachten van de personages weet door te dringen is Metropia helaas erg oppervlakkig. Geen van de personages wordt goed uitgediept. Van hoofdpersoon Roger weten we vooral dat hij niet blij is met zijn leven en dat hij zich zorgen maakt over de relatie tussen zijn vriendin en haar beste vriend. Die zorgen zijn niet geheel onterecht overigens, want de schurk probeert haar te verleiden zodra Roger ’s avonds niet thuis komt. Ondertussen is Roger zelf in de ban van supermodel Nina. Als ware femme fatale spant ze Roger voor haar karretje en speelt hij een sleutelrol in haar plan tegen Trexx.

Ook de toekomst wordt slechts schetsmatig weergegeven: verder dan wat verwijzingen naar quizshows – die ongetwijfeld als commentaar op het huidige televisieaanbod zijn bedoeld – en gerecyclede ideeën van wat een Dystopie inhoudt, gaat het eigenlijk niet. Het gehele hoe en waarom blijft gehuld in mist, al is dat idee van de metro die heel Europa samenbindt wel aardig gevonden.

Thunderbirds
Foto’s van acteurs en locaties werden digitaal bewerkt. Het characterdesign vond ik wel interessant. Het gezicht van het personage lijkt, tot op zekere hoogte, op het gelaat van de acteurs die hem speelt. Behalve dan Nina die weliswaar de stem heeft van Juliete Lewis, maar meer wegheeft van gestroomlijnde versie van de Thunderbird Penelope. (Wat mij betreft een hele verbetering, want ik ben niet zo fan van haar hoofd, maar dat terzijde.) Sowieso bewegen de figuurtjes wat stijf en omdat het hoofd proportioneel groter is dan de rest van het lijf, kreeg ik sterk het gevoel naar CGI-versies van de Thunderbirds te kijken.

Roger wordt van stem voorzien door Vincent Gallo. Udo Kier tekende voor de rol van Trexx magnaat Ivan Bahn. Ook nu is hij dus getypecast als bad guy.

Meer over Imagine: Amsterdam Fantastic Film Festival kun je lezen op het blog van Zone 5300.

Categorieën
Film Filmrecensie

Flooding with Love for the Kid: Zo kun je ook films maken

Flooding with Love for the Kid is een van de meest vreemde films die ik ooit heb gezien. Maar het is ook een pleidooi om buiten vastgestelde kaders te denken.


Zachery Oberzan was zo onder de indruk van de roman First Blood van David Morrell, dat hij besloot deze zo getrouw mogelijk te verfilmen. De film met Silvester Stallone, de eerste in een reeks Rambo-films, wijkt namelijk nogal af van het boek. Oberzan wilde zien of het mogelijk was om alle dialogen uit het boek in de film te stoppen.

Dat is op zich niet zo’n gek idee. Wat Flooding with Love for the Kid zo’n vreemde film maakt is dat Oberzan de productie geheel in zijn New Yorkse appartement opnam en zelf alle rollen speelt. Budget: 96 dollar. Resultaat: 100 minuten experimentele film vol passie, hilariteit en een voorbeeld van wat je bereikt als je verder kijkt dan standaardconventies.

Wie zien Oberzan door de woonkamer rennen met een geweer, maar dat moet eigenlijk John Rambo in het bos voorstellen die op de vlucht is voor de politie. Een paar digitaal gemonteerde takjes en dennentakjes in de kamer moeten een bos suggereren. En weet je, het werkt!

Oberzans film is een ode aan de fantasie. Vroeger toen je met je vriendjes speelde, waren twee stoelen die naast elkaar stonden en een ronde schijf in je handen ook een auto. Bij Oberzan werkt het net zo. Een badkuip kan ook prima dienstdoen als rivier zo blijkt. Hij projecteert soms heel knullig wat beelden op de muur om de scène van een decor te voorzien, maar dat helpt wel bij het bepalen van de locatie. Ook maakt hij handig gebruik van de soundtrack: omgevingsgeluiden suggereren een bos of een drukbezochte diner. Je hoeft de andere eters ook niet te zien, het geluid zegt genoeg.

Heel slim geeft hij ieder van de 26 personages (!) een eigen accent en uiterlijk, zodat de kijker ze uit elkaar kan halen. Een groot acteur is Oberzan niet, maar zijn enthousiasme en passie komen zeker over en werken aanstekelijk.
Het resultaat is nogal vervreemdend, maar toch overtuigend genoeg om er in mee te gaan. Oberzans gekkigheid, maar vooral zijn doorzettingsvermogen zijn wat mij betreft een inspirerend voorbeeld voor een ieder die creatief bezig is en heel graag een bepaald project of idee wilt uitvoeren. Alleen daarom al drie sterren voor deze film!

Na de filmvoorstelling was er tijd voor een Q&A.

Hoe lang ben je met deze film bezig geweest?
Ik dacht dat het gehele proces ongeveer een jaar zou duren, maar ik had er zoveel lol van, dat de film binnen die tijd klaar was. Van de adaptatie van het boek in scriptvorm tot en met de postproductie was ik zo’n acht maanden bezig. Ik werkte als secretaresse overdag, ’s avonds repeteerde ik voor theatervoorstellingen, dus het meeste werk aan de film deed ik ’s nachts of op zondag. Al mijn vrije tijd stopte ik erin.

Wat vond je zo goed aan het boek dat je geïnspireerd werd om deze film te maken?
Toen ik negen of tien jaar oud was, zag ik de Stallone-versie voor het eerst. We hadden een weekend gratis HBO en daardoor kon ik op die leeftijd een R-rated film zien. De film raakte me echt toen. Kort daarna zag ik het boek liggen in een kruidenierswinkel. Het was een aangrijpend moment voor me waarin ik besefte dat een boek en een verfilming erg van elkaar kunnen verschillen. Toen ik het boek las verbaasde me dat de roman zoveel méér details en diepte bevatte dan de filmversie. Het verhaal van sheriff Wilfred Teasle is in principe uit de film gelaten. Het boek gaat over hem én Rambo, terwijl de film alleen over Rambo gaat.

Als tienjarige was ik dus erg onder de indruk van de verschillen tussen het boek en de film. Zeker aan het einde van het boek waar Rambo sterft. Ik begreep dat toen niet en heb dat hoofdstuk wel drie keer gelezen. Ik had immers de film gezien en daarin sterft hij niet! Dat was voor mij echt een keerpunt, net zoals het moment waarop je ontdekt dat de kerstman niet bestaat. Ik hoop niet dat ik nu mensen laat schrikken,’ grapt de regisseur.

De zaal lacht.

Oberzan vervolgt: ‘Dus sinds dat moment heb ik altijd al een trouwe adaptatie willen maken van het boek. Een adaptatie die uitdrukking gaf aan het boek zoals de tekst mij geraakt had. Ik kwam in de theaterwereld terecht en begon met acteren. Op een gegeven moment verhuisde ik naar New York, maar ik kon geen werk krijgen als acteur of filmmaker. Ik probeerde de traditionele route te volgen om een filmmaker en acteur te worden, maar dat lukte zo niet. Ik voelde dat ik geen greep had op de situatie.

Uiteindelijk heb ik het idee opgegeven dat ik van iemand anders toestemming moet hebben om een filmmaker te zijn. Ik besefte dat ik het zelf kon doen, zolang als ik maar de idee van wat een film hoort te zijn losliet en anders benaderde. Als je vanuit een ander perspectief kijkt naar wat acteren hoort te zijn of wat een film hoort te zijn, dan kan je ook een film maken.

In mijn ogen heb ik een big budget Hollywood movie gemaakt waarin ik zelf de hoofdrol speel. Wat mij betreft zijn het Oscarwaardige optredens en is het een Oscarwaardige montage. Vooral over de montage ben ik erg tevreden. Dat de rest van de wereld en de Oscarcommissie dat niet zo ziet, vind ik prima. Het maakt me niet uit, omdat ik me realiseer dat ik deze film gemaakt heb.

Heeft de auteur van het boek, David Morrell, de film gezien?
Ja. Ik wilde hem laten weten dat ik dit gedaan had omdat ik dacht dat hij het ontroerend zou vinden dat iemand zich zo verbonden zou voelen met zijn werk. Maar ik maakte me wel zorgen over copyrights en dat soort zaken. Uiteindelijk kwam hij achter het bestaan van de film, want hij werd opgepikt en is al op verschillende plekken te zien geweest.

Ik zocht contact met hem op. Gelukkig is hij een vrijgevig man en was hij er enthousiast over. Ik weet niet of hij helemaal begrijpt wat ik probeerde te doen, hij is immers van een andere generatie en nu in de zestig, maar hij waardeert de film en vindt het een fantastische ervaring. Hij staat er honderd procent achter. Als ik ooit problemen krijg met de copyrights, kan hij met helaas niet helpen, want hij heeft de rechten aan de filmmaatschappij verkocht.

Hoe heb je de rollen opgenomen. Iedere rol in zijn geheel?
Ja, ik heb als eerste alle shots van Rambo opgenomen en zo de hele film gespeeld. Je kunt zien dat ik steeds beter word met de techniek, want die shots van Rambo waren eigenlijk niet zo goed. Vaak valt zijn hoofd deels buiten het kader van het frame. Dat is dus geen artistieke keuze, ik was mijn manier van opnemen nog aan het perfectioneren.

Ik wilde ook zoveel mogelijk het toeval de ruimte geven aangezien ik de beperkingen die ik had ook omarmde. Dus toen ik bij het terugkijken zag dat ik Rambo deels buiten beeld is, vond ik dat het zo moest zijn. En het is prachtig om te zien hoe dingen uiteindelijk samenvallen. In een van de einddialogen zegt Captain Sam Trautman: ‘I took the top of his head off with this shotgun!’. Dus dat verwijst terug naar het feit dat de bovenkant van Rambo’s hoofd in het begin van de film is afgesneden.

Meer over Imagine: Amsterdam Fantastic Film Festival kun je lezen op het blog van Zone 5300.

Categorieën
Film Filmrecensie

Some guy who kills people

Some guy who kills people was voor mij de eerste film op het Imagine: Amsterdam Fantastic Film Festival dit jaar. Een prima keuze, want licht van toon, bij vlagen charmant en hier en daar wat bloedspatten.

Ken Boyd werd op de middelbare school flink mishandeld door het basketballteam omdat ze niet blij waren met hoe hij hen portretteerde in zijn strip. Als hij jaren later zijn leven probeert op te pakken na een verblijf in een inrichting, begint iemand op gruwelijke wijze het oude team uit te dunnen. De sheriff onderzoekt de seriemoorden en date ondertussen met Boyds moeder. Het ziet ernaar uit dat hij voor de moordenaar niet ver hoeft te zoeken. De grootste complicatie in Boyds leven – die zijn geld in een ijssalon verdient en dagelijks vernederingen van zijn baas moet tolereren – is de komst van zijn 11-jarige dochter die hij sinds haar geboorte niet meer mocht zien van zijn ex.

De toenadering van dochter Amy tot vader Ken levert enkele charmante scènes op. De nadruk ligt dan ook niet zo zeer op de moordscènes. Some guys who kills people is wat dat betreft een luchtige comedy met korte gewelddadige uitbarstingen.

De cynische opmerkingen van Boyds moeder (Karen Black) versterken de lage eigendunk die Boyd van zichzelf heeft, maar zorgen dikwijls een glimlach op bij de kijker. De leukste opmerkingen komen echter uit de mond van de sheriff, gespeeld door Barry Bostwick die we kennen als burgemeester in de sitcom Spin City. Hij maakt rustig woordgrappen met het woord ‘axe’ erin terwijl hij een slachtoffer bestudeert dat met een bijl in het hoofd is vermoord.

Boyd wordt op verdienstelijke wijze neergezet door acteur Kevin Corrigan. Ook al zo’n tv-hoofd: hij is nu te zien in de herhalingen van Grounded for life op Comedy Central.

De grote plottwist aan het einde is wat vergezocht, maar verder is Some guy who kills people een prima tussendoortje.

 

“Some Guy Who Kills People” – Exclusive Trailer from Some Guy Who Kills People on Vimeo.

Meer Imagine kun je lezen op het blog van Zone 5300.

Categorieën
Film

Imagine in Flashback

Het Imagine filmfestival zit er voor mij weer op. In zes dagen festival zag ik in totaal 12 films, (Exam had ik al bij een persvoorstelling gezien) en een programma Europese korte films. Ook woonde ik het boeiende symposium van filmmuziek componist Simon Boswell bij.

Dit jaar vond het festival plaats in Filmtheater Kriterion. Een goede zet, want niet alleen bevonden de drie zalen zich in één pand, ook bezit Kriterion een leuk café, waar je een schappelijke prijs betaalt voor een kop koffie. Tussen de films door was het dan ook fijn praten met vrienden en mede festivalbezoekers. Ook gaf het café de gelegenheid om de festivalkrant te lezen. Leuk vond ik die Imagine Daily. Het zijn dat soort kleine dingen die een festival extra bijzonder maken. Eigenlijk hoort een serieus filmfestival gewoon een dagkrant te hebben. Punt. En een goede website. Over de site van Imagine heb ik niets te klagen. Overzichtelijk, informatief en een aanvulling op het festivalbezoek zelf.

Overigens werd het naar mijn smaak in de avonduren wel een beetje te druk in de gangen en het café van Kriterion. Misschien is het festival toch wat te groot voor het aantal bezoekers.

Dikkie Dick
Dick Maas liet ook zijn gezicht zien op het festival. Tussen de opnames van de film Sint door nam hij namelijk de Career Achievement Award in ontvangst. Daar was ik overigens niet bij, wel zag ik hem de dag erna uit de taxi stappen om een compilatie van zijn (korte) films in te leiden. Ook daar heb ik geen frame van gezien. Ik vind dat Maas vroeger veel betekend heeft voor de Nederlandse filmwereld met films als De Lift, Amsterdamned en Flodder. Daarna vond ik zijn films niet zo interessant meer, al ben ik wel licht nieuwsgierig naar Sint.

Donderdag 15 april was voor mij de eerste echte dag van het festival. Ik zag drie films die dag: No Smoking, Master Key en The Wild Hunt. Die laatste stak met kop en schouders uit boven de eerste twee films, waarvan Master Key toch wel een van de meest vage scenario’s is die ik ooit op het witte doek heb uitgespeeld gezien.

Quantum Leap


Een eerste dag op het festival is altijd even inkomen. De programmering is strak en de pauzes tussen de voorstellingen daardoor kort. Iedere keer als het licht in de zaal uitgaat kom je in een nieuwe verhaalwereld terecht en moet je je verplaatsen in een volledig onbekend personage. Al snel voelde ik me een soort van Sam Beckett – de tijdreiziger uit Quantum Leap, niet de beroemde Ierse schrijver en dichter. Na een dag krijg ik daar altijd een soort van geestelijke jetlag van. Als ik niet geregeld achter het toetsenbord kruip om recensies en impressies te schrijven van de films die ik zie, dan zouden alle indrukken door elkaar gaan lopen. Scènes, personages, situaties zouden dan een grote onnavolgbare metafilm worden.

Vrijdag 16 april was de dag voor European Fantastic Shorts #2, Black Dynamite en de niet minder dan Fantastic Mr. Fox. Black Dynamite was ook een fijne spoof op de blaxploitationfilms uit de jaren zeventig. Kan het dan ook alleen maar eens zijn met de woorden van Tonio van Vugt die de film uitgebreid besprak. Wel grappig dat er een spoof, cq hommage van blaxploitation is gemaakt. Wie films als Shaft en Sweet Sweetback’s Baadasssss Song (die titel alleen al) tegenwoordig ziet, heeft toch moeite zijn lach in te houden. Niet dat Shaft niet cool is, maar die jive-talk en übercoole poses die de personages aannemen werken tegenwoordig toch op de lachspieren.

Soundtrack
Simon Boswell is componist van filmmuziek. Hij werkte voor filmmakers als Dario Argento en Clive Barker. Hij voorzag veel horrorfilms van muziek terwijl hij zelden zo’n film kijkt. Boswell gaf een zeer onderhoudende masterclass over zijn carrière, het componeren van filmmuziek en toonde ons zijn eigen geluidsexperimenten. Boswell plaats namelijk filmmuziek onder nieuwsitems. Het effect ervan laat zich raden. Onder beelden van de vliegtuigen die op 11 september 2001 de Twin Towers in vlogen zette hij een zelfgemaakte compositie die niet had misstaan onder beelden van een film als Independence Day. Het nieuws leek daardoor wel een spannende film.

Interessanter vond ik zijn vertraagde videoportretten. Boswell gebruikt bestaande close-ups van beroemdheden als Bowie en Sadam Hoessein en vertraagt de beelden ervan zodanig, dat ook het knipperen van de ogen zeer langzaam gaat. Aan het beeld voegt hij een vreemdsoortige, intense soundtrack toe. Het effect is zeer vervreemdend, maar boeit ieder frame. Het zijn indringende levende portretten van mensen. Je gaat automatisch minutieus naar de gelaatstrekken kijken en ontdekt een oneindig verhaal in de blik van de geportretteerde.

Het experiment lijkt mij een voortgang van de screentest van Andy Warhol. Die richtte een cameralens op iemand en draaide de filmrol vol terwijl deze mensen in de lens keken en tegen de camera zaten te praten. Soms staarden de drie minuten dat de filmspoel duurde naar de toeschouwer. Toen ik mijn observatie na de lezing met Bosswell deelde, gaf hij toe dat hij door Warhols screentests is geïnspireerd.

Verder zag ik maandag nog de film Best Worst Movie. Zie hier mijn recensie. De dinsdag begon met Diagnosis Death, gevolgd door de prachtige en ontroerende animatiefilm Mary and Max. De avond was gereserveerd voor Symbol.

Festivalcafé Kriterion

Symbol ondersteboven
Halverwege de eerste vertoning van Symbol van Hitoshi Matsumoto ging het goed mis. Opeens was het beeld ondersteboven en in spiegelbeeld. In eerste instantie dachten we allemaal dat dit misschien zo hoorde. Symbol is namelijk een nogal vreemde film en bij de scène in kwestie schakelden we net over naar China, aan de andere kant van de wereld. Misschien dat Matsumoto de wereld daarom op zijn kop toonde? Toen de ondertiteling echter ook in spiegelbeeld en bovenin het beeld verscheen, bleek dat de operateur de aktes verkeerd aan elkaar had geplakt.

Voor niet ingewijden: film wordt in een reeks kleine spoelen aangeleverd die voor vertoning achter elkaar geplakt moeten worden op een grote spoel. Als een film eenmaal draait, kun je dit soort fouten niet zomaar herstellen. Kortom: einde van de filmvertoning. De festivaldirectie ging hier heel netjes mee om: iedereen kreeg een voucher zodat een andere voorstelling gratis bijgewoond kon worden. Ook werden er consumptiebonnen uitgedeeld.

Toch was het heel frustrerend, want Symbol is een film die de kijker een enigma voorschotelt: Een man in een fel gekleurde pyjama ontwaakt in een lege witte kamer waarvan de muren zijn gedecoreerd met de piemeltjes van engelenbeeldjes. Wanneer hij op zo’n piemeltje drukt floept uit een luik in de muur een willekeurig voorwerp te voorschijn: een roze tandenborstel, een steekwagentje, een vaas, sushi… Op de een of andere manier houden de gebeurtenissen in de witte kamer verband met de voorbereidingen, ver weg in Mexico, van de oude gemaskerde worstelaar ‘Escargotman’ op zijn wedstrijd. Maar hóe, dat blijft een verrassing tot het goddelijke einde. Het einde dat ik dus niet gezien heb.

Symbol vormt een puzzel waarvan ik de oplossing nu niet weet. Aan de ene kant frustrerend, aan de andere kant een mogelijkheid om zelf een passend einde te bedenken. Inmiddels heb ik al van mensen de afloop van Symbol vernomen. Dat bevredigt het ongenoegen enigszins, maar niet zoveel als het zien van de film zelf.

Imagine etalage ABC Amsterdam

Woensdag zag ik het matige doch onderhoudende The Crazies en de saaie film Time Out. De dag werd gered door Leslie, My name is Evil. Aanrader!

Donderdag sloot ik het festival af met Dark and Stormy Night die best leuk was geweest als de film maar een halfuurtje had geduurd en de tromafilm Vampiere Girl versus Frankenstein Girl. Deze was net zo vermakelijk en fout als de titel doet vermoeden. Geen slechte afsluiter van Imagine 2010.

Silver screen award
Na een vertoning mogen de bezoekers hun mening over de betreffende film doen blijken door met een formuliertje aan te geven of ze de film: hopeloos, slecht, zozo, goed of zeer goed vonden. Op basis daarvan wordt iedere dag een tussenstand voor de Silver Screen Award gepubliceerd. Maar hoe zit het precies als een film weinig bezoekers heeft getrokken maar die drie mensen in de zaal deze film allemaal zeer goed vonden? Komt die film dan bovenaan te staan? Of werkt het systeem op een relatieve basis, waarbij het aantal bezoekers en vertoningen in de berekening worden meegenomen? Ik vroeg het Phil van Tongeren op een dag toen hij uit het festivalkantoor stapte. ‘Daar is onderling nogal wat discussie over,’ zei Phil. ‘Maar het klopt wel hoor,’ verzekerde hij ons. Nou ja, veel maakt het niet uit. Dat wil zeggen, dat de top drie wel overeenkomt met die van mij.

  1. Mary and Max 8.93
  2. Fantastic Mr. Fox 8.80
  3. Best Worst Movie 8.77

Hoewel, ik zou Fantastic Mr. Fox op 1 hebben gezet en Mary and Max op nummer twee. Met Best Worst Movie op nummer drie ben ik het geheel eens. Mr. Fox had overigens minder vertoningen dan Mary and Max. Heeft dat er misschien toch mee te maken, Phil?

Voor de liefhebbers: check Hallie Lama’s stripblogjes over Imagine. En voor meer recensies het Imagine blog van Zone 5300.

Categorieën
Film Filmrecensie

Leslie, My Name is Evil

‘I love you, but I love Jesus more,’ geeft Dorothy (Kristin Adams) als verklaring waarom ze niet met Perry naar bed wil voor het huwelijk. Ze is daarmee het tegenovergestelde van de wilde Leslie. Leslie is een van de Meiden van Charles Manson. Zij heeft er geen moeite mee haar liefde en lichaam te delen met anderen.

Perry (Gregory – Everwood – Smith) komt in aanraking met Leslie wanneer hij zitting neemt in de jury die moet bepalen of zij, Manson en twee andere vrouwen de doodstraf verdienen. Leslie (Kristen Hager) was betrokken bij de slachting van een gezin. Tijdens de rechtzaak heeft de christelijke Perry moeite met het kiezen tussen zijn lustgevoelens voor Leslie en de wens van zijn vader en verloofde, die vinden dat Manson & Co. de stoel verdienen.

Opoffering
Zware kost? Allerminst. Regisseur Reginald Harkema uit zijn kritiek op Amerika ondubbelzinnig, maar doet dit met een de verzachtende knipoog van de satire. Zowel de familie Manson als het christelijke kamp worden dik aangezet vertolkt. Pa is bereid om zijn zoon te laten sterven in Vietnam, want God heeft immers ook zijn enige zoon moeten opofferen ten goede van de mensheid. Dorothy spant wat domme opmerkingen betreft de kroon: ‘If they can kill a Hollywood actress, they can kill anyone!’

Behalve humor, benadrukt de regisseur op zelfbewuste wijze de kunstmatigheid van de cinema om zijn boodschap te verzachten. Harkema versnijdt bijvoorbeeld archiefbeelden met zijn eigen opnames. In de scène waarin Perry Dorothy op straat ontmoet, kijken ze vol vreugde toe hoe een stel studenten wordt gearresteerd. Deze arrestatie bestaat uit zwart-wit archiefbeeld dat overduidelijk contrasteert met de felgekleurde scènes uit de rest van de film. Ook worden er in een droomsequentie psychedelische effecten toegepast die werden gebruikt in de jaren zestig.

John Waters
En zo gebruikt Harkema wel meer filmtechnieken die de film van een speels karakter voorzien. Sterker nog: een van de juryleden lijkt verdacht veel op filmmaker John Waters. Een verwijzing naar het feit dat Waters zich in latere jaren heeft ingezet om Leslie vrij te krijgen. Ze had in zijn ogen immers al genoeg geleden. En als de echte Leslie ook maar half zo ontwapenend is als actrice Kristen Hager, who can blame him?

De luchtige benadering doet niets af aan de strekking van de film. In wezen handelen zowel de Meiden van Manson als de leden van het Christelijke gezin op basis van een onzinnig vertrouwen in één man (respectievelijk Charles Manson en Jezus) en claimen ze beiden de waarheid in pacht te hebben. Met dit verschil dat de vader van Perry, die voor de Vietnamoorlog en de doodstraf is, het gelijk van de meerderheid van de Amerikaanse bevolking en president Nixon aan zijn kant heeft. In mijn ogen zijn pa en Manson beiden waanzinnig. Perry twijfelt nog, maar gaat na zijn jurering doodleuk werken voor een bedrijf dat napalm maakt. Wie uit naam van God spreekt heeft immers gelijk.

Charles Manson doet een Jezus

Tijdens het kijken van Leslie, My Name is Evil, bekroop mij dan ook een beangstigend idee: het is niet moeilijk voor te stellen dat christelijke fundamentalisten in de Verenigde Staten helemaal niet doorhebben dat Harkema zijn film satirisch heeft bedoeld. Mensen die hun leven wijden aan een sprookjesfiguur en blind vertrouwen in geestelijk leiders die onzinnige verbanden leggen tussen homoseksualiteit en pedofilie, zijn in mijn ogen eigenlijk enger dan de Meiden van Manson. (Zolang de dames het hakmes in de keukenla laten liggen uiteraard.)

Leslie, My Name is Evil stemt tot nadenken. En dat maakt het voor mij een fijne film.

Deze recensie is ook op het Imagine filmblog van Zone 5300 gepubliceerd. Wil je meer recensies over de films op Imagine? Check de artikelen van mijn collega’s.

Categorieën
Film Filmrecensie

The Crazies

Als een van de bewoners van Ogden Marsh, in Iowa het sportveld oploopt met een geweer en de sheriff Dutton (Timothy Olyphant) genoodzaakt is de verstoorde man dood te schieten, is dat slechts een voorbode van het bloedbad dat zal volgen. Al snel beginnen meer dorpsbewoners zich buitengewoon gewelddadig te gedragen om daarna apathisch voor zich uit te staren.

William steekt zijn huis en gezin in de hens en staat daarna doodleuk fluitend het gras te maaien. U begrijpt dat dit gedrag niet als sociaal acceptabel gezien wordt. Al snel grijpt het Amerikaanse leger in en wordt het dorp  tot  quarantainegebied verklaard. Om de epidemie te bezweren worden op commando burgerrechten geschonden, waarbij de populatie het loodje legt. Tijd voor Sheriff Dutton, zijn vrouw (Radha Mitchell) en hulpsheriff Clank (Joe Anderson) te ontsnappen aan het leger en de losgeslagen dorpsbewoners.

Wasstraat
The Crazies is een losse remake van de gelijknamige film uit 1973 van George A. Romero (Night of the Living Dead). Daar ik het origineel niet gezien heb, kon ik de film van Breck Eisner met open vizier tegemoet treden. Eisner jaagt de kijker geregeld de stuipen op het lijf, maar doet dit herhalend door plotseling iets in beeld te laten komen, gecomplementeerd met een harde knal in de soundtrack. Dit trucje is op een gegeven moment vervelend voorspelbaar.

Een zeer doeltreffende scène in de wasstraat compenseert die gemakzucht enigszins. De vluchtelingen zijn met hun auto in een wasstraat gemanoeuvreerd, en worden belaagd door de wassende borstels, zeepsop en moordlustige autowassers. Gekkenhuis dus.