Sinds Instagram heeft zitten rommelen aan de chronologie van de tijdlijn, vind ik de app een stuk minder leuk. Als ik nu inlog, krijg ik als eerste updates van vier dagen geleden te zien, en daarna staat alles door elkaar.
Hoezo heet het eigenlijk nog Instagram? Daar is nog maar weinig ‘instant’ aan.
Ik vraag me af waarom mensen de neiging hebben om aan dingen te blijven rommelen. Als iets werkt, niet meer aanzitten. Maar nee, dan moet je echt bij Facebook zijn. Een bedrijf dat constant nieuwe manieren bedenkt om geld te verdienen. Dat is volgens mij de belangrijkste reden dat dit soort zaken worden aangepast.
Ik merk in ieder geval dat ik door deze aanpassing al een stuk minder inlog. Misschien moet ik Facebook dankbaar zijn voor de tijdbesparing die dat oplevert.
Deze week was ik op de redactie van SubQ om met Mirjam Renting de publiciteitsplannen voor mijn boek Mijn vriend Spider-Man te bespreken.
Nog een paar maanden en dan ligt het werk in de winkel. Begin mei dus. Tenminste, dat is de bedoeling. Op dit moment ben ik druk met het bijschaven, herschrijven en inkorten van de tekst.
Ondertussen heb ik meetings over coverdesign en hoe we de publiciteit gaan aanpakken. Mensen moeten te zijner tijd namelijk wel weten dat het boek uit is en tegenwoordig hebben we daar behoorlijk veel hulpmiddelen voor om dat bekend te maken. Hoe zorg je dat je in de stroom van informatie opvalt? Dat is nog best een lastige vraag. Gelukkig hebben we daar wel ideeën over en is er al interesse getoond door verschillende magazines en radioprogramma’s voor interviews.
Het was een goede meeting waar ik nu nog niet zo heel veel inhoudelijks over kan vertellen. Een paar uur later zette Mirjam deze update op Instagram:
Inderdaad, je ziet hier al het coverontwerp van Mijn vriend Spider-Man. Waarschijnlijk wordt daar nog een beetje aan gesleuteld, maar ik vind het toch leuk om de cover nu alvast te laten zien. En ik ben erg blij met het ontwerp dat de mannen van Moker hebben bedacht.
Hun werk zie je deze weken ook overal in de stad, want zij maakten het beeld bij de VPRO-serie Made in Europe.
Tof hoe stripmakers steeds meer bloggen tegenwoordig. Wie Jim Lee bijvoorbeeld volgt op Instagram, wordt getrakteerd op mooie schetsen, tekeningen en boeiende achtergrondinformatie.
Recent trof ik daar dit verhaal aan over Jim Lee’s sexy interpretatie van Barbie.
Lee schrijft:
I drew this when I was 30. Mattel had invited many different kinds of artists to draw their interpretation of Barbie for a 35th anniversary Art book. I asked if I could do whatever I wanted. They said yes it was ok to do whatever. “You sure?” Yes, we are sure. I submit this piece of Barbie and Skipper. It didn’t make the cut. Obviously, I still had issues.
En ach, als we nu toch bezig zijn, deze Iron Man van Lee kon mij ook bekoren:
Lee:
‘My favorite versions of ol’ shellhead was drawn by JRJR with Bob Layton and Moebius of all artists. This very quick sketch on the back of an old Punisher War Journal page from back in the late 80’s attempts to combine the two takes.’
(Overigens kwam ik erachter dat Lee op Instagram zat door het Tumblr-blog Comic Book Women.)
Behalve bestaan, wat ik al sinds mijn geboorte doe, is bloggen het langste project waar ik toch nog toe mee bezig ben. Vandaag doe ik dat bijna een kwart van mijn leven, want mijn blog bestaat officieel tien jaar.
Ik schrijf dit overigens niet zonder enig gevoel van trots. Tien jaar is een lange tijd om aan een project te werken. Deze site is dan ook een belangrijk deel van mijn leven geworden. Ik geef toe dat het een kick geeft om mijn dit overzicht in mijn archief te zien:
En de vele video-interviews met stripmakers niet te vergeten. Ik blijf het onwijs leuk vinden om makers te spreken over hun werk en te zien hoe ze een strippagina maken of een stripplaatje tekenen.
Het belangrijkste van het hele blogproject is natuurlijk dat ik door bijna iedere dag wat te posten een betere schrijver ben geworden. (Tenminste, dat vind ik.) En de sociale contacten die ik in het afgelopen decennium opdeed. De mensen die ik hiermee bedoel, weten dat. Sociale media worden pas echt warm en vriendschappelijk als je offline met elkaar afspreekt.
Toegegeven: lang niet alle bezoekers van het eerste uur lezen mijn blog nog, maar daar zijn weer anderen voor in de plaats gekomen. Wie tegenwoordig geregeld mijn blog bezoekt en leest: dankjewel! Ik hoop dat je er net zoveel plezier aan beleeft als ik heb bij het maken van de posts.
Trollen
In de afgelopen tien jaar waren er overigens genoeg momenten dat ik er de brui aan wilde geven. Wanneer het blog aan mijn been als een zware verplichting voelde. Als er weer een dikke stapel strips op me lag te wachten om gerecenseerd te worden bijvoorbeeld. Recenseren is niet het leukste vak kan ik je vertellen. Ik heb die verplichting inmiddels achter me gelaten. Recent nam ik het besluit alleen nog maar te bloggen wanneer ik zin heb over ondewerpen waar ik het over wilde hebben. Dat klinkt heel voor de hand liggend, maar was het voor mij op een gegeven moment niet meer.
Ook heb ik gestreden met online trollen. Ik heb zelfs een vriend die zich als trol gedroeg voorgoed de deur gewezen en een reactieverbod opgelegd.
Uiteraard zal ik hem weer aanzetten op het moment dat ik mijn boek wil promoten: ik wil immers dat zoveel mogelijk mensen weten dat het uit is, en ben bereid daar alle beschikbare middelen voor in te zetten. Dus ook Fakebook. Tenzij mensen tegen die tijd Fakebook massaal verlaten hebben.
Vrijheid
Geen linkjes doorplaatsen op Fakebook betekent waarschijnlijk minder bezoekers, maar gaf me weer een beetje het oude bloggevoel terug van weleer en dat is onbetaalbaar. Het is niet alsof ik afhankelijk ben van clicks en bezoekersaantallen voor advertentie-inkomsten, dus who cares? De kick van het bloggen is vooral de vrijheid voelen om te maken wat je wilt en dat meteen online te kunnen plaatsen. Dat gevoel is er nog steeds, ook na tien jaar.
Ik vind het belangrijk om ieder jaar even bij mijn blogverjaardag stil te staan. Het is leuk om felicitaties te ontvangen van andere bloggers en lezers. Dat vergroot het gevoel van gemeenschap – hoewel ik het idee heb dat er minder saamhorigheid is in de Nederlandstalige blogosfeer dan in de jaren ervoor. Ook iets wat volgens mij komt door Fakebook.
Toekomst
Hoe dan ook, geen voorspellingen over hoe het komende blogjaar eruit ziet. Ik weet vooral wat ik niet meer wil eigenlijk. Ik wil verder zo min mogelijk plannen en wel zien wat er op mijn pad komt en hoe ik daarmee omga.
Een tijd lang heb ik Instagram erg leuk gevonden: het is heerlijk om foto’s te zien van wat mensen maken, stripplaatjes, opvallende straattaferelen en stripomslagen.
Een kijkje in het leven en de interesses van iemand anders. Misschien horizon verbredend, maar vooral lekkere visuele afleiding tijdens de lunch.
Selfies en foodporn vind ik overigens niks. Ik hou niet van eten, dus ik ben al helemaal niet geïnteresseerd in wat anderen op hun bord hebben liggen. En die narcisten moeten maar gewoon vaker in de spiegel kijken, in plaats van anderen met hun hoofd lastig te vallen.
A photo posted by Michael Minneboo (@michael_minneboo) on
De laatste tijd begint Instagram me een beetje tegen te staan. Dat komt vooral door vele spammers die erop frequenteren. Deze week werd ik door iets van 30 spamaccounts gevolgd die allemaal vinden dat ik meer volgers moet hebben, waar ze me vervolgers aan willen helpen.
Soms plaatsen ze een opmerking onder een post, hoe fantastisch ze een plaatje van Thing van the Fantastic Four vinden. En dat doet dan een of ander modemerk dat niets met strips te maken heeft.
Daarnaast zijn er veel bedrijven actief op Insta, in de hoop hun bereik te vergroten. Dat hoeft niet heel storend te zijn, zolang het maar een beetje stijlvol en met humor gebeurt. Dat lukt Dirtees aardig op dit moment.
Kortom, Instagram begint steeds meer op Fakebook te li(j)ken. En dat is niet bedoeld als compliment.
Nu zag ik bij Axel Watteeuw de hashtag Belgiumblogger voorbij komen. Die heb ik overgenomen en er uiteraard Dutchblogger van gemaakt. Dat had tot gevolg dat veel andere Dutch Bloggers afbeeldingen beginnen te liken. Een vriendelijk bedoeld gebaar onder bloggers, vermoed ik.
Veel van die bloggers hebben zeer gestileerde foto’s op hun Instagramfeed staan. Foto’s die doen denken aan glossy magazines vol mode en lifestyle.
Toch: als iets er te gelikt uitziet, wantrouw ik het een beetje. Dat heeft wellicht met mijn afkeer voor reclame te maken en de leugens die in dat genre worden verspreid. Als het te goed lijkt om waar te zijn, dan is het dan waarschijnlijk ook.
Kortom, het is een kwestie van goed selecteren en vooral niet te veel mensen volgen wat Instagram voor mij leuk houdt. Nu nog een oplossing vinden voor al die spammende eikels.
I love the sight of these old Juniorpress comics from my youth. So much reading pleasure. And those spines make a wonderful colour scheme. (They are all Spider-Man comics by the way.)
Een foto van Batman in de Volkskrant, afkomstig van Christopher Nolans Dark Knight-trilogie. Batman stond bij een interview van Hans Zimmer, die voor deze films de soundtrack componeerde.
Bij het zien van een Batman-foto in de krant heb ik meteen zin om deze met anderen te delen. Online zijn er scherpere en heldere versies van deze publiciteitsfoto te vinden, maar ik hou juist van gedrukte afbeeldingen. Ik hou van papier; je kunt de structuur van het papier goed op de foto zien. Krantenpapier is niet de hoogste kwaliteit en zuigt lekker de inkt op, waardoor het zwart wat vaal uitpakt. Ik hou ervan dat de druktechniek zichtbaar is: dat je kunt zien dat de foto en de kleuren uit kleine rasterpuntjes zijn opgebouwd. Dit portret van Batman (Christian Bale) vind ik zo dus mooier dan wanneer hij op glossy papier is gedrukt of digitaal zichtbaar is.
En wat ik mooi vind, deel ik graag met de wereld.
Als het om een stripgerelateerde afbeelding gaat, en meestal is dat bij mij wel het geval, vind ik dit een uiting van stripliefde. Veel mensen delen stripplaatjes op sociale media. Ik zie hierin een waardering voor het grafische werk dat de tekenaar gemaakt heeft. Een waardering voor vakmanschap of omdat men de personages of betreffende verhaal zo tof vindt.
Ik kan in het bijzonder genieten van foto’s waarin mensen laten zien wat ze voor nieuwe strips hebben aangeschaft. Foto’s van de albums op een tafel of een stapeltje uit de collectie. Vooral als ze daar nog enthousiast bij vertellen wat ze zo goed of leuk vinden aan die strips. Al is dat niet per se nodig natuurlijk, want er valt aan één plaatje al heel veel af te lezen.
Vroeger vond ik altijd dat je online één centrale plek moest hebben waar je alles blogde. Dat kan tegenwoordig niet meer. Dankzij Facebook, Twitter, Tumblr, Instagram en weet ik veel wat nog meer, zijn lezers niet meer op één plek te vinden.
Anders gezegd: iedereen kiest de vorm van sociale media die het beste bij hem of haar past. Dus dan kun je wel heel dwars volhouden dat alleen maar op je WordPress-blog dingen publiceert, maar het is natuurlijk slimmer om je content te verspreiden over verschillende platforms.
Instagram vind ik op dit moment erg handig om live verslag van iets te doen. Laatst was ik bij de opening van de expositie van Melissa Halley, dus kon ik direct foto’s online delen. Als ik een foto plaats op Instagram, gaat dezelfde post automatisch naar Facebook, Tumblr en Twitter. Op die manier zien meer mensen wat ik te vertellen of te tonen heb. Grappig genoeg levert Facebook dan vaak de meeste respons op. Al beginnen mensen ook steeds meer op Instagam comments achter te laten.
Alleen WordPress blijft daarin achter omdat ik nog geen goede plugin gevonden heb om content van Instagram direct door te plaatsen. In het begin dacht ik nog wel dat alles wat ik op andere plekken doe, ik ook op mijn site zou publiceren. Maar tegenwoordig hangt het helemaal af van wat ik post. Sommige foto’s werken nu eenmaal beter als opzichzelfstaande afbeelding op Instagram en Facebook, maar zouden niet goed uit de verf komen op mijn blog.
Een blog is toch een erg fijne vorm voor langere posts. Daar zijn Tumblr en Facebook minder geschikt voor.
Dit blog beschouw ik overigens nog wel als mijn echte publicatieplek. De rest is vooral gemakzucht en voor de lol. Vooral Instagram vind ik erg leuk. Het is grappig om over de juiste hashtags na te denken en om van alles te plaatsen waar ik zin in heb. Sinds ik heb ontdekt hoe ik makkelijk stripmateriaal op mijn smartphone kan krijgen, publiceer ik ook stripplaatjes op Instagram en niet alleen maar zelfgemaakte foto’s.
Een paar weken geleden plaatste ik deze foto van Carrie Fisher als Princess Leia.
Tot op heden heeft die foto 200 likes opgeleverd. Een record voor mijn account, want meestal scoor ik op Instagram een stuk of 16 likes, soms wat meer, vaak wat minder. Het is natuurlijk ook een heel leuke foto, maar ik heb hem zelf niet gemaakt. Dit experiment gaf vooral aan dat mensen bestaande en bekende content sneller liken dan nieuwe en alledaagse foto’s.
Scarlett Johansson leverde bijvoorbeeld 62 likes op, terwijl deze foto van het spoor bij Scheemda tot op heden slechts 15 likes kreeg.
Natuurlijk draait het leven niet om likes scoren, maar verslavend is dat wel.
Facebook is voor mij vooral gemakzucht: berichten van anderen plaats ik makkelijk door als ik hun strips of events onder de aandacht wilt brengen. Verder heb ik er niet zo’n hoge pet van op. En Tumblr is op dit moment helemaal bijzaak. Maar goed, dat kan ook binnenkort weer anders zijn. Niets staat vast, behalve dat alles verandert.
De afgelopen weken ben ik bezig geweest met live verslaggeving via Instagram en andere sociale media-uitingen. En dat bevalt zeer.
Tijdens het KLIK! animatiefestival, tijdens een bezoekje aan de pop-up winkel van Sigmund en de opening van de expositie van Romano in het Stripmuseum, maakte ik ter plekke foto’s om die meteen met de wereld te delen. Het handige aan het posten op Instagram is dat ik de foto’s met een druk op de knop meteen kan doorplaatsen op Facebook, Tumblr en Twitter, waardoor de boodschap direct op verschillende plekken aankomt. En omdat ik strips graag bij zoveel mogelijk mensen strips promoot en nog lang niet iedereen dit blog bezoekt, is dat dus handig.
Zo creëer ik een spoor van beelden dat bij elkaar genomen, één verhaal vormt. Het is erg leuk om op Instagram het overzicht met al die foto’s te zien, zo ontstaat er een visueel dagboek. Een goede vervanging van mijn fotoblog Daily Webhead.
Wat dat betreft vind ik dit zo leuk, dat ik het bijna jammer vind dat ik niet veel eerder een smartphone heb genomen. Nou ja, zo blijft het.
Door thematisch over strips te posten op Instagram, begin ik al aardig wat volgers te krijgen. Het grappige is echter dat de meeste likes van deze posts op Facebook gegeven worden. Dat is overigens niet zo gek, want daar ben ik als stripjournalist het langste actief (na dit blog natuurlijk). De meeste mensen zijn vriendjes met me geworden op Facebook omdat ik zoveel over strips publiceer.
Omdat het zo makkelijk is om op verschillende plaatsen te publiceren, snap ik best dat apps als Instagram zo populair zijn. Het is jammer dat je ook niet meteen op je wordpress-blog de boel kan doorplaatsen en dat de foto’s automatisch kleiner gemaakt worden voor wordpress. Ik moet nog uitzoeken of daar ook een plugin voor bestaat. Nu moeten de foto’s eerst op mijn harde schijf gezet worden en met Photoshop aangepast voordat ze op dit blog gezet kunnen worden. Dat is omslachtiger. Vandaar dat dit blog nu achterloopt ten opzichte van mijn andere publicatieplekken.
Met 2 personen vinden dit leuk houdt illustrator Paul Faassen de moderne mens een lachspiegel voor.
‘Soms zijn er zo veel babyboomers op een plek! Dat komt omdat ze veel tijd en geld hebben!’ Paul Faassen steekt van wal nog voordat hij zijn jas heeft uitgedaan. ‘Ze staan ook altijd voor de schilderijen die ik wil zien. Dicht er bovenop, want ze hebben vaak multifocaal gezeik. Ik heb daar een beeldcolumn over gemaakt.’ Faassen pakt een print uit de stapel papier. Zijn nieuwe boek is namelijk nog niet gedrukt als we elkaar in een café aan de IJ-oever spreken. Op de bladzijde staan foto’s van een ouder publiek dat precies voor een schilderij staat. ‘Eigenlijk krijg je zo een nieuw schilderij, een portret van een achterhoofd. Natuurlijk vind ik het allemaal lieve mensen, maar het grappige is dat een groep babyboomers een zilvergrijze zee vormt die qua kleur mooi contrasteert met de muren en de schilderijen van het museum.’
2 personen vinden dit leukis een bonte verzameling beeldcolumns, illustraties en foto’s die met een licht ironische blik de moderne mens een spiegel voorhoudt. ‘Nee, ik wil mensen niet opvoeden. Moraliseren is voor velen van mijn generatie een vloek, maar iedereen die iets maakt is in feite wel moralistisch. Je geeft altijd duidelijk aan wat wel en wat niet kan, wat goed en wat slecht is. Ik ook, want de coverillustratie van mijn boek laat duidelijk zien hoe ik tegen verschijnselen als Facebook aankijk. Overigens kan ik een dag later een tegenovergestelde mening hebben. Het is een misvatting dat je altijd vast moet houden aan wat je vindt. We bestaan bij de gratie van inconsequentie,’ vertelt Faassen.
Ruggen
Faassen laat zich inspireren door wat hem irriteert en fascineert. ‘Die twee dingen gaan heel vaak samen.’ Hij pakt zijn telefoon en laat een korte video zien die hij op Instagram plaatste en waarin ruggen van allerlei mensen te zien zijn. Een compilatie van geruite overhemden en jurken met planten- of bloemenmotief. ‘Ik bezoek voor mijn werk bijvoorbeeld een evenement als Sail om te zien wat ik daar aantref. Sail draait om boten, maar ik zie daar dan alleen maar ruggen. Vanuit die ergernis ontstaat een schoonheid wanneer ik die grafische patronen achter elkaar zie. Als je dat verzamelt, ordent en dus een nieuwe vorm geeft, blijkt er voor mij een waarde in te zitten die ik niet had vermoed. Zo ontdoe ik de ervaring van de negatieve gevoelens die ik daar ervaar. Ik ben meer een beschouwer dan een deelnemer. Ik voel me niet snel betrokken bij iets. Dat komt omdat ik sceptisch van aard ben.’
‘Een van mijn fascinaties is antropomorfisme, dat we voortdurend menselijke eigenschappen aan dieren en dingen toekennen. We praten tegen dieren alsof we weten wat ze doormaken. Uit die gedachte is mijn vorige boek Dieren zonder honger voortgekomen, en dat thema zit er ook nu weer in: ik chat met Anna op de site van IKEA. Het is een zoekmachine, maar je ziet een plaatje van een meisje dus men veronderstelt dat ze eigenlijk van vlees en bloed is. Zij doet voorkomen dat ze wel degelijk mijn emotie kan invoelen, maar het gesprek stokt enorm. Daar spreek ik Anna dus op aan.’
Tweety-tieten
Alle foto’s maakt Faassen zelf. Nou ja, behalve die van een wat mollige vrouw die het gezicht van Tweety op haar bovenlichaam heeft gebodypaint. Ze vertelt hoe authentiek ze is: ‘Ik ben zó erg mezelf, dat ik er ook wel eens strontziek van word, zeg ik eerlijk, want dat ben ik ook: eerlijk.’ Faassen: ‘Die vrouw met Tweety tieten vond ik terloops op het web. Haar tekst komt uit mijn koker, want die vond ik goed bij haar passen. Er worden echt veel leuke dingen gedaan op sociale media, maar in bepaalde periodes is het ondoenlijk om het kaf van het koren te scheiden. Er is dan zoveel zooi! Mensen hebben geen remmingen meer.’
Het merendeel van het materiaal in het boek stond eerder onder andere in Vrij Nederland, Volkskrant Magazine en de VPRO Gids, waar Faassen tot de recente restyling elke week een beeldcolumn over media voor maakte. ‘Nee, ik vond het niet erg dat het stopte. Iedere week zo’n beeldcolumn maken is immers een hele opgave en moeilijker dan een illustratie. Ik vind mijn werk leuk, maar niet zo leuk dat ik helemaal in elkaar krimp als zo’n plek dan verdwijnt. Bovendien gaf het weer ruimte voor andere dingen.’
Found footage
‘Zelf moet ik lachen om onbedoeld grappige dingen, zoals de found footage filmpjes van DWDD. Ik geloof niet dat mensen hard lachen om mijn werk, maar meer dat ze glimlachen. Een tennisleraar van me had laatst mijn boeken weer gelezen en zei: “Pijn in mijn buik, hoor!” Nou, daar snap ik helemaal niks van. Maar dat heeft ook gewoon met mezelf te maken, ik lach zelden hardop.’
Paul Faassen. 2 personen vinden dit leuk (Uitgeverij De Harmonie)
Dit interview is geschreven voor en gepubliceerd in VPRO Gids #44 (2015).