Categorieën
Strips

Aimée de Jongh: ‘De dood boeit mij’

Aimée de Jongh maakt al een decennium strips. Nu is eindelijk haar eerste graphic novel uit: De terugkeer van de wespendief. ‘Ik ben het autobiografische beu. Dat kennen we nu wel.’

Aimée de Jongh. Zelfportret.
Aimée de Jongh. Zelfportret.

‘Mijn sterkste punt is dat ik een soort kameleon ben. Ik wil alles proberen. Als iemand mij morgen vraagt om Suske en Wiske te illustreren, dan ga ik daar heel hard aan werken tot ik in die stijl kan tekenen,’ vertelt Aimée de Jongh (1988). De gagstrip Snippers die dagelijks in forenzenkrant Metro staat, tekent ze in een expressieve cartooneske stijl terwijl haar striproman De terugkeer van de wespendief semi-realistisch is getekend. Als grafisch kameleon bouwde De Jongh in de afgelopen tien jaar een indrukwekkend cv op met animaties, stripverhalen en kinderboekillustraties.
Recent animeerde De Jongh de videoclip ‘Last resistance’ van Wende Snijders, werkte ze als in-betweener aan de animatiefilm Trippel Trappel en exposeerde ze samen met de Amerikaans-Filipijnse kunstenaar Miljohn Ruperto in het 18th Street Art Center in Santa Monica. ‘We hebben acht verschillende animaties van rotsen gemaakt die op de één of andere manier zijn aangetast door de natuur. Sommige stenen doen denken aan menselijke organen of rottend vlees. Miljohn wilde onderzoeken of stenen ook lelijk kunnen zijn, net als mensen.’
Manga
De Jongh is een visueel verteller, haar verhalen lezen vloeiend. Trefzeker en met schijnbaar weinig moeite zet ze haar personages op papier en laat ze overtuigend acteren. Hoewel de stripmaker in de loop der jaren haar eigen handschrift heeft ontwikkeld, is in haar tekenstijl een sterke invloed van manga (Japanse strips) terug te zien, het soort strips waarmee ze als tiener begon. Manga’s hebben een andere beeldtaal dan bijvoorbeeld Europese en Amerikaanse strips. ‘Manga is een dynamische en filmische manier van vertellen. Er zit veel actie in, je vliegt door de pagina’s heen. Vaak heb je pagina’s lang geen tekst. Dan loopt er bijvoorbeeld iemand in gedachten verzonken een paadje af. Grote platen worden dikwijls afgewisseld met close-ups van handen en ogen. En in manga hebben de personages vaak van die grote ogen. Maar dat vind ik lelijk.’

snippers_avondtheeSitcom
De Jongh maakte als tiener naam in de stripwereld door wekelijks online een dagboekstrip te publiceren. ‘Ik zag het als promotiemiddel. Stripmaker Floor de Goede was toen al twee jaar bezig met zijn dagboekstrip en trok veel bezoekers. Dat wilde ik ook. Al snel had mijn site veel lezers.’ De aandacht leidde in 2006 tot de publicatie van haar eerste boekje en meerdere publicaties in mangabundels. Inmiddels is Aimée afgestapt van autobiografisch werk: ‘Ik ben het autobiografische beu. Dat kennen we nu wel. Waarom zou ik mijn leven met iedereen moeten delen? Zodra je zegt dat je een graphic novel maakt, denkt men dat je een roman gaat verstrippen of dat het verhaal over jezelf of je zieke moeder gaat. Met de jaren begon het idee dat graphic novels autobiografisch of journalistiek moeten zijn, me tegen te staan. Waarom hebben we Nederland niet een goede graphic novel over een detective of een echt horrorverhaal? In Japan heb je alleen maar fictie en genrestrips. Er komt bijna geen autobiografie voor.’

Sinds 2012 staat in de Metro haar gagstrip Snippers, een sitcom rondom de dagelijkse avonturen van Aimée en haar al even nerdy huisgenoot Stef. ‘Zelf heb ik nooit een huisgenoot gehad, maar je hebt in een strip minimaal twee hoofdpersonen nodig om een gesprek te laten plaatsvinden. Deze strip draait om het scenariootje, de grap is belangrijker dan of het mooi getekend is.’ Snippers is duidelijk geen autobiografie, maar De Jongh gebruikt wel voorvallen uit haar leven om iedere week weer vijf strookjes te kunnen bedenken. ‘Neem die grap dat mijn personage bij de opticien zit en de tekst die ze moet voorlezen bestaat uit: “Doe mij die dure uit de etalage maar”. Dat heb ik niet letterlijk zo meegemaakt, maar ik heb wel sinds kort een bril en dat vind ik helemaal niet leuk. Die frustratie verwerk ik dan in een stripje. Vaak zit ik te brainstormen met een schetsboekje maar soms ontstaat er een strip als ik me afvraag of je avondthee ook ’s ochtends mag drinken.’

snippers_opticienZware thema’s
Begin oktober kwam De Jongs eerste striproman De terugkeer van de wespendief uit. ‘Ik wilde al jaren een graphic novel maken, maar tot nu toe had ik er simpelweg geen tijd voor.’ In Wespendief staat boekhandelaar Simon Antonisse voor de keuze om de familiezaak te verkopen aan een keten of de deur te sluiten. Als hij getuige is van een zelfmoord op het spoor ontsluit dit onverwerkte herinneringen aan de ongelukkige dood van een jeugdvriend. Regina, een jong meisje dat hij per toeval tegenkomt, weet Simon de rust en liefde te geven waar hij naar verlangt. Zelfmoord, pesten en het verdwijnen van de boekwinkels. Veel zware thema’s in één verhaal. ‘Dat klopt,’ zegt De Jongh, ‘maar als ik een van de drie had gekozen was het teveel een thematisch boek geworden. Als verteller heb je een bepaalde motivatie nodig om gebeurtenissen uit te lokken of op gang te brengen. De jeugdvriend van Simon moest een verandering ondergaan. Hij was een puber dus kwam ik al snel op pesten. Hierdoor kunnen kinderen namelijk echt veranderen en snel volwassen worden. Ik vond dit een cool gegeven en kon dit mooi koppelen aan wat er nu met Simon gebeurt. Hij had die gebeurtenissen aan zijn jeugdvriend weggestopt en vergeten, maar door die zelfmoord op het spoor komt het allemaal weer terug.’

Simon en Regina. Uit: 'De terugkeer van de wespendief'
Simon en Regina. Uit: ‘De terugkeer van de wespendief’

Metafoor
Net als eerdere verhalen bevat Wespendief onverwachte wendingen, een bovennatuurlijk tintje en een melancholische toon. Ook speelt de dood een prominente rol in het werk van De Jongh. In de korte animatiefilm One Past Two waar ze in 2011 mee afstudeerde aan de Willem de Kooning Academie, ontmoet Tim medestudente Eva bij een afgelegen bushalte. Terwijl ze wachten in de ijskou praten ze met elkaar en ontstaat er een band tussen hen. Als de bus eindelijk arriveert is er nog maar voor één persoon plaats. Galant laat Tim het meisje voorgaan en ziet hij de bus wegrijden. Dan blijkt de hele situatie een metafoor te zijn voor de dood: beide studenten zijn geraakt in een schietpartij op school. Terwijl Tim op de intensive care ontwaakt, blijkt het meisje naast hem, Eva dus, zojuist overleden te zijn aan haar verwondingen.

De Jongh: ‘Als Tim haar niet had laten voorgaan, had ze dan overleefd en was hij dan gestorven? Dat vind ik een boeiende vraag. Net als de zelfmoord in Wespendief: als iemand ervoor kiest om te sterven, is dat dan goed of slecht? Ik ben er zelf ook nog niet uit, dus die verhalen zijn voor mezelf een zoektocht om te ontdekken wat ik er van vind. De dood boeit mij. Mijn vader overleed aan kanker toen ik 19 was. Vijf jaar lang was hij ziek, dus eigenlijk mijn hele pubertijd. Al die tijd leef je met het idee dat je vader een keer gaat sterven. Vlak voordat hij overleed, stierf de moeder van mijn toenmalige vriendje aan kanker na een ziekbed van drie maanden. Het klinkt wellicht wat cru, maar toen vroeg ik me toch af wat eigenlijk beter is. Die drie maanden waren net zo heftig, maar wel een stuk korter. Toen ben ik verhalen over de dood gaan maken. Misschien om dat thema te onderzoeken of het te verwerken. Maar ook om mensen over dit thema na te laten denken. Bij One Past Two vertelden mensen me dat ze zich bij de aftiteling echt aan het bezinnen waren. Dat is wat ik wil en vooral door het maken van strips. Men denkt nog steeds dat strips voor kinderen zijn, maar met zo’n verhaal als Wespendief maak ik een statement dat dit niet zo hoeft te zijn.’
In de striproman mengt De Jongh wederom veel magisch realistische elementen. ‘Ik vind magisch realisme erg tof omdat in een normale omgeving bijzondere dingen gebeuren. Het klinkt ouderwets maar is eigenlijk erg hip. Denk maar aan superheldenfilms of de Transformers-reeks van Michael Bay.’

wespendief_trein

Belofte
wespendief_coverJarenlang stond De Jongh bekend als nieuwe belofte van de Nederlandse strip. Op de Stripdagen Haarlem eerder dit jaar werd ze nog steeds geschaard onder de noemer ‘nieuwe garde’. Heeft de stripmaakster het idee dat ze met deze graphic novel die belofte eindelijk heeft ingelost? ‘Dat van Haarlem vond ik bizar, want ik ben al tien jaar stripmaker. Zijn er dan zo weinig nieuwe stripmakers bijgekomen, vraag ik me dan af. Als je kijkt naar wat ik al gedaan heb, dan heb ik mezelf wel bewezen. Maar ik doe het niet voor de reputatie of voor andere mensen. Ik wil gewoon heel veel doen en ik ben snel verveeld. Ik wil dingen fris houden. Nu heb ik een dik boek gemaakt en wil ik weer eens iets anders doen. Lekker schilderen of een reisverslag maken. Ook het animeren gaat met golven. De ene keer heb ik heel veel zin om een film te maken en als die af is, dan denk ik: “Oké, ik ga nu echt een jaar lang niet meer animeren!” zegt De Jongh lachend.

Aimée de Jongh. De terugkeer van de Wespendief.
Uitgeverij Oog & Blik / De Bezige Bij.

Snippers 1 t/m3
Strip2000

Dit artikel schreef ik voor de VPRO Gids en werd in #43 gepubliceerd.

Categorieën
Daily Webhead Strips Video

Daily Webhead Video: Romano Molenaar tekent Batman

Zaterdag 13 september was het Batman Dag in Henk Comics & Manga Store te Amsterdam omdat de Vleerman van Gotham 75 jaar is geworden. Stripmaker Romano Molenaar maakte Batman-illustraties voor de fans en er liepen wat cosplayers rond.

Molenaar is de eerste Nederlandse stripmaker die voor DC Comics Batman heeft getekend. In deze video heb ik de opnames van die dag vermengd met de audio van een telefonisch interview met Romano dat eerder is opgenomen en dat ik met hem voerde voor mijn Batman-artikel in Eppo.

Categorieën
Daily Webhead Strips Video

Daily Webhead Video: Rik Willemen over A Song Called City

A-song-called-city-coverVrijdagmiddag trof ik in Lambiek de Belgische stripmaker Rik Willemen aan. Hij zat A Song Called City te signeren. Het stripalbum dat hij tekende en samen met Bram Michielsen schreef.

Categorieën
Minneboo leest Strips

Minneboo leest: Stefan Verweys Hoe open ik een boek

Al twintig jaar maakt Stefan Verwey literaire cartoons voor de Volkskrant. Dat wordt gevierd met een expositie en een bundeling van de beste tekeningen.

verwey-hoe-open-boek-coverDe liefhebber van humorstrips heeft in Nederland niet te klagen. Er komt een groot aantal strips in dit genre uit en Nederland heeft een paar zeer goede, scherpe humoristen die met hun tekengave prachtige cartoons maken. Tot die top behoort Stefan Verwey zeker.

Al twintig jaar maakt Verwey een cartoon over de literaire wereld in de Volkskrant en daarnaast tekent hij wekelijks voor De Gelderlander. In de bundel Hoe open ik een boek zijn de beste boekencartoons uit de Volkskrant en de VPRO gids samengebracht waarin Verwey alle facetten van het literaire landschap in kaart brengt. Van boekwinkels die dreigen te verdwijnen en e-readerboekenkasten. Van inhalige uitgevers tot eenzame signeersessies. Verwey heeft een ironische blik en laat ons lachen om soms schrijnende zaken, zoals de auteur die een lezing moet geven voor een zaal waar een bezoeker in zit: ‘Plankenkoorts hoef u in ieder geval niet te hebben’, zegt de man van de organisatie tegen hem. Of dan deze, een dichter die voor een volle zaal voordraagt: ‘Het volgende gedicht is door mijn uitgever totaal verprutst.’

Vaak zijn Verweys cartoons schrijnend of spottend en daardoor heerlijk relativerend. De grap wordt altijd uitgebeeld in een herkenbare, uitgeklede tekenstijl. Hoe open ik een boek heeft een aardig groot formaat, zodat Verweys heldere lijnvoering en rake grappen goed tot hun recht komen.

Dit is een van mijn favoriete cartoons uit de bundel omdat het beeld zo heerlijk absurd is:

verwey-boekensaloon

Liefhebbers van het werk van Stefan Verwey kunnen tot en met 28 september terecht in het Persmuseum in Amsterdam waar meer dan honderdzeventig originele literaire tekeningen zijn tentoongesteld ter gelegenheid van het verschijnen van Hoe open ik een boek.

In 2012 had ik het genoegen Verwey te interviewen voor de VPRO Gids. Toen stelde ik hem de vraag over bepaalde thema’s zijn waar hij graag cartoons over maakt.

‘Dat kan ik moeilijk beantwoorden,’ zegt Verwey. ‘Achteraf krijg je wel door dat je vaak terugkomt op bepaalde thema’s. Ik merk dat ik bijvoorbeeld veel over bejaarden teken en veel over verpleegtehuizen en ondernemers, maar dat zijn ook je eigen ervaringen. Het is niet zo dat ik dat soort onderwerpen met meer plezier teken. Er zijn geen bepaalde thema’s die me meer plezier geven bij het tekenen bijvoorbeeld.

Je maakt veel cartoons over de opkomst van de e-reader en het verdwijnen van het papieren boek.

Verwey:
De bedreiging van het boek bestaat al heel lang. Net als de bedreiging van de krant, waarvan het aantal abonnees terugloopt. Toch bestaan ze nog steeds. Daarom is het ook zo interessant om over schrijvers en de literaire wereld te tekenen, want dat ben je zelf ook: je leest, gaat naar een boekwinkel, je laat je boek signeren en af en toe zit je zelf op die plek. Het is interessant omdat er ook veel leed naast is en dan wordt het humoristisch. Er zijn bijvoorbeeld een miljoen mensen die een boek willen schrijven, dus onvoorstelbaar veel mensen worden enorm teleurgesteld en uitgevers worden plat gebeld. De postvakken zitten vol met manuscripten waarvan de uitgever na het lezen van één zin al weet dat het niks wordt. Het heeft meer met het leven te maken dan ik had gedacht. Ik dacht zelf dat ik na drie, vier jaar wel klaar zou zijn met cartoons over boeken. Maar ondertussen maak ik ze al heel lang.

De e-reader bestaat gewoon naast het boek. Om het grote cliché te gebruiken: toen de roltrap werd uitgevonden bleef de trap ook bestaan. Dat is zo’n cliché waarvan ik me afvraag hoe je dat om kunt zetten in een mooie tekening. Dat lukt me nog niet. Ik heb die honderden literaire tekeningen nodig om dat cliché te verwoorden. Op het moment dat ik weet hoe ik dat cliché moet verbeelden moet ik stoppen met de literaire cartoons. Ik hoop dus dat dit me nog lang niet lukt.’

Ik hoop dat we ook nog lang mogen genieten van Verweys cartoons.

Stefan Verwey. Hoe open ik een boek.
Uitgeverij De Harmonie, € 17,50
ISBN: 9789076174273

Categorieën
Strips

Marloes de Vries: ‘Dagboekstrips moeten uit je hart komen’

Marloes de Vries maakt illustraties voor kinderboeken en tijdschriften. Recent bracht ze in eigen beheer een boekje met Journal Doodles uit. Dagboekstripjes uit 2013, een zwaar jaar volgens de stripmaker. De Vries tekent in een toegankelijke en ogenschijnlijk eenvoudige stijl. Alleen het hoognodige zet ze op papier. Net als in haar tekeningen laat ze een hoop buiten beschouwing wat haar leven betreft, al suggereert ze met wat ze wel laat zien genoeg.

marloes_de_vries_coverOmdat ik heb genoten van de vaak grappige gebeurtenissen en soms ontroerende observaties, leek een interview mij op zijn plaats. Daarbij vind ik het altijd een goed teken als stripmakers het lef tonen om eigen werk uit te geven. Laat maar zien wat je kan, wie weet wat het oplevert.

Ik bel je wel even voor dit gesprek, dacht ik, want ik las in je boekje dat je bij een vorig interview per ongeluk koffie over de journalist had gegooid. Dit leek me veiliger zo.
‘Ha!Ha! Ik gooi inderdaad overal koffie overheen, daar sta ik om bekend. Niet echt heel handig. De meeste mensen dragen ook in een plastic regenpak als ze met me hebben afgesproken, echt zo’n poncho.’

Goed, nu we de gekkigheid hebben gehad, kunnen we serieus aan de slag met dit interview. Een veel voorkomend thema in je boekje is je chocoladeverslaving. Hoe gaat het daarmee?
‘Niet goed. Die heb ik nog steeds niet onder controle. Zelf als ik geen chocola koop, dan koop ik wel bijvoorbeeld chocoladevlokken en eet gewoon het pak leeg. Zelf had ik trouwens helemaal niet door dat ik het er zo vaak over had in mijn boekje, andere mensen wezen me erop. Dus blijkbaar is het zo.’

Waarom besloot je een dagboekstripje te maken? Wat waren daar de redenen voor?
‘In januari 2013 heb ik een hele omslag gemaakt. Toen ging mijn relatie van elf jaar uit en besloot ik heel impulsief om naar Rotterdam, aan de andere kant van het land, te verhuizen. De impact van die stap had ik ook een beetje onderschat. Ik hou van dagboekjes, maar had het idee dat als ik het zou tekenen het beter tot zijn recht zou komen en meer mijn gevoel erin kon leggen. Ik maakte die tekeningen puur voor mezelf. Een van die stripjes heb ik op mijn persoonlijke facebookpagina gezet voor mijn vrienden. Daar kreeg ik heel leuke reacties op, dus toen heb ik die stripjes ook op mijn gewone, publiekelijke facebookpagina gezet. Dat liep toen op een gegeven moment goed en mensen reageerden er leuk op.’

Waarom helpt het tekenen van dingen je ze beter te ervaren?
‘Je hebt altijd met taal te maken. Veel mensen vragen waarom ik mijn onderschriften en ballons in het Engels schrijf. Nederlands is mijn moedertaal zou je zeggen maar eigenlijk is tekenen mijn moedertaal. Voor mij is het tekenen de eerste taal die ik ken en spreek. Daarom teken ik het liever dan dat ik het opschrijf.

Je geeft op de achterkant van je boekje aan dat je een zwaar jaar had. Maar in je tekeningen houd je dat behoorlijk abstract en vertel je daar weinig over. Je draait er een beetje omheen…
‘Dat doe ik wel vaker. Ik ben als persoon erg open, maar tegelijkertijd ben ik heel gesloten. Ik kies bewust wat ik mensen wel en niet vertel. Ik maakte die tekeningen voor mezelf en was niet bezig met een publiek. Zo ben ik ze ook altijd blijven maken. Ik weet zelf wat er is gebeurd dus ik dat hoef ik mezelf niet uit te leggen. Ik hoef maar even te kijken en weet dan welk gevoel bij die gebeurtenis zat. Het is voor anderen misschien wat abstract, maar tegelijkertijd is de illustratie wel zo open dat mensen zich er goed in kunnen herkennen.’

marloes_de_Vries_troubles

Ben je anders gaan tekenen toen je besloot het uit te gaan geven?
‘Eind 2013 had ik al een jaar die stripjes getekend. Ik merkte dat steeds meer mensen ze gingen lezen en ik kreeg ook vragen wanneer er weer nieuwe afleveringen kwamen. Toen begon ik bij het tekenen wel na te denken over het publiek en mezelf te vertellen dat het wel duidelijk voor ze moest zijn waar de illustratie over ging. Eigenlijk wilde ik dat niet. Ik wilde deze stripjes niet voor een publiek maken. Ze moesten dicht bij mezelf blijven. Toen ben ik ook eigenlijk gestopt met die zuivere journal doodles en meer strookjes gaan maken. Nu teken ik die dagboekstripjes ook niet meer. Ik ben op zoek naar iets anders wat ik voor een publiek kan maken. Ik wil die dagboek doodles niet compleet uitmelken.’

Is je behoefte om die dagboekstripjes te tekenen ook minder geworden?
‘Ja. Ik merkte dat ik mezelf ertoe moest zetten om weer een journal doodle te tekenen. Eigenlijk is het dan niet meer oprecht wat je doet, vind ik. Dagboekstripjes moeten echt uit je hart komen, ze moeten synoniem zijn aan je gedachten en belevingswereld. Als dat niet meer het geval is, moet je eigenlijk stoppen.’

Welke tekening uit je boekje is je favoriet en waarom?
‘Ik moet zelf nog steeds glimlachen op de strip waarin ik een hele chocoladereep in een paar minuten opeet en dat komt ook omdat dit nu nog steeds doe. Dat ik dan ook denk: “Shit, een hele reep in één keer weg!”‘

marloes_de_vries_chocolade

Mijn favoriet is de tekening waarin je bubbeltjes plastic op de vloer van je studio neerlegt en daarop gaat lopen om die te laten knallen. Volgens mij doe je het als volwassene goed als je nog de tijd neemt om over bubbeltjes plastic te lopen.
‘Dat doe ik nu nog steeds. Soms leg ik dat spul ook wel onder mijn bureaustoel en dan zit ik achter mijn bureau lekker te rollen over dat plastic. Overigens vindt mijn studiogenoot dat wel minder leuk. Die ergert zich daaraan. Wat dat failing to be an adult betreft: volgens een psychioloog die ik laatst sprak heb je een bepaalde mentale leeftijd. Sommige mensen hebben een lage mentale leeftijd en dat zorgt juist voor extra plezier in je leven. Dat vind ik mooi. Dat ik in mijn hoofd eigenlijk een klein kind ben, vind ik wel fijn. ‘

marloes_de_vries_bubbeltjesWaarom besloot je in eigen beheer een boekje uit te geven? Is het moeilijk om een uitgever voor je werk te vinden?
‘Ik weet niet of het eigenwijsheid of luiheid is. Ik wilde het project helemaal zelf afronden, dus ik heb ook geen uitgever gezocht. Dat doe ik met veel dingen. Misschien is dat een bepaalde onderzekerheid, want in het verleden heb ik wel uitgevers voor mijn kinderboeken benaderd, en die wezen het werk af. Op de een of andere manier heb ik besloten die stap nu over te slaan. Aan de andere kant moest het boek je er ook snel komen, ik wilde het afhebben voor de Stripdagen Haarlem. Via een uitgever duurt dat veel te lang. Nu kon ik het binnen een maand zelf doen.’

Categorieën
Strips

Apocalyps in Meppel: Bart Nijstad over Muggen

In Muggen van striptekenaar Bart Nijstad krijgt het alledaagse een bovennatuurlijke wending. Een typisch Hollands stadje wordt decor van het Laatste oordeel.

Bart Nijstad. Zelfportret.
Bart Nijstad. Zelfportret.

Muggen, het albumdebuut van Bart Nijstad (1979), kwam opmerkelijk genoeg eerst in Polen uit. In 2012 won hij de pitch op stripfestival Ligatura te Poznań. Als hoofdprijs werd een jaar later zijn strip gepubliceerd. Daarna duurde het een tijd voordat hij een Nederlandse uitgeverij had gevonden. ‘Misschien is het boek te experimenteel voor de Nederlandse markt en durfden de uitgevers het risico niet te nemen. Die brengen liever boeken uit waar een grote vraag naar is. Maar het kan ook dat ze het gewoon een stuk stront vonden,’ vertelt de stripmaker die ook schilderijen en videokunst maakt.

Angstmedia
‘Met Muggen wilde ik een moderne versie van het laatste oordeel maken in stripvorm. Dat had verschillende redenen. We worden door de media constant bang gemaakt met berichten over de opwarming van de aarde en weeralarmen. Daarbij heb ik altijd een fascinatie gehad met de schilderijen van de Vlaamse primitieven en met de rampenfilm. Het concept van die films interesseert me: je hebt een aantal sympathieke personages en je hoopt dat ze de ramp overleven. Mijn eerste plan voor het boek was om dit om te draaien. Ik wilde onsympathieke personages waarvan je blij bent dat ze het niet overleven. Dat mislukte, want de onsympathieke personages bleken uiteindelijk de leukste te zijn.’

De stad is wat de personages met elkaar verbindt en die baseerde Nijstad losjes op zijn geboortestad Meppel. Voor het verhaal putte hij deels uit eigen ervaring. In Muggen maken we kennis met verschillende bewoners uit het gelijknamige stadje, waaronder de middelbare scholier Wildo die geobsedeerd is door geslachtsorganen en tijdens de les dagdroomt over zijn lerares. ‘Die fantasie had ik vroeger ook. Wanneer ik een mooie lerares had, lag ik ’s avonds in mijn bed te fantaseren dat ik in een hol onder de grond woonde, met daarin een keukentje en een teeveetje, terwijl bovengronds mijn lerares lag te zonnen. Ik vroeg haar of ze mee wilde komen naar mijn hol. Een verlangen naar geborgenheid en gezelligheid. Heel Freudiaans, of niet?’ lacht Nijstad.

nijstad_muggen_1Aliens
De onheilspellende sfeer in Muggen doet denken aan strips van Charles Burns en de films van David Lynch. Net als zijn voorbeelden geeft Nijstad graag aan het alledaagse een bovennatuurlijke draai en voegt aan herkenbare omgevingen surrealistische elementen toe. De gehandicapte vrouw Feikje fungeert als schakel tussen de gewone wereld en het bovennatuurlijke. ‘Zij is deels gebaseerd op Ans Hoornweg, een spiritueel genezer die claimt dat ze bezocht wordt door buitenaardse wezens. Ze maakt poppen van die wezens en beschreef hun cultuur in een boek. Feikjes bezoek aan de spiritueel genezer is weer gebaseerd op mijn eigen jeugd. Ik kwam daar voor mijn astma en moest aan een kistje draaien waar geluid uit kwam. Op de een of andere manier hielp dat wel.’

muggen_coverFeikje maakt in trance kleipoppen van eindtijdwezens die tot leven komen en de Apocalyps ontketenen. Muggen gaat tegen de vlakte. Straten vol rijtjeshuizen worden verpletterd door de wezens die het puin opzuigen om het later weer uit te spuwen. Alleen Wildo en zijn vriendinnetje lijken de ramp te overleven. ‘Gaandeweg leek het me leuk om het cirkeltje rond te maken en van Openbaringen terug te gaan naar ongeveer het begin van de Bijbel, met Adam en Eva.’

Dualisme
Het dualisme tussen het gewone en bovennatuurlijke verbeeldt Nijstad door tekenwerk met gefotografeerde elementen te combineren. ‘Ik heb de kleipoppetjes en de kostuums van de eindwezens gefotografeerd. Evenals de kostuums van de eindtijdwezens, die ik samen met Suzanne Kollen maakte. Ik wilde alle metafysische elementen in een ander medium maken en omdat ik vaak mezelf fotografeer in de houdingen die ik nodig heb, lag de keuze voor dat medium voor de hand.’

Bart Nijstad. Muggen.
Uitgeverij Xtra.

Dit interview is gepubliceerd in VPRO Gids #35 (2014).

Categorieën
Daily Webhead Video

DW Video: Cees Franke over zijn ‘Witness’

Zaterdag 30 augustus bezocht ik de installatie Witness van fotograaf / filmmaker / communicatiedeskundige Cees Franke. De kunstenaar licht zelf zijn project toe.


©2014-cees-franke--witness-expositie-open-atelier-route-2014 low resWitness is onderdeel van de jaarlijkse Open Atelier Route van de Kunstenaarsvereniging de Boterhal op 30 & 31 augustus en 6 & 7 september, te Hoorn. Witness kun je zien in het Ateliergebouw Jozefschool aan het Achterom 19 in Hoorn.

Franke ken ik al jaren en in het verleden heb ik nog voor hem gewerkt als audiovisueel programmamaker. Als vrienden een tentoonstelling hebben, dan ga je even kijken. Fijn twee uur met Cees bijgepraat terwijl er zo nu en dan nieuwsgierige bezoekers kwamen kijken. Ik besloot de opname ongemonteerd online te zetten, zodat iedereen getuige kan zijn van deze kleine momentopname in het ateliergebouw.

Categorieën
Strips

De allerlaatste tijger: Familiegeschiedenis hartverwarmend verstript

In De allerlaatste tijger vertelt Michaël Olbrechts de geschiedenis van zijn overgrootmoeder op Java. Hij won er de Silvester Strips Debuutprijs mee.

In de zomer van 1996 vertelt vader Filip tijdens een autorit naar Nederland aan zijn kinderen de levensgeschiedenis van hun overgrootmoeder Anneke naar wie ze op weg zijn. Omaatje, toen inmiddels 97 jaar oud, groeide begin twintigste eeuw op Java op, als een van tien kinderen van een koffieplantagehouder. Stripmaker Michaël Olbrechts (Genk, 1987), een van de aandachtig luisterende kinderen op de achterbank, gebruikte deze familiegeschiedenis als inspiratie voor zijn debuut De allerlaatste tijger. Het album won terecht tijdens de Stripdagen Haarlem de Silvester Strips Debuutprijs 2014 (eerder de VPRO Debuutprijs, daarna Comic House Debuutprijs). Het is een toegankelijk getekend, hartverwarmend verhaal waarin Olbrechts op vakkundige wijze zijn eigen jeugdherinnering van de autorit afwisselt met belangrijke gebeurtenissen uit het verleden van zijn familie. En passant vertelt hij ook nog het een en ander over de oplopende spanningen tussen de inlanders en kolonialisten in voormalig Nederlands-Indië.

De stripauteur (tweede van links) als kind op de achterbank.
De stripauteur (tweede van links) als kind op de achterbank.

Met het album studeerde Olbrechts af aan de hogeschool Sint-Lukas in Brussel. Het komt wel vaker voor dat een afstudeerproject wordt uitgegeven. Uitgever Johan Stuyck van Oogachtend is tevens hoofddocent aan Sint-Lukas. ‘Ik wist dat hij geregeld een student kiest om diens werk te publiceren. Ik zag dat als mijn kans en heb daarom zo veel werk in mijn eindproject gestoken. Ik wilde Johan overtuigen door een omvangrijk boek te maken dat uitgeefbaar zou zijn,’ vertelt de Vlaamse stripmaker die een jaar had om aan de ruim 80-pagina’s tellende striproman te werken.
‘Qua onderwerp kregen we carte blanche. De geschiedenis van mijn voorouders kwam redelijk snel in mij op, want het is een interessant verhaal waar ikzelf meer over wilde weten.’

Kruidenvrouwtje

Omaatje in jonge jaren.
Omaatje in jonge jaren.

Wat waren de grootste moeilijkheden waar Olbrechts mee te maken kreeg? ‘Ik moest mij goed documenteren. Een groot deel speelt zich af in Indonesië en het geheel speelt zich af in het verleden, dus het was goed opletten geen fouten te maken. Ten tweede moest ik het verhaal toegankelijk voor een groter publiek maken. Het moet immers ook interessant zijn voor lezers die geen band hebben met mijn familieleden.’

‘Ik ben in de familiearchieven gedoken. Gelukkig had mijn vader eind jaren zeventig, toen hij op de middelbare school zat, een interview afgenomen met mijn Omaatje. Daarin ondervraagt hij haar over haar jeugd in Nederlands-Indië. Uit dat cassettebandje heb ik veel informatie gehaald. Veel kapstokken in mijn verhaal zijn aspecten die in dat interview aan bod komen.’

‘Op familiefeesten had ik wel eens gehoord de moeder van Omaatje iets wist van kruiden en dergelijke, maar tijdens mijn research bleek dat ze in de kolonie echt een autoriteit op het gebied van kruidengeneeskunde was. Haar kruidenboek was in veel huishoudens te vinden. Een interessante vondst, want dit wijst erop dat het een krachtige vrouw was, in die periode in de geschiedenis was dat niet zo gebruikelijk.’

Schlemiel
allerlaatstetijger_cover‘Familieleden reageerden zeer positief op het boek. Degenen die wel van de familiegeschiedenis op de hoogte waren zien natuurlijk wel welke details ik heb aangepast. Dat waren altijd bewuste keuzes om het verhaal voor iedereen boeiend te maken. Over sommige personages had ik bijna geen informatie dus die heb ik naar eigen goeddunken ingevuld. Van de vader van Omaatje wist ik bijvoorbeeld alleen dat hij een koffieteler was. Ik heb er een beetje een schlemiel van gemaakt die niet in staat is met zijn kinderen te communiceren en die door zijn vrienden wordt uitgelachen omdat zijn vrouw zo ondernemend is.’

Michaël Olbrechts. De allerlaatste tijger
Uitgeverij Oogachtend

Dit interview is in VPRO Gids #34 (2014) gepubliceerd.

Categorieën
Daily Webhead Strips Video

Daily Webhead Video: Jan Cleijne exposeert

Vrijdagmiddag 27 juni opende in stripwinkel Lambiek de expositie van Jan Cleijne.

Terwijl de mannen van Lambiek druk waren de expositie op te bouwen, sprak ik even kort met de illustrator en stripmaker over zijn prachtige boek Helden van de Tour, zijn nieuwste project en over de expositie. Tijdens het gesprek laat ik natuurlijk alvast wat van Jans kunstwerken zien die zeer de moeite van het bekijken waard zijn.

De expositie duurt tot eind juli en is gratis te zien bij Lambiek in Kerkstraat 132 te Amsterdam.

Categorieën
Fotoblog

De lijst der lijsten

Tof, want ik had een paar dagen ervoor de regisseur van Jodorowsky’s Dune geinterviewd.

Categorieën
Fotoblog

Een gesprek met Martin Lodewijk

Categorieën
Fotoblog

Joubert Pignon spreekt o.a.