Categorieën
Film

Column: Liever dvd dan hangjongeren

Sommige films worden beter als je ze vaker bekijkt. Toen ik van de week Casino Royale op dvd bekeek, vond ik deze plezieriger dan de eerste keer in de bioscoop. Maar goed, ik zat nu ook comfortabel in mijn stoel met een drankje en wat snacks. Wat dat betreft ben ik steeds meer een dvd-mens aan het worden en bezoek ik steeds minder graag de bioscoop.

Mooi leeg is niet lelijk.

Goed, een mooi opgenomen film komt het beste tot zijn recht op een groot canvas. Een 3D-animatiefilm als Beowulf ontleend zijn bestaansrecht zelfs volledig aan de cinema-ervaring, daar je alleen naar zo’n film gaat voor het visueel spektakel. Veel films zijn immers een kwestie van mooie plaatjes kijken. Daarom is het zo jammer dat ik al een tijd niet meer lekker in de bioscoop zit. Er zijn te veel factoren in de zaal die een pure filmbeleving tegenwerken: rumoerige hangjongeren die overal doorheen moeten schreeuwen, mobieltjes die per se opgenomen moeten worden, eeuwigdurende reclames en onnodige pauzes. In je privébioscoop heb je daar allemaal geen last van en kun je je ontspannen concentreren op de film.Toen ik laatst in de bijna lege zaal vier van Tuschinski naar Gone Baby Gone zat te kijken, was het wel heerlijk toeven in de bioscoop. Het was een rustige maandagmiddag en er zat ongeveer zes man in de zaal. Niet echt een situatie die de bioscoopeigenaar wenselijk acht, want weinig inkomens, maar de film kwam zo echter wel goed tot zijn recht.
Spektakel
Ik vraag me ook serieus af of sommige films niet gewoon thuis beter lijken doordat je niet gestoord wordt. Voor Spider-Man 3 gold dat wel: hoewel dit nog steeds de zwaktste film in de reeks is, was de film meer genietbaar nu ook daadwerkelijk de dialogen te horen waren. Tijdens de bioscoopvoorstelling zat de zaal vol met luidruchtige neanderthalers, wat het kijken er niet leuker op maakte.
Casino Royale is echter, ook los van de thuissituatie, een onderhoudende flick. In ieder geval onderhoudend voor een aflevering uit een voorspelbare filmreeks die een strakke formule volgt. (Zie voor uitgebreidere recensies: Bond mag met pensioen en Daniel Craig is de perfecte James Bond.)

Harde klappen
Toch weten door actiescènes gedreven films mij steeds minder te boeien. Op de een of andere manier klikt mijn verstand op nul als ik voor een langere tijd mensen heen en weer zie springen of auto’s door straten zie racen. Misschien dat ik daarom ook geen sport kijk.Films over sport vind ik daarentegen wel weer fascinerend. Echte bokswedstrijden zijn immers nooit zo spannend als de nagespeelde scènes in boksfilms. Scènes waarin allerlei filmtechnieken worden gebruikt om de strijdende sporters zo meeslepend mogelijk in beeld te brengen. Harde vuisten die in slow motion de tegenstander van oorverdovende – in de geluidsstudio nagemaakte – klappen voorzien. Gelukkig is dat spektakel ook heel goed vanaf de bank te bekijken.Tot slot…
Mocht een film toch niet boeien, dan heeft thuis kijken nóg een voordeel: met alle gemak stop je een nieuw schijfje in de speler, of zet je de televisie uit om je met YouTube te vermaken.Gerelateerd: Droomvenster, Beowulf, the trouble with trilogies en (soort van) gerelateerd: Geluidsgeweld in het OV.

Categorieën
Film

Alternatieve kerstfilms

Ieder jaar worden we met de kerst weer getrakteerd op dezelfde versleten films. Ook wat dat betreft tonen programmeurs in televisieland weinig originaliteit. Daarom deze alternatieve lijst met films om de kerstdagen mee door te komen.

1. Batman Returns (Tim Burton, 1992).
Omdat ook freaks liefde nodig hebben met de feestdagen. Omdat Michelle Pfeiffer er nog nooit zo sexy uitzag (Bond-girls eat your heart out!). Omdat alleen Tim Burton zo’n verdorven sprookje met sadomasochistische ondertoon over kerst kan maken.2. Scrooged (Richard Donner, 1998)
Omdat dit de grappigste en meest cynische versie is van A Christmas Carol die er bestaat. Omdat Bill Murray met glans de rol van Frank Cross vertolkt: een verdorven directeur van een televisiezender die bereid is om een plastic gewei op het hoofd van een muis te nieten om een show door te laten gaan. Omdat Karen Allen zijn love-interest is. En omdat je na het zien van de film nooit meer het nummer ‘Put A Little Love In Your Heart‘ uit je hoofd krijgt.

3. The Nightmare Before Christmas (Henry Selick, 1993).
Omdat Halloween Jack kerst probeert te stelen van de kerstman (en wat mij betreft een vleugje Halloween kerstmis echt ten goede zou komen.) Omdat de stop-motionanimatie formidabel is. En omdat deze lijst best nog een Tim Burton-productie kan gebruiken.

4. Die Hard (John McTiernan, 1988).
Omdat de film duidelijk maakt dat terroristen maling hebben aan kerst en gewoon doorwerken met de feestdagen. Omdat Bruce Willis een stoere en tóch gevoelige actieheld neerzet. Omdat Alan Rickman een heerlijke schurk is. En vanwege deze klassieke zin: ‘Now I’ve got a machinegun. Ho, ho, ho.’

5. On Her Majesty’s Secret Service (Peter Hunt, 1969).
Omdat dit een van de beste en meest romantische Bond-films is. Omdat er fantastisch camerawerk op ski’s in zit en de stijl van monteren ook naar huidige maatstaven ‘snel’ en ‘bij de tijd’ genoemd mag worden. En vanwege Telly Savalas en Diane Rigg en omdat… tja, George Lazenby eigenlijk zo slecht nog niet was als 007. Merry X-Mas!

Categorieën
Film

Bond wie?

Het is een vraag die geregeld op feestjes, bedrijfsborrels of andere sociale gelegenheden de kop op steekt: wie vind jij de beste James Bond? Toen ik laatst op een terrasje genoot van een goede cappuccino en een conversatie met de illustere Merel B., kwam bij toeval dit onderwerp ter sprake. Het toeval, of uitstekende overeenkomstige smaak – het is natuurlijk maar net hoe je het bekijkt – wilde dat Merel B. en ik allebei Timothy Dalton verkiezen boven Roger Moore, Pierce Brosnan of zelfs Sean Connery. Dalton speelde slechts twee keer James Bond, maar dat deed hij in een paar van de beste films uit de serie: The Living Daylights (1987) en Licence to Kill (1989).Dalton zet een meer realistische Bond neer. Met Moore was de filmreeks verzand in foute slapstick vermengd met camp. Iets wat prima werkte voor de jaren zeventig overigens. Tegen de tijd dat Moore meer terug naar de roots van de geheim agent ging met For Your Eyes Only (1981), was hij eigenlijk al wat aan de oude kant. In A View to a Kill was hij zeker te oud om nog met jonge blonde meisjes in bed te rollebollen. Daarentegen vat de film prima de toon van de jaren tachtig, met dank aan de titelsong van Duran Duran. Dankzij de aanwezigheid van Grace Jones en Christopher Walken mag A View to a Kill een van de beste Bonds met Moore genoemd worden. Keihard
Maar goed, Dalton dus. In Licence to Kill zien we een keiharde Bond die wraakbelust op jacht gaat naar de drugsbaron Sanchez (Robert Davi). Sanchez heeft de vrouw van Felix Leiter vermoord op hun huwelijksnacht en Leiters been aan haaien gevoed. Genoeg voor Bond om zijn baan te riskeren en als een losgeslagen agent in de organisatie van Sanchez te infiltreren om deze kapot te maken. De Bond van Dalton spreekt weinig en vaak in cynische oneliners. Wanneer hij de moordenaar van hulpje Sharky met een harpoen doorboort, zegt hij: ‘Met de complimenten van Sharky!’Bond baalt in principe van zijn baan. Als geheim agent is hij niet meer als een doeltreffend bot wapen tegen de misdaad, in dienst van Hare Majesteit. Dalton omschreef Bonds houding als volgt:

‘The interesting thing about the Bond of the Fleming books, which I think Sean Connery got hold of extraordinarily well in spirit, is that he is in a way a writer’s paradox. Fleming could write about a man who was ruthless and hard, a thorough professional, absolutely capable of carrying out his assignment but at the same time he could, through his writing, give this complex character an awareness, sensibility, cynicism and what he referred to as “accidie, this distaste with the nastiness of his job.’ (Dalton geciteerd in The Making of Licence to Kill, Sally Hibbin, Hamlyn 1989).

Bond tussen ’the usual suspects’.

Daltons Bond geeft dan ook zijn werk op om een persoonlijke wraak uit te vechten. Dit feit maakt hem des te menselijker. In tegenstelling tot de bijna kogelvrije Moore en onfeilbare Brosnan, is Daltons Bond kwetsbaar. De wereld van Licence to Kill is hard en doet daardoor realistisch aan – een opmaat gemaakt verhaal voor Daltons meer realistische weergave van Bond. Wanneer Bond zich aan het einde van de film gewroken heeft, komen voor het eerst de emoties van verlies boven. We zien een bebloede Dalton rouwen om het lot van zijn vriend en diens bruid. Emotie hebben we weinig gezien bij andere Bonds, behalve dan bij George Lazenby, maar dat is een verhaal apart. Connery
Eigenlijk is een voorkeur uitspreken voor iemand anders dan Sean Connery net zoiets als vloeken in de kerk, want vaak wordt het argument aangedragen dat Connery toch altijd de eerste James Bond was en daarom alleen de ware. Dit klopt echter niet helemaal. Nog voor de filmreeks van start ging, werd in 1954 Amerika een televisiefilm geproduceerd van Casino Royale, het eerste Bond-boek van Ian Fleming. De rollen werden echter omgedraaid: James Bond was een Amerikaanse geheim agent terwijl vriend Felix Leiter Engels was. Jimmy Bond werd gespeeld door Barry Nelson. Los daarvan (want bovenstaande is natuurlijk een beetje flauw argument) moet ik toegeven dat Connery hoog scoort in mijn lijstje van favoriete Bonds: Connery zette een sexy, humorvolle en gevaarlijke Bond neer die perfect paste in de jaren zestig. Het was echter Dalton wie ik voor het eerst op het grote scherm zag als Bond, en die eind jaren tachtig, de juiste Bond voor die tijd neerzette. En een drugsbaron als vijand was ook geen onlogische keuze aan het einde van de Koude Oorlog. Smaak
Eigenlijk is voor iedere acteur die ooit Bond speelde wel iets te zeggen – ze vertolkten de Bond van hun tijd. Een voorkeur uitspreken voor een bepaalde vertolking is net zoiets als je uitspreken over je muzieksmaak, kledingvoorkeur of haardracht. Het zegt iets over wie je bent en hoe je jezelf wil profileren. Met het juiste antwoord maak je vrienden, met een fout antwoord krijg je een scheve blik. Maar eigenlijk is er geen fout antwoord. Bond is een kwestie van smaak, en over Bond valt flink te twisten.

Lees ook: Recensie Casino Royale en Bond mag met pensioen.

Categorieën
Film Filmrecensie

Film: Bond mag met pensioen

Recentelijk schreef gastauteur Jeroen Mirck een terecht lovende recensie over de nieuwe Bond-film Casino Royale. Daniel Craig overtuigt hierin als een Bond van deze tijd en actrice Eva Green zet een atypische Bond-girl neer. Toch vraag ik me af of na bijna 45 jaar Bond-films het niet eens tijd wordt om het doek te laten vallen. Bond heeft zijn beste tijd langgeleden gehad. Toen de boeken van Ian Fleming succes kregen, besloot de schrijver een keer per jaar een nieuwe aflevering te schrijven. Het zou in principe hetzelfde verhaal worden, maar dan met een paar nuanceverschillen. Die opzet hebben de filmproducenten ter harte genomen, want nadat de formule volledig was uitgedacht met de derde flick Goldfinger, was elke nieuwe Bond-film een gerecyclede kopie van de voorgaande. De plot was hetzelfde, alleen de meisjes, de schurk en de locaties zagen er iets anders uit. GSM
Een hoop elementen die de Bond-films in het begin bijzonder maakten, zijn nu erg achterhaald. Exotische locaties zijn binnen handbereik in het tijdperk van Google Earth en goedkope tickets. Er worden zelfs hele wedstrijdige televisieprogramma’s op deze locaties opgenomen: Expeditie Robinson, Peking Express. Oogstuiterende stunts zien we in bijna alle actiefilms: een aflevering van 24 bevat bijna net zoveel actie als een hele Bond-film). En over mooie vrouwen struikel je in de media, of het nu televisie, film of interpret is. En iedereen heeft tegenwoordig zelf al Bond-like gadgets. Misschien dat daarom zo veelvuldig wordt gegrepen naar de gsm in Casino Royale. De vele parodieën die in de afgelopen jaren op het witte doek verschenen hebben Bonds coolness eigenlijk ook niet veel goeds gedaan. Om over de vele kopieën nog maar te zwijgen (dus zullen we het maar niet hebben over Onmogelijke Missies van Tom Cruise. Moeder
Met de komst van Pierce Brosnan kreeg Bond al een make-over: de emancipatie was ook niet aan de wereld van Bond voorbij gegaan. Niet alleen was M een vrouw (sommige theorieën omtrent Ian Fleming verhalen dat M voor Ian inderdaad Mother betekende, aangezien zijn moeder een nogal overheersende vrouw was), ook Moneypenny liet zich niet meer zo maar inpakken door de geliefde seksist. De Bond van de jaren zestig moest zich aanpassen aan de jaren negentig. Hij kreeg nog net geen schort voorgebonden en een luier in zijn handen gedrukt. Hoewel Brosnan het helemaal niet onaardig deed als Bond, werd voor mij bij iedere nieuwe aflevering steeds duidelijker dat 007 zijn beste tijd had gehad. Hij was achterhaald door de tijd en overbodig gemaakt als filmheld. Toen in de laatste film een deel van de stunts ook nog werden overgenomen door doorzichtige digitale animaties, verdween daarmee het laatste bestaansrecht van de filmreeks. De Bond-films hadden voorheen altijd als stokpaardje dat de stunts – hoe extravagant ze ook waren – werkelijk werden uitgevoerd.
Bond begins
Daarbij had Bond alles al tig keer gedaan en viel er weinig verandering te verwachten in de toekomst. En wie geen toekomst heeft kan alleen nog maar terugblikken. De producenten konden met Casino Royale dus maar een kant op: terug tot de bron. Letterlijk in de zin dat Casino Royale het eerste boek was dat Ian Fleming over Bond schreef, en figuurlijk in de zin dat de begindagen van James als geheimagent worden verhaald. In feite hebben de filmmakers dus iets geleerd van Batman Begins waarmee Warner Bros. een op leven na dode franchise opnieuw wist te reanimeren. Casino Royale is een prima actiefilm geworden, maar is vooral interessant op de momenten dat wordt afgeweken van de sleetse Bond-formule. Dat geldt vooral voor het tweede deel van de film: als Bond het opneemt tegen Le Chiffre aan de goktafel en de romance tussen Vesper en James zijn hoogtepunt bereikt. Net als bij de films Licence To Kill en On Her Majesty’s Secret Service, is Bond het meest interessant als we hem als mens zien. Iemand die bereid is zijn carrière in de wind te slaan om een vriend te wreken of door verliefd te worden.
Eigenzinnig
Overigens is de scène aan de goktafel natuurlijk wel een typisch James Bond sjabloon, we mogen hier echter de stevige factor die Daniel Craig is niet over het hoofd zien. Hij weet een eigenzinnige draai te geven aan Bond. De eigenzinnigheid van Casino Royale is voor een deel ook te danken aan de frisse verschijning van Eva Green, die meer een klassieke femme fatale neerzet zoals we die kennen uit film noir. Ze is een atypisch Bond-meisje dat zowel de glamour heeft van weleer als dat ze als hedendaagse vrouw stevig in haar schoenen staat. Toch is de gokscène niet zo spannend als ze had kunnen zijn en zoeken de filmmakers het vooral in de actie rondom deze scène dan in de confrontatie tussen Bond en Le Chiffre zelf. Door de afwijkende elementen is Casino Royale boeiend genoeg als Bond-film. Wat mij betreft zou de film een waardig afsluiter zijn en wordt er na deze 21e aflevering een punt achter de serie gezet voordat de nieuwe frisheid opnieuw een sleets sjabloon wordt. Gezien de recettes is er weinig kans van dat de producenten van ophouden weten. Ook heeft Craig al getekend voor meerdere films.Zie ook Jeroen Mircks recensie.