Recent werd op de Kunsstripbeurs in Utrecht het boek Filmfanfare gepresenteerd. Actrice Willeke van Ammelrooy mocht het eerste exemplaar in ontvangst nemen. Passend, want ook van de film Antonia waarin zij de hoofdrol speelt, komt een verstripping in het boek voor, namelijk van Merel Barends, die de actrice een getekend affiche van de film aanreikte.
In Filmfanfare verbeelden eenenvijftig striptekenaars net zoveel Nederlandse films. Drieëntwintig filmexperts kozen hun twintig favorieten. Uit de daaruit resulterende lijst van 83 kozen de stripmakers de documentaire, speelfilm of korte film uit die ze wilden verstrippen. Ook hebben de tekenaars een bijbehorend affiche getekend.
Sequel
Om in filmvaktermen te blijven: Filmfanfare is een sequel van het boek Mooi is dat!waarin 57 literaire klassiekers in één pagina werden verstript. Voor sequels geldt dat ze meer van hetzelfde bieden en het meestal niet halen bij het origineel. Een paar uitzonderingen daargelaten natuurlijk, ik heb ook Spider-Man 2 en The Empire Strikes Back gezien. Twee voorbeelden van de uitzondering op de regel.
Origineel kunnen we het uitgangspunt van Filmfanfare niet noemen. Hoe zit het met de inhoud van het boek?
Als sequel biedt deze verzameling meer van hetzelfde als zijn voorganger. Van iedere film is er een beschrijving opgenomen van filmcriticus en filosoof Dana Linssen. Linssen legt bondig uit waar de film over gaat en geeft ook de nodige achtergrondinformatie. Je steekt er als liefhebber en passant aardig wat op van de Nederlandse film(industrie). Haar teksten zullen Filmfanfare voor de filmliefhebbers de moeite waard maken. Ze zijn soms ook geen overbodige luxe: sommige strippagina’s zijn niet te volgen zonder de beschrijvingen van Linssen.
Wat betreft de strippagina’s zitten er een paar heel mooie bijdragen bij. Bijvoorbeeld die van Bas Köhler, die een grappige en treffende interpretatie maakte van Zij gelooft in mij. De documentaire van John Appel blies indertijd de carrière van André Hazes nieuw leven in. Dace Sietina, die op dezelfde Kunststripbeurs de StripGrafiekPrijs in de wacht sleepte, maakte een sfeervolle impressie van de documentaire Het is een schone dag geweest. Filmmaker Jos de Putter richtte de camera op zijn ouders en hun Zeeuws-Vlaamse boerenbedrijf, dat plaats moet maken voor het moderne leven. Sietina’s pagina is ook heel goed los van de film te genieten en overigens een van haar meest toegankelijke werken.
Een van de mooiste bijdragen is van Gerben Valkema (Elsje) die de film Als je begrijpt wat ik bedoel uitkoos. Deze avondvullende tekenfilm is natuurlijk gebaseerd op de verhalen van Marten Toonder. Valkema maakte een prachtige pastiche van de tekeningen uit de Toonderstudio’s.
Geen punk
Jean-Paul Arends (Scribbly) maakte een verhalende stripversie van Ciske de Rat op rijm en geeft een originele en bovenal leuke samenvatting van de film. Oorspronkelijk zou Peter van Dongen De rat voor zijn rekening nemen, maar zijn interpretatie werd te eigenzinnig bevonden door de samenstellers. Kennelijk kon Van Dongens punkparodie op de film hen niet bekoren.
Jeroen Funke weet met zijn pagina de sfeer van New Kids Turbo goed over te brengen en laat een van de New Kids het volgende uitspreken: ‘Da’s toch ’n strip of nie dan?! Betalen, jonguh, kut!’ Hiermee verwijst hij ook met een dikke knipoog naar de filmmakers die voor de publicatie van Filmfanfare stampij maakten. Er is namelijk veel gedoe geweest rondom dit boek. Enkele filmmakers voelden zich gepasseerd omdat de samenstellers Gert Jan Pos en Willem Thijssen, respectievelijk de voormalig stripintendant en de huidige animatie-intendant, noch het Eye Instituut of de uitgever hen op voorhand om toestemming hadden gevraagd. Dick Maas was een van die boze filmmakers. Zijn films Flodder en De lift zijn in het boek opgenomen. Maas kan rustig ademhalen: beide films zijn verbeeld zonder dialoog, waarmee meteen een van de zwakke punten uit zijn oeuvre is omzeild.
Nu weten we het wel
Bij het lezen van Filmfanfare bekroop mij hetzelfde gevoel als Mooi is dat!: het is allemaal sympathiek bedoeld, maar wat moet ik hier als striplezer mee? Wat heb je aan een boek vol éénpaginaverstrippingen? Eigenlijk niet zo gek veel. Deze prestigeprojecten zijn grotendeels bedoeld ter promotie van het medium en de stripmakers die erin staan. Hoewel ze een aardig beeld geven van het tekentalent in de Nederlandse strip, ontbreken er enkele oudgedienden in het lijstje, waardoor er geen sprake is van een volledig beeld. Hetzelfde gold overigens voor Mooi is dat!
Maar wat promoten we eigenlijk met dit soort boeken? Dat strip een goed medium is om verhalen uit andere media te verbeelden? Ik hoef niemand uit te leggen dat je daar het medium schromelijk tekort mee doet. Ik ben niet per definitie tegen stripadaptaties. Erik Kriek liet recent nog zien hoe je met veel passie en talent een zeer boeiende stripbewerking kunt maken van de verhalen van H.P. Lovecraft. (Ook zijn interpretatie van Spetters in Filmfanfare is een lust voor het oog overigens.)
De stripliefhebber in mij heeft het wel gehad met die éénpaginaverstrippingen. Mijn koffietafel ligt vol met deze prestigeboeken, maar ik betwijfel of ik ze ooit nog inkijk. Ik lees liever een stripverhaal. Ik mag dan ook hopen dat Filmfanfare geen vervolg krijgt en dat we over twee jaar niet opeens een boek met, ik noem maar wat, toneelverstrippingen krijgen. Of poëzie-verstrippingen. Want, waar eindigt het dan? Verstrippingen van strips?
Filmfanfare. Oog & Blik/De bezige bij. €29,90