Categorieën
Film Filmrecensie

The Doors: When you’re strange

Iedere film over The Doors gaat onvermijdelijk eigenlijk over de leadsinger, Jim Morrison. De charismatische Morrison zal door fans gezien worden als een zanger met een bijzondere stem en poëtische teksten, de haters kijken wellicht niet verder dan het enfant terrible dat stoned van drank en drugs stampij maakte op het podium, politieagenten uitdaagde en ooit het publiek dreigde zijn geslacht te tonen tijdens een concert.

Die schaduwkant gaf Morrison zelf de naam Jimbo mee. Mijns inziens is het vooral die laatste versie van Morrison die de meeste aandacht krijgt in de documentaire. Al zal dat niet Tom DiCillo’s intentie zijn geweest, want hij benadert Morrison toch vooral als een fan en houdt de mythe van de op 27-jarige leeftijd overleden zanger in stand.

‘De meeste aandacht gaat naar Jim. Als dat Robby (Krieger), Ray (Manzarak) of John (Densmore) al stoort, laten ze het niet merken. Jim wentelt zich in alle aandacht. Hij lijkt voor de roem te zijn geboren. Alles wat hij doet lijkt briljant of briljant berekenend te zijn,’ vertelt acteur Johnny Depp die de voice-overtekst insprak. We zien Jim te midden van zijn fans, vlak voor een concert. Hij bladert door een boek over The Who die in het voorprogramma staan. Depp vervolgt: ‘Het is moeilijk te zeggen of hij gewoon zijn fans ontmoet of dat hij iets cruciaals aan hen onttrekt. Alsof hij slechts kan bestaan door hun aandacht.’
Dat was bij de eerste publieke optredens wel anders: de onzekere Morrison stond met zijn rug naar het publiek toe, net als bij de repetities.

DiCillo behandelt de carrière van The Doors in chronologische volgorde van de begindagen in 1965 tot en met de dood van Jim in 1971. Het verhaal blijft aan de oppervlakte en zal de echte fans weinig nieuws brengen. Toch is de film bijzonder, want DiCillo vertelt het verhaal door op een intelligente manier archiefmateriaal over The Doors en hun tijd aan elkaar te monteren. Daarmee duidt hij de tijdsgeest en de rol die The Doors in de tegencultuur speelden. Ook gebruikte hij fragmenten uit de film HWY: An American Pastoral, een zelden te vinden independent film uit 1969 van Morrison en Paul Ferrara (de laatste krijgt de regiecredit op IMDB) waarin Morrison een lifter speelt. We zien Morrison onder meer achter het stuur van een Mustang terwijl op de radio een nieuwsbericht over zijn mysterieuze dood in Parijs te horen is. De stukjes van HWY fungeren als een rode draad in de film, net als de geest van Jim door When you’re strange waart.

Oorspronkelijk had de regisseur zelf de voice-over gedaan, en zo werd de film ook voor het eerst vertoond tijdens het Sundance Film Festival, maar zijn monotone manier van spreken werd niet door recensenten gewaardeerd, al werd de film over het algemeen goed ontvangen.

Zelf vond ik de opnames ten tijde van de plaat The Soft Parade het interessantst, maar ik hou dan ook erg van kijkjes in het maakproces van albums. We zien The Doors in de studio, waar ze maar liefst 11 maanden lang aan het album werken. Een duidelijk contrast met een paar jaar eerder: het eerste album namen ze op in vijf dagen. Tijdens The Soft Parade periode zit Morrison duidelijk diep in de fles met zijn hoofd, de sfeer in de band is niet best en op creatief vlak valt er daardoor nog veel te wensen.

Geen idee of er meer filmmateriaal van studio-opnames te vinden is, maar mijn honger is door When you’re strange alleen maar groter geworden.

When you’re strange, USA
Regie: Tom DiCillo
Met: The Doors, Johnny Depp
DVD: E1 Entertainment

Deze recensie staat ook op het filmblog van Zone 5300.

Categorieën
Media Mike's notities

De geest van Jim Morrison

De geest van Jim Morrison waart nog steeds rond in de muziek van The Doors en in ons onderbewustzijn.In de winter van 2000 was ik samen met mijn toenmalige vriendin op het kerkhof Père Lachaise in Parijs. Het beroemde kerkhof waar de tombes lijken op kleine huisjes, een soort van dorp van de doden, met straatjes en een stadsplattegrond. Het was oorspronkelijk de plek waar de Jezuïeten een groot pand hadden staan. Maar deze werden begin 20ste eeuw door de regering opgeheven. Er liggen een hoop beroemde lijken, waaronder Jim Morrison – de zanger van The Doors.

Fotogeniek
Morrison stierf op 27 jarige leeftijd in Parijs. Als je er toch bent, kun je niet om Jim heen en moet je even langs gaan. Het graf van Morrison wordt nog altijd druk bezocht. Toen ik er was stond er constant een bewaker bij die de boel in de gaten hield. Het graf is vaak door bezoekers beschadigd. Nu lag er alleen nog een rechthoekige steen met een deken aarde in het midden. Op de zwarte aarde gooiden mensen geld, briefjes, bloemen en brandden ze wierrook. Er stonden enkele Amerikanen bij het graf. Ze maakten foto’s. (Jippie op de foto met het graf van James Douglas Morrison.)Wie de film The Doors van Oliver Stone heeft gezien, weet dat het graf er eerst anders uitzag: een buste boven een vol gekladderde steen. De film schets overigens een fascinerend portret van de zanger en zijn extreme uitspattingen. Stone concentreert zich volledig op Morrison en laat de andere Doors onderbelicht.

Hypnose
Morrison stierf in 1971 en liet een boeiende muzikale erfenis na. De muziek van The Doors is legendarisch en klinkt ook nu nog erg bijzonder. Ze zijn een genre op zichzelf. Het geluid van de band is tijdloos en toch erg gesitueerd in de psychedelische tijd van de tweede helft van de jaren zestig. The Doors klinken als de schaduwzijde van de ‘Summer of Love’. Alsof je bent doorgedrongen tot het onderbewuste en die gedachten worden uitgedrukt in de muziek en teksten van The Doors. Het onderbewustzijn van Morrison is gevuld met een fascinatie voor de dood en pijn, seks, slangen, sjamanisme en loskomen van het keurslijf waarin de maatschappij je perst in de hoop door te breken naar de ware zelf – alles verpakt in hypnotiserende poëzie.

Onder de tafel
Toen ik bij het graf stond, merkte ik niets van de geest van Jim Morrison. (Persoonlijk heb ik ook niet veel met graven moet ik zeggen, al is het onontkoombaar dat ik er ooit zelf een betrek.) Morrisons geest waart wat mij betreft rond in de muziek. Jim zingt daarin soms alsof hij in een trance is. Hij klinkt alsof hij niet meer in de wereld is – alsof hij is doodgegaan en teruggekomen. In de muziek is de deze poëet, zanger, sjamaan, Lizard King, druggie voor altijd onsterfelijk. The Rolling Stones mogen dan gekoketteerd hebben met de duivel en ‘sympathy’ voor hem voelen – de stem van Morrison klinkt alsof hij de devil himself ontmoette en onder de tafel heeft gedronken. The Doors komen zo nu en dan terug in mijn leven. Tijdens mijn studie schreef ik een paper over de film Apocalypse Now – een analyse van het personage Kurtz. Het nummer ‘The End’ dat in de film zit, speelde toen weken in mijn hoofd. Laatst vond ik het boek People Are Strange – The Ultimate Guide to The Doors van Doug Sundling. Wanneer ik dit boek uit heb en alle albums weer heb grijsgedraaid, zal ik in de toekomst onvermijdelijk weer in aanraking komen met The Doors. Ze gaan nooit weg, maar sluimeren altijd ergens in mijn onderbewustzijn.