King Cohen, de documentaire over cultregisseur Larry Cohen, is te zien tijdens het Imagine Filmfestival.
King Cohen werd gepresenteerd door Schokkend Nieuws. Bij aanvang gaf Vincent Hoberg, de kersverse nieuwe hoofdredacteur van het filmblad, een korte inleiding. Ook deelde hij exemplaren uit van het nieuwste nummer, waarop wederom een prachtige cover van Erik Kriek te zien is.
Films over maverick filmmakers, dat is een van de redenen waarom ik graag Schokkend Nieuws lees en naar Imagine ga. Ieder jaar zit er minstens een zo’n flick in het programma en Larry Cohen past goed thuis in het rijtje eigenzinnige, gedreven filmmakers die vaak met lage budgetten prachtig entertainment brengen.
B-films
Larry Cohen (New York, 1941) begon al jong als scenarist en bedenker van televisieseries. Omdat hij vond dat de meeste regisseurs zijn schrijfwerk verknalden, besloot hij om maar zelf zijn eigen scripts te regisseren en te produceren. Hij maakte succesvolle genrefilms, waaronder blaxploitation en horror. Van demonische baby’s, draken die nesten in het Crystler Building, tot een biopic over J. Edgar Hoover en een film over godsdienstwaanzinnigen. De meeste films spelen zich af in New York.
Vliegende draak
Cohen maakte zijn films dikwijls voor weinig geld, altijd inventief en vaak zonder vergunningen. Tegenwoordig zou niemand meer zo gek zijn om een taxi over een overvolle stoep in New York te laten rijden. De mensen die in beeld wegrennen zijn New Yorkers die geen idee hebben dat er een film wordt geschoten. Door op een guerrilla-wijze te werken kon Cohen mooie locaties en situaties gebruiken zonder dat het hem een cent kostte.
En je mag dan kunnen zien dat de vliegende draak boven New York in Q: The Winged Serpent (1982) een special effect is, dat handwerk maakt het plaatje eigenlijk alleen maar mooier.
King Cohen is echter minder origineel dan het werk van de filmmaker die geportretteerd wordt, en volgt voorspelbaar op chronologische wijze Cohens carrière. Leden van de cast en crew komen veelvuldig aan het woord, evenals Cohen, diens ex en huidige vrouw. Ook bekende filmmakers als Joe Dante, Martin Scorsese en John Landis passeren de revue. Toch mag de voorspelbaarheid de pret niet drukken, want de talking heads lepelen sappige anekdotes op.
Het wordt helemaal leuk als Cohen beweert alle stunts voor Black Caesar (1973) zelf eerst heeft voorgedaan terwijl ster Fred Williamson, relaxt poserend voor de camera met een sigaar in zijn hand, dat in alle toonaarden ontkent: ‘Cohen is echt niet zelf uit een rijdende taxi gesprongen. Geloof me. Als hij dat beweert, dan liegt hij!’
Toupet
Ook terugkerend acteur Michael Moriarty kan zich niet herinneren dat hij voor iedere nieuwe rol eiste dat hij een nieuw haarstukje kreeg. ‘Als Cohen dat beweert, dan liegt hij!’
Wel is iedereen vol lof over het samenwerken met de regisseur. Een paar keer doen ze een rondje loftuitingen in King Cohen. Dat hadden wel een paar rondjes minder asskissing mogen zijn, want op den duur begint dat te vervelen.
Dat neemt niet weg dat je na het zien van King Cohen meteen zin krijgt om alle films van Larry Cohen te gaan zien. En daarmee is regisseur Steve Mitchell in zijn opzet geslaagd.
Zes keer per jaar slaagt een select groepje professionele liefhebbers van de genrefilm erin om het magazine Schokkend Nieuws uit te brengen. Hoe gaat het met dit fantastische blad in crisistijd? Een gesprek met hoofdredacteur Barend de Voogd.
Recent rolde alweer het 114ste nummer van de persen. Geen geringe prestatie, want Schokkend Nieuws wordt gemaakt door een kleine groep enthousiaste professionals. Zelf mocht ik twee jaar lang een column voor het blad schrijven, tegenwoordig schrijf ik zo nu en dan recensies voor de website.
Sinds wanneer ben je eigenlijk hoofdredacteur van Schokkend Nieuws?
‘In 2001 ben ik voor Schokkend Nieuws gaan schrijven en in 2010 ben ik hoofdredacteur geworden.’
Hoe onderscheid SN zich van andere filmbladen?
‘Er zijn sowieso niet zo veel filmbladen in Nederland en Schokkend Nieuws is het enige filmblad dat zich geheel focust op de genrefilm, dus: horror, sciencefiction, fantasy, anime en cultfilms. En we doen dat doen op een serieuze en journalistieke manier.’
Hoe is het blad in de afgelopen jaren veranderd?
‘Toen het in 1992 werd opgericht was Schokkend Nieuws een tweemaandelijks blaadje op A5-formaat, zwart-wit en gefotokopieerd met heel dikke rasterpunten. Het was echt een fanzine, een blaadje van en voor liefhebbers. In 2002 is het een fullcolourglossy geworden. Toen lag de frequentie trouwens wel wat lager en kwam het magazine vier keer per jaar uit. Sinds 2010 is Schokkend Nieuws full colour, op groot formaat en is de frequentie zes keer per jaar. De laatste jaren zijn digitale media steeds belangrijker geworden. Vroeger had je af en toe nog wel eens een ingezonden brief, tegenwoordig heb je bijna dagelijks contact met enkele lezers via Facebook of de website.’
Je had het nu vooral over uiterlijke veranderingen. Heeft Schokkend Nieuws ook inhoudelijk een verandering ondergaan?
‘Wat er in ieder geval in de afgelopen periode is veranderd is dat we meer aandacht hebben voor de directe bioscoopreleases, dus wat er de komende twee maanden uit gaat komen. Vroeger konden we dat niet omdat we een kwartaalblad waren. Schokkend Nieuws begon in de jaren negentig als een blad met een duidelijke voorkeur voor de horrorfilms en -makers die in de jaren tachtig en negentig groot zijn geworden. De Wes Cravens, Tobe Hoopers, dat soort mensen. Daar hebben we nog steeds veel aandacht voor. In het laatste nummer hadden we bijvoorbeeld een interview met Tobe Hooper en Joe Dante, de oude knakkers, zeg maar. Ondertussen hebben we ook steeds vaker aandacht voor de moderne genreproducten, zowel televisieseries als de Marvel superheldenfilms, en natuurlijk komt de nieuwe generatie genreregisseurs aan bod.’
Wat vind je zelf het leukste aan SN?
‘Het leukste is om het blad te maken! (lacht) Het is verschrikkelijk leuk om ieder nummer een eigen invalshoek te geven, ieder nummer heeft namelijk een thema. Afgelopen nummer was dit The Texas Chain Saw Massacre, maar we hebben ook wel eens een special gemaakt over Australische exploitation films, over kunst en horrorfilms en een special over sterke vrouwen. We hebben een redactie van vijf man en die bedenkt iedere keer dat soort thema’s. We proberen dan wel een left of field invalshoek te kiezen. We kiezen bijvoorbeeld voor een thema als horror in het pretpark terwijl een blad als Fangoria zich vooral zal richten op vette special effects. Daarnaast vind ik het ook heerlijk om te schrijven. Waar kun je elders in Nederland schrijven over horror- en sciencefictionfilms en er zo uitgebreid over lezen dan in Schokkend Nieuws? Als je online zoekt vind je meestal Engelstalige sites. Soms Nederlandstalige, maar die bevatten korte en niet-kritische stukken. Schokkend Nieuws is toch wat diepgravender en uitgebreider.’
Je hebt voor Schokkend Nieuws ook enkele van je helden kunnen spreken. Welk van die interviews beschouw jij als een van de hoogtepunten van je carrière?
‘Dat is een moeilijke vraag. Regisseur Brian Trenchard-Smith was geen held van me, maar werd dat wel tijdens een interview dat ik met hem afnam. Smith is een Australische regisseur van films als Turkey Shoot (1982) en Dead End Drive-In (1986). Zijn films zijn niet zo bekend, maar maakte zijn films altijd voor weinig geld en een enorme portie lef. Op de set heeft Trenchard-Smith prachtige avonturen meegemaakt en hij sprak daarover met een enorm gevoel voor humor waarbij hij zichzelf ook voortdurend voorschut zette. Dat was een heel leuk interview. Tijdens het gesprek werd ik echt een fan van die man. Katherine MacCollvond ik ook heel tof. Zij is een scream queen die in heel veel films van Lucio Fulci te zien is, zoals The Beyond. Daar wordt ze door allemaal maden belaagd. Haar interviewen was een wonderlijke ervaring. Ik had een afspraak met haar in het Vondelpark bij het oude Filmmuseum. Je staat dan in het Vondelpark te wachten en opeens zie je Katherine MacColl op je af komen lopen. (lacht) Dat was fantastisch! Dan ben je echt weer even een kleine jongen. Ik had het interview ook te goed voorbereid; ik geloof dat ik iets van vijftig vragen voor haar had.’
Schokkend Nieuws komt zes keer per jaar uit. Is het door die frequentie niet moeilijk om up-to-date te blijven?
‘Nee, dat is niet heel erg moeilijk. Eens per twee weken komt er een genrefilm uit, dus wij pikken daar per nummer de drie leukste van uit. Laten we eerlijk zijn: niet alle horror- en sciencefictionfilms die uitkomen zijn evengoed. Dus we pakken de interessantste om er een vooruitblik of een recensie over schrijven. Of we doen een interview met de maker. In die zin gaat dat al heel goed. Tussentijds volgen we de actualiteit op de website.’
Bladen en kranten hebben het moeilijk de laatste tijd. Hoe gaat het met SN?
‘Wij hebben het ook best moeilijk. Schokkend Nieuws moet het vooral hebben van abonnees en adverteerders en krijgt geen enkele subsidie. Het aantal abonnees groeit, evenals het aantal activiteiten. We timmeren meer dan ooit aan de weg en hebben meer abonnees dan ooit. Alleen de adverteerders vallen wel weg. Dat is heel vervelend. De home-entertainment markt, dus dvd verkoop, is ingestort. Je kunt de distributeurs het ook bijna niet kwalijk nemen dat ze nog nauwelijks adverteren. Er valt in die business gewoon geen geld meer te verdienen. Wij moeten dus omschakelen door andere fondsen te werven en op andere manieren geld binnen te halen. De belangrijkste methode om dat te doen is meer abonnees werven, want dan ben je van niemand meer afhankelijk en kunnen we Schokkend Nieuws het eigenzinnige blaadje houden dat het nu is.’
Wat is het moeilijkste aan het uitgeven van een nicheblad?
‘Hm, dat is een lastige vraag…. Het moeilijkste is misschien wel om er niet al je tijd aan te besteden! (lacht) Ik zou heel gemakkelijk alle dagen alleen met Schokkend Nieuws bezig kunnen zijn. Dat is punt één. Punt twee is het vinden van het juiste publiek. Hoewel er veel mensen zijn die van horror en sciencefiction houden, is het heel lastig ze te overtuigen daar ook eens iets over te lezen. Ik kom zo vaak mensen tegen die enorme fans zijn. Die willen best een plaatje liken op Facebook, maar gaan dan geen lange interviews met hun helden of een achtergrondverhaal lezen. Dat zien we steeds meer. Dat vind ik krankzinnig, maar dat is dus het allermoeilijkste. Vooral om dit te verkroppen, want wij besteden juist veel tijd om die interviews te regelen en unieke verhalen te schrijven.’
Heb je hier een verklaring voor?
‘Dat heeft te maken met ontlezing en heeft te maken met het feit dat Nederland nooit echt een filmbladencultuur heeft gehad. In Amerika heb je iets van drie of vier horror- of sciencefictionblaadjes. In Nederland heb je er maar één en dat zijn wij. Daar zal het mee te maken hebben.’
Wie zouden eigenlijk allemaal SN moeten lezen?
‘Iedereen die dol is op horror, sciencefiction, fantasy, anime of cultfilms moet ons lezen! Ook al heb je niet per se iets met horror maar wel bijvoorbeeld met een beetje rare, obscure films, ook dan moet je Schokkend Nieuws lezen. En iedereen die houdt van mooi geschreven filmjournalistiek. Want we letten ook heel erg op onze stijl en hoe we het brengen. Op de beste Drs. P traditie, ik ben niet voor niets een enorme fan, is het een blad dat de liefde voor film combineert met een bloemrijke taal en humor en spitsvondigheid.’
Ieder kind dat comics leest, vraagt zich wel eens af hoe de wereld eruit zou zien als superhelden en superschurken echt zouden bestaan. Scenarist Mark Millar geeft in Marvel 1985 het schokkende antwoord.
In het jaar 1985 ontdekt de dertienjarige Toby Goodman dat de superschurken uit Marvel-comics zijn gaan wonen in een oud, vervallen huis bij hem in de buurt. Dat deze figuren geen lieverdjes zijn, wordt al snel duidelijk. Dr. Doom, Dr. Octopus, Electro, Sandman en Juggernaut worden immers niet voor niets superschurken genoemd.
Wanneer ze hun aanwezigheid aan de wereld bekend hebben gemaakt, beginnen ze massaal de bewoners van het stadje Montgomery uit te moorden. Alsof het leven van Toby al niet ingewikkeld genoeg was, met gescheiden ouders en een stiefvader die het gezin naar Engeland wil verhuizen. Ver weg van zijn vader Jerry die, net als Toby, verzot is op Marvel Comics.
1985, een goed stripjaar Scenaristen als Mark Millar moeten we koesteren. De Schotse schrijver hoort tot het zeldzame soort dat met originele ideeën en bijzondere kwinkslagen het ingedutte genre van superheldenverhalen weet op te frissen. Eerder bedacht hij samen met John Romita Jr. de serie Kick-Ass, waarin een doodgewone tiener besluit voor superheld te spelen, met alle blauwe plekken en gebroken ribben van dien. Ook zo’n interessant uitgangspunt, perfect uitgevoerd in de tekeningen van Romita Jr. Verder loodste Millar de lezer door het ingewikkelde cross-over verhaal Civil War en trakteerde hij de wereld op Wanted.
Samen met tekenaar Tommy Lee Edwards creëert Millar een geloofwaardig 1985, waarin de klappen die de superschurken uitdelen keihard aankomen. In de echte wereld zou geen enkel leger bestand zijn tegen de vernietigende kracht van iemand als Dr. Doom, laat staan dat ze iets kunnen uitrichten tegen Galactus, het buitenaardse wezen dat als ontbijt hele planeten verorbert.
Feest van herkenning Marvel 1985 deed mij terugdenken aan de tijd dat ik als achtjarige de wereld van Marvel nog maar net ontdekt had en stiekem wel wilde geloven dat je door de beet van een radioactieve spin in staat was over muren te kruipen. Ach, zolang ik een goedgeschreven comic aan het lezen ben, wil ik dat eigenlijk nog steeds geloven. Dat is immers de verdienste van een goede verhalenverteller.
Millars strip is een feest van herkenning voor een stripliefhebber als ik. Niet zo gek dus dat het verhaal begint in een stripwinkel. Ik ken de comic Secret Wars die Toby daar aan het lezen is. Die serie verslond ik indertijd zelf ook. Sterker nog, zonder enige moeite herken ik de door Edwards nagetekende bestaande omslagen die aan de muur van de stripwinkel hangen. Het merendeel van die strips heb ik ooit gelezen.
Spielberg-film
1985 was het jaar dat Back to the Future uitkwam. Films van Spielberg, Joe Dante en Robert Zemeckis toonden een fantasievol en magisch Amerika, waarin buitenaardse bezoekers zomaar een bezoekje brachten aan de voorsteden en waar je naar het verleden kon reizen in een omgebouwde Delorean. Dat de Verenigde Staten in werkelijkheid heel anders bleken te zijn toen ik er een jaar ging wonen, doet niets af aan het feit dat de droomversie van Spielberg en de zijnen voor altijd aan mijn jeugdherinneringen verbonden zal zijn.
Het leuke is dat Marvel 1985 eruitziet en aanvoelt alsof je een Spielberg-film zit te lezen. Het plaatsje Montgomery had prima als decor kunnen dienen in een van zijn films. De kleding van de personages, de houten huizen, main street en het winkelcentrum in smalltown USA zien er precies zo uit als ik me van die films herinner. Net als in de verhalen van Spielberg is de hoofdrolspeler een tiener, een buitenbeentje dat ontdekt dat in de gewone wereld de meest fantastische taferelen kunnen voorkomen.
Tommy Lee Edwards
Veel van de sfeer in de strip is te danken aan de Amerikaanse tekenaar Tommy Lee Edwards. Edwards maakt het contrast met ‘de werkelijkheid’ duidelijk door in de Marvel-wereld alles in lichte kleuren onder te dompelen en geen zwarte vlakken te tekenen. De stripwereld ziet eruit alsof de zon altijd schijnt, alsof alles perfect op zijn plaats staat.
Ook de tekstballoons zijn in de Marvel-wereld mooier afgewerkt dan elders in de strip. De ‘echte wereld’ geeft Edwards vorm met veel zwarte schaduwen en dikke, vloeiende penseellijnen. De gelaatsexpressies van de personages zijn levensecht getekend. De tekeningen sluiten daarmee perfect aan op de weluitgedachte dialogen van Millar.
Met Marvel 1985 hebben Millar en Edwards een vakkundig en geloofwaardig pulpverhaal afgeleverd, dat uitstijgt boven de middelmatigheid die superheldencomics doorgaans kenmerkt.